Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Eindtoets 2013 (2)

 

Vragen

Vraag 1

Gerritsen is onder curatele gesteld wegens verkwisting en verkoopt zijn nieuwe smartphone voor 50 euro aan Van Wijngaarden. De smartphone is op dat moment zeker 500 euro waard. Van Wijngaarden weet dat Gerritsen de smartphone voor slechts 50 euro aan hem verkoopt, omdat Gerritsen zijn eigen belangen niet goed voor ogen heeft. Welke van de onderstaande alternatieven is juist?

  1. De curator is bevoegd de koopovereenkomst te ontbinden op grond van misbruik van omstandigheden.

  2. De curator is bevoegd de koopovereenkomst te vernietigen.

  3. De koopovereenkomst is nietig.

  4. De curator is bevoegd schadevergoeding te vorderen op grond van ongerechtvaardigde verrijking.

Vraag 2

Donkersloot krijgt op 14 mei een e-mail van Teeven waarin hij zijn zeven jaar oude BMW te koop aanbiedt voor 3000 euro. In de e-mail staat dat Donkersloot een week de tijd heeft om het aanbod te aanvaarden. Donkersloot stuurt op 15 mei per gewone post een brief aan Teeven, waarin hij het aanbod aanvaardt. Deze brief wordt door Teeven op 16 mei ontvangen. Inmiddels heeft Teeven van een vriend vernomen dat voor het type BMW dat hij te koop heeft aangeboden wel 3500 euro gevraagd wordt op internet. Teeven stuurt daarom op 15 mei een e-mail aan Donkersloot met de mededeling dat hij zijn aanbod herroept. Is er een overeenkomst tot stand gekomen tussen Donkersloot en Teeven?

  1. Er is een overeenkomst tot stand gekomen, want de mededeling houdende herroeping geschiedde te laat.

  2. Er is een overeenkomst tot stand gekomen, want het aanbod was onherroepelijk.

  3. Er is geen overeenkomst tot stand gekomen, want het is in strijd met de redelijkheid en billijkheid om het aanbod te herroepen.

  4. Er is geen overeenkomst tot stand gekomen, want de mededeling houdende herroeping geschiedde tijdig.

Vraag 3

Van Megen leent 4000 euro van Lentema. Hulst betaalt aan Lentema de 4000 euro terug en deelt daarbij mee de schuld van Van Megen te voldoen. Is Van Megen jegens Lentema bevrijd van de verbintenis uit geldlening?

  1. Ja, want in gevallen als de onderhavige kan stilzwijgende bekrachtiging door de schuldenaar worden aangenomen.

  2. Ja, want deze verbintenis kan in beginsel door een ander dan de schuldenaar worden nagekomen.

  3. Nee, een derde kan alleen de schuld van de schuldenaar voldoen als de schuldnenaar daar toestemming voor heeft gegeven.

  4. Nee, alleen de schuldenaar kan de verbintenis nakomen.

Vraag 4

In welk van de onderstaande gevallen ontstaat een verbintenis uit hoofde van onverschuldigde betaling?

  1. Wollema geeft een fikse fooi bij het afrekenen van zijn favoriete pizza.

  2. Wollema besluit de schuld van zijn goede vriend Janssen te betalen.

  3. Wollema geeft het door hem geleende fiets aan de verkeerde persoon terug.

  4. Wollema schenkt 20 euro aan Janssen ter gelegenheid van diens afstuderen.

Vraag 5

In welk van de onderstaande gevallen is verzuim geen vereiste voor een recht op schadevergoeding?

  1. Indien partijen een fatale termijn voor nakoming overeengekomen zijn.

  2. Indien reeds een ingebrekestelling verstuurd is en de schuldenaar alsnog niet nakomt.

  3. Indien sprake is van blijvende onmogelijkheid van nakoming.

  4. Indien uit de houding van de schuldenaar blijkt dat hij niet zal nakomen.

Vraag 6

Zeegers verkoopt en levert een caravan aan Smith. Smith betaalt de koopprijs.

In welk(e) van de onderstaande geval(len) kan Smith de koopprijs als onverschuldigd betaald terugvorderen?

  1. Zowel de vernietiging van de overeenkomst als na ontbinding van de overeenkomst.

  2. Noch na vernietiging van de overeenkomst, noch na de ontbinding van de overeenkomst.

  3. Wel na vernietiging van de overeenkomst, maar niet na ontbinding van de overeenkomst.

  4. Niet na vernietiging van de overeenkomst, maar wel na ontbinding van de overeenkomst,

Vraag 7

De Wit koopt bij Leeuwen zeven geavanceerde warmtelampen. Voor de aankoop heeft De Wit aan Leeuwen medegedeeld dat hij de lampen nodig heeft voor de inrichting van een hennepplantage op zijn zolder. Het exploiteren van een hennepplant is verboden en strafbaar op grond van de wet. Is de koopovereenkomst tussen De Wit en Leeuwen geldig?

  1. Ja, maar uitvoering van de overeenkomst is strafbaar.

  2. Nee, de inhoud van de overeenkomst is ongeoorloofd

  3. Nee, de strekking van de overeenkomst is ongeoorloofd.

  4. Ja, het sluiten van de overeenkomst is niet verboden.

Vraag 8

Anne is 14 jaar en koopt een mountainbike bij Binkie Bikeshop BV voor 1.000 euro.

De ouders van Anne zijn het met deze aankoop niet eens en willen het aankoopbedrag terug (onder gelijktijdige teruggave van de racefiets). De verkoper beroept zich er evenwel op dat Anne er veel ouder uitziet dat 14 jaar en dat hij niet kon zien dat zij minderjarig was.

Welk van de onderstaande alternatieven is juist?

  1. de ouders kunnen de overeenkomst vernietigen, nu zij als wettelijk vertegenwoordiger van de minderjarige Anne geen toestemming hebben gegeven voor de aankoop.

  2. De ouders kunnen de overeenkomst niet vernietigen, omdat het gebruikelijk is dat jongeren van deze leeftijd mountainbikes kopen.

