Je vertrek voorbereiden of je verzekering afsluiten bij studie, stage of onderzoek in het buitenland
Study or work abroad? check your insurance options with The JoHo Foundation
Lange termijn complicaties zijn een belangrijke reden tot angst bij patiënten. In het algemeen treden ze meerdere jaren na het ontstaan van hyperglykemie op. Bij diabetes mellitus type 2 zijn er al regelmatig complicaties bij de diagnose aanwezig. Het verhoogde glucoseniveau is vaak slechts één van de risicofactoren voor het optreden van complicaties.
Complicaties zijn:
Risicofactoren voor vasculaire complicaties zijn onder te verdelen in twee categorieën:
De diagnose voor diabetes wordt gesteld bij een glucosegehalte van 7 mmol/L, omdat hierbij het risico op retinopathie toeneemt. Hoe hoger de glucosewaarden, hoe groter het risico op complicaties. Het risico op complicaties kan verlaagd worden door intensieve insulinetherapie. Diabetes kan ook gediagnosticeerd worden met het HbA1c: een soort geglyceerd hemoglobine dat de hoeveelheid glucose van de afgelopen 3 maanden weergeeft. Een HbA1c van boven de 6,5 geeft de diagnose diabetes mellitus.
De verminderde levensverwachting is afhankelijk van de leeftijd waarop de diagnose is gesteld. Iemand van 40 jaar die de diagnose krijgt, leeft gemiddeld 7-8 jaar minder lang.
Mensen met diabetes type I, zelfs als ze goed zijn ingesteld, hebben een verhoogd risico op overlijden:
Er zijn verschillende risicofactoren voor het ontstaan van complicaties:
Er zijn verschillende studies gedaan naar complicaties bij diabetes. Eén hiervan is STENO-2 studie, een multifactoriële interventie die verschillende factoren aanpakt:
Mensen die niet op al deze risicofactoren behandeld worden, hebben een groter risico op cardiovasculaire events. Dit heet multifactoriële interventie.
De mens is een systeem vol regelmechanismen, van de geboorte tot de dood. Veel sturing is autonoom, maar wel beïnvloedbaar door de wil. De stofwisseling van het lichaam omvat alle chemische en fysische processen die betrokken zijn bij:
Voorbeelden hiervan zijn vertering, verplaatsing en verbranding. Stofwisselingsprocessen kunnen katabool (afbraak) of anabool (vorming van stoffen) zijn.
Centrale begrippen zijn temperatuur en energie → al het leven, dus ook menselijk leven, is onderworpen aan alle wetten van de thermodynamica:
De voortplanting begint met een eicel en een zaadcel. Een vrouw heeft al voor de geboorte het maximaal aantal follikels (eicellen). Deze beginnen tijdens de puberteit te rijpen → elke maand is er slechts één eicel die kan worden bevrucht. Als de eicel niet wordt bevrucht, gaat de vrouw menstrueren. Ca. 400 primordiale follikels worden gerekruteerd voor 1 dominante follikel.
Er zijn verschillende organen betrokken bij de menstruele cyclus:
Een gemiddelde menstruele cyclus bestaat uit 28 dagen. Het start met de rijping van een follikel:
Als er een follikel is gerijpt, start het ovulatieproces:
Het endometrium (baarmoederslijmvlies) ondergaat verschillende fases:
De tractus urogenitalis van een vrouw bestaat uit:
De uterus heeft de grootte van een vuist of mandarijn. De uterus bestaat uit 3 delen:
Ter hoogte van de fundus van de uterus zitten 3 "waslijntjes":
Hieromheen zit het ligamentum latum, een mesenterium laag bestaande uit een dubbele laag visceraal peritoneum. Dit ligamentum latum bestaat uit 3 gedeeltes:
Ter hoogte van de cervix krijgt het ligamentum latum andere namen:
Er zijn twee holtes:
De uterus heeft een bepaalde stand in het lichaam:
Langs het ligamentum ovarii lopen de bloedvaten:
De arteria uterina ontspringt uit de arteria iliaca interna en loopt over in de:
De arteria uterina doorbloed dus de uterus en vagina.
