Europees Recht - RUG - Werkgroepuitwerkingen week 7


Casus 1

Het systeem van Rechtsbescherming

Er is al jarenlang een felle discussie aan de gang over het gebruik van zogenaamde Neonicotinoïden in de landbouw.1 Deze stof wordt gebruikt in de gewasbescherming om bepaalde insectenplagen in te dammen. Echter, er zijn verschillende onderzoeken geweest waarin het effect van deze stoffen op de bijenpopulatie inzichtelijk wordt gemaakt. Uit een groot aantal van deze onderzoeken lijkt duidelijk te worden dat de bijensterfte, die op enig moment de voedselzekerheid van de EU kan bedreigen, deels voortkomt uit het gebruik van deze stoffen. Het lukt de Raad niet om tot een eenduidig antwoord te komen voor de oplossing van dit probleem. Neonicotinoïden zijn erg goed in het bestrijden van ongedierte, en hebben door de lage doseringen die nodig zijn weinig tot geen effecten op de menselijke consument. De landbouw sector en de chemische industrie in veel lidstaten verzet zich hevig tegen een verbod. Hierdoor is er verdeeldheid in de Raad, terwijl het Europees Parlement al heeft aangegeven een voorstander te zijn voor een algeheel verbod van Neonicotinoïden. Uiteindelijk bepaalt de Commissie dat het beste is als er het volgende pad wordt gevolgd: Per Verordening van 1 januari 2017 is het vanaf 1 januari 2019 niet meer toegestaan om Neonicotinoïden te gebruiken in de Europese Unie. Echter, het is tot 2022 mogelijk voor individuele lidstaten om hier een uitzondering op te maken voor specifieke landbouw-sectoren. Hiervoor dienen zij een beargumenteerd verzoek te doen bij de Commissie, welke vervolgens een afweging zal maken of de uitzondering wordt toegestaan of niet. Er wordt dan gekeken naar de noodzakelijkheid van het gebruik (is het land bijzonder vatbaar voor insectenplagen etc.) en de effecten van het gebruik op zaken als de bodemgesteldheid en de waterkwaliteit. In de 1 In deze casus wordt de discussie die over deze middelen plaats heeft gevonden sterk versimpeld weergegeven. Natuurlijk wordt u aangemoedigd om wat in te lezen over de Europese dimensie van dit vraagstuk, maar maak enkel gebruik van de voorstelling van zaken zoals deze in de casus is weergegeven. tussenliggende periode zal er meer onderzoek worden gedaan over de effecten van dit middel, waarna de Commissie hoopt dat er een meer eenduidige oplossing te vinden is. Nederland vraagt in de loop van 2018 een uitzondering aan voor in feite de gehele Nederlandse groente en fruitteelt. De Nederlandse overheid stelt in haar verzoek dat Nederland bij uitstek het voorbeeld is van een succesvolle agri-economie die een groot deel van haar enorme productie exporteert aan derde landen. Dit is een grote bijdrage aan economische groei van de EU-zone en dit kan niet zonder het gebruik van Neonicotinoïden. De Commissie staat de uitzondering per besluit van 1 december 2018 toe. Nederland kan nu vanaf 2019 vergunningen verlenen aan bedrijven wanneer zij een aanvraag doen tot het gebruik van deze pesticiden. Stichting Ecologie en Bescherming  (SEB) is zeer ontstemd met deze gang van zaken. Zij stellen dat het besluit van de Commissie verkeerd tot stand is gekomen. Er is enkele gekeken naar economische belangen, terwijl duidelijk in de Verordening wordt gesteld dat er een inschatting van de ecologische en gezondheidsrisico’s dient plaats te vinden.

Casus 2

Tentamenoefening – Vrij Verkeer

Donaubier GmbH, een brouwer van bier in Duitsland heeft onlangs een nieuw speciaal bier ontwikkeld met de naam 'Rijstbier'. Dit bier is gebrouwen van rijst en heeft een alcoholpercentage van 9,5% per volume-eenheid. Donaubier lanceerde Rijstbier in Duitsland en in alle lidstaten van de EU op 1 januari 2018. Rijstbier is een doorslaand succes in alle lidstaten, behalve in Nederland. In Nederland heeft de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) bepaald dat Rijstbier niet legaal in de handel kan worden gebracht omdat: (i) het wordt gebrouwen uit rijst, in tegenstelling tot gerst, wat voor bier een wettelijk vereiste is in Nederland; (ii) het heeft een lager alcoholgehalte dan vereist is voor speciaal-bieren in Nederland (11%), waardoor het consumenten verleidt met deze benaming terwijl ze er minder alcohol voor krijgen; (iii) rijst moet worden gebruikt voor het voeden van mensen, niet voor het nuttigen van bier voor bierbrouwen; (iv) bier gebrouwen uit rijst vormt een bedreiging voor de gezondheid voor degenen die bier drinken, waarvoor de Nederlandse overheid enkel een interne wetenschappelijke studie aanhaalt die verder niet is gereproduceerd. Sinds 1 februari 2018 verbiedt de VWA de marketing en verkoop van Rijstbier in Nederland.

