Burgerlijk recht 2 - RUG - Werkgroepopdrachten 2018/2019 - Week 6b

Vragen

Vraag 1a

Aram is eigenaar van een Bentley silver shadow waarmee hij iedere zondag door het platteland toert. Omdat Aram al aardig op leeftijd is, besluit hij zijn rijbewijs in te leveren. De Bentley staat nu te verstoffen in de garage. Na een tijdje begint hij het toeren toch wel te missen. Hij benadert daarom zijn goede vriend Jacob met een voorstel. Aram en Jacob komen overeen dat Jacob tegen betaling van 7500 euro voor de helft mede-eigenaar wordt van de auto. Ze spreken af dat Jacob van maandag tot en met zaterdag de auto mag gebruiken. Op zondag zal Jacob met Aram moeten rondtoeren door de provincie. Bovendien komen de kosten van de auto voor rekening van Jacob.

Wat moet er gebeuren opdat Jacob mede-eigenaar wordt van de auto?

Vraag 1b

Vervolg. Op een dag botst Izaak tijdens het inparkeren per ongeluk tegen de auto van Jacob en Aram aan. Als gevolg daarvan is de Bentley total loss. De WA-verzekeraar van Izaak is bereid de schade te vergoeden. Wie komt de schadevergoeding toe: Jacob, Aram of beiden? Motiveer uw antwoord.

Vraag 1c

Vervolg. Jacob wil op een gegeven moment van zijn aandeel in de auto af, omdat hij de kosten niet meer kan betalen. Hij vervreemdt met toestemming van Aram zijn aandeel aan Slomo. In hoeverre is Slomo gebonden aan de afspraken die Aram en Jacob hebben gemaakt? Motiveer uw antwoord.

Vraag 2a

Kaptein en Hiemstra zijn samen voor een gelijk deel eigenaar van een zeevissersschip. De Harmonie 14. Als gevolg daarvan bestaat er tussen hen een rederij. De Harmonie 14, dat niet het enige, maar wel het belangrijkste goed van de rederij vormt, is te boek gesteld in de openbare registers. Jarenlang is het schip ingezet voor mosselzaad vangst op de Waddenzee. Kaptein en Hiemstra hebben de laatste tijd zeer verschillende opvattingen over de toekomst van de mosselvisserij. De onderlinge betrekkingen verslechteren en ze willen hun samenwerking stoppen. Ze ontbinden daarom de rederij. Omdat Hiemstra zich snel uit de mosselvisserij wil terugtrekken gaat hij ermee akkoord dat Kaptein gedurende twee maanden het uitsluitende recht van gebruik op de Harmonie 14 krijgt. Met toestemming van Kaptein verkoopt en levert Hiemstra zijn deel in het schip aan Renkema.

Hoe moet het aandeel in het schip worden geleverd aan Renkema?

Vraag 2b

Was voor de overdracht van het aandeel in het schip door Hiemstra aan Renkema de toestemming van Kaptein noodzakelijk?

Vraag 2c

Renkema krijgt het na de overdracht al snel aan de stok met Kaptein. Wanneer Renkema zijn gebruiksrecht op de Harmonie 14 opeist, zegt Kaptein dat hij met Hiemstra heeft afgesproken dat hij twee maanden het uitsluitende gebruiksrecht heeft en dat deze termijn nog niet om is. Renkema stelt daartegenover dat hij een aandeel van vijftig procent heeft in het schip, dat hij geen partij was bij de afspraak, dat hij de afspraak niet kende en dat deze afspraak niet uit de registers blijkt, hij is daarom van mening dat de afspraak hem niet kan worden tegengeworpen?

Kan Kaptein zijn afspraak met Hiemstra aan Renkema tegenwerpen? Motiveer uw antwoord en betrek daarbij de stellingen van partijen.

Antwoordindicatie

Vraag 1a

Er moet een titel zijn en een beschikkingsbevoegde. De levering geschiedt via art. 3:96 jo. 3:90 BW, het bezit van de auto moet worden verschaft.

Vraag 1b

Artikel 3:167, zaaksvervanging. De schadevergoeding komt voor rekening van beide.

Vraag 1c

De beheersverkrijgenden worden in beginsel ook gebonden aan de afspraken op de voet van 3:108 lid 4. In dit geval is hij wel gebonden, maar waarschijnlijk niet voor het rondtoeren op de zondag.

Vraag 2a

Er wordt geleverd doordat het aandeel wordt geleverd. Artikel 3:96 jo. 3:89 BW. Noem daarnaast ook artikel 8:199 BW.

Vraag 2b

Ja, de toestemming van Kaptein was nodig op grond van artikel 3:190 lid 1. We kijken naar afdeling twee omdat het gaat om de ontbinding van een rederij. 

Vraag 2c

Uitgangspunt: gebonden aan afspraken, art. 3:168 lid 1 en 4. Dat hij 50% heeft, doet daar niks aan af. Renkema kende echter de afspraak inet en het stond niet in het register, 3:16 jo 3:24 BW. Om deze reden kan de afspraak niet tegen hem worden tegengeworpen.