HC19: Stofwisseling van de cel
Algemene informatie
- Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege?
- In dit college vormt een inleiding tot stofwisseling in de cel
- Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?
- Alle onderwerpen in dit college worden ook behandeld in de literatuur
- Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
- Er zijn geen recente ontwikkelingen besproken
- Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
- Er zijn geen opmerkingen over het tentamen gemaakt
- Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen?
- Er zijn geen mogelijke vragen behandeld
Onderhoud van de energie
Het belangrijkste doel van stofwisseling is het onderhouden van de energie:
- Eten en drinken leveren niet alleen de noodzakelijke voedingsstoffen voor een gezond en fit lichaam, maar ook energie
- Voedingsstoffen zijn de brandstof voor het lichaam, zonder energie functioneren we niet
- Hoeveel energie een mens per dag verbruikt, hangt af van o.a. leeftijd, geslacht en activiteiten
Twee routes spelen een belangrijke rol:
- Katabole route: afbraak van voedselmoleculen tot kleinere bouwstenen → levert energie
- Anabole route: aanmaak van grotere bouwstenen uit kleinere bouwstenen → kost energie
Katabole en anabole routes zijn niet elkaars omgekeerde, maar compleet andere routes.
Componenten
Voedsel bestaat uit 3 belangrijke componenten:
- Koolhydraten
- Bijv. een glucosemolecuul (een C6-ring waar OH-groepen aan gekoppeld zijn)
- Vetten
- Bijv. triacylglycerol (een backbone van glycerol waarbij de OH-groep veresterd is met de vetzuurstaart)
- Eiwitten
- Opgebouwd uit aminozuren
- Essentiële aminozuren kunnen niet zelf aangemaakt worden, maar moeten opgenomen worden via de voeding
- Opgebouwd uit aminozuren
Absorptie in de darm
Voedingsstoffen worden door enterocyten geabsorbeerd in de darm. Dit gebeurt op verschillende manieren:
- Glucose: wordt direct door de enterocyt geabsorbeerd
- Eiwitten: worden eerst in het lumen (van de dunne darm) gehydrolyseerd van polymeer tot monomeren → aminozuren
- Sucrose: wordt via brushborder hydrolyse omgezet van oligomeer tot monomeren → glucose en fructose
- Peptiden: worden eerst in de cel getransporteerd en intracellulair gehydrolyseerd tot aminozuren
- Triacylglycerol: wordt eerst in het lumen gehydrolyseerd en vervolgens over het membraan de cel in getransporteerd → hier vindt resynthese van het triacylglycerol plaats
Opslag voor later
Het menselijk lichaam is geconditioneerd om voedsel op te slaag ter bescherming voor voedselschaarste. Het lichaam is niet aangepast aan de huidige omstandigheden, waarbij er nauwelijks sprake van schaarste is. Dit zorgt voor overgewicht.
Vetopslag kan op meerdere manieren gebeuren:
- Glucose: kan opgeslagen worden als glycogeen in spier- en levercellen, of wordt omgezet in vet
- Glycogeen heeft een andere functie dan glucose
- Glycgeen is een polysacharide: bestaat uit veel aaneengekoppelde glucosemoleculen
- Vet kan niet terug omgezet worden in glucose
- De glycogeenvoorraad in het menselijk lichaam is bescheiden
- Lever: 120 gram glycogeen
- Spier: 700 gram glycogeen
- Glycogeen heeft een andere functie dan glucose
- Vetzuren: worden opgeslagen als vet
- Een vetzuur is een glycerol backbone met vetzuurstaarten
- Vetzuren zonder dubbele bindingen zijn verzadigd, vetzuren met dubbele bindingen zijn onverzadigd
- Acyl: de vetzuurzijketen/-staart
- Acetyl: een CH3COO groep
- Het lichaam bestaat voor 20% uit vet (14 kg)
- Vetzuren opgeslagen als vet
- Glucose omgezet naar vetzuren en opgeslagen als vet