  3. De overeenkomst is geldig, want de verkoper kan zich met succes beroepen op art. 3:35 BW.

  4. De overeenkomst is nietig, omdat niet aan een wettelijk vormvereiste is voldaan; Anne kan immers uitsluitend rechtshandelingen verrichten door middel van haar wettelijk vertegenwoordiger.

Vraag 9

Van Eesteren verkocht Haan een bloemensteekschuimsnijmachine voor 15.000 gulden (excl. BTW). Zij kwamen overeen: “Tot eind 1976 heeft de koper het recht de machine terug te geven voor 15.000 gulden (excl. BTW)”. Eind 1976 wilde Haan de machine teruggeven en vorderde van Van Eesteren betaling van het genoemde bedrag. De rechtbank Rotterdam honoreerde de vordering, omdat de geciteerde tekst Haan het recht gaf de overeenkomst zonder opgaaf van redenen ontbonden te verklaren. Dat Haan de machine in 1976 heeft gebruikt en is blijven gebruiken liet de rechtbank uitdrukkelijk buiten beschouwing.

Zou deze beslissing naar geldend recht stand houden?

  1. Nee, omdat het bij de uitleg van een overeenkomst aankomt op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan de bepaling mochten toekennen en op wat zij ten dien verstanden redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.

  2. Nee, omdat voor ontbinding een tekortkoming is vereist, ook indien de ontbinding buitengerechtelijk is ingeroepen.

  3. Ja, omdat aan de letterlijke betekenis van de bewoordingen van een overeenkomst meer betekenis toekomt, indien de bewoordingen door de partijen zelf zijn gekozen en niet door hun juridische adviseurs.

  4. Ja, bij uitleg van een overeenkomst geldt dat deze overeenkomst eerst en vooral de rechtsgevolgen heeft die partijen zelf zijn overeengekomen.

Vraag 10

Groothandel De Ruiter levert aan het Amsterdamse restaurant 'Hip' een poetsmiddel voor het onderhoud van de tafels. Na gebruik tonen de tafelbladen doffe plekken veroorzaakt door sporen aceton in het poetsmiddel. De tafels moeten worden geschuurd en opnieuw in die was worden gezet. De kosten lopen op tot 12.000 euro. Het restaurant spreekt De Ruiter aan tot schadevergoeding. De Ruiter toont aan dat zij wist noch behoefde te weten dat het poetsmiddel aceton bevatte. De Duitse Fabrikant heeft inmiddels erkend dat er bij het productieproces iets mis is gegaan. Is De Ruiter aansprakelijk?

  1. Nee, omdat De Ruiter de mogelijkheid had moeten worden geboden om alsnog correct te presteren.

  2. Nee, omdat De Ruiter geen verwijt treft.

  3. Ja, omdat dit type tekortkoming in beginsel voor rekening van een schuldenaar als De Ruiter komt.

  4. Ja, omdat fouten van een producent krachtens de wet worden toegerekend aan een schuldenaar als De Ruiter.

Vraag 11

Wat volgt er uit het arrest van de Hoge Raad van 22 februari 2002, NJ 2002, 240 (Taxibus) inzake een vijfjarig meisje dat door een achteruit rijdende taxibusje werd aangereden en om het leven kwam?

  1. Degene die is aangereden en daardoor psychisch letsel heeft opgelopen kan zijn schade vergoed krijgen.

  2. Aan een bepaalde kring van derden kan zowel affectieschade als shockschade vergoed worden.

  3. Degene die direct geconfronteerd wordt met een ongeval kan onder omstandigheden shockschade vergoed krijgen.

  4. Degenen die een nauwe en tot een affectieve relatie hebben met het slachtoffer tot een bedrag van 10.000 euro aan affectieschade vergoed krijgen.

Vraag 12

Veen heeft een waakhond, genaamd Boris. Wanneer er op een avond bij Veen wordt ingebroken, bijt Boris de inbreker Marc. D. in zijn kuit. Strompelend slaat Marc. D. op de vlucht. Veen heeft van het voorval niets meegekregen, aangezien hij lag te slapen. Enkele dagen later ontvangt Veen van Marc. D. een doktersrekening van 1.500 euro. Is Veen aansprakelijk voor de door Boris toegebrachte schade aan Marc D.?

  1. Ja, want de 'tenzij-formule' uit artikel 6:179 BW gaat niet op.

  2. Nee, want de 'tenzij-formule' uit artikel 6:179 BW gaat niet op.

  3. Ja, want de 'tenzij-formule' uit artikel 6:179 BW gaat op.

  4. Nee, want de 'tenzij-formule' uit artikel 6:179 BW gaat op.

Vraag 13

Vlot is als chauffeur in dienst van het transport bedrijf Willems. Tijdens een dienstrit wordt Vlot getroffen door een flauwte waardoor hij tegen de auto van Bosma botst. De schade aan de auto van Bosma bedraagt 4.000 euro.

Wie kan door Bosma met succes worden aangesproken tot vergoeding van diens schade?

  1. Zowel Vlot als Willems.

  2. Uitsluitend Willems.

  3. Noch Vlot, noch Willems.

  4. Uitsluitend Vlot

Vraag 14

Derksen viel in een kelderruimte, doordat werknemer Henkema van Coca Cola het kelderluik open lieten staan zonder veiligheidsmaatregelen te nemen. Derksen stelde Coca Cola als werkgever aansprakelijk. Welke van de onderstaande omstandigheden achtte de Hoge Raad van belang in zijn arrest in deze zaak (HR 5 november 1965, NJ 1966, 136)?

  1. De hoegrootheid van de kans dat de schade had kunnen worden voorkomen, indien Coca Cola haar werknemers betere instructies had gegeven.

  2. De mate van waarschijnlijkheid waarmee de niet-inachtneming van veiligheidsmaatregelen door de werknemer kon worden verwacht.

  3. De mate van bezwaarlijkheid van de door de werknemer te nemen veiligheidsmaatregelen.

  4. De mate van roekeloosheid van de werknemer.

Vraag 15

Meneer Pietersen, slachtoffer van een ongeluk waarvoor Van Bengelen op grond van artikel 6:162 BW aansprakelijk is, overlijdt na twee weken aan zijn verwondingen. Mevrouw Pietersen vordert schadevergoeding voor gederfd levensonderhoud waarin voorheen haar echtgenoot Pietersen voorzag, vergoeding van de kosten voor het vervoer naar het ziekenhuis waar haar man verbleef en vergoeding van de kosten die zij heeft moeten maken voor de begrafenis van haar man. Welke van deze schadeposten komen voor vergoeding in aanmerking?

