Boeksamenvatting Consciousness Blackmore & Troscianko - 3de druk
- 1889 keer gelezen
In 1974 kwam Thomas Nagel met de vraag, ‘Hoe is het om een vleermuis te zijn?’ Hij bedoelde hiermee dat het afvragen hoe een mentale staat veroorzaakt wordt doe neuronen niet hetzelfde is als snappen hoe water H2O is. Ons bewustzijn, en onze subjectiviteit zit dat begrip in de weg.
Als je een steen en een kat vergelijkt, dan zal je snel zeggen dat de steen geen bewustzijn heeft en de kat wel. Dit is omdat er geen ervaringen of vormen zitten aan een steen zijn. Maar er is iets wat een kat een kat maakt, een soort kat-zijn. Dus als je zegt dat een ander organisme een bewustzijn is, zeg je dus eigenlijk dat er een soort zijn voor dat organisme is.
Dus, Nagel’s definitie voor bewustzijn is dus of je de vraag kan stellen, ‘Hoe is het om…’ Er zitten wat haken en ogen aan deze definitie, maar zolang je niet slim probeert te zijn en het uit z’n verband haalt zit je op de goede weg.
Stel je voor dat je een vleermuis bent. Vleermuizen zijn heel anders dan mensen – ze gebruiken echolocatie, en hun oren zijn veel belangrijker dan hun ogen. Het is heel moeilijk om, als mens, je voor te stellen hoe dat is. Vleermuizen zien geen diepte, kan je je voorstellen hoe dat is?
Maar zelfs als je jezelf in een vleermuis zou kunnen veranderen en terug, zelfs dan zou je nog niet weten hoe het is om een vleermuis te zijn, aangezien vleermuizen geen taal spreken en zich niet bezig houden met filosofische vragen.
Er wordt dus onderscheid gemaakt tussen het P-bewustzijn (phenomenal consciousness) en A-bewustzijn (access consciousness). Het P-bewustzijn is de functie dat het een wezen maakt om iets te zijn, en het A-bewustzijn is de aanwezigheid om te denken en handelen.
Je zou denken dat we het in dit boek alleen maar over het P-bewustzijn hebben, maar dat is niet het geval. Het rapporteren en beseffen van alles waar je je bewust van bent is namelijk ook erg belangrijk. Bedenk maar hoe je bijvoorbeeld kleuren, of het leven zou omschrijven. Je kan het rapporteren, maar er zal altijd een stukje meer, een stukje bewustzijn zijn. Dit is en voorbeeld van een combinatie tussen de twee soorten bewustzijn.
Dit onderscheid wordt ook wel regelmatig afgewezen, en sommige filosofen geloven dat er alleen het P-bewustzijn is, terwijl andere alleen geloven dat er A-bewustzijn is. Klinkt dit bekend? Jupp, het lijkt heel sterk op dualisme en monisme, huh?
Maar als er iets is om een vleermuis te zijn, dan is er ook iets om jou te zijn. Gebruik oefening 1 om hier over na te denken.
Als je iets lekkers ruikt, dan zijn dat gewoon chemicaliën die je neus binnen komen. Maar in je hoofd zit dit niet helemaal zo. Dat lekkers dat je ruikt, dat heeft een speciaal iets. In de filosofie heten deze eigenschappen qualia.
Qualia (quale voor enkelvoud) zijn de fundamentele bouwstenen van de zintuigen. Het zijn de dingen die een ervaring zo uniek maken. In andere woorden, qualia zijn de subjectieve ervaringen van een objectief brein. De geur van regen, het gevoel bij een zonsondergang, het zijn allemaal qualia. Het bewustzijn, of het idee van bewustzijn, kan dus ook gezien worden als een soort quale.