Het ovarium bestaat uit 3 delen:
De temperatuurregeling is zeer nauwkeurig en wordt op 37 °C (310 K) gehandhaafd, met een normale variatie van 1 graad → mensen zijn homeoterm, ze regelen zelf hun temperatuur:
Hele kleine verschillen in temperatuur hebben dus al grote gevolgen. Om deze reden meten artsen vaak de lichaamstemperatuur van patiënten.
De temperatuur in het lichaam is niet overal gelijk:
Aan het einde van de werkdag (rond 19:00u) wordt de hoogste temperatuur bereikt. De laagste temperatuur wordt net voor het ontwaken (rond 04:00u) bereikt. Dit wordt automatisch geregeld.
Bij vrouwen zijn er maandelijkse variaties voor de temperatuur: progesteron zorgt voor een kleine temperatuurverhoging (0,2-0,4 °C). Hierdoor kan de eisprong met een basale temperatuurcurve aangegeven worden. Dit is echter onbetrouwbaar.
Er zijn twee belangrijke bronnen van warmte:
Het lichaam heeft een aantal mechanismen om warmte te verliezen:
Het lichaam regelt de lichaamstemperatuur d.m.v. regelkringen:
De vagina en baarmoeder liggen achter de blaas. De blaas kan tijdens de zwangerschap verdrukt worden. Tijdens de zwangerschap zwemt de foetus in het vruchtwater in de baarmoeder. Hij krijgt via de navelstreng voedingsstoffen.
De baarmoeder bestaat uit:
De uterus moet tijdens de zwangerschap uitzetten, wat goed kan omdat er weinig bindweefsel is. Omdat er in de cervix voornamelijk bindweefsel zit, kan deze goed gesloten blijven. Als er een cervixinsufficiëntie is, blijft de cervix niet goed dicht waardoor het kind verloren kan worden.
Aan het einde van de zwangerschap moet de cervix weker worden → hierlangs moet het kind naar buiten. De baarmoeder moet juist steviger worden → het kind moet naar buiten geduwd worden. In het begin van de zwangerschap is de cervix dus staand en gesloten, aan het einde verstreken en open.
Baring wordt gezien als het proces van een regelmatige uteruscontractie. Dit leidt tot een sluiting van de uterus en daarbij geboorte van het kind inclusief de placenta. Het begin en de eindfase van een zwangerschap is niet exact weer te geven. Het einde van de eindfase wordt gemarkeerd als het moment dat het kind en de placenta zijn uitgedreven.
De baring is opgedeeld in verschillende fases:
De gemiddelde duur van de zwangerschap bij de mens is 280 dagen. Dit wordt gerekend vanaf de eerste dag van de laatste menstruatie, 2 weken hierna vindt de bevruchting plaats. Vroeger gebruikte men de regel van Naegele:
Nu wordt de bevaldatum berekend m.b.v. een echo, waarin meerdere gegevens worden ingevoerd.
.....read moreDe sturing van seksualiteit is bio-psychosociaal en dus niet puur fysiologisch. Het is een samenspel tussen:
Deze factoren worden beschreven in de psychosomatische cirkel van Bancroft, waarin wordt aangegeven dat al deze factoren het krijgen van een orgasme beïnvloeden.
Seksualiteit is het gedrag dat gericht is op het (laten) ervaren van opwinding en intimiteitgevoelens. Dit wordt geregeld door hormonen.
Testosteron komt zowel bij mannen als vrouwen voor:
Tekort aan testosteron kan ontstaan door ovaria- of prostaatkanker. Ook kan het ontstaan bij mannen die steroïden gebruiken.
Seksuele motivatie wordt veroorzaakt door:
Als iemand klaarkomt, wordt er meer testosteron en oxytocine geproduceerd. Medicatie zoals levadopa (wordt vaak voorgeschreven bij Parkinson) kan ervoor zorgen dat mannen minder seksueel geremd zijn.