  1. Zowel de kosten van gederfd levensonderhoud, als de kosten van vervoer die ze heeft moeten maken om haar man te bezoeken in het ziekenhuis, en de kosten die ze heeft moeten maken voor de begrafenis.

  2. Enkel de kosten van gederfd levensonderhoud.

  3. Enkel gederfd levensonderhoud en de kosten die ze heeft moeten maken voor de begrafenis.

  4. Enkel gederfd levensonderhoud en de kosten van vervoer die ze heeft moeten maken om haar man te bezoeken in het ziekenhuis.

Vraag 16

Remco de Vries is een agressieve jongen van 12 jaar. Hij maakt voor de zoveelste keer ruzie met een klasgenoot Bert de Keur. Remco laat Bert zo hard struikelen dat Bert zijn arm breekt; de behandelingskosten bedragen 4.200 euro. De ouders van Bert willen de schade vergoed krijgen en stellen zowel Remco als zijn ouders aansprakelijk.

Wie is/zijn aansprakelijk?

  1. Uitsluitend Remco.

  2. Uitsluitend de ouders van Remco.

  3. Zowel Remco als zijn ouders.

  4. Noch Remco, noch zijn ouders.

Vraag 17

Van Velden en Dover zijn op jacht naar een oud en ziek damhert dat afgeschoten moet worden. Als zij het dier in hun vizier krijgen schieten beiden met hagelpatronen op het hert. Zij missen doel. Wel wordt bioloog Beentjes die juist in een greppel met een verrekijker hetzelfde hert aan het observeren was, geraakt in zijn arm. Nadat de hagelkorrels door een chirurg zijn verwijderd, dagvaardt Beentjes Van Velden tot vergoeding van zijn schade. Hoewel vaststaat dat Beentjes getroffen is door of de schoten van Van Velden of de schoten van Dover, is niet zeker uit wiens geweer de hagelkorrels kwamen, die Beentjes hebben geraakt. Welk van de onderstaande alternatieven is juist?

  1. Van Velden is aansprakelijk, ook indien hij slaagt in het bewijs dat de hagelkorrels uit het geweer van Dover kwamen.

  2. Van Velden is slechts aansprakelijk voor de helft van het schadebedrag.

  3. Van Velden is niet aansprakelijk, tenzij Beentjes bewijst dat de hagelkorrels uit het geweer van Van Velden kwamen.

  4. Van Velden is aansprakelijk, tenzij hij bewijst dat de hagelkorrels uit het geweer van Dover kwamen.

Vraag 18

Art. 3:40 BW kan worden aangemerkt als een uitzondering op:

  1. de contractvrijheid.

  2. het gesloten stelsel van beperkte rechten.

  3. de regel dat overeenkomsten alleen tussen partijen gelden.

  4. het prioriteitsbeginsel

Vraag 19

Kevin leent op 20 oktober zijn schaatsen aan Lennard die vervolgens de schaatsen op 3 november verkoopt en feitelijk levert aan Menno. Menno is niet op de hoogte van het feit dat Lennard de schaatsen geleend heeft van Kevin. Wat is op 4 november de goederenrechtelijke positie van een ieder ten opzichte van de schaatsen?

  1. Menno is bezitter, Lennard heeft geen goederenrechtelijke positie meer en Kevin is eigenaar.

  2. Menno is eigenaar, de anderen hebben geen goederenrechtelijke positie meer.

  3. Menno is bezitter, Lennard is houder en Kevin is eigenaar.

  4. Menno is houder, Lennard is houder en Kevin is eigenaar.

Vraag 20

Ramon X, een aan lager wal geraakte artiest, gaat op 1 februari 2013 failliet. Bij de faillissementscurator melden zich de volgende schuldeisers die zich allen op de opbrengst van een aan Ramon X toebehorende raceauto willen verhalen:

  • de bank met een door een stil pandrecht op alle roerende zaken van Ramon X gedekte vordering uit geldleen ten bedrage van 200.000 euro;

  • een kledingzaak wegens een onbetaalde rekening van 1000 euro betreffende aan Ray X verkochte en geleverde kleding.;

  • de aannemer, wegens een onbetaalde vordering van 15.000 euro voor de door hem in opdracht van Ramon X verrichte verbouwingswerkzaamheden aan het interieur van de woning van Ray X;

  • de fotograaf, in dienst van Ramon X, wegens niet betaald loon over de maanden december en januari ten bedrage van 6.000 euro.

Wat is de rangorde van verhaal?

  1. De bank, de aannemer, de kledingzaak, de fotograaf.

  2. De fotograaf, de bank, de kledingzaak, de aannemer.

  3. De bank, de aannemer, de fotograaf, de kledingzaak.

  4. De aannemer, de bank, de fotograaf, de kledingzaak.

Vraag 21

Maak de volgende zin op de juiste wijze af.

Iemand die failliet is:

  1. staat onder curatele.

  2. is beschikkingsonbevoegd.

  3. is handelingsonbekwaam.

  4. is handelingsonbevoegd.

Vraag 22

Na alle negatieve media-aandacht over dopingmisbruik in de wielersport besluit wielrenner Boogjes zijn carrière als professional te beëindigen en zijn racefietsen te schenken aan zijn nichtje, een goede amateurwielrenner. Nog een keer echter wil Boogjes schitteren in de race, die een week later zal worden gehouden. Boogjes schenkt en levert de fietsen dan ook aan zijn nichtje, met dien verstande, dat hij de fietsen tot na de wedstrijd mag blijven gebruiken.

Welk van de onderstaande alternatieven is juist?

  1. Hier is geen sprake van een geldige levering.

  2. Hier is sprake van een geldige levering brevi manu.

  3. Hier is sprake van een geldige levering constituto possessorio.

  4. Hier is sprake van een geldige traditio symbolica.

Vraag 23

Anker verkoopt en levert een tafel aan Brusselmans; de koopprijs is 2000 euro.

