
HC8: Inleiding maag-darmkanaal
Algemene informatie
- Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege?
- Dit college vormt een inleiding voor het onderwerp maag-darmkanaal
- Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?
- Alle onderwerpen in dit college worden ook behandeld in de literatuur
- Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
- Er zijn geen recente ontwikkelingen besproken
- Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
- Er zijn geen opmerkingen over het tentamen gemaakt
- Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen?
- Er zijn geen mogelijke vragen behandeld
Organen
Het maag-darmkanaal bevat meerdere organen, die allemaal een functie hebben binnen de spijsvertering:
- Mond
- Slokdarm
- Maag
- Dunne darm
- Blindedarm
- Dikke darm
- Endeldarm
- Anus
- Alvleesklier
- Galblaas
- Lever
Veel van deze organen kunnen d.m.v. endoscopie zichtbaar gemaakt worden. Zo kunnen de galwegen middels contrastvloeistof of endoscopie bekeken worden.
Dunne darm
De dunne darm is tussen de 3 en 8 meter lang en bestaat uit verschillende delen:
- Duodenum
- Jejunum
- Ileum
De functies van de dunne darm zijn:
- Voorstuwen van de voedselbrij
- Absorptie van water/voedsel
Het grootste deel van de enzymatische vertering vindt in de dunne darm plaats. Verschillende gebieden van de dunne darm nemen verschillende producten op. Bij gebrek aan bepaalde voedingsstoffen kan dus gemakkelijk afgeleid worden waar in de dunne darm het probleem zit. Het oppervlak van de dunne darm is dankzij villi erg groot → bevordert de uitwisselingsfunctie.
Verteren van vet:
Voedingsvetten zitten met name in de voeding als triglyceriden. De vertering van deze triglyceriden vindt op verschillende plaatsen plaats:
- Mond + maag: malen de triglyceriden
- Het proximale deel van de maag duwt tegen het distale deel van de maag aan → de voedselbrij wordt verpulverd
- Gal: emulgeert de triglyceriden → worden nog kleiner
- Lipases: knippen de triglyceriden → vetzuren worden van het glycerol afgeknopt
Dit resulteert in 1 monoglyceride en 2 vetzuren. Deze worden opgenomen door het slijmvlies van de dunne darm:
- Korte/middellange ketens worden opgenomen middels passieve absorptie
- Lange ketens worden opgenomen middels micellen
Absorptie van water:
Voedsel, drinkel, speeksel, maag, alvleesklier en duodenum zorgen ervoor dat 8-10 L water de dunne darm instroomt:
- 6 L wordt geabsorbeerd door het jejunum
- 2,5 L wordt geabsorbeerd door het ileum
Uiteindelijk komt er dus 1,5 L water in het colon.
Absorptie van vitaminen:
Vitaminen worden in verschillende delen van de dunne darm geabsorbeerd:
- Vetoplosbare vitaminen: jejunum + ileum
- Vitamine A
- Vitamine D
- Vitamine E
- Vitamine K
- Vitamine B1: jejunum
- Vitamine B6: jejunum + ileum
- Biotin (vitamine B7): jejunum
- Vitamine B12: ileum
Problemen met absorptie:
Als er problemen met absorptie zijn, betekent het dat er problemen met het slijmvlies zijn:
- Te ziek slijmvlies → door uitwisseling wordt de oppervlakte minder groot (afwezigheid van villi) en doet het oppervlak dat beschikbaar is het minder goed
- Ziekte van Crohn: chronische ontstekingsziekte van het maag-darmstelsel
- Afwisselend normale en ontstoken mucosa
- In het rectum zitten geen zweren/ontstekingen
- Ontstekingen zijn te vinden in de gehele darmwand, in alle darmlagen → er ontstaan vernauwingen en soms fistels
- Afwisselend normale en ontstoken mucosa
- Coeliakie: de oppervlakte vergroting is (bijna) helemaal verdwenen
- Infecties
- Ziekte van Crohn: chronische ontstekingsziekte van het maag-darmstelsel
- Te weinig slijmvlies → de oppervlakte voor uitwisseling wordt minder groot
- Resecties
- Short bowel syndrome: er is te veel dunne darm "verwijderd"
- Zeldzaam
- Soms niet-chronisch
- Adaptatie van de darm is mogelijk → voedselopname in het deel van de darm dat overblijft verbeterd
- Ontstaat bij patiënten die meerdere darmresecties hebben gehad
- Fistels: verbindingen tussen twee delen van de darm of tussen de darm en de huid
- Bij een fistel tussen darm en huid komt de ontlasting vanuit de darm via de fistel naar buiten
- Verbindingen tussen twee delen van de darm: anastomoses
- Ileocolonische anastomoses
- Jejunocolonische anastomoses
- Eind-jejunomische anastomoses
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Hoorcolleges, patiëntdemonstraties en (proef)tentamens bij Sturing en Stofwisseling 2019/2020
- Sturing en Stofwisseling HC1: Inleiding
- Sturing en Stofwisseling HC2: Regeling van de voortplanting
- Sturing en Stofwisseling HC3: Microscopie van de gonaden
- Sturing en Stofwisseling HC4: Sturing en temperatuur
- Sturing en Stofwisseling HC5: Mechanisme van het baringsproces
- Sturing en Stofwisseling HC6: Sturing en seksualiteit
- Sturing en Stofwisseling HC7: Feedbacksystemen en modellen
- Sturing en Stofwisseling HC8: Inleiding maag-darmkanaal
- Sturing en Stofwisseling HC9: Macroscopie van de buik
- Sturing en Stofwisseling HC10: Microscopie van de buik
- Sturing en Stofwisseling HC11: Ontwikkeling maag, darm en lever
- Sturing en Stofwisseling HC12: Ontwikkeling en groei
- Sturing en Stofwisseling HC13: Transport van de voedselbrij door het maag-darmkanaal
- Sturing en Stofwisseling HC14: Lever (galtransport)
- Sturing en Stofwisseling HC15: Farmacologie
- Sturing en Stofwisseling HC16: Secretie, digestie en absorptie
- Sturing en Stofwisseling HC17: Patiënt met diarree
- Sturing en Stofwisseling HC18: Sturing van de maagprocessen
- Sturing en Stofwisseling HC19: Stofwisseling van de cel
- Sturing en Stofwisseling HC20: Cholesterol, the good and the bad
- Sturing en Stofwisseling HC21: Regulatie van de energiehuishouding
- Sturing en Stofwisseling HC22: Metabool syndroom
- Sturing en Stofwisseling HC23: Psychologie van eetstoornissen
- Sturing en Stofwisseling HC24: Type I + II diabetes
- Sturing en Stofwisseling HC25: Complicaties van diabetes mellitus
- Sturing en Stofwisseling HC26: Schildklierhormoon-ontregeling
- Sturing en Stofwisseling HC27: Cortisol regelkring, hyper- en hypocortisolisme
- Sturing en Stofwisseling HC28: Microscopie schildklier, bijnier, hypofyse
- Sturing en Stofwisseling Proeftentamen 1
- Sturing en Stofwisseling Proeftentamen 2

Contributions: posts
Spotlight: topics
Hoorcolleges, patiëntdemonstraties en (proef)tentamens bij Sturing en Stofwisseling 2019/2020
Deze bundel bevat alle hoorcolleges, patiëntdemonstraties en (proef)tentamens van het blok Sturing en Stofwisseling van de opleiding Geneeskunde aan de Universiteit Leiden.
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
Add new contribution