- Eiwitten: zijn functioneel en worden niet als primaire energiebron gebruikt → er is geen opslag van aminozuren en eiwitten
- In extreme periodes van schaarste kan eiwit wel als energiebron functioneren → leidt tot spierafbraak en functieverlies
- Het lichaam bestaat voor 14% uit eiwitten (10 kg)
Afbraakroutes
Glucose afbraak levert energie:
- Glycolyse levert pyruvaat op
- Pyruvaat wordt omgezet in acetyl-CoA
- Acetyl-CoA is een centraal molecuul
- Ketogene aminozuren leveren ook acetyl-CoA op
- Acetyl-CoA gaat de citroenzuurcyclus in → levert NADH en FADH2op
- NADH en FADH2zijn elektronendragers
- Tijdens oxidatieve fosforylering leveren NADH en FADH2hun elektronen af → ATP wordt gevormd
- ATP is een hoog-energetisch fosfaat
- ATP bestaat uit een ribose, adenine en 3 fosfaatgroepen
- ATP wordt omgezet in ADP → doordat een fosfaat wordt afgesplitst komt energie voor allerlei processen vrij
Anaerobe verbranding:
Dit voorbeeld beschrijft de beschikbare energie voor een sprintje van 10 seconden. Hierbij wordt aangenomen dat de snelste bron eerst helemaal wordt opgemaakt:
- Creatinefosfaat in de spier wordt heel snel omgezet in ATP
- De voorraad creatininefosfaat is heel beperkt
- Na 6 seconden is de voorraad creatininefosfaat op
- Glycolyse: een glucosemolecuul wordt omgezet tot 2 pyruvaat → levert 2 ATP en 2 NADH op
- Als de glycolyse vaak achter elkaar moet plaatsvinden raakt de NAD+op
- De anaerobe glycolyse start: spierglycogeen → glucose → pyruvaat → lactaat
- De anaerobe glycolyse is de omzetting van pyruvaat in lactaat (melkzuur) → hierbij wordt NAD+gegenereerd
- Anaerobe verbranding is heel snel, maar levert minder ATP op
- Spiercellen vinden de lactaatproductie niet fijn → verzuren (de pH daalt)
- Het spierweefsel van een sporter bestaat uit witte spiervezels → kunnen makkelijk anaerobe processen aan gaan
De rode bloedcel is een cel die continu lactaat produceert → rode bloedcellen bevatten geen mitochondriën en moeten daarom glucose anaeroob afbreken. Hoewel de nadruk van de lactaatproductie in de spier ligt, vindt er dus een continue lactaatproductie door de rode bloedcellen plaats.
Cori-cyclus:
Omdat lactaat een zuur is kan het niet eindeloos worden gevormd. Dit wordt opgelost door de Cori-cyclus:
- In de spier vindt anaerobe glycolyse plaats
- De spier geeft lactaat af aan het bloed
- Via het bloed gaat het lactaat naar de lever
- In de lever wordt lactaat weer omgezet in pyruvaat en uiteindelijk in glucose → dit is de gluconeogenese
- Kost 6 ATP
- Tijdens vasten kunnen de nieren ook aan gluconeogenese doen
Mitochondriën:
Aerobe processen hebben de voorkeur over anaerobe processen. Om aerobe processen te bewerkstelligen zijn mitochondriën nodig:
- Co-enzym A laat de reactie van pyruvaat naar acetyl-CoA verlopen
- Acetyl-CoA gaat het mitochondriën in → de citroenzuurcyclus start
- Acetyl-CoA reageert met oxaalazijnzuur → NADH en FADH2 worden gevormd
- NADH en FADH2 gaan verder naar de elektronentransportketen → oxidatieve fosforylering
- Ook dit vindt plaats in het mitochondriën
- Elektronen van NADH worden afgegeven aan complex 1
- Elektronen van FADH2 worden afgegeven aan complex 2 → dit geeft geen pompen van protonen
- Door de overdacht van elektronen worden protonen gepompt naar de intermembraanruimte → er wordt een protonengradiënt opgebouwd
- Via ATP synthase gaan protonen terug → ATP wordt gevormd
- Elektronen worden afgegeven aan zuurstof → vormt water
- Dit is de reden waarom mensen zuurstof ademen
Elektronenoverdracht geeft dus pompen van protonen, die via complex 5 teruggaan. Dit geeft voldoende energie om ATP te genereren. Er is dus sprake van koppeling.