Vraag bij casus 1

SEB wenst een juridische toetsing van het Commissie besluit dat Nederland de mogelijkheid geeft een uitzondering toe te passen op het Neonicotinoïden besluit. SEB wendt zich tot u, als een specialist in het recht van de Europese Unie. Geef hen een analyse van de verschillende wijzen waarop zij het besluit van de Commissie zouden kunnen aanvechten. Geeft bij elk van uw opties een discussie over de mogelijke problemen. Geef ten slotte een uitkomst over de in uw ogen meest succesvolle mogelijkheid.

Vragen bij casus 2

Deelvraag 1

Is Nederland in strijd met zijn verplichtingen onder EU-wetgeving door de marketing en verkoop van Rijstbier te verhinderen?

Deelvraag 2

Ongeacht uw antwoord bij 2, wanneer Donaubier bij u zou aankloppen voor juridisch advies, wat zijn dan de juridische procedures die het bedrijf zou kunnen volgen wanneer het overtuigt is van een inbreuk? In welk forum vinden deze procedures plaats?

Antwoordindicatie casusvraag 1

Wat is de relatie tussen de verordening en het besluit? Het moet in de verordening staan dat er een uitzondering gemaakt kan worden. Die uitzondering staat dan in het besluit.

Procedure via de nationale rechter

Het doel van de stichting is dat de stof Neonicotinoïden niet meer wordt gebruikt. Via nationaal recht kan je als belanghebbende bezwaar instellen tegen die vergunning. Deze nationale rechter kan dan een prejudiciële vraag stellen. Het hangt af van de nationale wetgeving en het nationaal procesrecht of dit lukt. Het arrest Plaumann heeft niks met Nederlands recht te maken en heeft niks te maken met procedures voor de nationale rechter. Waar hangt het vanaf of er een prejudiciële vraag gesteld wordt? Het antwoord daarop moet zijn is dat als de rechter het eens is met de commissie, dat hij dan geen prejudiciële vraag gaat stellen. Je moet hier niet acte clair of acte eclaire noemen, dat is totaal irrelevant. Arrest Clifit geeft een uitzondering op de plicht om een prejudiciële vraag te stellen, wanneer er nog hoger beroep mogelijk is. Arrest Cilfit is dus niet aan de orde zolang er nog hoger beroep mogelijk is. Het is waarschijnlijk wel zo dat als een geldigheidsvraag opkomt bij de hoogste rechter, dat ze dan niet snel altijd de geldigheid aannemen en dan wel een prejudiciële vraag stellen. Geldigheid van een besluit kan alleen maar onderzocht worden op basis van het Verdrag. In artikel 263 VWEU staan de gronden van ongeldigheid. Dat is een interpretatie vraag van de rechter. Je hebt twee type vragen: uitleggingsvragen en geldigheidsvragen. Dat laatste zijn vragen over secundaire wetgeving. Iedere rechter is bevoegd een prejudiciële vraag te stellen over uitlegging van het Verdrag en sommige rechters zijn daartoe verplicht. (Arrest Fotofrost ro. 14 en 15).

Art 263 VWEU –actie tot nietigverklaring

  1. Handeling van een Europese instelling? Ja, het betreft een wetgevingshandeling zoals bedoeld in artikel 288 VWEU omdat het gaat om een besluit van de Commissie.
  2. Welke rechter is bevoegd? Op grond van artikel 256 VWEU is het Gerecht hier bevoegd, omdat het gaat om een beroep als bedoeld in artikel 263 VWEU.
  3. Binnen het beroepstermijn? Ja, binnen twee maanden. Laatste alinea van artikel 263 VWEU.
  4. Is er een beroepsrecht? Om te kijken of er een beroepsrecht is moet je naar het arrest Plaumann. Daarin worden drie situaties onderscheiden:
    1. handeling die tot hen zijn gericht. 
    2. rechtsreeks en individuele geraaktheid
    3. regelgevende handelingen.

Voor een regelgevende handeling hoef je alleen maar rechtstreeks geraakt te zijn en niet individueel. Soms is het efficiënt om met deze derde optie te beginnen, omdat je dan alleen de rechtstreekse geraaktheid hoeft te toetsen. De definitie van rechtstreekse geraaktheid kan je vinden in de arresten Microban, Inuiit en Federcoopesca. Volgens het arrest Federcoopesca (Ro.33) is de voorwaarde dat een natuurlijke of rechtspersoon rechtstreeks wordt geraakt door de handeling waartegen beroep is ingesteld, slechts vervuld wanneer die bestreden handeling rechtstreeks gevolgen heeft voor zijn rechtspositie en geen enkele beoordelingsbevoegdheid laat aan degenen tot wie zij is gericht en die met de uitvoering ervan zijn belast. In casu heeft dit besluit geen rechtstreekse gevolgen voor de rechtspositie van SEB. SEB is dus niet rechtstreeks geraakt en dat betekent dus ook dat SEB niet individueel geraakt kan zijn. Een beroep op artikel 263 VWEU zal dus stranden.

