Bestuursrecht 2: College aantekeningen - Rechten RUG B2
- 1764 keer gelezen
Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?
Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?
Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Wat is belangrijk voor het tentamen?
Er zijn een aantal criteria opgesteld voor behoorlijk ICT gebruik van de overheid. Die zijn onder andere beschikbaarheid, vertrouwelijkheid, integriteit en authenticiteit. Deze spreken allemaal een beetje voor zich.
Er is sprake van elektronische communicatie als er verkeer is langs elektronische weg. Er wordt dan dus een elektronisch middel gebruikt voor het transport. Afdeling 2.3 van de Awb is dus alleen op die soort communicatie toepasbaar. De plicht om elektronisch te communiceren vloeien niet voort uit die afdeling. Maar als je er als BO voor kiest, gelden de normen wel. Het is dus een zogeheten facultatieve regeling.
In art. 2:14 wordt onderscheid gemaakt tussen berichten die zich tot een of meer geadresseerden, en berichten die niet tot een of meer geadresseerden gericht zijn. Als ze wel op een of meer geadresseerden zijn gericht mag er elektronisch verzonden worden, zolang geadresseerden kenbaar hebben gemaakt voldoende bereikbaar te zijn op die wijze. Als je niet weet op wie je een bericht richt (zoals bij een APV) mag het niet alleen elektronisch, behalve als dat bij wettelijk voorschrift kenbaar is.
Tegenwoorden wordt er steeds vaker in wettelijk voorschrift de mogelijkheid geboden om elektronisch te communiceren.
Volgens de wetgever is de definitie van schriftelijk: “weergave door middel van verstaanbare leestekens, ongeacht de drager.” De elektronische handtekening staat geregeld in art. 2:16 Awb.
Volgens art. 2:14 Awb is er een expliciete verklaring van de burger vereist voordat een bestuursorgaan elektronisch met hem mag communiceren.
Het belang hierbij is transparantie. Maar er is ook een economisch belang, omdat van die overheidsinformatie producten gemaakt kunnen worden. Denk hierbij aan gegevens over metingen van het weer, waarmee allerlei apps en dergelijke gemaakt konden worden.
Openbaarheid betekent een bron van informatie voor burgers. Ook helpt het de burger om zich een mening te vormen over de overheid en deze te kunnen controleren.
Volgens de Wob moet een bestuursorgaan informatie verstrekken over alles wat een bestuurlijke aangelegenheid betreft. Hier valt enorm veel onder. Uit art. 3 Wob blijkt dat iedereen een Wob verzoek kan indienen en dat het niet uitmaakt wat het belang daarbij is. Je hoeft er dus niet bij te zeggen waarom je die informatie wil. Voorwaarde hiervoor is wel dat de informatie die je opvraagt in een document staat.
In de Wob staat geen misbruikbepaling, maar uit recente jurisprudentie blijkt dat art. 3:13 uit het BW ingeroepen kan worden door bestuursorganen, in gevallen dat er duidelijk misbruik wordt gemaakt van de Wet Openbaarheid van Bestuur.
In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Bestuursrecht: Besluitvorming voor de opleiding Rechtsgeleerdheid jaar 2 aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Voor een compleet overzicht van de op JoHo WorldSupporter aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare artikel- en arrestsamenvattingen maak je gebruik van de zoekfunctie
Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?
Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?
Geen sprake van onderwerpen die niet worden behandeld in de literatuur.
Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Geen sprake van nieuwe ontwikkelingen
Wat is belangrijk voor het tentamen?
Bestuursrecht 2 gaat voor een groot deel over op welke manier de Awb toegepast mag worden. Hierbij wordt de kennis van bestuursrecht 1 als bekend verondersteld.
Het is belangrijk om na te gaan welke regels gelden voor welke bevoegdheidsverdeling. Een bevoegdheid is een fundamentele vereiste voor overheidshandelen. Het rechtsbeginsel dat daaraan ten grondslag ligt is het legaliteitsbeginsel.