Eén glucosemolecuul levert in totaal 30-32 ATP:
- 2 ATP uit de glycolyse
- 2 ATP uit de citroenzuurcyclus
- 26 of 28 uit de oxidatieve fosforylering
Van glucose naar vetzuren:
De omzetting van glucose naar vetzuren kan niet andersom. Acetyl-CoA speelt een belangrijke rol:
- Bij veel glucose-inname is er meer acetyl-CoA aanwezig dan nodig om te verbranden tot ATP
- Acetyl-CoA zit goed opgeslagen in de mitochondriën → kan niet zomaar weg
- Acetyl-CoA kan samen met oxaalacetaat omgezet worden naar citraat
- Citraat verlaat het mitochondriën en wordt het cytosol in getransporteerd
- In het cytosol wordt citraat omgezet tot acetyl-CoA
- Uit acetyl-CoA worden vetzuren gemaakt
Het doel hiervan is om de glucose in het bloed op peil te houden.
Marathon:
Het energieverbruik tijdens een marathon verloopt anders dan tijdens een sprintje. Er zullen naast glucosemoleculen ook vetzuren afgebroken worden:
- Aeroob
- Eerst spierglycogeen
- Daarna leverglycogeen
- Vetzuren
- Bèta-oxidatie: afbraak van vetzuren tot actetyl-CoA → kan de citroenzuurcyclus op
- Levert ook FADH2en NADH op
- Eén C16 vetzuur levert 106 ATP op
- Bèta-oxidatie: afbraak van vetzuren tot actetyl-CoA → kan de citroenzuurcyclus op
Vasten
Tijdens het vasten worden een aantal routes gekoppeld. De hersenen hebben een continue aanvoer van glucose nodig, maar:
- Spierglycogeen is alleen beschikbaar voor de spier → als spieren glycogeen nodig hebben, wordt het lokaal aangesproken en gebruikt
- Vetzuren (acetyl-CoA) kunnen door de mens niet omgezet worden in glucose
- Eiwitten zijn functioneel
- Gluconeogenese vindt met name plaats in de lever
Hier moet het lichaam dus rekening mee houden om de glucosevoorraad op peil te houden.
Kortdurig vasten:
Tijdens het vasten zouden de hersenen dus te weinig glucose krijgen. Dit wordt als volgt opgelost:
- Leverglycogeen wordt gebruikt door afgifte aan het bloed
- De voorraad is echter niet groot
- Aminozuren worden via de glucose-alanine cyclus gebruikt
- Spiereiwit wordt afgebroken tot alanine
- Alanine wordt afgegeven aan het bloed → gaat naar de lever
- In de lever wordt alanine omgezet tot pyruvaat
- Pyruvaat gaat de gluconeogenese in → uit pyruvaat wordt glucose gevormd
- Dit mag niet langdurig gebeuren → functieverlies
- In alinine zit stikstof, dat via de ureumcyclus wordt omgezet in ureum en uitgescheiden wordt in de urine
Langdurig vasten:
Na enkele dagen vasten worden enzymen aangemaakt waardoor de hersenen ketonzuren (ketonlichamen) i.p.v. glucose als brandstof gaan gebruiken → bespaart glucose. Het lichaam gaat gebruik maken van de vetzuurvoorraad:
- Bij de afbraak van vetzuren komen ketonlichamen vrij
- Acetyl-CoA moet reageren met oxaalazijnzuur, maar soms er niet genoeg oxaalazijnzuur en kan de citroenzuurcyclus niet al het acetyl-CoA verwerken
- Overgebleven acetyl-CoA reageert in de lever tot acetoacetaat, bèta-hydroxyboterzuur en aceton
- Acetoacetaat en bèta-hydroxyboterzuur zijn ketonzuren
- De hersenen gebruiken ketonzuren als brandstof
- Bij lang vasten (of onbehandelde diabates) komt er een acetongeur uit de mond
- Na 60 dagen wordt overgeschakeld op de eiwitten en vindt spierafbraak (bijv. van hart en longen) plaats → dit is dodelijk
Bij onbehandelde diabetes is er een ongecontroleerde ketonzuurvorming → ketoacidose. Dit is levensbedreigend. Bij een aantal dagen vasten is dit beperkt en is er geen schade.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Hoorcolleges, patiëntdemonstraties en (proef)tentamens bij Sturing en Stofwisseling 2019/2020
- Sturing en Stofwisseling HC1: Inleiding
- Sturing en Stofwisseling HC2: Regeling van de voortplanting
- Sturing en Stofwisseling HC3: Microscopie van de gonaden
- Sturing en Stofwisseling HC4: Sturing en temperatuur
- Sturing en Stofwisseling HC5: Mechanisme van het baringsproces
- Sturing en Stofwisseling HC6: Sturing en seksualiteit
- Sturing en Stofwisseling HC7: Feedbacksystemen en modellen
- Sturing en Stofwisseling HC8: Inleiding maag-darmkanaal
- Sturing en Stofwisseling HC9: Macroscopie van de buik
- Sturing en Stofwisseling HC10: Microscopie van de buik
- Sturing en Stofwisseling HC11: Ontwikkeling maag, darm en lever
- Sturing en Stofwisseling HC12: Ontwikkeling en groei