NB: Ro. 14 van Plaumann gaat echt alleen over de individuele geraaktheid

Niet-contractuele aansprakelijkheid artikel 340 jo. 268 VWEU

Deze optie gaat ook niet lukken want er is überhaupt geen schade

Mijn advies zou zijn om een beroep te doen bij de nationale rechter.

Antwoordindicatie casusvraag 2

Deelvraag 1

  1. Welke vrijheid is hier in het geding? De vrijheid van goederen. Artikel 34 VWEU.  Als het over marketing gaat, kan je verwijzen naar het arrest Gourmet. Marketing is een dienstverlening, maar het zwaartepunt ligt hier bij goederen.
  2. Is er harmonisatie? Blijkt niet uit de casus. Als er geen harmonisatie heeft plaatsgevonden, is het Verdrag van toepassing.
  3. Is het EU-recht van toepassing? Kijken of er een grensoverschrijdend element is. Ja, die is er. Een Duitse brouwer wil zijn bier op de markt brengen in Nederland. En die botst tegen een Nederlandse regel.
  4. Is er sprake van rechtstreekse werking? Ja, het Hof heeft duidelijk gesteld dat alle vrijheden van de interne markt rechtstreekse werking hebben. Ze zijn dus voldoende duidelijk en onvoorwaardelijk.
  5. Is er sprake van een invoerbeperking? Om deze vraag te beantwoorden moet je kijken of de maatregel in strijd is met artikel 34 VWEU.
  6. Is dit een maatregel van gelijke werking? De definitie daarvan wordt uitgelegd in het arrest Dassonville (Ro. 8). De twee regels in casu zijn dat het bier van gerst gemaakt moet worden en dat het een minimum alcoholpercentage moet hebben. Dit zijn producteisen en daarom zijn ze maatregelen van gelijke werking. Je kan hier Familiapress (Ro.8) noemen. Het Hof geeft steeds een samenvatting van de rechtspraak. Een voorbeeld daarvan is te lezen in Ro. 24 van Mickelsson en Roos. Je moet wel echt naar een rechtsoverweging verwijzen. In Mickelsson en Roos is er geen sprake van een producteis of verkoopmodaliteit.
  7. Kan deze beperking gerechtvaardigd worden? Eerst kijken naar de criteria van artikel 36 VWEU. Er zijn in casu drie rechtvaardigingen:
    1. De regel dat bier gemaakt moet zijn van gerst wordt gekoppeld aan volksgezondheid die genoemd is in artikel 36 VWEU. Het moet dan wel noodzakelijk en geschikt zijn. De lidstaat moet zelf aantonen dat het geschikt en noodzakelijk is en zij moeten dat staven met gegevens en bewijs. Dit wordt uitgelegd in het arrest Scotch Whiskey Association. In casu is het bewijs niet erg sterk, omdat de Nederlandse overheid een studie aanhaalt die verder niet is gereproduceerd. Het zal daarom ook op dit punt stranden.
    2. De regel dat er een minimum alcoholpercentage moet zijn wordt gekoppeld aan consumentenbescherming en dat is een dwingende reden van algemeen belang.
    3. De regel dat rijst voor voedsel gebruikt moet worden kan je niet koppelen aan artikel 36 VWEU. Hiervoor moet je dus gebruikmaken van de Cassis rechtvaardiging.  
      • De nationale regel moet zonder onderscheid worden toegepast. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen Duits bier of Nederlands bier.
      • De maatregel is gerechtvaardigd door een dwingend vereiste van EU-recht (noodzakelijk) als volksgezondheid, mededinging en consumentenbescherming. In Deense flessen wordt milieubescherming hier aan toegevoegd. Nederland zegt dat rijst gebruikt moet worden voor het voeden van mensen, niet voor het nuttigen van bier voor bierbrouwen. Dit lijkt mij duidelijk dat dit geen dwingend vereiste is en dat het niet noodzakelijk is.
      • De nationale regel is evenredig, proportioneel en subsidiair

Conclusie: deze beperking kan niet gerechtvaardigd worden.

Deelvraag 2

Bij de nationale rechter.  Er staat nergens in het Verdrag dat een individu naar de Unie kan gaan om een nationale regel aan te vechten, dus de conclusie die je daaruit kunt trekken is dat je wel naar de nationale rechter moet gaan. Het gaat hier dus om doorwerking. Je kan je dan beroepen op artikel 34 VWEU omdat die rechtstreekse werking heeft. Eu recht heeft dan voorrang op nationaal recht. Nationaal recht gaat dan van tafel. Misschien kan het ook via staatsaansprakelijkheid. Wegens schending van artikel 34 VWEU met het gevolg dat je schade hebt geleden. 