Anker had, in strijd met de waarheid, aan Brusselmans verteld dat de tafel antiek is. De rechter vernietigt de koopovereenkomst wegens door Anker gepleegd bedrog. Wie is daarna eigenaar van de tafel?

  1. Brusselmans, maar hij zal de tafel aan Anker moeten terug leveren.

  2. Anker, maar pas nadat hij de 2000 euro aan Brusselmans heeft terugbetaald.

  3. Anker, maar pas nadat Brusselmans de tafel heeft terug geleverd.

  4. Anker, van rechtswege.

Vraag 24

Annemarie verkoopt haar huis aan Bert. Levering blijft achterwege. Vervolgens verkoopt Annemarie hetzelfde huis aan Casper, die niets wist van de verkoop aan Bert en dit ook niet behoefde te weten. Bert en Casper eisen gelijktijdig in rechte levering van de woning door Annemarie. Bert bestrijdt de eis van Casper met de volgende stellingen.

Stelling I: Annemarie dient het huis aan mij (Bert) te leveren, omdat ik een ouder goederenrechtelijk recht op het huis heb verkregen.

Stelling II: Annemarie dient het huis aan mij (Bert) te leveren, omdat ik een ouder vorderingsrecht heb.

Welk van de bovenstaande stellingen is juist?

  1. Beide stellingen zijn juist.

  2. Beide stellingen zijn onjuist.

  3. Stelling I is onjuist, stelling II is juist.

  4. Stelling I is juist, stelling II is onjuist.

Vraag 25

Welke van de onderstaande alternatieven maakt de volgende zin op de juiste wijze af?

Het inroepen door de verkoper van zijn recht op reclame heeft:

  1. geen terugwerkende kracht en ook geen goederenrechtelijk effect.

  2. geen terugwerkende kracht, maar wel goederenrechtelijk effect.

  3. Terugwerkende kracht, maar geen goederenrechtelijk effect.

  4. Terugwerkende kracht en goederenrechtelijk effect.

Vraag 26

Appel leent zijn fiets aan Buik. Buik verkoopt en levert de fiets aan Colijn, die niet weet en kan weten dat Buik de fiets slechts in bruikleen heeft. Colijn neemt de fiets mee en verkoopt en levert die door feitelijke overgave door aan consument Dommel, die van de bruikleen aan Buik op de hoogte is. Dommel verkoopt en levert de fiets door feitelijke overgave door aan Endstra, die niets weet van de bruikleen en er ook niets van af kon weten. Wie is na Appel het eerste eigenaar?

  1. Buik

  2. Colijn

  3. Dommel

  4. Endstra

Vraag 27

Ching is eigenaar van een antiek Chinees doosje, die hij vanwege een verhuizing in bruikleen heeft gegeven aan Wang. Wang vestigt ter zake van geldleen een pandrecht op het doosje ten behoeve van het plaatselijke pandjeshuis en geeft het doosje af aan het pandjeshuis. Het pandjeshuis is te goeder trouw.

Heeft het pandjeshuis een geldig pandrecht gekregen?

  1. Ja, want het pandjeshuis kan zich met succes beroepen op artikel 3:238 lid 1 BW.

  2. Ja, want het pandjeshuis kan zich met succes beroepen op artikel 3:86 lid 2 jo. lid 1 BW.

  3. Nee, want een beroep op artikel 3:238 lid 1 BW slaagt niet.

  4. Nee, want een beroep van het pandjeshuis op artikel 3:86 lid 2 jo. Lid 1 slaagt niet.

Vraag 28

Mieke Kuil en Floris Stevens zijn in 2000 gehuwd in algemene gemeenschap van goederen. Mieke is huisvrouw en zorgt voor hun drie jonge kinderen. Floris is sinds 2004 zzp-er en verkoopt via internet tuinmeubelen. Hij heeft zijn bedrijf aan huis. Door de economische crisis gaat het niet zo goed met het bedrijf. Bestellingen blijven uit, de bedrijfsschulden lopen op en de schuldeisers staan voor de deur. Welk van de onderstaande alternatieven is juist?

  1. Mieke is noch aansprakelijk noch draagplichtig voor de bedrijfsschulden van Floris.

  2. Mieke is wel aansprakelijk, maar niet draagplichtig voor de bedrijfsschulden van Floris.

  3. Mieke is niet aansprakelijk, maar wel draagplichtig voor de bedrijfsschulden van Floris.

  4. Mieke is zowel aansprakelijk als draagplichtig voor de bedrijfsschulden van Floris.

Vraag 29

Rene en Thea wonen tien jaar samen zonder dat zij gehuwd zijn en zonder dat zij als partners zijn geregistreerd. Zij besluiten te gaan trouwen. Zij willen dat alle huidige en toekomstige goederen in goederenrechtelijke zin uitsluitend zullen toebehoren aan de echtgenoot die ze heeft verkregen of zal verkrijgen. Zij willen wel aan het einde van het huwelijk obligatoir zo afrekenen dat ieder recht heeft op de helft van de totale waarde van hun beider vermogens. Voor welk huwelijk vermogensregime kunnen zij het beste kiezen?

  1. Het finaal verrekenbeding.

  2. Het Amsterdams verrekenbeding

  3. De zogenaamde 'koude uitsluiting'

  4. De wettelijke gemeenschap van goederen.

Vraag 30

Nina en Stefan zijn buiten gemeenschap van goederen gehuwd. Zij wonen in een huis dat door Nina is geërfd van haar vader. Nina wil een internetbedrijfje in cupcakes beginnen en moet daarvoor een bedrag van 50.000 euro lenen van de bank. De bank is bereid dit bedrag aan haar uit te lenen. Tot zekerheid van terugbetaling van de lening verlangt de bank een hypotheek op het woonhuis. Voor het vestigen van de hypotheek geldt het volgende:

  1. Nina is zelfstandig bevoegd tot het vestigen van een hypotheek. Voor de overeenkomst met de bank, die tot de hypotheekvestiging verplicht, heeft zij geen toestemming van Stefan nodig.

  2. Nina is zelfstandig bevoegd deze hypotheek te vestigen. Wel heeft zij de toestemming van Stefan nodig voor de overeenkomst met de bank die tot de hypotheekvestiging verplicht. Zonder toestemming van Stefan is deze overeenkomst nietig.

