Inleiding Burgerlijk Recht - Recht - UL - B1 - TentamenTests
- 8978 keer gelezen
Bart wil er binnenkort even tussenuit. Hij vindt op internet een advertentie van Goedkoop Vliegen luidende: MEGA AANBIEDING!!! Retourvlucht naar Parijs incl. 2 hotelovernachtingen in het centrum ALLEEN VANDAAG voor maar €73,00. Bart, die nog nooit in Parijs is geweest, doet direct een boeking. In de boekingsbevestiging die hij dezelfde dag nog per e-mail ontvangt, staat echter een prijs van €730,00. Bart belt direct met Goedkoop Vliegen, die hem mededeelt dat de prijs van €730 verkeerd in de advertentie stond en dat in de bevestiging de juiste prijs is vermeld. Is er een overeenkomst tot stand gekomen tussen Bart en Goedkoop Vliegen, en zo ja, met welke inhoud?
Op 15 februari verkoopt antiquair Wietske een bijzondere ring aan Zara voor €7000. De ring moet nog worden schoongemaakt en gerepareerd. Dit zal gebeuren door Wietske in haar werkatelier. Afgesproken wordt dat de ring vervolgens op 1 maart zal worden afgeleverd bij Zara en op dat moment door haar zal worden betaald. Op 20 februari verkoopt Zara de ring aan Rafael voor €8000. Door ziekte van Wietske is op 1 maart de ring nog niet gereed en nog niet afgeleverd bij Zara. Op 4 maart wordt ingebroken in het atelier van Wietske, waarbij ook het horloge wordt gestolen. Zara vordert schadevergoeding van Wietske voor de gederfde winst van €1000. Wietske verweert zich met een beroep op overmacht nu haar atelier optimaal beveiligd was en voorzien was. Zal het beroep op overmacht door Wietske slagen?
Op een avond loopt Lotte langs een haven waar boten te koop staan. Op de haven ziet hij een groot bord met de tekst: Kees & Jan Verkoop en Restauratie van Boten. Kees is eigenaar van de boten en als enige bevoegd om deze te verkopen. Jan is degene die de boten restaureert. Lotte is geïnteresseerd in een boot. Jan is op dat moment als enige aanwezig op de haven en na enige onderhandelingen verkoopt hij in naam van Kees de boot aan Lotte voor €30.000 met de toezegging dat hij de boot helemaal zal restaureren. Kees vindt de koopprijs te laag en stelt dat Jan helemaal niet bevoegd was om de boot te verkopen en meent dan ook dat er geen geldige koopovereenkomst tot stand gekomen is. Lotte meent dat dit wel het geval is, maar wie heeft er gelijk?
Wanneer de 12-jarige Katie van school naar huis fietst, gaat haar telefoon af. Zij neemt deze op en begint een gesprek. Hierdoor ontgaat het haar dat het stoplicht op het fietspad op rood staat. Met één hand aan het stuur rijdt zij slingerend door het rode licht. Het gevolg is dat de met zeer hoge snelheid in tegenliggende richting rijdende wielrenner Willem frontaal in botsing komt met Katie. Willem lijdt hierdoor schade aan zijn gebit ten bedrage van €2000. Vaststaat dat Willem in de verkeerde richting fietste nu het een fietspad met eenrichtingsverkeer betrof.
Wie is/zijn aansprakelijk voor de geleden schade van Willem?
Heeft Willem van de onder vraag 4a bedoelde persoon/personen recht op het totale bedrag van zijn schade?
Sasha en Henriette rijden een schaatswedstrijd. Bij de laatste wissel voor de finish blijft Sasha te lang in haar eigen baan. Henriette verliest door deze onverwachte gedraging haar evenwicht, valt hard tegen de boarding en breekt haar arm. Henriette wil haar schade verhalen op Sasha. Het staat vast dat Sasha zich bij de wissel niet aan de regels van het wedstrijdreglement heeft gehouden. Hoe wordt vervolgens getoetst of Sasha zich al dan niet onrechtmatig heeft gedragen? Gebruik hierbij het Natrappen-arrest.
Marie Anne is een enthousiast verzamelaar van oude munten. In februari 2012 bezoekt zij de jaarlijkse verzamelbeurs die in een sporthal in Amsterdam gehouden wordt. Van beursverkoper Hendrik koopt ze een drietal gouden munten voor een prijs van €4000. Op 15 maart 2013 krijgt zij van de politie te horen dat de munten op 1 december 2011 gestolen zijn uit een woonhuis van Bryan en dat de beursverkoper (Hendrik) als heler bij de diefstal betrokken geweest is. Marie Anne had echter geen reden om aan de bevoegdheid van Hendrik te twijfelen. Bryan wil echter zijn munten terug en vordert afgifte van de munten van Marie Anne. Moet Marie Anne de munten afstaan aan Bryan?
Kwekerij is op 25 mei 2013 failliet verklaard. De failliete boedel bestaat slechts uit een machine, die op 25 mei 2013 een waarde heeft van €15.000. Bij de curator in het faillissement van de Kwekerij melden zich:
Femke met een vordering van €16.000. Dit is het nog openstaande bedrag op een lening die zij aan de kwekerij had verstrekt ten behoeve van de aanschaf van de machine.