Check page access:
Public
This content is related to:
Europees Recht - RUG - Werkgroepuitwerkingen 2018/2019
Check more or recent content:

Europees Recht - RUG - Werkgroepuitwerkingen 2018/2019

Europees Recht - RUG - Werkgroepuitwerkingen week 1

Europees Recht - RUG - Werkgroepuitwerkingen week 1


Discussievragen

Vraag 1

Wat is de relatie tussen de arresten Dassonville en Tabaksreclamerichtlijn?

Vraag 2

Bespreek de ontwikkeling in de rechtspraak inzake het vrij verkeer van goederen in het licht van de bevoegdheidsverdeling tussen de lidstaten en de Europese Unie. Welke ontwikkeling in de rechtspraak kunt u ontwaren? Ga in ieder geval in op de arresten Dassonville, Cassis de Dijon, Keck en Mithouard en Italiaanse aanhangwagens, en Mickelsson en Roos, en de relevante verdragsartikelen.

Vraag 3

In het verlengde van (2), wat is het nut geweest van Keck en Mithouard en houdt deze redenering stand in het licht van de daaropvolgende rechtspraak?

Vraag 4

Bestudeer artikel 114 VWEU. Vormt dit artikel naar uw oordeel een (vrijwel) onbegrensde harmonisatiebevoegdheid voor de Europese Unie? Waarom wel of waarom niet?

Vraag 5

Welk probleem probeert Cassis de Dijon op te lossen? Creëert deze oplossing een juiste balans tussen de belangen van lidstaten en EU en tussen economische en niet-economische belangen?

Vraag 6

In het verlengde van (5), hoe worden de leerstukken uit Cassis de Dijon beheersbaar gehouden door het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU)?

Casus

Casus Het bedrijf ‘’New Pharmacy’’ is een online apotheek gevestigd in Neerlandië, een lidstaat van de Europese Unie, en verkoopt zowel medicijnen op recept als vrij verkrijgbare medicijnen aan consumenten. New Pharmacy voldoet aan alle door de Neerlandische overheid gestelde vergunningseisen voor apotheken. Bestellingen gaan volledig online en het bedrijf heeft behalve het hoofdkantoor geen fysieke vestigingen. Voor medicijnen op recept moeten klanten in het bestelformulier aangeven welke klachten zij hebben, waarna één van de huisartsen in dienst bij New Pharmacy de bestelling controleert en dient goed te keuren. New Pharmacy verkoopt zowel binnen als buiten Neerlandië. Door het ontbreken van fysieke locaties en de lage overheadkosten kan New Pharmacy medicijnen goedkoper aanbieden dan haar concurrenten. Dit is tegen het zere been van de vereniging van apothekers in Bretagnië, een andere lidstaat van de EU.

De omzet van Germaanse apothekers is in de afgelopen jaren sterk gedaald doordat steeds meer Bretagniërs hun medicijnen online bestellen uit Neerlandië. Bretagnië heeft traditiegetrouw strenge medicijnenwetgeving die tot doel heeft de gezondheid van patiënten en consumenten in het algemeen te beschermen. Zo mogen medicijnen alleen worden verkocht aan consumenten door ondernemingen met een apothekersvergunning. Voor een dergelijke vergunning moet de aanvrager voldoen aan diverse eisen. Zo mogen zowel medicijnen op recept als de meeste medicijnen zonder recept alleen worden verkocht in fysieke winkels, moet er te allen tijde ten minste één medewerker met een afgeronde farmaciestudie aanwezig te zijn in de winkel, en mogen medicijnen op recept bovendien alleen worden verkocht door medewerkers met een afgeronde farmaciestudie. Hiermee beoogt de Bretaanse wetgeving een

.....read more
Access: 
Public
Europees Recht - RUG - Werkgroepuitwerkingen week 2

Europees Recht - RUG - Werkgroepuitwerkingen week 2


Discussievragen

Vraag 1

In hoeverre kunnen de fundamentele vrijheden van de interne markt worden ingeroepen tegenover particulieren?

Vraag 2

Wat is het verschil tussen de discriminatie-benadering en de belemmeringen-benadering in de context van artikel 49 en artikel 56 VWEU?

Vraag 3

Het arrest Cowan is een voorbeeld van EU-burgerschap avant la lettre. Leg uit.

Vraag 4

Wat wordt bedoeld met de assimilatie van de fundamentele vrijheden van de interne markt? In hoeverre gaat deze theorie op?