  3. Nina is zelfstandig bevoegd deze hypotheek te vestigen. Wel heeft zij de toestemming van Stefan nodig voor de overeenkomst met de bank die tot de hypotheekvestiging verplicht. Zonder toestemming van Stefan is deze overeenkomst vernietigbaar.

  4. Nina is uitsluitend tezamen met Stefan bevoegd tot het vestigen van de hypotheek.

Vraag 31

Henk Bos overlijdt met achterlating van de volgende personen: zijn echtgenote, zijn moeder, zijn zuster, zijn broer, de moeder van zijn eerder overleden vader en de zuster van zijn moeder. Henk heeft geen testament opgemaakt.

Wie is/zijn de erfgena(a)m(en) van Henk?

  1. Zijn echtgenote, zijn moeder, zijn zuster en zijn broer.

  2. Uitsluitend zijn echtgenote.

  3. Alle genoemde personen met uitzondering van de zuster van zij moeder.

  4. Alle genoemde personen.

Vraag 32

Liesbeth Wiel overlijdt met achterlating van de volgende erfgenamen: haar vader, haar moeder, broer Peter, broer Jasper en zus Maartje. Liesbeth Wiel heeft geen testament gemaakt.

Bepaal welk deel van de nalatenschap iedere erfgenaam verkrijgt.

  1. Vader verkrijgt 2/7, moeder verkrijgt 2/7, Jasper verkrijgt 1/7, Peter verkrijgt 1/7 en Maartje verkrijgt 1/7.

  2. Vader verkrijgt ¼, moeder verkrijgt ¼, Jasper verkrijgt 1/6, Peter verkrijgt 1/6 en Maartje verkrijgt 1/6.

  3. Vader verkrijgt 1/8, moeder verkrijgt 1/8, Jasper verkrijgt ¼, Peter verkrijgt ¼ en Maartje verkrijgt ¼.

  4. Iedere erfgenaam verkrijgt 1/5.

Vraag 33

Dirk Dirksen heeft in zijn testament de volgende wilsbeschikking opgenomen: “Ik legateer mijn collectie zilveren munten aan mijn goede vriend Nico Neeter, geboren te Rotterdam op 14 september 1966. Dirk overlijdt. Zijn enige erfgenaam is de dochter van zijn eerder overleden broer, zijn nicht Mieke Dirksen. Zij heeft de nalatenschap van haar oom Dirk zuiver aanvaard. Nico Neeter geeft te kennen dat hij de collectie zilveren munten graag in ontvangt wil nemen. Welk van de onderstaande alternatieven is juist?

  1. Dit legaat is niet geldig.

  2. Mieke Dirksen kan het legaat in zoverre negeren dat zij ook de tegenwaarde van de zilveren munten aan Nico Neeter mag uitkeren om zo zelf de munten te kunnen behouden.

  3. Op Mieke Dirksen rust de verplichting de munten aan Nico Neeter te leveren.

  4. Door het overlijden van Dirk Dirksen is Nico Neeter van rechtswege eigenaar geworden van de munten.

Vraag 34

Wat heeft de wetgever beoogd met de invoering in 2003 van de zogenaamde 'wettelijke verdeling' van nalatenschappen?

  1. Een objectieve uitleg van testamentaire bepalingen.

  2. Bescherming van de positie van de langstlevende echtgenoot.

  3. Bescherming van de kinderen van de erflater.

  4. Een vlotte afwikkeling van de nalatenschap.

Open vragen

Anke is eigenaar van een racefiets. Gedurende de maand augustus verblijft Anke in het buitenland. Met het oog op de voorgenomen fietstocht in september verleent zij telefonisch een volmacht aan haar fiets-vriendin Becky om twee reparaties aan haar fiets te laten uitvoeren door fietsenmaker Cor. Het betreft een nieuwe binnenband en een nieuw zadel, voor de prijs van maximaal 150 euro. Als Cor de reparaties uitvoert, constateert hij dat ook de versnellingen van de fiets niet goed werken. Vervolgens belt Cor naar Becky met de vraag of hij de versnellingen moet vervangen, kosten 100 euro. Becky antwoordt: “Ok, ik heb het hier niet met Anke over gehad en Anke is niet bereikbaar. Maar het lijkt me dat de fiets geheel in orde moet zijn voor de komende fietstocht, dus namens Anke, doe dit er maar bij”. Als Anke haar fiets bij Cor komt de ophalen, weigert zij te betalen voor de vervangen versnellingen.

Vraag a

Is Anke gehouden om de rekening voor de reparatie van de versnellingen te betalen?

Vraag b

Gesteld dat Anke niet gehouden is tot betaling van de rekening voor de reparatie van de versnellingen, kan Cor dan op grond van 3:70 BW met succes Becky aanspreken?

Hoewel Anke erkent gehouden te zijn tot betaling van de 150 euro voor de nieuwe band en het nieuwe zadel, weigert zij de betreffende rekening te betalen vanwege financieel onvermogen. Desalniettemin verzoekt zij Cor begin september om afgifte van de fiets.

Vraag c

Is Cor gehouden om de fiets af te geven aan Anke?

Antwoordindicatie

Meerkeuzevragen

Vraag 1

Gerritsen is omdat hij onder curatele is gesteld, handelingsonbekwaam (art. 1:381 lid 2 BW). Handelingsbekwaamheid betekent dat Gerritsen zelfstandig geen rechtshandelingen kan verrichten waaraan hij zelf onaantastbaar kan worden gebonden. De curator is bevoegd de overeenkomst te vernietigen op basis van art. 3:32 lid 2 BW.

Goede antwoord: B

Vraag 2

Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod en de aanvaarding van het aanbod (zie art. 6:217 BW). Het uitgangspunt is dat een aanbod kan worden herroepen zolang het aanbod niet is aanvaard of er een mededeling houdende aanvaarding is verzonden. Er kan echter ook sprake zijn van een onherroepelijk aanbod in het geval er een termijn is gesteld waarin de aanvaarding moet plaatsvinden (art. 6:219 BW). In de e-mail schrijft Teeven uitdrukkelijk dat Donkersloot een week heeft om het aanbod te aanvaarden. Er is sprake van een termijn en daarom van een onherroepelijk aanbod.