Voor een seksuele respons zijn er een aantal dingen nodig:
Een seksuele prikkel kan op 2 manieren verwerkt worden:
Mannen zijn dus vooral gefocust op wat er in de genitalen gebeurt, vrouwen meer op de situatie.
Volgens het Dual control model zijn er meerdere stimulerende en remmende factoren voor opwinding:
Feedback is altijd negatief of positief:
Een fysiologisch feedbacksysteem is een model. Een model is:
Een definitie voor het woord model is: "een representatie (van een ideaalbeeld), vaak in de vorm van wiskundige modellen". Deze wiskundige modellen kunnen uitkomst brengen bij bepaalde problemen.
Een voorbeeld van een wiskundig model is de gulden snede. Deze komt op veel plekken in de natuur voor. De gulden snede is gebaseerd op de reeks van Fibonacci (1, 1, 2, 3, 5, 8, 13, 21, 34, 55 etc.).
Galileo heeft een methode bedacht die veel in de wetenschap wordt gebruikt. Hij gaat uit van de Sensate esperienze (experimentele waarneming). Dit heeft te maken met inductie en deductie.
Inductie is het afleiden van een algemene regel uit meerdere specifieke waarnemingen:
Deductie is het maken van uitspraak over het bijzondere op basis van een algemene regel. Hierbij worden de regels van de logica gevolgd. Dit kan gedaan worden m.b.v. syllogisme ("alle vogels zijn dieren" en "alle zwanen zijn vogels" → "alle zwanen zijn dieren").
Hypotheses worden via verificatie en falsificatie bevestigd. Verificatie is het tegengestelde van falsificatie:
Een model zal dus nooit exact de werkelijkheid weergeven → een model is zo goed als de aannames zijn.
De wetenschappelijke methode verloopt als volgt:
Bij de wetenschappelijke methode is
.....read moreHet maag-darmkanaal bevat meerdere organen, die allemaal een functie hebben binnen de spijsvertering:
Veel van deze organen kunnen d.m.v. endoscopie zichtbaar gemaakt worden. Zo kunnen de galwegen middels contrastvloeistof of endoscopie bekeken worden.
De dunne darm is tussen de 3 en 8 meter lang en bestaat uit verschillende delen:
De functies van de dunne darm zijn:
Het grootste deel van de enzymatische vertering vindt in de dunne darm plaats. Verschillende gebieden van de dunne darm nemen verschillende producten op. Bij gebrek aan bepaalde voedingsstoffen kan dus gemakkelijk afgeleid worden waar in de dunne darm het probleem zit. Het oppervlak van de dunne darm is dankzij villi erg groot → bevordert de uitwisselingsfunctie.
Voedingsvetten zitten met name in de voeding als triglyceriden. De vertering van deze triglyceriden vindt op verschillende plaatsen plaats:
Dit resulteert in 1 monoglyceride en 2 vetzuren. Deze worden opgenomen door het slijmvlies van de dunne darm:
Voedsel, drinkel, speeksel, maag, alvleesklier en duodenum zorgen ervoor dat 8-10 L water de dunne darm instroomt:
Uiteindelijk komt er dus 1,5 L water in het colon.
Vitaminen worden in verschillende delen van de dunne darm geabsorbeerd:
Als er problemen met absorptie zijn, betekent het dat er problemen met het slijmvlies zijn:
De maag bestaat uit:
De maag kan allerlei vormen aannemen.
Na de maag komt de dunne darm. De dunne darm bestaat uit:
Na de dunne darm komt de dikke darm. De dikke darm bestaat uit:
De peritoneale holte is eigenlijk geen holte → er liggen allerlei organen in. Peritoneum bepaalt de "aardrijkskunde" van de buik. Het peritoneum is belangrijk omdat het het verplaatsen van vloeistoffen mogelijk maakt, en het de buik in compartimenten "hakt".
