Vraag 1
Een sociaal psycholoog doet de volgende uitspraak: “Het beroemde onderzoek van Asch (1955) toont aan dat mensen de neiging hebben om aan de groep te conformeren.” Wat voor soort verklaring wordt hier gegeven?
- Een “emic” verklaring
- Een “etic” verklaring
- Een “WEIRD” verklaring
Vraag 2
Schachter en Singer (1962) deden onderzoek naar de verkeerde attributie van opwinding (arousal). Ze injecteerden proefpersonen met adrenaline waarbij ze sommigen wel en sommigen niet vertelden wat ze kregen. Ze dachten hiermee steun te vinden voor hun twee-factor theorie (two-factor theory). Wat is de beste beschrijving van de resultaten?
- Schachter en Singer vonden sterk bewijs voor de twee-factor theorie en de tegenovergestelde effecten zijn later toegevoegd aan het model
- Schachter en Singer vonden geen onomstotelijk bewijs voor de twee-factor theorie hoewel sommige hypothesen wel bevestigd werden.
- Schachter en Singer vonden geen onomstotelijk bewijs voor de twee-factor theorie, de meeste effecten waren in de omgekeerde richting
Vraag 3
Automatische mentale processen hebben het voordeel dat....
- ze weinig inspanning vergen
- ze ons richten op verschillende mogelijke verwachtingen over de toekomst
- ze onze beslissingen en beoordelingen niet vertekenen (biasen)
Vraag 4
Epley en Whitchurch (2008) bewerkten foto's van proefpersonen en vonden dat zij hun gezicht iets gemakkelijker herkenden als de foto aantrekkelijk gemaakt was, en iets moeilijker herkenden als de foto onaantrekkelijker was gemaakt. Door welk proces wordt dit waarschijnlijk verklaard?
- Self-enhancement
- Self-monitoring
- Self-verification
Vraag 5
Volgens de sociale vergelijkingstheorie (social comparison theory) van Festinger is het het meest waarschijnlijk dat we onszelf vergelijken met anderen wanneer......
- de anderen een hogere status hebben
- er geen objectieve maat aanwezig is waaraan we onszelf kunnen meten
- objectievere maten zouden kunnen leiden tot een verminderd gevoel van eigenwaarde
Vraag 6
In een klassiek onderzoek reist LaPiere (1934) met een Chinees echtpaar door de VS om de gastvrijheid van restaurants en hotels te testen. Wat is de voornaamste conclusie die uit het onderzoek getrokken kan worden?
- Hotels en Restaurants in de VS discrimineren jegens Chinezen
- Gedrag komt niet altijd overeen met attitudes
- Gedrag komt meestal overeen met attitudes
Vraag 7
Volgens Zajonc vergemakkelijkt de aanwezigheid van anderen het tonen van....
- niet-dominante responsen
- dominante responsen
- cognitieve vaardigheid
Vraag 8
Noor ziet een fietser aangereden worden door een auto. Noor schrikt ervan: de fietser lijkt gewond lijkt te zijn. Omdat zij zich zo vervelend voelt haast zij zich naar het slachtoffer om te helpen. Dit is een voorbeeld van...
- het empathie-altruïsme model(empathy-altruism model)
- het selectieve altruïsme model (selective altruism model)
- het negatieve-toestand-verlichting model (negative-state-relief model)
Vraag 9
Een onderzoek van Barsade (2002) liet zien dat de stemming van groepsleden meer begon overeen te komen met de stemming van een medewerker die getraind was om positieve of negatieve emoties tijdens een opdracht te laten zien. Dit liet het bestaan zien van:
- ‘transactive memory'
- 'emotional contagion'
- ‘need to belong'
Vraag 10
Disclosure reciprocity (reciprocity=wederkerigheid) is....
- het idee dat mensen minder openheid geven over zichzelf dan de ander om het gevoel van eigenwaarde te beschermen.
- het idee dat mensen alleen informatie over zichzelf geven als de andere persoon openheid over zichzelf geeft
- het idee dat wanneer mensen informatie over zichzelf geven, zij de mate van openheid van de ander kopiëren
Vraag 11
Wat is het verschil tussen 'social loafing' en het 'dispensability effect'?
- De eerste benadrukt de invloed van de individuele inspanning op de groepsprestatie, de tweede het opmerken van de inspanning
- De eerste benadrukt het opmerken van de individuele inspanning in een groep, de tweede de invloed van de individuele inspanning op de groepsprestatie
- De eerste benadrukt het motivationele aspect van de individuele inspanning in een groep, de tweede het coördinationele aspect
Vraag 12
Een basisschooljuf ziet een groeiend conflict tussen twee groepen kinderen in zijn klas. Bang voor verdere escalatie wil zij dit conflict zo spoedig mogelijk oplossen. Welk advies zou jij haar geven op basis van het onderzoek van Sherif (1966) naar conflict tussen groepen?
- Een paar kinderen uit beide conflicterende groepen samen latenwerken aan de opdracht die later door de docent beoordeeld wordt.
- De juf moet in de gaten houden wie het meest aanwezig zijn tijdens het conflict in beide groepen. Deze 'leiders' moet zij vervolgens aanspreken om het conflict op te lossen
- De tijd nemen om het conflict aan de hele klas duidelijk te maken. De juf moet de individuele verantwoordelijkheid van de kinderen benadrukken.
Vraag 13
Arends-Toth en Van de Vijver (2003) verfijnden eerder onderzoek over acculturatiestrategieën. Hoe?
- Door te laten zien dat terwijl Turks-Nederlandse migranten een voorkeur hadden voor integratie in alle domeinen, Nederlanders assimilatie in alle domeinen verkozen.
- Door te laten zien dat Turks-Nederlandse migranten privé een strategie van separatie verkozen en in het publieke domein assimilatie verkozen.
- Door te laten zien dan Turks-Nederlandse migranten privé een strategie van separatie verkozen en in het publieke domein integratie verkozen.
Vraag 1
Geen antwoordindicatie beschikbaar
Vraag 2
B
Vraag 3
A
Vraag 4
A
Vraag 5
B
Vraag 6
B
Vraag 7
B
Vraag 8
C
Vraag 9
B
Vraag 10
C
Vraag 11
A
Vraag 12
A
Vraag 13
C
Add new contribution