Goede antwoord: B

Vraag 3

Art. 6:30 lid 1 BW bepaalt dat: “een verbintenis door een ander dan de schuldenaar kan worden nagekomen tenzij haar inhoud of strekking zich daar tegen verzet”. Hoofdregel is dus dat er door een ander kan worden betaald. Vereist is wel dat Hulst de 4000 euro betaalt met de bedoeling de schuld van Van Megen te voldoen. Dat is het geval. De inhoud of strekking van de verbintenis verzet zich ook niet tegen de voldoening door Hulst, nu aan de betaling van een geldsom geen belangrijke persoonlijke kwaliteiten verbonden zijn.

Goede antwoord: B

Vraag 4

Een betaling is onverschuldigd wanneer zij zonder rechtsgrond geschied. Het woord betaling dient in dit geval ruim te worden opgevat: betaling omvat meer dan slechts het verschaffen van geld. Schenking is ook een rechtsgrond. Daarom zijn de 20 euro voor de verjaardag van Janssen en de fooi bij het afrekenen niet onverschuldigd. De schuld die voldaan wordt van een vriend is niet onverschuldigd, er bestaat wel een rechtsverhouding tussen de vriend en de derde aan wie hij geld verschuldigd is. Alleen in het geval van het geleende fiets is er geen rechtsgrond tussen Wollema en de persoon aan wie hij de fiets geeft.

Goede antwoord: C

Vraag 5

Hoofdregel ten aanzien van verzuim is dat de schuldenaar in gebreke wordt gesteld. De schuldenaar krijgt dan een termijn waarbinnen hij aan zijn verbintenis moet voldoen, doet hij dit niet dan is hij in verzuim volgens art. 6:82 lid 1 BW. Het artikel bepaalt echter ook dat er helemaal geen verzuim nodig is indien de nakoming van de verbintenis blijvend onmogelijk is. Art. 6:83 BW kan verwarring opleveren omdat in dat artikel is bepaald wanneer de schuldenaar in verzuim is zonder dat hij in gebreke hoeft te worden gesteld.

Goede antwoord: C

Vraag 6

Volgens art. 3:53 lid 1 BW heeft vernietiging van de koopovereenkomst terugwerkende kracht. De verbintenis tot betaling van de koopprijs wordt met terugwerkende kracht ongeldig. De betaling wordt daarmee onverschuldigd omdat de rechtsgrond is weggevallen. Volgens art. 6: 269 BW heeft ontbinding van de koopovereenkomst geen terugwerkende kracht. De rechtsgrond van de betaling van de koopprijs blijft in stand. De regels ter zake van onverschuldigde betaling zijn niet van toepassing. Er ontstaat een ongedaanmakingsverbintenis (art. 6:271 BW).

Goede antwoord: C

Vraag 7

Volgens art. 3:40 BW zijn er drie gevallen van ongeoorloofde overeenkomsten te onderscheiden:

  1. het sluiten van de overeenkomst is ongeoorloofd;

  2. Inhoud van de overeenkomst is ongeoorloofd;

  3. De strekking van de overeenkomst is ongeoorloofd.

Het sluiten van de overeenkomst is niet verboden volgens de wet. De wet stelt tenslotte dat het exploiteren van een hennepplantage verboden is en niet het verkopen van warmtelampen. De inhoud van de overeenkomst is ongeoorloofd als een van de partijen zich verbindt tot een presentatie die in strijd met de goede zeden, zoals de verbintenis tot het pesten van iemand. Ook onder deze groep valt de verkoop van warmtelampen niet. Onder strekking van de overeenkomst vallen de voor beide partijen voorzienbare gevolgen en kenbare motieven. Het kenbare motief is in dit geval de inrichting van een hennepplantage op zolder.

Goede antwoord: C

Vraag 8

Hoofdregel is dat iemand die de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt handelingsonbekwaam is. De persoon kan daarom zelfstandig geen rechtshandelingen verrichten. Verricht hij toch een rechtshandeling dan is deze vernietigbaar (3:32 lid 2 BW). Er gelden een paar uitzonderingen namelijk: in het geval er sprake is van toestemming van de ouder (art. 1:234 lid 1 BW) of in het geval dat de toestemming wordt verondersteld te zijn verleend, omdat het om een rechtshandeling gaat waarvan het gebruikelijk is dat minderjarigen van die leeftijd deze zelfstandig verrichten (art. 1:234 lid 3 BW). Een veel gebruikt voorbeeld voor de laatste uitzondering is de aankoop van studieboeken. Niet valt aan te nemen dat het erg gebruikelijk is dat een meisje van 14 een mountainbike koopt.

Goede antwoord: A

Vraag 9

De Hoge Raad bepaalde in haar arrest Haviltex dat:

“De vraag hoe in een schriftelijk contract de verhouding van partijen is geregeld en of dit contract een leemte laat die moet worden aangevuld, kan niet worden beantwoord op grond van alleen maar een taalkuntdige uitleg van de bepalingen van dat contract. Voor de beantwoording van de vraag komt het immers aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Daarbij kan mede van belang zijn tot welke maatschappelijke kringen partijen behoren en welke rechtskennis van zodanige partijen kan worden verwacht.”

Goede antwoord: A

Vraag 10

De Ruiter is alleen aansprakelijk als er sprake is van een toerekenbare tekortkoming. De tekortkoming is niet toerekenbaar indien zij niet te wijten is aan zijn schuld, of krachtens de wet of de rechtshandeling aan hem dient te worden toegerekend (art. 6:75 BW). De wet bepaalt dat De Ruiter in principe aansprakelijk is voor het gebruik van ongeschikte zaken, zoals het poetsmiddel, tenzij dit onredelijk zal zijn (art. 6:77 BW). De Ruiter zal daarna zelf de schade kunnen verhalen op de fabrikant op basis van productaansprakelijkheid op basis van art. 6:185 BW.