Casus

Sinds vijf jaar lijdt de Engelse Catharina Johnson aan een ernstige vorm van oorsuizen. Door het oorsuizen heeft Catharina haar baan als secretaresse bij een advocatenkantoor in Londen moeten opzeggen. De laatste jaren komt zij nauwelijks meer buiten en ligt zij een groot gedeelte van de dag op bed. Jarenlang is er door haar artsen een groot aantal behandelingen en medicijnen geprobeerd. Echter, alle behandeld artsen zijn nu tot de conclusie gekomen dat zij haar niets meer te bieden hebben. Hoewel Catharina haar man Mark eigenlijk niet kan missen, heeft zij besloten dat zij uit het leven wil stappen. Een belangrijke voorwaarde voor haar is wel dat dit op een waardige manier gebeurt.

Euthanasie en hulp bij zelfdoding zijn in Engeland verboden en dus bekijkt zij de mogelijkheden in andere lidstaten. Medio 2017 leest zij dat in Nederland euthanasie is toegepast bij een patiënte met een gelijksoortig ernstig oorsuizen. Dit gebeurde in de Levenseindekliniek in Den Haag. Catharina neemt contact op met de Levenseindekliniek en in 2014 heeft zij meerdere online en telefonische consulten met artsen van de Levenseindekliniek. De artsen komen tot de stellige overtuiging dat Catharina voldoet aan de voorwaarden voor euthanasie, aangezien haar lijden ondraaglijk is en er geen uitzicht op verbetering is. Begin 2017 nodigt de kliniek Catharina uit om een aantal weken naar Den Haag te komen om een aantal vervolggesprekken te voeren. Deze gesprekken zouden dan uiteindelijk kunnen leiden tot euthanasie. Catharina zou zelf de kosten van de behandeling moeten betalen.

Zij wil heel graag naar Den Haag afreizen, maar met haar oorsuizen is zij niet in staat om zelfstandig te reizen. Dit betekent dat haar man Mark met haar mee zou moeten reizen als begeleider. Hiermee zou hij echter wel hulp bij zelfdoding bieden en dat is in Engeland strafbaar. Bij thuiskomst in Londen zou Mark mogelijk door de Engelse Director of Public Prosecutions (DPP) vervolgd kunnen worden. Catharina vindt dit een onacceptabele situatie en wil bij de rechter afdwingen dat haar man niet vervolgd zou kunnen worden. Catharina spant voor de Engelse bestuursrechter een procedure aan tegen de DPP. Ze claimt dat de mogelijkheid van vervolging van Mark een schending betekent van haar rechten onder het internemarktrecht.

.....read more
Access: 
Public
Europees Recht - RUG - Werkgroepuitwerkingen week 3

Europees Recht - RUG - Werkgroepuitwerkingen week 3


Discussievragen

Vraag 1

De ontwikkeling van de rechtspraak van het Europese Hof van Justitie kan, zeker in relatie tot het burgerschap, een “stap-voor-stap” benadering worden genoemd. Kunt u, met behulp van de zaken die deze week behandeld zijn, uitleggen wat onze collega hiermee bedoeld?

Vraag 2

Zoals de heer Lindeboom ook in zijn hoorcolleges heeft belicht, is Burgerschap een soort overgang tussen de harde kern economische aard van de Europese Unie, en het begin van een meer sociaal idee van de Europese Unie. Omdat dit politiek precair is, trekt zowel het Hof als Richtlijn 2004/38 een lijn, die de sociale belangen van de Lidstaten en de belangen van de EU afbakent. Kunt u die schetsen?

Vraag 3

Het Hof heeft nu een aanzienlijke catalogus aan zaken waarin fundamentele rechten en de fundamentele vrijheden schijnbaar met elkaar in botsing komen. Kiest het Hof voor een hiërarchische benadering (vrij verkeer > recht of recht > vrij verkeer), of komt zij met een andere oplossing? Licht uw antwoord toe met verwijzingen naar rechtspraak in zowel het vrij verkeer als het EU-burgerschap.

Vraag 4

Het Handvest geeft nu eindelijk wat concrete handvatten (pun intended) aangaande de rechten die wij als EU burger bezitten na de jaren van onduidelijkheid. Vind u dat het eenvoudig genoeg is om daadwerkelijk uw rechten in te roepen? Zo ja, is dit in alle relaties het geval? Zo nee, waar ziet u de grootste problemen?

Casus

Het is 1998 als Anna De Vries in het romantische licht van de Blauwe Engel tijdens haar studie in Groningen een leuke Canadees tegen het lijf loopt. Ze valt als een blok voor Pieter De Jong, en na het afronden van haar studie Sociale Geografie in 2001 verhuist ze samen met hem naar het altijd opwindende Alberta in Canada, waar ze dat jaar ook bevalt van haar dochter, Evelien. Op 1 maart 2007 verkrijgt ze naast de Nederlandse ook de Canadese nationaliteit.