- Sturing en Stofwisseling HC13: Transport van de voedselbrij door het maag-darmkanaal
- Sturing en Stofwisseling HC14: Lever (galtransport)
- Sturing en Stofwisseling HC15: Farmacologie
- Sturing en Stofwisseling HC16: Secretie, digestie en absorptie
- Sturing en Stofwisseling HC17: Patiënt met diarree
- Sturing en Stofwisseling HC18: Sturing van de maagprocessen
- Sturing en Stofwisseling HC19: Stofwisseling van de cel
- Sturing en Stofwisseling HC20: Cholesterol, the good and the bad
- Sturing en Stofwisseling HC21: Regulatie van de energiehuishouding
- Sturing en Stofwisseling HC22: Metabool syndroom
- Sturing en Stofwisseling HC23: Psychologie van eetstoornissen
- Sturing en Stofwisseling HC24: Type I + II diabetes
- Sturing en Stofwisseling HC25: Complicaties van diabetes mellitus
- Sturing en Stofwisseling HC26: Schildklierhormoon-ontregeling
- Sturing en Stofwisseling HC27: Cortisol regelkring, hyper- en hypocortisolisme
- Sturing en Stofwisseling HC28: Microscopie schildklier, bijnier, hypofyse
- Sturing en Stofwisseling Proeftentamen 1
- Sturing en Stofwisseling Proeftentamen 2
Contributions: posts
Spotlight: topics
Hoorcolleges, patiëntdemonstraties en (proef)tentamens bij Sturing en Stofwisseling 2019/2020
Deze bundel bevat alle hoorcolleges, patiëntdemonstraties en (proef)tentamens van het blok Sturing en Stofwisseling van de opleiding Geneeskunde aan de Universiteit Leiden.
Online access to all summaries, study notes en practice exams
- Check out: Register with JoHo WorldSupporter: starting page (EN)
- Check out: Aanmelden bij JoHo WorldSupporter - startpagina (NL)
How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?
- For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
- For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
- For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
- For compiling your own materials and contributions with relevant study help
- For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.
Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
- Use the summaries home pages for your study or field of study
- Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
- Use and follow your (study) organization
- by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
- this option is only available through partner organizations
- Check or follow authors or other WorldSupporters
- Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
- Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
- Check out: Why and how to add a WorldSupporter contributions
- JoHo members: JoHo WorldSupporter members can share content directly and have access to all content: Join JoHo and become a JoHo member
- Non-members: When you are not a member you do not have full access, but if you want to share your own content with others you can fill out the contact form
Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance
Main summaries home pages:
- Business organization and economics - Communication and marketing -International relations and international organizations - IT, logistics and technology - Law and administration - Leisure, sports and tourism - Medicine and healthcare - Pedagogy and educational science - Psychology and behavioral sciences - Society, culture and arts - Statistics and research
- Summaries: the best textbooks summarized per field of study
- Summaries: the best scientific articles summarized per field of study
- Summaries: the best definitions, descriptions and lists of terms per field of study
- Exams: home page for exams, exam tips and study tips
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
- Studies: Bedrijfskunde en economie, communicatie en marketing, geneeskunde en gezondheidszorg, internationale studies en betrekkingen, IT, Logistiek en technologie, maatschappij, cultuur en sociale studies, pedagogiek en onderwijskunde, rechten en bestuurskunde, statistiek, onderzoeksmethoden en SPSS
- Studie instellingen: Maatschappij: ISW in Utrecht - Pedagogiek: Groningen, Leiden , Utrecht - Psychologie: Amsterdam, Leiden, Nijmegen, Twente, Utrecht - Recht: Arresten en jurisprudentie, Groningen, Leiden
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1727 |
Add new contribution