Een bestuursorgaan kan een bevoegdheid hebben om praktische, principiële of historische redenen. Daardoor is er sprake van een gelede normstelling. Dat zorgt ervoor dat nadere normstelling vaak door steeds een ander bestuursorgaan is gedaan. Uiteindelijk kan elke regeling tot de Grondwet of een wet in formele zin worden teruggevoerd. Ook kan het doorschuiven van bevoegdheden er nooit voor zorgen dat niemand meer verantwoordelijk is voor een bepaalde beslissing.
Er zijn drie manieren waarop een bevoegdheid bij een bestuursorgaan kan komen:
Attributie – toekennen van een nieuwe bevoegdheid. Als er wordt geattribueerd wordt degene die de bevoegdheid krijgt automatisch een bestuursorgaan als deze dit nog niet was. Een voorbeeld daarvan is de garagehouder die de bevoegdheid heeft een APK keuring te doen. Bij attributie aan een ambtenaar wordt de staatsrechtelijke verantwoordelijkheidsverdeling niet doorbroken. Op grond van art. 10:22 Awb is de ambtenaar ook verplicht tot inlichtingen en het bestuursorgaan bevoegd tot instructies.
Delegatie – overdracht van een toegekende bevoegdheid
Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?
1. Toerekenbaar aan bestuursorgaan?
- Gedraging van bestuursorgaan zelf of namens bestuursorgaan in mandaat
- Toerekenbare schijn van bevoegdheid
2. Welke gedraging?
- Feitelijk handelen of een rechtshandeling bijvoorbeeld een beschikking
3.Geen/onvolledig/onjuiste info door burger?
Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?
Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Geen sprake van recente ontwikkelingen in het vakgebied.
Wat is belangrijk voor het tentamen?
Overheidsbevoegdheden worden alleen uitgeoefend in het algemeen belang en daarbinnen alleen voor specifieke doeleinden. Daarom zijn overheidsbevoegdheden altijd doelgebonden en is gebruik voor andere doeleinden niet toegestaan (detournement de pouvoir).
Specialiteit is een uitwerking van legaliteit. In art. 3:2 e.v. Awb staan een paar eisen voor het nemen van besluiten. Dit zijn bijvoorbeeld de zorgvuldige voorbereiding, de belangenafweging en het verbod van ddp. In de leden van art. 3:4 staan de eisen voor het afwegen van belangen opgesomd. Bij het afwegen van die belangen moet je alleen de doelgebonden afwegen. Een examinator bij de universiteit moet dus examineren met als doel studenten
.....read moreWat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?
Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?
Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Wat is belangrijk voor het tentamen?
Bij het evenredigheidsbeginsel komen een aantal dingen kijken. Allereerst moet er een inventarisatie van de belangen plaatsvinden (3:2 Awb). Vervolgens moeten de belangen ook daadwerkelijk afgewogen worden (3:4-1 Awb). Die belangenafweging moet evenredig zijn (3:4-2 Awb).
In de wet staat dat als “De voor één of meer belanghebbenden nadelige gevolgen van een besluit mogen niet onevenredig zijn in verhouding tot de met het besluit te dienen doelen.” Dat is niet alleen van toepassing op besluiten, maar ook op andere handelingen van het bestuur.
Bij de evenredige belangenafweging moet rekening gehouden worden met subsidiariteit, proportionaliteit en het “beginsel van de minste pijn”.
Na de belangenafweging kan de rechter beoordelen of die afweging onevenwichtig is. Hij kijkt dan of het bestuur niet in redelijkheid heeft kunnen komen tot zijn besluit. Dat is een marginale toetsing.
Uit het gelijkheidsbeginsel vloeit onder meer non-discriminatie voort. Er is uitdrukkelijk bepaald dat op bepaalde gronden geen onderscheid gemaakt mag worden. Daarnaast is er nog formele gelijkheid. Dat houdt in dat er, ook als het specifieke geval niet is genoemd, behandeling alsnog gelijk moet plaatsvinden.
Het formele gelijkheidsbeginsel is dat
.....read moreWat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?
Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?
Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Wat is belangrijk voor het tentamen?