Jorik met een vordering van €1.500 wegens achterstallig loon uit arbeidsovereenkomst voor het steken van asperges in de periode van 25 april tot en met 24 mei 2013.
Berend met een vordering van €2.000 wegens onderhoud en reparatie van de machine.
Wat is de onderlinge rangorde bij verhaal van Femke, Jorik en Berend?
Sven en Patrick zijn getrouwd in algehele gemeenschap van goederen. In hun huiskamer staat een oude piano die Sven op 2 januari 2012 van zijn eindejaarsuitkering heeft gekocht. Patrick kan het pianospel van Sven echter niet aanhoren en reageert dan ook verheugd op de hoge prijs die Alex enkele weken later voor overname van de piano biedt.
Is Patrick bevoegd zonder medewerking van Sven de piano over te dragen aan Patrick?
Patrick heeft voor zijn huwelijk met Sven een dochter, Sasha, verwekt bij Fransje, met wie hij een kortstondige relatie had. Sasha is inmiddels 15 jaren oud. Patrick wil het beste voor zijn dochter, maar heeft het niet breed. Hij besluit Sven na al die jaren te verzoeken bij te dragen in de kosten van verzorging en opvoeding van Sasha. Sven heeft Sascha echter nooit erkend.
Is Sven verplicht aan het verzoek van Patrick gehoor te geven?
Voor de totstandkoming van een overeenkomst is het noodzakelijk dat een aanbod wordt gedaan en dat dit aanbod daarna ook aanvaard wordt (art. 6:217 BW). Zowel het aanbod als de aanvaarding zijn beide rechtshandelingen. Op grond van art. 3:33 BW vereist een rechtshandeling een op een rechtsgevolg gerichte wil geopenbaard door een verklaring. Goedkoop Vliegen stelt dat haar wil en verklaring niet overeen kwamen en dat er dus geen overeenkomst tot stand is gekomen. Een rechtshandeling kan ook geldig tot stand komen op grond van gerechtvaardigd vertrouwen (art. 3:35 BW). Bart kon de advertentie opvatten als een tot hem gerichte verklaring van een bepaalde strekking waardoor Goedkoop Vliegen zich niet kan beroepen op het ontbreken van de wil. Bart kon gerechtvaardigd vertrouwen omdat de advertentie van Goedkoop Vliegen sprak van een mega aanbieding die alleen vandaag geldig zou zijn. Ook was de prijs niet zodanig laag dat Bart niet mocht vertrouwen dat dit de juiste prijs was. Conclusie: er is een overeenkomst tot stand gekomen met als inhoud een retourvlucht naar Parijs met 2 hotelovernachtingen voor €73,-.
Op 2 februari is Wietkse in verzuim op grond van (art. 6:81 jo) art. 6:83a BW (levering op 1 februari geldt als fatale termijn). De tekortkoming is toe te rekenen aan Wietske op grond van de verkeersopvattingen (art. 6:75 BW). Ziekte is niet aan de schuld van Wietske te wijten maar komt wel voor haar rekening/bedrijfsrisico. Nu volgt op grond van art. 6:84 BW een risico-omslag bij verzuim: 'iedere tijdens verzuim ontstane onmogelijkheid van nakoming wordt toegerekend aan de debiteur'. De toets hiervoor: ook al zou de inbraak op zichzelf genomen een beroep op overmacht rechtvaardigen (inbraak is niet aan schuld van Wietske te wijten en komt gegeven de optimale beveiligingsmaatregelen ook niet voor haar rekening): in casu gaat het beroep op overmacht niet op nu Wietske al in verzuim was en Zara de schade bij tijdige nakoming niet zou hebben geleden. Het beroep op overmacht faalt hierdoor dus.
Er is sprake van onbevoegde vertegenwoordiging. Jan heeft geen volmacht (art. 3:60 BW) voor de verkoop van boten en kan Kees dus niet binden (art. 3:66 BW). De vraag is vervolgens of Lotte een beroep kan doen op gerechtvaardigd vertrouwen op de schijn van volmachtverlening op grond van art. 3:61 lid 2 BW. Daarvoor is vereist dat er sprake is van een verklaring of gedraging van de achterman (Kees), op grond waarvan Lotte gerechtvaardigd mocht vertrouwen dat wel een toereikende volmacht verleend was. Onder de gegeven omstandigheden mocht Lotte er vanuit gaan dat Jan bevoegd was. Het ‘toedoen’ van de achterman bestaat uit het bord, dat als een verklaring kan worden gezien van Kees en uit het feit dat Kees Jan alleen in de botenzaak laat werken. Lotte heeft gerechtvaardigd vertrouwd op het bestaan van een toereikende volmacht, nu zij Jan alleen aantreft in de botenzaak, zijn naam vermeldt staat op het bord op de haven en er geen enkele aanwijzing is dat Jan geen overeenkomsten zou mogen sluiten met klanten.