Het gezin is lange tijd gelukkig, maar helaas komt er in 2018 een einde aan het huwelijk van Anna en Pieter. Door de scheiding blijven Anna en Evelien berooid achter in Alberta. Ondertussen is Evelien zich aan het beraden op een studie, aangezien ze klaar is met High School. Anna deelt haar mede dat ze nu feitelijk geen geld hebben om Evelien naar een goede Canadese Universiteit te sturen. Ze ziet echter wanneer ze door al het promotiemateriaal van de universiteiten heen bladert dat haar alma mater hoog staat in meerdere toonaangevende universitaire rankings. Anna heeft Evelien ooit als Nederlandse moeder ook netjes via de ambassade in Canada geregistreerd als Nederlands staatsburger. In Nederland zou Evelien voor veel minder geld kunnen studeren en studiefinancering

.....read more
Access: 
Public
Europees Recht - RUG - Werkgroepuitwerkingen week 4

Europees Recht - RUG - Werkgroepuitwerkingen week 4


Discussievragen

Vraag 1

Wanneer is een marktafbakening noodzakelijk binnen het Europese mededingingsrecht? Gebruik in uw antwoord het arresten United Brands en Cartes bancaires en leg een verband met zowel het kartelverbod als het verbod van machtsmisbruik.

Vraag 2

Baken de relevante markten af waarop de volgende producten concurreren:

  1. Een Junami-appel
  2. Een iPhone XS 5.8
  3. Een fles huiswijn van de Albert Heijn
  4. De Google-zoekmachine

Vraag 3

Leg uit in uw eigen woorden welke vormen van coördinatie allemaal onder artikel 101 VWEU vallen en wat het verschil tussen deze vormen van coördinatie is, en hoe relevant het is een onderscheid te maken tussen deze vormen.

Vraag 4

Een grote voetbalclub van een niet nader te noemen lidstaat van de EU heeft dringend behoefte aan een nieuw stadion, maar kan de noodzakelijke investeringen hiervoor niet zelf dragen. De lidstaat overweegt de volgende maatregelen. Leg uit of hier sprake is van Staatssteun.

Casus

Steeds meer consumenten – vooral hoogopgeleide, jonge gezinnen en overige millennials – zijn geïnteresseerd in biologische en diervriendelijke voeding. Tegelijkertijd hebben veel mensen uit met name deze groep steeds minder tijd en/of zin om uitgebreid te koken, laat staan het bedenken van de gerechten, en het doen van boodschappen. Een aantal ondernemende boeren ziet hierin een gat in de markt. Zij besluiten een gezamenlijke onderneming op te zetten, genaamd Ecovers, die biologische maaltijdenpakketten samenstelt. Consumenten kunnen iedere week een nieuw maaltijdenpakket bestellen met 100% biologische producten voor drie volledige gerechten voor 2 of 4 personen, inclusief recepten. Een maaltijdenpakket voor 2 personen kost 50 euro inclusief verzendkosten, een pakket voor 4 personen kost 85 euro. De pakketten kunnen online worden besteld en worden vervolgens rechtstreeks bij consumenten thuisbezorgd.

Al snel ontdekken de grootstedelijke hipsters de vele voordelen van de biologische maaltijdenpakketten en Ecovers groeit als kool. De recepten van de wekelijks maaltijdpakketten staan gratis vermeld op de website van Ecovers. Consumenten kunnen er dus ook voor kiezen de biologische ingrediënten van de recepten los te kopen in de supermarkt, in welk geval ze ongeveer 15% goedkoper uit zijn dan de aanschaf van het maaltijdenpakket zelf. In Nederland is één andere, soortgelijke onderneming actief, Hoivers genaamd. Hoivers produceert eveneens maaltijdenpakketten die echter niet (geheel) biologisch zijn. Als gevolg daarvan zijn de pakketten van Hoivers goedkoper dan die van Ecovers (42 euro voor een 2-personenpakket en 75 euro voor een 4- personenpakket, beide met drie maaltijden).

Om hun distributiesysteem te diversificeren besluit Ecovers ook contracten te sluiten met een aantal lokale boerderij- en reformwinkels en één landelijke supermarktketen met een geschat marktaandeel van 35%. De lokale boerderij- en reformwinkels zijn vooral gelegen in de kleinere dorpen en dorpse buitenwijken, terwijl de supermarktketen vooral

.....read more
Access: 
Public
Europees Recht - RUG - Werkgroepuitwerkingen week 5

Europees Recht - RUG - Werkgroepuitwerkingen week 5


Discussievragen

Vraag 1

De termen evenredigheid, subsidiariteit en bevoegdheidstoedeling hebben een eigen Europees rechtelijke uitlegging. Kunt u deze uitleggen, maar belangrijker, wat is hun functie?