- "Nieuw gebleken feiten" =
Let op: het gaat dus niet om de gevallen waarbij het al wel bekend was, maar gewoonweg niet is vermeld.
De drie hoofdcategorieën van beleid zijn beleidsregels, vaste gedragslijnen en richtlijnen.
Algemeen verbindende voorschriften berusten op een specifieke wettelijke grondslag, werken naar buiten en moeten in acht worden genomen.
Er zijn een aantal verschillen tussen avv’s en beleidsregels. Concretiserende bas geldt bijvoorbeeld wel mbt tot avv’s, maar niet mbt beleidsregels. Ook de grondslag, de bekendmaking en de vorm verschilt. In de slide staat een lijstje met veel meer verschillen.
De inherente afwijkingsbevoegdheid houdt in dat er in sommige gevallen van de wet mag worden afgeweken. Zo geeft de minister van Onderwijs bijvoorbeeld langer de tijd om bepaalde verkeerd genomen maatregelen te wijzigen. In dat geval wordt het belang van een eerlijke behandeling van alle studenten belangrijker is dan de termijn precies.
Onderhevig aan het zorgvuldigheidsbeginsel en het motiveringsbeginsel.
Na rechterlijke vernietiging op procedurele grond, vervalt het besluit zelf niet. Na rechterlijke vernietiging op procedurele grond verandert het besluit hoogstwaarschijnlijk ook.
De bevoegdheid voor besluitvorming is altijd exclusief.
Al de procedures bestaan omdat vaak niet duidelijk is wat de
.....read moreWat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?
Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?
Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Wat is belangrijk voor het tentamen?
Het rechtszekerheidsbeginsel is op verschillende manieren op te delen.
Het formele rechtszekerheidsbeginsel houdt in dat wettelijke bepalingen zo geformuleerd worden dat burgers weten waar ze aan toe zijn. Als er in een bepaling bijvoorbeeld zou staan dat terrassen open gaan bij mooi weer, voldoet deze bepaling niet aan het rechtszekerheidsbeginsel. Het is namelijk niet zomaar duidelijk wanneer het wel of niet mooi weer is.
Het materiele rechtszekerheidsbeginsel beschermt burgers tegen het ontnemen van verkregen rechten, door bepaalde bepalingen te wijzigen.
Het vertrouwensbeginsel beschermt de burger nog tegen gerechtvaardigd opgewekt vertrouwen en verwachtingen. Het uitgangspunt hierbij is dat bestaande rechtsposities veilig zijn.
Een bestuursorgaan dat de bevoegdheid heeft om iets te verlenen, heeft ook de geimpliceerde bevoegdheid om dat in te trekken. Er is geen algemene wettelijke regeling daarvoor, maar soms wel regelingen in een bijzondere wet. Het intrekken van een vergunning kan door het karakter daarvan ook aangemerkt worden als een sanctie. In dat geval is er dus ook een wettelijke grondslag voor nodig. Dat zou bijvoorbeeld een vergunning zijn om apk-keuringen te geven, of om een horeca gelegenheid te exploiteren.
Bij sancties is het intrekken daarvan alleen toegestaan als daarvoor een wettelijke grondslag is.
Gebonden bevoegdheden kunnen ook alleen met wettelijke grondslag ingetrokken worden. Uitzondering daarop is het geval waarin een bestuursorgaan een kenbare fout gemaakt heeft. Echter, bij vrije bevoegdheden mag het in beginsel wel zolang de
.....read moreWat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?
Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?
Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Wat is belangrijk voor het tentamen?
De overheid kan optreden in het bestuursrecht, maar ook in het privaatrecht. Dat is belangrijk voor een aantal redenen. Bijvoorbeeld als er schadevergoeding betaald moet worden. Uit art. 1:1 lid 4 Awb blijkt dat de vermogensrechtelijke gevolgen van een handeling van een bestuursorgaan de rechtspersoon treffen waartoe het bestuursorgaan behoort.
Het feit dat de overheid een rechtspersoon is, brengt met zich mee dat zij haar privaatrechtelijke bevoegdheden kan gebruiken om te besturen. Dat roept de vraag op welke regels van toepassing zijn op privaatrechtelijk handelen van de overheid.