En hoewel het raar lijkt om te ontkennen dat de geur van koffie of het gevoel van liefde niet bestaat, zijn er toch mensen die het bestaan van qualia ontkennen. Daniel Dennet kwam met het argument dat er niet iets is als een specifieke eigenschap of emotie tot iets. De eerste keer dat je koffie proeft vindt je et waarschijnlijk vies, maar later niet meer. Is de eigenschap – de smaak van de koffie – veranderd? Nee, maar jouw mening over de smaak wel. Er zijn dus geen qualia, alleen meningen. De vraag blijft dan wel of niet de definitie van qualia moet veranderen in plaats van het bestaan ervan.
Het probleem met qualia is dat het dingen dieper en mysterieuzer laat lijken dan dat ze zijn. Qualia gaan gewoon over hoe iets voelt. Qualia vallen ook niet statistisch te testen, want ze zijn iet iets tastbaars. Er zijn namelijk wel gedachte experimenten – zoals degene gegeven in oefening 2. Lees deze eerst voor je door gaat.
Het geval van Mary, zegt Frank Jackson, laat zijn dat qualia wel een belangrijke waarde hebben voor de wereld. Mary weet namelijk alle feiten over de kleur rood, maar totdat ze naar buiten stapt zal ze geen flauw idee hebben wat het is om rood te ervaren.
Maar er zijn ook die zeggen dat dit niet zo’n goed experiment is als het lijkt te zijn. Als Mary namelijk alles weet wat er te weten is over specifieke kleuren, dan weet ze in theorie ook wat voor indruk een kleur maakt op haar ogen, haar brein, dan zou ze in principe een kleur al kunnen herkennen zonder deze ooit ook maar gezien te hebben.
Dennet (ja, dezelfde als eerst) stelde voor om Mary als een robot te zien met zwart wit camera’s. Als de robot alles weet over kleur, en dat normale camera’s krijgt, is deze dan verbaasd? Nee, want de robot weet alles al.
Stel je voor, er is iemand die er exact hetzelfde uit ziet als jij, hetzelfde does als jij, op dezelfde manier praat en beweegt en lacht zoals jij. Het enige verschil is dat deze persoon geen bewustzijn heeft. Het is de jij-zombie. Er is niks was deze zombie iets maakt, niks daarbinnen dat het iets maakt om de zombie te zijn. In feite is het biologisch gezien mogelijk, aangezien het bewustzijn geen fysieke plek heeft in het lichaam.
De Zombie heeft nog meer troubles veroorzaakt dan het Mary dilemma. Zo zegt Chalmers, bijvoorbeeld, dat het best mogelijk is dat er gewoon niks in de zombie zit. Als je je voorstelt wat het is om de zombie te zijn, dan is het gewoon blanco, zwart. Er is niks eigen, persoonlijks aan de zombie.
Maar sommige vinden juist het tegenovergestelde. Als de zombie lacht en praat en beweegt, dan moet er iets zijn dat het aanstuurt: een bewustzijn. Het is niet mogelijk voor de zombie om te leven zonder een bewustzijn.
Het probleem met gedachte experimenten is dat er geen waarheid in zit. Omdat de situatie denkbeeldig is , is een mogelijke oplossing ook denkbeeldig en komen we niet echt verder. Sommige psychologen zullen zelfs zeggen dat gedachte experimenten nutteloos zijn.
Als je het zombie verhaal een stap verder neemt, dan heb je ook de zimbo. De zimbo ziet mentale staten, en reageert er op zonder dat ze deel van hem uit maken. De zimbo denkt dus dat hij een bewustzijn heeft, hoewel dit niet het geval is. Het stomme aan dit experiment is dus dat we allemaal stuk voor stuk een zimbo kunnen zijn. (Oefening 3)
Terug kijkend op de grote en kleine problemen van de filosofie (waarom bestaan we vs waarom hebben we een slaapcyclus) zijn er verschillende meningen over het bewustzijn. We delen deze voor nu even op in 5 categorieën.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Nederlandse samenvatting van de derde druk vak het Consciousness boek
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
2238 |
Add new contribution