Goede antwoord: C

Vraag 11

De Hoge Raad stelt dat om in aanmerking voor shockschade te komen vereist is dat, er een rechtstreeks verband tussen de gedraging en het geestelijk letsel van een derde, die deze oploopt bij de confrontatie met het ongeluk, bestaat. De betrokkene moet derhalve rechtstreeks worden geconfronteerd met het ongeval en deze confrontatie moet een hevige shock teweegbrengen. Verder is vereist dat het geestelijk letsel een in de psychiatrie erkend ziektebeeld is.

Goede antwoord: C

Vraag 12

De tenzij-clausule van art. 6:179 lid 1 BW is een beperking van de aansprakelijkheid. Gaat de tenzij-clausule op dan is de eigenaar van de hond niet aansprakelijk. De antwoorden b en c vallen daarom af. De tenzij-clausule maakt een vergelijking met de situatie dat de eigenaar de hond in zijn macht zou hebben gehad, bijv. aan de lijn, en de benarde situatie zou hebben geleid tot een geslaagd beroep op noodweer. Noodweer levert een rechtvaardigingsgrond op en daarom zal er geen sprake zijn van onrechtmatige daad. In dit geval lijkt er inderdaad sprake te zijn van noodweer en gaat de tenzij-clausule dus op.

Goede antwoord: D

Vraag 13

De werkgever is aansprakelijk voor de toerekenbare onrechtmatige daden van zijn ondergeschikten (6:170 BW) indien de kans op de fout door de opdracht tot het verrichten van deze taak is vergroot en de werkgever zeggenschap had over de gedraging. In dit geval is het ongeluk gebeurt tijdens werktijd en kan je zeggen dat de opdracht, het rijden met de dienstauto, de kans op een ongeval heeft vergroot. Aan de vereisten van 6:170 BW wordt voldaan, daarom kan de Willems succesvol worden aangesproken. Maar een aansprakelijkheid op basis van 6:170 BW staat aan een aansprakelijkheid van Vlot niet in de weg. Hij zou gewoon kunnen worden aangesproken op basis van 6:162 BW. In het boek van Nieuwenhuis staat ook dat indien er voldaan wordt aan de voorwaarden van 6:170 BW zowel de werkgever als de ondergeschikte jegens de benadeelde kunnen worden aangesproken.

Goede antwoord: A

Vraag 14

Uit het Kelderluikarrest volgen vier criteria:

  • Hoe waarschijnlijk kan de niet-inachtneming van de vereiste oplettenheid en voorzichtigheid worden geacht?

  • Hoe groot is de kans dat daaruit ongevallen ontstaan?

  • Hoe ernstig kunnen de gevolgen zijn?

  • Hoe bezwaarlijk zijn de te nemen veiligheidsmaatregelen?

Goede antwoord: C

Vraag 15

Op basis van artikel 6:107 BW kan mevrouw Pietersen haar reiskosten naar het ziekenhuis vergoed krijgen. Op basis van artikel 6:108 lid 1 onder a BW heeft mevrouw Pietersen recht op een schadevergoeding voor het derven van levensonderhoud en op basis van lid 2 van het zelfde artikel dient Van Bengelen ook de kosten van de begrafenis van zijn rekening te nemen.

Goede antwoord:A

Vraag 16

Art. 6:164 BW bepaalt dat een onrechtmatige daad niet kan worden toegerekend aan een kind dat de leeftijd van 14 nog niet heeft bereikt. Op basis van art. 6:169 BW zijn de ouders wel aansprakelijk.

Goede antwoord: B

Vraag 17

Art. 6:99 BW: “Kan de schade een gevolg zijn van twee of meer gebeurtenissen voor elk waarvan een andere persoon aansprakelijk is, en staat vast dat de schade door ten minste een van deze gebeurtenissen is ontstaan, dan rust de verplichting om de schade te vergoeden op ieder van deze personen, tenzij hij bewijst dat deze niet het gevolg is van een gebeurtenis waarvoor hijzelf aansprakelijk is.”

Goede antwoord: D

Vraag 18

Nieuwenhuis: “Art. 3:40 heeft ten doel het gebruik van de contractvrijheid binnen de perken van het maatschappelijk aanvaardbare te houden.”

Goede antwoord: A

Vraag 19

Volgens art. 3:107 BW is bezit het houden voor jezelf. Lennard leent de schaatsen en wordt daarom houder. Lennard is beschikkingsonbevoegd en kan daarom Menno geen eigendom overdragen op basis van 3:84 j. 3:90 BW. Maar Menno kan zich beroepen op 3:86 BW. Omdat hij anders dan om niet, en te goeder trouw de schaatsen heeft gekregen.

Goede antwoord: B

Vraag 20

Op basis van artikel 3:279 BW gaat het pandrecht van de bank voor alle andere rechten. De aannemer heeft een speciaal voorrecht en komt daarom daarna (zie: artikel 3:280 BW). De fotograaf heeft met zijn loonvordering een algemeen voorrecht. De kledingwinkel heeft 'slechts' een normale vordering.

Goede antwoord: C

Vraag 21

Faillissement leidt tot een blokkering van het beslagen vermogen. De schuldenaar blijft rechthebbende, maar wordt beschikkingsonbevoegd ten aanzien van het vermogen. Hij is nog wel handelingsbekwaam maar hij kan alleen zichzelf binden, niet de boedel.

Goede antwoord: B

Vraag 22

Traditio symbolica ziet op het feit wat er precies wordt overgedragen. Op het moment dat het bijvoorbeeld gaat om een auto, dan kunnen de autosleutels worden overgedragen. Bij een levering constituto possessorio wordt de bezitter, houder. Bij een levering brevi manu is dat juist precies andersom dan wordt de houder, bezitter. In dit geval was Boogjes eigenaar en bezitter en draagt hij zijn eigendom over. Afgesproken wordt wel dat hij de fietsen nog tijdelijk mag lenen. Boogjes wordt daarom houder van de fietsen. Er is dit geval dus sprake van een levering constituto possessorio.

Goede antwoord: C

Vraag 23

De koopovereenkomst is de titel van de eigendomsoverdracht. Vernietiging heeft terugwerkende kracht, daarom valt de titel weg. Er heeft daarom geen eigendomsoverdracht plaatsgevonden vanwege het causale stelsel.