De meningen daarover verschillen, er zijn twee benaderingen.
Principiele benadering – de overheid moet het bij het realiseren van beleidsdoelstellingen doen met het recht dat daarvoor bedoeld is, het publiekrecht.
Praktische benadering – de overheid is vrij in het gebruik van het privaatrecht, behalve als er strijd is met publiekrechtelijke rechtsnormen of doorkruising van publiekrechtelijke bevoegdheden.
In het arrest Ikon ging het om het overheidshandelen van de gemeente Amsterdam. Ikon had een pand in erfpacht gekregen van de gemeente. Ze hebben in het pand zonder toestemming een kantoor gevestigd. Het verweer van Ikon was dat het heel vaak gebeurde zonder dat de gemeente daartegen optrad. Dat zou in strijd zijn met het gelijkheidsbeginsel. Het verweer van de gemeente was dat het beginsel niet gold omdat het conflict zich afspeelt in het privaatrecht.
De Hoge Raad heeft toen gezegd dat alle beginselen van behoorlijk bestuur in acht genomen moeten worden in zowel het bestuursrecht als het privaatrecht.
In het arrest Rasti Rostelli ging het om de grondrechten. Hij wilde optreden in Rijssen, maar kreeg daarvoor geen vergunning. De gemeente verweerde zichzelf met het argument dat ze door haar contactvrijheid zelf mochten weten of ze hem wilden laten optreden. De Hoge
.....read moreWat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?
Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?
Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Wat is belangrijk voor het tentamen?
Dit college gaat over aansprakelijkheid van de overheid. Zowel bij rechtmatig als bij onrechtmatig overheidshandelen kan de overheid aansprakelijk gesteld worden voor geleden schade. In dit college werd verteld dat meer dan de helft van de verplichte jurisprudentie voorkomt in collegeweek 4.
Er zijn wettelijke bevoegdheden die bedoeld zijn om inbreuk te maken op rechten van burgers. Denk hierbij aan ontneming van onroerende goederen, vernietiging of gedogen. In de gevallen dat er een inbreuk wordt gemaakt door de overheid op grond van een wettelijke bevoegdheid wordt alle geleden schade vergoed.
Daarnaast is er de rechtmatige overheidsdaad die schade meebrengt als ongewenst neveneffect van het uitvoeren van taken en bevoegdheden in het algemeen belang. Een voorbeeld daarvan is het afsluiten van een straat voor werkzaamheden. In deze gevallen is er meestal een “tegemoetkoming” voor de geleden schade. Die tegemoetkoming wordt dan een compensatie genoemd.
In het burgerlijk recht wordt aansprakelijkheid geregeld in art. 6:162 BW. De overheid kan daarmee aansprakelijk gesteld worden omdat het gelijkheidsbeginsel wordt geschonden als een beperkte groep burgers schade wordt berokkend die niet behoort tot het normaal maatschappelijke risico. Dit is uitgewerkt in het arrest Leffers / Staat.
In het bestuursrecht bestaat aansprakelijkheid voor een onrechtmatige daad op grond van het beginsel van “égalité devant les charges publiques”, in andere woorden, gelijkheid voor de publieke lasten. Dit is uitgewerkt in het arrest Van Vlodrop.
Er is ook nog nadeelcompensatie op grond van een bijzondere wet. Dat houdt in dat de verplichting tot nadeelcompensatie is vastgelegd in een wettelijke regeling.
Verder is er soms nadeelcompensatie op grond van een beleidsregel (of verordening). Zie hierbij het arrest Metroschade Rotterdam. De verplichting tot nadeelcompensatie is dan neergelegd in een beleidsregel (of verordening). In dat geval moet een belanghebbende vragen om een besluit van het bestuursorgaan om nadeelcompensatie op grond
.....read moreNiet aanwezig
Vorig college stond in het teken van de rechtmatige overheidsdaad, dit college gaat het over de onrechtmatige overheidsdaad.