Er zijn 3 locaties van organen in de buik t.o.v. het peritoneum:
Voor de geboorte maken de maag en het duodenum een bocht → er ontstaat een "S"-vorm. Hierna draaien ze om hun as heen, waardoor het duodenum en de pancreas tegen de achterwand aan komen te liggen en hier uiteindelijk
.....read moreEen standaard darm (dus ook de trachea) bestaat uit 4 lagen:
Er zijn verschillende soorten epitheel:
Epitheel kan verschillende structuren bevatten:
Groei is een relatief begrip. Zo is in verhouding het hoofd van een baby groter dan dat van een volwassene. Een embryo heeft 2 biljoen cellen. Zo'n cel deelt 80 tot 100 keer en sterft daarna af. Proliferatie is niet genoeg om een embryo te creëren → naast celdeling kan een cel een aantal andere processen ondergaan:
Een embryo groeit niet in alle opzichten, hiervan zijn enkele voorbeelden:
Het kan helpen het college van maag-darmontwikkeling uit het blok van Mens tot Cel opnieuw door te nemen.
Het menselijk leven begint met 1 bevruchte eicel, en eindigt met ca. 40 biljoen cellen in een volwassen mens. Groei is een complexe regulatie → overgroei/kanker moet voorkomen worden. Groei kan verdeeld worden in grofweg 3 categorieën:
Aan het einde van de lange pijpbeenderen liggen groeischijven. Hier liggen bij kinderen kraakbenen te wachten om bot te worden. Het bot wordt afgezet richting de pijpbeenderen. Bij volwassenen zijn de groeischijven gesloten → volwassenen zijn uitgegroeid.
Een aantal factoren moeten aanwezig zijn voor groei:
Een foetus groeit vooral in het 2e trimester erg veel. Het gewicht neemt iets later in de zwangerschap veel toe. Hoe goed een kind als foetus groeit is vooral afhankelijk van een aantal eigenschappen van de moeder:
Er zijn verschillende redenen voor een afwijkende intra-uteriene groei:
Als er sprake is van een kleinere foetus, is het kind bij de geboorte SGA (small for gestational age). Soms kan deze groeiachterstand buiten de buik weer ingehaald worden.
Gedurende het leven verandert de stimulus voor groei:
Transport van de voedselbrij heeft een aantal functies:
Steatorrhea is een plakkerige, witte, vettige ontlasting ontstaan door het ontbreken van de enzymen voor de vetvertering → het is een teken van malabsorptie. Het kan optreden bij exocriene-pancreas insufficiëntie.
De immunologische functie wordt gedaan door het lymfeklierweefsel dat in de darmwand zit (GALT), ofwel de plakken van Peyer. GALT heeft als functie:
Daarnaast zijn er ook andere niet-immunologische afweermechanismen:
Als de mucosa van de darmwand niet intact is, kunnen er pathologische micro-organismen naar binnen glippen.
Bij de ziekte van Crohn reageert het immuunsysteem niet op pathogenen → er is te weinig tolerantie van het immuunsysteem. Dit leidt tot een hoge, onnodige afweerreactie. De doorbloeding van de darmwand neemt toe en er ontstaat een ernstige ontstekingsziekte.
De regulatie van het maag-darmkanaal vindt plaats op meerdere niveaus:
Het maag-darmkanaal is een uniek orgaansysteem → het heeft een eigen zenuwstelsel, het enterisch zenuwstelsel:
Het enterisch zenuwstelsel is onderdeel van het autonome zenuwstelsel. Het autonome zenuwstelsel heeft een vooral modulerende invloed op de maag-darm motoriek:
De lever heeft verschillende functies:
De opbouw van de lever heeft een aantal belangrijke eigenschappen:
De galblaas krijgt zijn gal uit de ductus choledochus uit de lever. De ductus choledochus komt bij de Ampulla van Vater in het duodenum uit → stoornissen of afwijkingen in het duodenum kunnen een belemmering geven aan de gal afvoer.