Vraag 2

Wat is de status van Algemene Beginselen van Europees Recht? Kunt u een punt in het voordeel van de benadering van het Hof van Justitie noemen, en kunt u ook een punt van kritiek noemen? Denk vervolgens eens aan de doorwerking van Richtlijnen, kunt u daar een soortgelijke kritiek op hebben? Beargumenteer uw vergelijking.

Vraag 3

Ten tijde van de invoering van het begrip subsidiariteit in 1992 met het Verdrag van Maastricht, werd het wel “The word that saved the Treaty” genoemd. Bent u van mening dat dit begrip inderdaad zo veel lof verdient? Beargumenteer uw antwoord, ga daarbij onder andere in op de wijze waarop EU wetgeving tot stand komt.

Vraag 4

In essentie gaat deze week over de balans tussen de belangen van de verschillende Instellingen en de Lidstaten. Een mooi voorbeeld is de strijd die kan plaatsvinden omtrent de bevoegdheidstoedeling en de rechtsgrondslag die worden gebruikt bij een wetgevingsvoorstel. Maak een lijstje van de verschillende partijen die tegenover elkaar kunnen staan en geef aan hoe zij deze begrippen in hun eigen belang kunnen inzetten. Voorbeeld: Commissie – Lidstaten: Zie Tabaksreclame richtlijn, de Commissie interpreteert (nu) Artikel 114 VWEU breed genoeg om te kunnen beargumenteren dat zij de mogelijkheid hebben om in deze kwestie harmoniserend op te treden.

Casus

Het internet zorgt voor snelle veranderingen in de interne markt waar de Europese wetgever snel op wil reageren. Waar in de Dienstenrichtlijn (Richtlijn 2006/123/EG) nog in Artikel 2 een expliciete uitzondering wordt gemaakt op de reikwijdte van de Richtlijn met betrekking tot de gok-industrie, maakt de beschikbaarheid van online kansspelen meer en meer een substantieel deel uit van de online economie. Alhoewel het Hof altijd van mening is geweest dat gokken in principe een economische activiteit is die daarmee onder de reikwijdte van het verdrag valt, zorgt de aard van deze sector ervoor dat het Hof al lange tijd een zekere veilige afstand heeft gehouden in haar beoordeling van nationale wetgeving die een mogelijke beperking oplevert voor de toetreding van nieuwe aanbieders van kansspelen uit andere Lidstaten.

In de loop der jaren heeft zich dat gekenmerkt door een lijn van jurisprudentie waarin het zogeheten hypocrisie-beginsel is ontwikkeld. Hoe verder de Lidstaat die de betreffende belemmering opwerpt de kansspelsector behandelt als een reguliere economische sector, hoe dieper de toetsing van het Hof aan de in het Verdrag geldende regels voor het vrij verkeer. Volgens de Commissie heeft deze uitsluiting uit de logischerwijs van toepassing zijnde Richtlijn, en deze benadering van het Hof geleid tot een

.....read more
Access: 
Public
Europees Recht - RUG - Werkgroepuitwerkingen week 6

Europees Recht - RUG - Werkgroepuitwerkingen week 6


Discussievragen

Vraag 1

U heeft aan het einde van deze week een redelijk overzicht van alle manieren waarop Europees recht kan doorwerken in het nationale recht. Kunt u een overzicht maken van de verschillende methoden, en aangeven in welke situaties ze kunnen worden gebruikt?

Vraag 2

Het Hof hamert er op dat het nuttig effect van Europees recht enkel verzekerd kan worden als er een mogelijkheid is tot non-contractuele aansprakelijkheid voor lidstaten. Wat is de gedachte hierachter, en vindt u dit voldoende bescherming voor de Unieburger?

Vraag 3

Een heet hangijzer in academische discussies is al jaren het begrip ‘procedurele autonomie’. Er zijn academici die zeggen dat dit begrip het laatste onaangetaste domein is van de lidstaten. Andere academici vinden deze stelling onzin. Kunt u voor elk van deze twee posities een ondersteunend argument geven?

Vraag 4

Zoals we vorige week al hebben vastgesteld, gaat het in het procedurele recht van de EU vaak over het evenwicht tussen belangen. Denk aan de balans tussen de bevoegdheden van lidstaten en die van de EU, of die tussen de bevoegdheden van de individuele instellingen. In de rechtspraak van het Hof over de prejudiciële procedure is ook een balancering gaande. Kunt u deze schetsen aan de hand van onder andere de Zaken Foto-Frost en CILFIT?

