Inleiding Privaatrecht: Verbintenissenrecht - UU - Oefenmaterialen
- 3011 keer gelezen
In Den Haag vindt een vreedzame betoging tegen de gasboringen in het Waddengebied plaats. Er zijn ongeveer 10 agenten aanwezig die de demonstratie op afstand in de gaten houden. Een groep hangjongeren heeft zicht op de demonstratie en ziet een mooie gelegenheid om de politie uit te dagen. De jongeren beginnen te schreeuwen en te schelden naar de politie en mengen zich tussen de demonstranten. De demonstranten ruiken onraad en verlaten gauw de plaats van de demonstratie.
Tegen die tijd is het conflict geëscaleerd. Enkele jongeren gooien met stenen naar de politie en enkele van de aanwezigen gooien met illegaal vuurwerk, waardoor een van de agenten gewond raakt.
De agenten vinden het mooi geweest. Zij roepen versterkingen op en verrichten meerdere arrestaties. De politie pakt onder meer Kasper (17 jaar) en Joost (13 jaar) op. Strafrechtelijk gezien komen de heren er met een waarschuwing vanaf, maar de gewonde agent stelt Kasper en Joost aansprakelijk vanwege de schade vanwege het gegooide vuurwerk. Kasper en Joost stellen zich op het standpunt dat zij niet degene zijn geweest die met het vuurwerk hebben gegooid en alleen maar hebben staan schreeuwen.
Kunnen Kasper en Joost aansprakelijk worden gesteld voor de schade die de agent heeft opgelopen?
Bespreek de (on)juistheid van de volgende stellingen:
a. “De rechter kan in het geval van eigen schuld van de benadeelde partij uitsluitend op grond van de billijkheid de vergoedingsplicht van de aansprakelijke partij verminderen.”
b. “In het arrest Quint/ Te Poel heeft de Hoge Raad uitdrukkelijk gekozen voor een gesloten stelsel van bronnen waaruit verbintenissen kunnen ontstaan”
Peters is loodgieter in dienst van Zink BV. Zink BV is door aannemer Bouwsteen BV ingeschakeld bij een verbouwing van het huis van Zomer. Tijdens een reparatie aan de badkuip van Zomer schiet de waterpomptang uit zijn handen en belandt tegen de knie van Zomer die erbij staat te kijken. Zomer lijdt schade.
a. Kan Zomer Peters, Zink B.V. en/of Bouwsteen B.V. aanspreken voor de schade? Zo ja, op welke grondslag? Zo nee, waarom niet?
b. Stel dat Zomer Peters aansprakelijk stelt. Peters betaalt Zomer. Kan Peters zich dan nog wenden tot Zink BV? Geef in uw antwoord aan hoe de begrippen ‘aansprakelijkheid’ en ‘interne draagplicht’ zich in dit verband tot elkaar verhouden.
Bespreek de (on)juistheid van de volgende stellingen:
a. Een onder curatele gestelde is beschikkingsonbevoegd met betrekking tot zijn zaken.
b. Een onrechtmatige daad is een rechtshandeling.
c. Voor een geslaagd beroep op art. 6:265 BW is een ingebrekestelling vereist.
d. Een schenking is een overeenkomst.
e. Voor een vordering tot nakoming is een ingebrekestelling vereist.
Joost is niet aansprakelijk, hij is 13 jaar. Aan de eis van toerekenbaarheid is niet voldaan (art. 6:162 lid 3 jo 6:164 BW)
Of Kasper aansprakelijk is moet worden beoordeeld op grond van art. 6:162 BW jo 6:166 BW. Gooien met vuurwerk is in strijd met de zorgvuldheidsnorm dat je niet met vuurwerk naar andere mensen mag gooien (juist ook ter bescherming van deze mensen, ook aan relativiteit voldaan) dit is toerekenbaar aan Kasper, want te wijten aan zijn schuld, er is causaal verband tussen het gooien en de schade, en de agent heeft letselschade opgelopen waarmee kosten zijn gemoeid. Het beroep ‘ik gooide niet’ gaat niet op , want Kasper was lid van de groep van waaruit het vuurwerk werd gegooid en hij heeft zich niet van de groep gedistantieerd (art. 6:166 BW).