Galsecretie heeft 2 functies:
De galsecretie bestaat uit 3 fases:
Farmacokinetiek en farmacodynamiek beschrijven verschillende processen:
Farmacokinetiek houdt zich bezig met de ADME aspecten:
Eliminatie bestaat uit de processen metabolisme en excretie.
Het transport van moleculen (in dit geval absorptie van geneesmiddelen) door celmembranen kan op twee verschillende manieren plaatsvinden:
Medicijnen bestaande uit grote moleculen worden vaak intraveneus toegediend, zodat deze het celmembraan niet hoeven te passeren.
Er zijn een aantal factoren die de orale absorptie beïnvloeden:
De belangrijkste parameters van absorptie zijn de maximale concentratie en de tijdsduur die daarbij hoort. De Cmax is wanneer het medicijn zijn hoogste concentratie in het bloed heeft. Dit is op de tmax. Voor elk geneesmiddel is dit punt verschillend.
Als een geneesmiddel op een lege maag (niet tijdens of na een maaltijd) wordt ingenomen heeft het een snelle werking. De biologische beschikbaarheid is de fractie van de ingenomen orale dosis van een geneesmiddel die uiteindelijk de systematische circulatie bereikt. Er wordt veel rekening gehouden met de biologische beschikbaarheid:
Een voorbeeld van een geneesmiddel met een hoge biologische beschikbaarheid is ibuprofen of paracetamol. Morfine en felodipine hebben een lage biologische beschikbaarheid.
De biologische beschikbaarheid kan afnemen door het first-pass effect: de stof wordt in de lever door enzymen omgezet en is minder actief in de circulatie. Er moet dan gecompenseerd worden door hogere doseringen of door het medicijn intraveneus te geven.
Metabolisme is een proces dat nodig is om alle stoffen beschikbaar te maken voor uitscheiding via een waterige
.....read moreEen belangrijke taak van het maag-darmstelsel is het opnemen van water, energiedragers en bouwstoffen. Water wordt gelijk opgenomen, voedsel wordt eerst verteerd:
Om vertering mogelijk te maken worden een aantal stoffen gesecreerd:
Deze stoffen zijn nodig voor:
In de dunne darm vinden enorme "vloeistof shifts" plaats:
Het eerste vocht dat wordt toegevoegd aan de voedselbrij is speeksel. Dit is ongeveer 1,5 L per dag. Digestie begint dus in de mond, hier zitten 3 speekselklieren. Speeksel heeft bepaalde bestanddelen:
De functie van speeksel is:
Als er geen of weinig speeksel wordt gemaakt (bijv. door medicatie) heeft dit gevolgen:
Bij de 1,5 L speeksel voegt de maag nog 2 L vocht toe. Hier zitten een aantal stoffen in:
De functie hiervan is:
Daarnaast vindt er vorming van een aantal hormonen plaats:
Gastrine en somatostine zijn darmhormonen die de maagsecretie regelen.
De maag bestaat uit een dikke slijmvlieslaag met een aantal spierlagen er omheen. De indeling van de maag is gebaseerd op het soort cellen die er liggen en de stoffen die ze secreren:
Diarree betekent: "toegenomen waterigheid, volume en frequentie van de stoelgang. Dit gaat soms gepaard met ongewenste incontinentie".
Diarree kan twee oorzaken hebben:
In het maag-darmkanaal wordt per ongeveer 8,5 L verplaatst. De mond en de maag voegen vooral vocht toe, pas vanaf de darm wordt er echt geresorbeerd. Dit kan de darm door:
Verschillen tussen dunne en dikke darm:
In de darmen wordt natrium op verschillende manieren geresorbeerd:
Maagzuursecretie is eigenlijk een regelkring. Voor de vertering van voedsel moet de maag zuur zijn, maar als de maag te zuur is beschadigd dit de wand. De pH van de maag moet dus nauwkeurig geregeld worden.