Als je wil weten of een besluit rechtmatig is of niet, moet de bestuursrechter dat bepalen. Om te procederen bij de bestuursrechter moet je wel belanghebbende in de zin van de Awb zijn.
Voordat er sprake is van een onrechtmatige overheidsdaad, moet aan 7 voorwaarden zijn voldaan.
Onrechtmatigheid. Hierbij is art. 6:162 BW belangrijk.
Toerekenbaarheid
Relativiteit. De geschonden norm moet strekken ter bescherming van de geleden schade.
Causaliteit
Schade
Geen eigen schuld
Geen verjaring
Deze zeven stappen moet je op het tentamen precies kunnen doorlopen.
Bij onrechtmatigheid en toerekenbaarheid moet je het arrest Van Gog / Nederweert doorlopen.
Bij relativiteit moet je het arrest Tijdelijke Amelandse Benzinepoort I gebruiken.
Bij causaliteit moet je het arrest Tijdelijke Amelandse Benzinepoort II gebruiken.
Er is veel discussie geweest over de vraag of de overheid een onrechtmatige daad kan plegen. Over het algemeen zijn er drie periodes te onderscheiden waarin daar anders over werd gedacht.
In de eerste periode vond de burgerlijke rechter dat overheidshandelen geen onrechtmatige daad kan opleveren.
In de tweede periode vond de burgerlijke rechter dat overheidshandelen wel een onrechtmatige daad kan opleveren, maar men had er toen nog niet zo veel aan omdat er niet snel aan het relativiteitsvereiste werd voldaan.
In de derde periode vond de burgerlijke rechter dat overheidshandelen een onrechtmatige daad in de zin van art. 6:162 BW kan opleveren. Uit het arrest Van Gog / Nederweert bleek toen dat elk besluit dat later op welke grond dan ook vernietigd is door de bestuursrechter, een onrechtmatige daad is.
Als het bestuur een besluit herroept, impliceert dat in de meeste gevallen dat het besluit onrechtmatig is. Als het bestuur een besluit herroept wegens wijziging van omstandigheden niet.
In het college wordt een filmpje laten zien over het arrest Duwbak Linda. Het is dus belangrijk om dat arrest goed te kennen!
Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?
Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?
Geen sprake van onderwerpen die niet worden behandeld in de literatuur.
Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Geen sprake van recente ontwikkelingen in het vakgebied.
Wat is belangrijk voor het tentamen?
- In veel gevallen volgt dan volledige schadeloosstelling.
- In veel gevallen volgt dan een tegemoetkoming voor de geleden schade.
Dit college gaat over toezicht en herstelsancties; de handhaving van het bestuursrecht.
Een van de kernbegrippen deze week is overtreding. Op grond van art. 5:1 Awb is een overtreding “een gedraging in strijd met het bepaalde bij of krachtens wettelijk voorschrift.”. Met krachtens wordt hier vooral een vergunningsvoorschrift bedoeld. Een beleidsregel is echter geen wettelijk voorschrift. Schending daarvan levert strikt genomen dus geen overtreding op.
Bij de schending van een vage norm speelt het bepaaldheidsgebod (lex certa) een rol. Als burger moet je van tevoren kunnen weten wat een norm precies inhoudt. Je zou dus kunnen zeggen dat de schending van een vage norm geen overtreding oplevert. Voorbeelden van vage woorden in wettelijke regelingen zijn “verantwoorde zorg, integer handelen, duidelijk prospectus, etc.”.
De vraag of er een overtreding is begaan is een rechtsvraag waarvoor geen beleidsruimte is. Een uitzondering hiervoor is de zorgplicht van professionals. Professionals moeten er dus zelf voor zorgen dat ze van tevoren weten of iets toegestaan is. Als een norm vaag is, is er vaak alsnog heldere jurisprudentie. Ook kan het bestuursorgaan in kwestie geraadpleegd worden.
Een ander kernbegrip is overtreder. Dat kan degene zijn die de overtreding pleegt, degene die medepleegt of de functionele
.....read moreWat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?
Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?
geen onderworpen die niet in de literatuur worden besproken.
Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
geen recente ontwikkelingen.