Kasper is aansprakelijk.
(NB. Ouders van Joost kunnen waarschijnlijk wel op grond van art. 6:169 lid 1 BW aansprakelijk gesteld worden, maar daar wordt niet naar gevraagd!)
a. Onjuist, de wettelijke maatstaf is hier art. 6:101 BW. Die werkt volgens een ‘tweetrapsraket’. Eerst kijken wat de causale bijdrage van aansprakelijke partij en benadeelde partij is. Daarna bezien of de billijkheid deze verdeling nog moet corrigeren.
b. Onjuist, precies andersom. In Quint/ te Poel heeft de Hoge Raad juist geoordeeld dat verbintenissen niet alleen kunnen ontstaan uit overeenkomst of uit de wet, maar dat in gevallen die niet bepaaldelijk door de wet zijn geregeld, de oplossing moet worden aanvaard, die in het stelsel van de wet past en aansluit bij de wel in de wet geregelde gevallen.
a. Let op: Het volledige antwoord bevat een bespreking van alle vereisten per grondslag. In dit indicatieve antwoord wordt volstaan met het noemen van de wettelijke grondslag en het punt waarover de meeste discussie zou kunnen bestaan.
Peters ex art. 6:162 BW (is het handelen van Peters onrechtmatig c.q. in strijd met de zorgvuldigheidsnorm?)
Zink ex art. 6:170 BW (voldoende functioneel verband tussen de fout en de dienstbetrekking?)
Bouwsteen ex 6:171 BW (vallen de loodgieterswerkzaamheden ook onder de bedrijfsvoering van Bouwsteen?)
b. Ja, art. 6:170 lid 3 BW. De enige relevante maatstaf om te beoordelen of Peters jegens Zomer aansprakelijk is, is art. 6:162 BW. Hij moet dus betalen aan Zomer. Daarna is de vraag of Peters zijn werkgever hem schadeloos te stellen, zodat Peters dat niet in zijn vermogen voelt. Dit is een vraag van interne draagplicht. Dat kan, zolang Peters niet opzettelijk of bewust roekeloos handelt.
a. Onjuist. Een onder curatele gestelde is handelingsonbekwaam, art. 1:381 lid 2 BW. Hij is bekwaam rechtshandelingen te verrichten met toestemming van zijn curator, art. 1:381 lid 3 BW. Hij is wel beschikkingsbevoegd ten aanzien van de aan hem toebehorende zaken.
b. Onjuist. Krachtens art. 3:33 BW is een rechtshandeling een op een rechtsgevolg gerichte wil die zich door een verklaring heeft geopenbaard. Bij een onrechtmatige daad is hiervan geen sprake. Het intreden van het rechtsgevolg van een onrechtmatige daad (= de verplichting tot schadevergoeding) is onafhankelijk van de wil van de handelende persoon.
c. Dat is alleen het geval als nakoming niet blijvend of tijdelijk onmogelijk is (en verzuim dus vereist is) en als niet één van de uitzonderingen van art. 6:83 BW zich voordoet.
d. Juist. Zie art. 7:175 BW. Het is een eenzijdige overeenkomst, want er moet sprake zijn van aanbod en aanvaarding, art. 6:217 BW. Een schenking kan niet aan een ander worden opgedrongen.
e. Onjuist. De vordering tot nakoming berust rechtstreeks op de verbintenis zelf, art. 3:296 BW.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Deze bundel bevat oefenmaterialen bij het vak Inleiding Privaatrecht: Verbintenissenrecht aan de Universiteit Utrecht.
De extra oefenvragen zijn gebaseerd op de werkgroepen.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
2145 |
Add new contribution