De regelkring voor maagzuursecretie ziet er als volgt uit:
In de maagzuurregeling vindt positieve en negatieve feedback plaats:
Als er geen voedsel komt, zorgt de nervus vagus er wel voor dat er zuur geproduceerd wordt.
.....read moreHet belangrijkste doel van stofwisseling is het onderhouden van de energie:
Twee routes spelen een belangrijke rol:
Katabole en anabole routes zijn niet elkaars omgekeerde, maar compleet andere routes.
Voedsel bestaat uit 3 belangrijke componenten:
Voedingsstoffen worden door enterocyten geabsorbeerd in de darm. Dit gebeurt op verschillende manieren:
Het menselijk lichaam is geconditioneerd om voedsel op te slaag ter bescherming voor voedselschaarste. Het lichaam is niet aangepast aan de huidige omstandigheden, waarbij er nauwelijks sprake van schaarste is. Dit zorgt voor overgewicht.
Vetopslag kan op meerdere manieren gebeuren:
Triglyceriden zijn afkomstig van voedsel → ze moeten vanuit de darm opgenomen worden en getransporteerd worden naar verschillende organen en weefsels in het lichaam:
Triglyceriden worden via het bloed getransporteerd naar:
Lipoproteïnen zijn bolletjes die vetten (triglyceriden) door het lichaam transporteren.
Cholesterol is niet echt een vet, maar meer een steroïd. Ook cholesterol wordt door lipoproteïnen getransporteerd door het bloed.
Cholesterol heeft meerdere functies:
Triglyceriden en cholesterol zijn niet oplosbaar in water, maar bloed is voornamelijk een waterige oplossing. Dit wordt opgelost door lipoproteïnen: verbindingen van specifieke eiwitten en specifieke lipiden. In tegenstelling tot lipiden zijn lipoproteïnen wel oplosbaar in water.
Een lipoproteïne heeft een specifieke opbouw:
Voorbeelden van lipoproteïnen zijn:
Het lichaam heeft energie nodig voor:
Het is gunstig dat er meer vet dan glycogeen ligt opgeslagen in het lichaam → 1 kg vet bevat meer energie dan 1 kg glycogeen. Triglyceriden zijn dus een efficiëntie manier om energie op te slaan:
Insuline heeft ook een paar andere functies:
Voor de definitie obesitas wordt er vooral gekeken naar het BMI:
Obesitas is een wereldwijd probleem. In ontwikkelingslanden is het probleem het grootst, maar ook in Nederland moet er aandacht aan besteed worden. De prevalentie is in de afgelopen jaren sterk toegenomen:
Obesitas vormt een probleem vanwege de vele gezondheidsrisico's die ermee geassocieerd zijn:
Vetweefsel is te vinden op verschillende plaatsen in het lichaam. Abdominaal zijn er 3 verschillende soorten:
Het risico op deze ziektes neemt exponentieel toe met het BMI. Als de buikomvang hierbij ook toeneemt, neemt het risico nog verder toe. Vet is eigenlijk een groot endocrien orgaan dat hormonen (adipokines) maakt:
Dit treedt vooral op in visceraal vet.
De buikomvang is een goede
.....read moreEr is een verschil tussen eet- en voedingsstoornissen kunnen verdeeld worden in categorieën:
Voor de diagnose anorexia nervosa moet gelden:
De ernst van anorexia nervosa wordt bepaald met de BMI:
Behandelaren kunnen de ernst schaal verhogen op basis van andere parameters. Bij jongeren wordt er gekeken naar de BMI in percentielen.
Voor de diagnose boulimia nervosa moet gelden:
De ernst van boulimia nervosa wordt bepaald met de frequentie van compensatoir gedrag:
Behandelaren kunnen de ernst schaal verhogen op basis van andere parameters.
Binge Eating Disorder heet ook wel eetbuistoornis. Voor de diagnose BED moet gelden:
De ernst van BED wordt bepaald met de frequentie van de eetbuien:
Behandelaren kunnen de ernst schaal verhogen op basis van andere parameters.