Wat is belangrijk voor het tentamen?
Dit college gaat over bestraffende sancties. Er is een verschil tussen een bestraffende sanctie in de zin van art. 5:2(1c) Awb en de bestuurlijke boete in de zin van 5:40 Awb. De bestuurlijke boete is namelijk een bestraffende sanctie, inhoudende een onvoorwaardelijke plicht tot betaling van een geldsom. De bestraffende sanctie is een bestuurlijke sanctie voor zover deze betracht leed toe te voegen.
Het intrekken van een begunstigend besluit kan op basis van het legaliteitsbeginsel. Het begunstigend besluit wordt dan op dezelfde grond ingetrokken als waarvoor deze oorspronkelijk was gegeven op grond van het specialiteitsbeginsel kan zo’n begunstigend besluit niet ingetrokken worden op grond van een andere reden dan de bevoegdheid waarmee die gegeven werd.
Stel dat bijvoorbeeld een rijbewijs wordt ingetrokken. Dat is een herstelsanctie en geen bestraffende sanctie. Iemand voldoet simpelweg niet meer aan de eisen. Als er echter een overtreding is begaan, en er wordt een alcoholslot ingebouwd, is dat wel een bestraffende sanctie.
Bestuurlijke boetes komen enorm vaak voor. Denk aan roken in horeca, kartelvorming, etc. Er zijn een aantal redenen waarom men zou kiezen voor een bestraffende sanctie in plaats van vervolging in het strafrecht.
Allereerst is er een handhavingstekort. Er zijn niet genoeg middelen om alle overtredingen te bestraffen. Ook al is er strafrechtelijke afhandeling mogelijk, er is niet genoeg capaciteit.
Dat vergroot ook de eigen verantwoordelijkheid van het bestuur. De uitvoering en handhaving gaan dan in één hand. Daarnaast is er de materiedeskundigheid van
Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?
Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?
Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Wat is belangrijk voor het tentamen?
Er zijn een aantal criteria opgesteld voor behoorlijk ICT gebruik van de overheid. Die zijn onder andere beschikbaarheid, vertrouwelijkheid, integriteit en authenticiteit. Deze spreken allemaal een beetje voor zich.
Er is sprake van elektronische communicatie als er verkeer is langs elektronische weg. Er wordt dan dus een elektronisch middel gebruikt voor het transport. Afdeling 2.3 van de Awb is dus alleen op die soort communicatie toepasbaar. De plicht om elektronisch te communiceren vloeien niet voort uit die afdeling. Maar als je er als BO voor kiest, gelden de normen wel. Het is dus een zogeheten facultatieve regeling.
In art. 2:14 wordt onderscheid gemaakt tussen berichten die zich tot een of meer geadresseerden, en berichten die niet tot een of meer geadresseerden gericht zijn. Als ze wel op een of meer geadresseerden zijn gericht mag er elektronisch verzonden worden, zolang geadresseerden kenbaar hebben gemaakt voldoende bereikbaar te zijn op die wijze. Als je niet weet op wie je een bericht richt (zoals bij een APV) mag het niet alleen elektronisch, behalve als dat bij wettelijk voorschrift kenbaar is.
Tegenwoorden wordt er steeds vaker in wettelijk voorschrift de mogelijkheid geboden om elektronisch te communiceren.
Volgens de wetgever is de definitie van schriftelijk: “weergave door middel van verstaanbare leestekens, ongeacht de drager.” De elektronische handtekening staat geregeld in
.....read moreWat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?
Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?
Geen sprake van onderwerpen die niet worden behandeld in de literatuur.
Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Geen sprake van recente ontwikkeling in het vakgebied.
Wat is belangrijk voor het tentamen?
De afgelopen tijd verandert er erg veel op het gebied van gegevensbescherming en hoe de overheid met gegevens om moet gaan.
De Wet Openbaarheid van Bestuur kent een absolute uitzonderingsgrond en een relatieve uitzonderingsgrond. Die zijn geregeld in art. 10 Wob. De absolute grond gaat over persoonsgegevens, de aanvraag wordt dan niet beantwoord. De relatieve grond gaat over de persoonlijke levenssfeer in het algemeen. Als een aanvraag daar in de buurt komt, moet er een afweging gemaakt worden of gegevens verstrekt worden. Welke persoonsgegevens onder die absolute gronden vallen wordt geregeld in art. 16 e.v.
