Vraag 1
Zeer recentelijk is een groot aantal Nederlandse burgers ziek geworden na het eten van gerookte zalm die besmet was met de salmonellabacterie. Sindsdien is België erg op haar hoede, want ook in de Belgische supermarkten wordt deze zalm verkocht. De Belgische overheid laat er geen gras over groeien en verbiedt de import van gerookte zalm uit Nederland per direct.
Voor de zekerheid breidt België dit verbod uit tot alle lidstaten van de Europese Unie. Stel dat de Europese Commissie van oordeel is dat België het Unierechtschendt door te strikte regels te hanteren over de import van gerookte zalm uit andere lidstaten en daarom een procedure tegen Frankrijk wil starten.
a) Welke procedure uit het Werkingsverdrag heeft de Europese Commissie hiervoor ter beschikking? Leg vervolgens uit welke stappen de Commissie in deze procedure moet volgen.
b) Stel dat het Hof van Justitie van oordeel is dat België het Unierecht schendt en haar verplichtingen niet nakomt. België is echter niet van plan om deze uitspraak van het Hof van Justitie na te komen. Welke procedure kan de Commissie starten als een lidstaat een uitspraak van het Hof niet nakomt? (5 punten)
Vraag 2
Het aantal ziekenhuisopnames van jongeren door comazuipen is het afgelopen jaar met 48 procent gestegen. Het aantal jonge alcoholmisbruikers zit voornamelijk in de categorie 16 tot 18-jarigen. Deze groep jongeren mag officieel drinken en doet dat ook. De gezondheidsschade door alcohol is bij deze groep echter groot. De hersenen zijn op 16-jarige leeftijd nog volop in ontwikkeling en alcoholgebruik remt de groei van de hersenen.
De Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG) roept de Tweede Kamer daarom op om zo snel mogelijk een voorgestelde, nieuwe alcoholwet te aanvaarden. In deze wet wordt de leeftijd waarop alcoholische dranken aan jongeren mogen worden verkocht verhoogd van 16 naar 18 jaar.
Adviseer de Tweede kamer over de verenigbaarheid van deze nieuwe wet met het Europese recht, meer specifiek met het vrij verkeer van goederen.
Vraag 3
Overheidsorganen die in strijd handelen met hun Europeesrechtelijke verplichtingen zijn gehouden de daaruit voor particulieren voortvloeiende schade te vergoden. Bespreek de volgende stellingen; beargumenteer of je een of oneens met de stellingen bent.
a. Net als het beginsel van non-contractuele aansprakelijkheid van de EU is het beginsel van staatsaansprakelijkheid expliciet in het Verdrag vastgelegd en is van toepassing op elk overheidsorgaan;
b. Schade die particulieren lijden als gevolg van schendingen van Europees recht komt in de praktijk nooit in aanmerking voor vergoeding vanwege de strenge voorwaarden voor staatsaansprakelijkheid.
Vraag 4
Waarom heeft het Hof van Justitie in haar rechtspraak wel de verticale maar niet de horizontale directe werking van richtlijnen erkend?
Vraag 5
Bespreek het arrest Consten en Grundig in het licht van de visie dat ‘consumentenwelvaart’ één van de belangrijkste doelen is van het mededingingsrecht.
Vraag 6
Voorrang en rechtstreekse werking
.....read more
Add new contribution