Er zijn ook nog andere gespecificeerde voedings- of eetstoornissen:
De diagnose voor diabetes mellitus wordt gesteld aan de hand van de bloedglucose. Er is sprake van hyperglykemie:
Er zijn verschillende soorten diabetes mellitus:
Diabetes heeft alles te maken met de opname van glucose:
Normaal wordt insuline geproduceerd in de eilandjes van Langerhans. Deze liggen door de hele pancreas heen, maar vooral in de staart. De eilandjes van Langerhans hebben twee verschillende soorten endocriene cellen:
Bij diabetes mellitus type 1 ontstaat er een insuline deficiëntie: door een (onbekend) auto-immuun proces is er destructie van de bètacellen, waardoor er te weinig insuline wordt aangemaakt. Dit heeft gevolgen:
Er zijn verschillende symptomen van diabetes mellitus type 1:
Lange termijn complicaties zijn een belangrijke reden tot angst bij patiënten. In het algemeen treden ze meerdere jaren na het ontstaan van hyperglykemie op. Bij diabetes mellitus type 2 zijn er al regelmatig complicaties bij de diagnose aanwezig. Het verhoogde glucoseniveau is vaak slechts één van de risicofactoren voor het optreden van complicaties.
Complicaties zijn:
Risicofactoren voor vasculaire complicaties zijn onder te verdelen in twee categorieën:
De diagnose voor diabetes wordt gesteld bij een glucosegehalte van 7
.....read moreDe meesten schildklierziekten bestaan uit een anatomische afwijking: een vergrote schildklier:
Deze knobbels kunnen benigne of maligne zijn.
Een vergrote schildklier kan verschillende gevolgen hebben:
Schildklierziektes zijn niet erfelijk, maar slaan wel vaak 1 of 2 generaties binnen een familie over → multifactorieel.
De schildklier wordt sterk beïnvloed door hormonen:
Er kan ook een exogeen stoorsignaal zijn: schildklierhormonen/-tabletten.
Er zijn dus 2 schildklierhormonen (TH):
80% van de productie door de schilklier is T4. Het meeste T3 wordt in perifere weefsels vanuit T4 gemaakt. T3 is actiever dan T4 en heeft effect op de lichaamscellen. Lichaamscellen hebben alleen receptoren voor T3.
Microscopisch worden de hormonen als volgt gemaakt:
De hypothalamus maakt verschillende releasing factors die via het poortadersysteem bij de hypofysevoorkwab komen en daar verschillende hormonen produceren:
De cortisolregeling verloopt als volgt:
De bijnier bestaat uit schors en merg:
De regelkring van cortisol heeft verschillende onderdelen:
Door exogeen cortisol (bijv. prednison of corticosteroïden) te gebruiken wordt de regelkring verstoord.
Endocriene klieren hebben bepaalde eigenschappen:
Voorbeelden van endocriene klieren zijn:
De ontwikkeling van endocriene en exocriene klieren is vergelijkbaar:
De hypofyse is een aanhangsel van de hypothalamus en heet ook wel de glandula pituitaria. Hij is via hormonen en bloedvaten verbonden met de hypothalamus. De hypofyse heeft twee delen:
Het adeno- en neurodeel groeien tegen elkaar aan, en komen bij elkaar als het schedelbot het adenohypofyse deel scheidt van het mondslijmvlies.
Naast de hypofyse ontstaan er ook andere delen uit het diencephalon:
De hypothalamus is de baas van het zenuwstelsel en van het endocrien systeem → stelt het regelniveau in. Vervolgens zorgt de hypofyse voor de "finetuning" van het endocrien systeem. Dit gebeurt vooral via feedbackregulatie.
De hypofyse zit in "sella tunica" (turkse zadel) en heeft een specifieke ligging:
De hypofyse bestaat uit verschillende onderdelen:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
Je vertrek voorbereiden of je verzekering afsluiten bij studie, stage of onderzoek in het buitenland
Study or work abroad? check your insurance options with The JoHo Foundation
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
Add new contribution