Goede antwoord: D

Vraag 24

Annemarie verkoopt haar huis aan Bert. Levering blijft echter achterwege. Terwijl de levering een vereiste is van eigendomsoverdracht (art. 3:84 BW) en daarom is Bert nog geen eigenaar. Bert heeft geen goederenrechtelijk recht op het huis. Hij heeft wel een vorderingsrecht op basis van de koopovereenkomst. Deze overeenkomst is eerder gesloten dan de overeenkomst tussen Annemarie en Casper. Vorderingsrechten hebben echter geen prioriteit, zij worden gelijkwaardig behandeld.

Goede antwoord: B

Vraag 25

Het recht van reclame is geregeld in 7:44 BW. Het recht van reclame heeft tot gevolg dat de koopovereenkomst wordt ontbonden. Deze ontbinding heeft geen terugwerkende kracht maar de verkoper verkrijgt wel de eigendom van de geleverde zaak (7:39 lid 1 BW).

Goede antwoord: B

Vraag 26

Herhaling van vraag 19.

Goede antwoord: B

Vraag 27

Voor vestiging van een pandrecht is beschikkingsbevoegdheid ook een vereiste (via 3:84 j. 3:98 BW). Wang is in dit geval niet beschikkingsbevoegd. Maar er wordt in dit geval wel een vuistpand wordt gevestigd. De zaak wordt namelijk in de macht van een pandrechthouder gebracht. Dit maakt dat de pandrechthouder beschermd wordt op basis van artikel 3:238 lid 1 BW.

Goede antwoord: A

Vraag 28

Omdat Mieke en Floris in gemeenschap van goederen zijn getrouwd komen alle schulden voor rekening van de gemeenschap. De gemeenschap is dan ook draagplichtig. Aansprakelijk voor de schulden is alleen diegene die de schuld is aangegaan (met uitzondering van de schulden die de gewone gang van het huishouden betreffen aldus 1:85 BW).

Goede antwoord: C

Vraag 29

Bij koude uitsluiting wordt de gemeenschap van goederen uitgesloten en worden er in de huwelijkse voorwaarden verder (bijna) geen regelingen getroffen. Het Amsterdams verrekenbeding is een periodiek verrekenbeding. Echtgenoten dienen dan elk jaar de overgespaarde inkomsten te verdelen. Bij een finaal verrekenbeding wordt aan het einde van het huwelijk afgerekend alsof er een gemeenschap van goederen was.

Goede antwoord: B

Vraag 30

Op basis van artikel 1:88 lid 1 onder a BW mogen er geen rechtshandelingen worden verricht ten aanzien van de woning van de echtgenoten. Deze bepaling is van dwingend recht en is dus ook van toepassing in het geval er geen gemeenschap van goederen tussen echtgenoten bestaat. Artikel 1:89 BW bepaalt dat de andere echtgenoot de rechtshandeling kan vernietigingen.

Goede antwoord: C

Vraag 31

Omdat Henk geen testament heeft geldt het wettelijke erfrecht (Ab-infestaaterfrecht). Artikel 4:10 lid 1 BW bepaalt dat er een parentelensysteem is en dat als men een erfgenaam tegenkomt in de eerste parentele, je niet verder hoeft te zoeken. De eerste parentele is de echtgenoot van de erflater en diens kinderen.

Goede antwoord: B

Vraag 32

Volgens artikel 4:10 lid 1 onder b BW staan in de tweede parentele: de ouders en de broers en zussen van de erflater. Iedereen erft uit eigen hoofde, en niet als plaatsvervanger. Daarom komt iedereen een gelijk deel toe.

Goede antwoord: D

Vraag 33

Een legaat wordt verkregen onder bijzondere titel. Aan Nico komt aldus artikel 4:117 BW een vorderingsrecht toe. Mieke moet daarom het horloge aan Nico overdragen.

Goede antwoord: C

Vraag 34

De nieuwe wettelijke verdeling (art. 4:13 BW) staat in het teken van het ongestoord doorleven van de langstlevende echtgenoot. De echtgenoot dient zoveel mogelijk te kunnen blijven zitten, waar hij zit.

Goede antwoord: B

Antwoordindicatie open vragen

Vraag a

Anke en Becky hebben afgesproken dat twee nieuwe banden en een nieuw zadel vervangen zullen worden. Het vervangen van de versnellingen valt buiten die afspraak. Er is een ontoereikende volmacht voor het vervangen van de versnellingen. Anke kan daarom niet worden aangesproken op basis van 3:66 lid 1 BW. Verder heeft zij de volmacht niet achteraf bekrachtigd (3:69 lid 1 BW) noch heeft zij de indruk gewekt dat Berg wel een volmacht had (3:61 lid 2 BW). Anke is daarom niet gehouden de rekening te betalen. (zie: Nieuwenhuis, paragraaf 3.3. en 3.4.)

Vraag b

Artikel 3:70 BW bepaalt dat de gevolmachtigde (in dit geval Becky) instaat voor het bestaan en de omvang van de volmacht, tenzij de wederpartij weet of behoorde te begrijpen dat een toereikende volmacht ontbreekt of de gevolmachtigde de inhoud van de volmacht volledig heeft medegedeeld. In principe heeft Becky wel tegen Flos gezegd dat hij het met Anke niet over de versnellingen had gehad. Bediscussieerd kan worden of Flos daaruit had moeten opmaken dat de toereikende volmacht ontbreekt. In dat geval kan Cor, Becky niet succesvol aanspreken. (waarschijnlijk wordt zowel de conclusie: wel aansprakelijk als de conclusie: niet aansprakelijk, mits beargumenteerd goed gerekend). (zie: Nieuwenhuis, paragraaf 3.3 en 3.4)

Vraag c

Tussen Cor en Anke is sprake van een wederkerige overeenkomst. Er is niets afgesproken over wie als eerst moet presteren, dus geldt de regel van 'gelijk oversteken'. Nu Anke weigert te betalen behoeft Cor niet te presteren. Hij kan zijn prestatie opschorten op basis van artikel 6:262 BW.

Image

Access: 
Public

Image

Join WorldSupporter!
Search a summary

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Institutions, jobs and organizations:
Activity abroad, study field of working area:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Law Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
2801 1 1