Casus

In juni 2016 heeft Don Juan Rossi, een mooie pied-à-terre in een vooroorlogs gebouw in het centrum van Brussel gekocht. De makelaar was sympathiek, de lente was in de lucht, en net voor de ondertekening van het contract, had Rossi een nogal extravagante lunch gehad met Gustav , inclusief wijn, wat mogelijk zijn oordeel enigszins vertroebelde. Twee weken later, wanneer hij de verzekering voor zijn nieuwe domicilie wil afronden, ontstaan er problemen. Het blijkt dat de makelaar geen energielabel heeft verstrekt voor het appartement. Er is een EU-richtlijn die onder meer betrekking heeft op onroerendgoedtransacties. Om het milieu te beschermen bevat de richtlijn een bepaling waarin staat:

Artikel 3 De partij die een onroerend goed verkoopt, moet de koper voorzien van een energielabel, tenzij de koper een andere makelaar is of de transactie een historisch gebouw betreft. De richtlijn is in mei 2014 in werking getreden en voorziet in een omzettingstermijn van twee jaar, maar de Belgische regering heeft tot op heden gefaald de richtlijn om te zetten. De Belgische wet op de verkoop van onroerend goed vermeldt duidelijk dat er alleen een notariële akte nodig is om de transactie af te ronden. De verzekeringsmaatschappij weigert Rossi een polis te verstrekken, omdat zijn appartement geen energielabel heeft. Hij is woedend en wil de makelaar voor het gerecht dagen om hem te dwingen het energielabel te leveren.

.....read more
Access: 
Public
Europees Recht - RUG - Werkgroepuitwerkingen week 7

Europees Recht - RUG - Werkgroepuitwerkingen week 7


Casus 1

Het systeem van Rechtsbescherming

Er is al jarenlang een felle discussie aan de gang over het gebruik van zogenaamde Neonicotinoïden in de landbouw.1 Deze stof wordt gebruikt in de gewasbescherming om bepaalde insectenplagen in te dammen. Echter, er zijn verschillende onderzoeken geweest waarin het effect van deze stoffen op de bijenpopulatie inzichtelijk wordt gemaakt. Uit een groot aantal van deze onderzoeken lijkt duidelijk te worden dat de bijensterfte, die op enig moment de voedselzekerheid van de EU kan bedreigen, deels voortkomt uit het gebruik van deze stoffen. Het lukt de Raad niet om tot een eenduidig antwoord te komen voor de oplossing van dit probleem. Neonicotinoïden zijn erg goed in het bestrijden van ongedierte, en hebben door de lage doseringen die nodig zijn weinig tot geen effecten op de menselijke consument. De landbouw sector en de chemische industrie in veel lidstaten verzet zich hevig tegen een verbod. Hierdoor is er verdeeldheid in de Raad, terwijl het Europees Parlement al heeft aangegeven een voorstander te zijn voor een algeheel verbod van Neonicotinoïden. Uiteindelijk bepaalt de Commissie dat het beste is als er het volgende pad wordt gevolgd: Per Verordening van 1 januari 2017 is het vanaf 1 januari 2019 niet meer toegestaan om Neonicotinoïden te gebruiken in de Europese Unie. Echter, het is tot 2022 mogelijk voor individuele lidstaten om hier een uitzondering op te maken voor specifieke landbouw-sectoren. Hiervoor dienen zij een beargumenteerd verzoek te doen bij de Commissie, welke vervolgens een afweging zal maken of de uitzondering wordt toegestaan of niet. Er wordt dan gekeken naar de noodzakelijkheid van het gebruik (is het land bijzonder vatbaar voor insectenplagen etc.) en de effecten van het gebruik op zaken als de bodemgesteldheid en de waterkwaliteit. In de 1 In deze casus wordt de discussie die over deze middelen plaats heeft gevonden sterk versimpeld weergegeven. Natuurlijk wordt u aangemoedigd om wat in te lezen over de Europese dimensie van dit vraagstuk, maar maak enkel gebruik van de voorstelling van zaken zoals deze in de casus is weergegeven. tussenliggende periode zal er meer onderzoek worden gedaan over de effecten van dit middel, waarna de Commissie hoopt dat er een meer eenduidige oplossing te vinden is. Nederland vraagt in de loop van 2018 een uitzondering aan voor in feite de gehele Nederlandse groente en fruitteelt. De Nederlandse overheid stelt in haar verzoek dat Nederland bij uitstek het voorbeeld is van een succesvolle agri-economie die een groot deel van haar enorme productie exporteert aan derde landen. Dit is een grote bijdrage aan economische groei van de EU-zone en dit kan niet zonder het gebruik van Neonicotinoïden. De Commissie staat de uitzondering per besluit van 1 december 2018 toe. Nederland kan nu vanaf 2019 vergunningen verlenen

.....read more
Access: 
Public
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Check more of this topic?
How to use more summaries?


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
  3. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  4. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Search tool : 'quick & dirty'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
1254
Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Promotions
Image

Op zoek naar een uitdagende job die past bij je studie? Word studentmanager bij JoHo !

Werkzaamheden: o.a.

  • Het werven, aansturen en contact onderhouden met auteurs, studie-assistenten en het lokale studentennetwerk.
  • Het helpen bij samenstellen van de studiematerialen
  • PR & communicatie werkzaamheden

Interesse? Reageer of informeer