Oefententamens Inleiding Europees Recht - UU
- 4335 keer gelezen
Zeer recentelijk is een groot aantal Nederlandse burgers ziek geworden na het eten van gerookte zalm die besmet was met de salmonellabacterie. Sindsdien is België erg op haar hoede, want ook in de Belgische supermarkten wordt deze zalm verkocht. De Belgische overheid laat er geen gras over groeien en verbiedt de import van gerookte zalm uit Nederland per direct.
Voor de zekerheid breidt België dit verbod uit tot alle lidstaten van de Europese Unie. Stel dat de Europese Commissie van oordeel is dat België het Unierechtschendt door te strikte regels te hanteren over de import van gerookte zalm uit andere lidstaten en daarom een procedure tegen Frankrijk wil starten.
a) Welke procedure uit het Werkingsverdrag heeft de Europese Commissie hiervoor ter beschikking? Leg vervolgens uit welke stappen de Commissie in deze procedure moet volgen.
b) Stel dat het Hof van Justitie van oordeel is dat België het Unierecht schendt en haar verplichtingen niet nakomt. België is echter niet van plan om deze uitspraak van het Hof van Justitie na te komen. Welke procedure kan de Commissie starten als een lidstaat een uitspraak van het Hof niet nakomt? (5 punten)
Het aantal ziekenhuisopnames van jongeren door comazuipen is het afgelopen jaar met 48 procent gestegen. Het aantal jonge alcoholmisbruikers zit voornamelijk in de categorie 16 tot 18-jarigen. Deze groep jongeren mag officieel drinken en doet dat ook. De gezondheidsschade door alcohol is bij deze groep echter groot. De hersenen zijn op 16-jarige leeftijd nog volop in ontwikkeling en alcoholgebruik remt de groei van de hersenen.
De Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG) roept de Tweede Kamer daarom op om zo snel mogelijk een voorgestelde, nieuwe alcoholwet te aanvaarden. In deze wet wordt de leeftijd waarop alcoholische dranken aan jongeren mogen worden verkocht verhoogd van 16 naar 18 jaar.
Adviseer de Tweede kamer over de verenigbaarheid van deze nieuwe wet met het Europese recht, meer specifiek met het vrij verkeer van goederen.
Overheidsorganen die in strijd handelen met hun Europeesrechtelijke verplichtingen zijn gehouden de daaruit voor particulieren voortvloeiende schade te vergoden. Bespreek de volgende stellingen; beargumenteer of je een of oneens met de stellingen bent.
a. Net als het beginsel van non-contractuele aansprakelijkheid van de EU is het beginsel van staatsaansprakelijkheid expliciet in het Verdrag vastgelegd en is van toepassing op elk overheidsorgaan;
b. Schade die particulieren lijden als gevolg van schendingen van Europees recht komt in de praktijk nooit in aanmerking voor vergoeding vanwege de strenge voorwaarden voor staatsaansprakelijkheid.
Waarom heeft het Hof van Justitie in haar rechtspraak wel de verticale maar niet de horizontale directe werking van richtlijnen erkend?
Bespreek het arrest Consten en Grundig in het licht van de visie dat ‘consumentenwelvaart’ één van de belangrijkste doelen is van het mededingingsrecht.
Voorrang en rechtstreekse werking zijn belangrijke begrippen in het Unierecht. Wat houden deze begrippen in en hoe verhouden deze beginselen zich tot elkaar?
a) Art. 258 Wv actie wegens verdragsschending. De procedure bestaat uit twee fasen: de administratieve fase en de rechterlijke fase.
b) Art. 260(2) om dwangsom of/en forfaitaire som op te leggen.
Alle bovenvermelde punten moeten volledig onderbouwd en beargumenteerd worden!
a) Deels oneens. Non-contractuele aansprakelijkheid van de EU – art. 268 juncto 340 Wv. Staatsaansprakelijkheid is niet in het Verdrag geregeld maar vloeit voor uit de jurisprudentie van HvJ – arresten Francovich en Brasserie. Het beginsel is wel van toepassing op elk overheidsorgaan.
b) Deels oneens. Voor de voorwaarden (ze dienen genoemd en volledig besproken te worden) zie Brasserie. De voorwaarden zijn streng maar niet onmogelijk.
Leg eerst uit wat de feiten zijn in de zaak Consten en Grundig en wat de uitspraak is van het HvJ. Het komt er op neer dat het HvJ de afspraken zoals die door Grundig zijn gemaakt verbiedt. Licht de ‘consumentenwelvaart’-visie op het mededingingsrecht toe (zie de hoorcollegesheets). Beargumenteer in uw antwoord vervolgens of de afspraken naar uw mening positieve of negatieve effecten (of beide) op de consumentenwelvaart kunnen hebben. Geef aan of vanuit het standpunt van de consumentenwelvaart de uitspraak anders had moeten zijn, of gelijk zou moeten blijven.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
2225 |
Add new contribution