Katie pleegt een onrechtmatige daad die haar vanwege haar leeftijd (jonger dan 14 jaar) niet kan worden toegerekend, art. 6:164 BW. De ouders of voogd zijn dan aansprakelijk op grond van art. 6:169 lid 1 BW voor deze als een “doen” te beschouwen gedraging van het kind, die op zich een fout zou opleveren, maar die het kind vanwege de leeftijd niet kan worden toegerekend.
Henriette zal Sasha aanspreken op grond van onrechtmatige daad (art. 6:162 lid 2 BW). Als onrechtmatige daad kan onder andere worden aangemerkt een doen of nalaten in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt. In casu gaat het over gevaarzetting, dat wil zeggen het scheppen van gevaar voor eens anders persoon of goed. Bij sport- en spelsituaties zal er vaak sprake zijn van een bepaalde mate van (over en weer geaccepteerde) gevaarzetting. Het antwoord op de vraag of in sport- en spelsituaties onrechtmatig is gehandeld, heeft de Hoge Raad onder andere ingevuld in een arrest van 28 juni 1991, NJ 1992, 622 m.nt. CJHB (Natrappen). De Hoge Raad formuleert in dit arrest een aantal vuistregels. In de eerste plaats is een letseltoebrengend gedrag in het kader van sportbeoefening minder snel als onrechtmatig te kwalificeren dan daarbuiten het geval zou zijn. Er geldt een soort verhoogde aansprakelijkheidsdrempel. In de tweede plaats is het enkele overtreden van de spelregels, waaronder regels ter bescherming van de veiligheid van de spelers, niet al om die reden onrechtmatig.
Marie Anne heeft de munten gekocht en geleverd gekregen van de beschikkingsonbevoegde Hendrik. Hoewel zij zich kan beroepen op een geldige titel en een geldige levering (in de zin van art. 3:90 jo 3:114 BW), is Marie Anne op grond van art. 3:84 BW geen eigenaar geworden. Om dat alsnog te kunnen worden, moet zij een beroep doen op de bescherming van art. 3:86 lid 1 BW. Nu het in casu om roerende specieszaken gaat, zal zij ‘anders dan om niet’ moeten hebben verkregen en te goeder trouw moeten zijn (dit laatste is in de casus gegeven). Marie Anne voldoet aan alle eisen gesteld in art. 3:86 lid 1 BW en zou daardoor in beginsel als eigenaar gekwalificeerd kunnen worden. Echter gaat het hier om gestolen goederen. Op grond van art. 3:86 lid 3 BW kan de eigenaar van een roerende zaak, die het bezit daarvan door diefstal heeft verloren, deze gedurende drie jaren, te rekenen vanaf de dag van de diefstal, als zijn zaak door een natuurlijke persoon die niet in de uitoefening van een beroep of bedrijf handelde, is verkregen van een professionele handelaar in een ‘winkel’. Marie Anne handelde weliswaar als een natuurlijke persoon, terwijl Hendrik de zaken als professional verhandelde, maar Marie Anne heeft de munten niet in een winkel (of daarmee te vergelijken ruimte) gekocht (een beurs is niet gelijk te stellen met een winkel, ook al bevindt de beurs zich in een gebouw, in casu een sporthal). Bryan kan dus met succes revindiceren en daarmee afgifte van de munten van Marie Anne te vorderen.
Schuldeisers hebben onderling een gelijk recht om, naar evenredigheid van ieders vordering, te worden voldaan, behoudens door de wet erkende redenen van voorrang (art. 3:277 lid 1 jo 3:278 BW). Berend heeft een speciaal voorrecht met betrekking tot de machine wegens bearbeiding hiervan (art. 3:285 BW). Jorik heeft als werknemer van de Kwekerij een algemeen voorrecht op alle goederen die tot het vermogen van de Kwekerij behoren, art. 3:288 sub e BW. Femke heeft geen voorrang. Zij is concurrent crediteur in het faillissement van de Kwekerij. Speciale voorrechten gaan voor algemene voorrechten (art. 3:280 lid 1 BW), waardoor het voorrecht van Berend voor gaat voor dat van Jorik. Berend zal dus als eerste uit de opbrengt van het faillissement voldaan krijgen, daarna Jorik en wat er dan nog over is, komt aan Femke toe. De onderlinge rangorde bij verhaal is dus: Berend, Jorik, Femke.
Patrick moet beschikkingsbevoegd zijn ten aanzien van de piano om deze aan Alex te kunnen overdragen. Patrick is bevoegd om over de goederen te beschikken die onder zijn bestuur staan, art. 1:90 lid 2 BW. Patrick is dus bevoegd de piano over te dragen aan Alex.
Ja, Patrick is verplicht om bij te dragen in de kosten van verzorging en opvoeding van Sasha. Hij is de verwekker van een kind dat alleen een moeder heeft, art. 1:394 BW.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Oude tentamens bij het vak Inleiding Burgerlijk Recht, Universiteit Leiden Bachelor 1
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
2642 | 1 | 1 |
Add new contribution