Bij de vraag of persoonsgegevens openbaar gemaakt mogen worden spelen een aantal vragen een rol. Het gaat er bijvoorbeeld om of de persoon in kwestie een functionaris of een privépersoon is. Voor functionarissen geldt dan nog bestuurders of volksvertegenwoordigers minder privacy hebben dan bijvoorbeeld ambtenaren. Dan is er nog een onderscheid tussen privé functioneren van functionarissen en beroepsmatig functioneren. Een en dezelfde persoon kan ook op het ene moment een privépersoon zijn, en op het andere moment een publiek persoon. Ook is de informatie welke cursussen bepaalde ambtenaren gevolgd hebben openbare informatie. Maar informatie over welke cijfers ze bij die cursussen gehaald hebben is dan weer wel persoonlijke informatie.
Ook bijvoorbeeld het BSN, prive adressen, handtekening, bankrekeningnummer en bijzondere persoonsgegevens zijn per definitie niet openbaar.
De definitie hiervan wordt genoemd in art. 1 Wet bescherming persoonsgegevens. Die komt er kort gezegd op neer dat handelingen met persoonsgegevens vallen onder gegevensverwerking. Daarnaast moet het gaan om geheel of gedeeltelijk geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens. Als de verwerking niet geautomatiseerd is, kan de Wbp toch van toepassing zijn, als de gegevens in een bestand (papier) staan en op een bepaalde manier vast verwerkt worden.
Als aan die twee eisen wordt voldaan is deze wet dus pas van toepassing. De normen in de Wbp richten zich tot de verantwoordelijke. Dat is degene die het doel en de verwerking van de gegevens vaststelt. De wet is van toepassing verklaard op de gehele maatschappij en wordt dus vaak overtreden.
De doelen waarvoor gegevens verwerkt mogen worden staan limitatief in de wet opgesomd. Ook mag je ze niet verder gebruiken dan
.....read moreWat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?
Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?
maak een korte bulletpoint samenvatting van het onderwerp
Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Sinds 1-10-2016 is artikel 15 aande Wob toegevoegd. Dit artikel bepaald dat paragraaf 4.1.3.2 van de Awb niet van toepassing is op besluiten op grond van deze wet en op beslissingen op bezwaar tegen deze bsluiten.
Wat is belangrijk voor het tentamen?
Deze collegeweek gaat over subsidies. Deze worden geregeld in titel 4.2 sinds 1998. Daarvoor stond dat in verschillende wetten geregeld, nu is er dus een uniforme regeling. Om van subsidie te spreken moet er aanspraak zijn op financiele middelen. Daarvoor hoeft dus niet ook daadwerkelijk geld overgemaakt te worden (een garantstelling is ook een subsidie). Ook moet het door een bestuursorgaan verstrekt zijn. Dit geldt dus niet voor particuliere stichtingen. De subsidie moet zich richten op bepaalde activiteiten van de aanvrager. Dat kan een tentoonstelling zijn, maar ook het nalaten van iets wordt hier tot activiteit geregeld. Een bijstandsuitkering is geen subsidie omdat die niet is gericht op bepaalde activiteiten. In de wet op de studiefinanciering staat bepaald dat studiefinanciering geen subsidie is.
Verder moet het nog anders dan als betaling voor geleverde goederen of diensten zijn. Al deze vereisten staan geregeld in art. 4:21.
Elke gemeente en ministerie heeft een eigen subsidieregeling. Dat komt omdat de overheid wilde dat er voor elke subsidie een duidelijke rechtsgrond is. Dat wijkt af van de normale situatie waarbij positief
.....read moreJoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
Op zoek naar een uitdagende job die past bij je studie? Word studentmanager bij JoHo !
Werkzaamheden: o.a.
Interesse? Reageer of informeer
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
Add new contribution