Pedagogy and education - Theme
- 12703 keer gelezen
In het debat over ouders met intellectuele beperkingen in Nederland is er een belangrijke vraag gesteld: zouden mensen met intellectuele beperkingen kinderen mogen hebben? Dit artikel wil laten zien dat deze vraag misplaatst is. De vraag suggereert namelijk dat anderen mogen bepalen of je ouder wordt. Het is fout om goed ouderschap primair af te laten hangen van de intellectuele vermogens van de ouders. In plaats hiervan, zou moeten worden gekeken naar sociale, economische en psychologische factoren.
In 2002 werd er een rapport gepubliceerd door de Nederlandse nationale gezondheidsraad over het gebruik van anticonceptie bij mensen met intellectuele beperkingen. Het doel hiervan was het voorkomen van zwangerschap bij vrouwen met verminderde intellectuele vermogens als wens van de familie. De belangrijkste vraag die dit oproept is of ouders het recht hebben hun dochter anticonceptiva toe te laten dienen, zelfs als die dochter dat niet wilt. Mogen dokters beslissen of iemand al dan niet competent is om een kind op te voeden? De gezondheidsraad wilde aangeven dat we allemaal gelijke burgers zijn met gelijke rechten, en dat ook mensen met verminderde intellectuele vermogens het recht hebben om hun seksualiteit te ontdekken, om hun eigen mening te vormen over anticonceptiva en om aan te geven dat ouderschap niet automatisch mag worden ontnomen aan mensen met intellectuele beperkingen.
In Nederland was de kennis over het ouderschap van mensen met intellectuele beperkingen zeer gelimiteerd, terwijl internationale literatuur veel meer informatie bood. In 2004 werd er een onderzoek gehouden door het ministerie van gezondheid, welzijn en sport om empirische data te kunnen verzamelen en om indicatoren te kunnen vinden voor het al dan niet slagen van ouderschap bij mensen met intellectuele beperkingen.
Het onderzoek. Het sample bestond uit vijftienhonderd Nederlandse gezinnen waarvan ten minste één ouder een intellectuele beperking had. 33% Van deze ouders functioneerde in de classificatie good enough parenting (goed genoeg ouderschap). Hiervoor waren drie criteria:
Geen signaal van mishandeling of verwaarlozing.
Geen tussenkomst van bureau Jeugdzorg.
Geen plaatsing van de kinderen in de pleegzorg op last van de rechtbank.
De helft van de gezinnen lieten insufficient parenting (ontoereikend ouderschap) zien en de overige zestien procent zweefde tussen deze twee classificaties in.
De conditie en de ernst van de intellectuele beperking zijn geen sterke indicatoren voor succes of falen wat betreft het ouderschap. Inadequate support van professionals is wel een sterke indicator van het falen en een goed sociaal netwerk dat de ouders ondersteund is een goede indicator voor succes. Wanneer de ouders geen support en hulp willen ontvangen, zorgt dit voor onaangename familiecondities.
De antwoorden. De antwoorden binnen het debat over ouderschap met intellectuele beperkingen kwamen grofweg uit drie groepen: de media, de regering en de professionals.
De media publiceerden de resultaten op een negatieve manier. Zij gaven aan dat 66% van de uitkomsten ‘desastreus’ waren, zonder aandacht te besteden aan de groep van ouders die wel goed genoeg ouderschap lieten zien (33%). Daarnaast bracht de media horrorverhalen over kinderen die opgroeiden bij intellectueel beperkte ouders (mishandeling, verwaarlozing) waarmee ze suggereerden dat deze verhalen representatief waren voor de 66% van de ouders die (nog) niet in de categorie goed genoeg ouderschap vielen. Hieruit ontstond het statement dat ouderschap met intellectuele beperkingen veel vaker wordt gezien als een probleem dan als een positieve levensgebeurtenis.
De Nederlandse overheid nam de mening van de media over. Ze startten met het ontmoedigen van ouderschap bij mensen met intellectuele beperkingen. Alleen gefocust op 66% van de gezinnen, wilden ze aandacht voor de toekomst van de kinderen die in deze gezinnen worden geboren.
Deze reacties zorgden voor teleurstelling bij zowel de professionals als bij de gezinnen die hadden deelgenomen aan het onderzoek. De verwachting van de laatste groep, voordat ze deelnamen aan het onderzoek, was een brede discussie over het vergroten van support voor intellectueel beperkte ouders vanwege de problemen die ze onderweg tegenkomen. Internationale literatuur wijst uit dat ouders met verminderde intellectuele vermogens vaak problemen hebben op het gebied van een laag inkomen, meer dan gemiddelde gezondheidsproblemen en negatieve publieke reacties.
Ook is er een extra risicofactor voor ouders die in hun jeugd zijn mishandeld en misbruikt: de kans is groter dat zij dit ook gaan doen bij hun kinderen.
‘Goed genoeg’ ouderschap. Terwijl de gezondheidsraad koos voor een benadering in de vorm van ‘kwaliteit van leven’, kwam het onderzoek met de classificatie ‘goed genoeg ouderschap’. Het probleem met deze classificatie is dat er ontzettend veel verschillende meningen zijn over wat goed genoeg ouderschap nu eigenlijk is. Deze classificatie is dus ontzettend gevoelig voor morele controverse. Hiermee moeten ouders dus voldoen aan een liberale standaard: je kunt je kinderen opvoeden zoals je dat zelfs wenst, zolang je voldoen aan een paar minimale vereisten. Zolang je je aan deze vereisten houdt, mag niemand je ouderschap (wettelijk) in twijfel trekken. Goed genoeg ouderschap is dus eigenlijk ouderschap waarbij de rechterlijke macht je niets kan maken.
Drie opmerkingen. De algehele opinie gebaseerd op de media is dat het geen goed idee is wanneer mensen met intellectuele beperkingen kinderen krijgen. De argumenten hiervoor zijn echter voornamelijk gebaseerd op vooroordelen. Wat betreft de maatschappij in het geheel, moeten we terugdenken aan de gedwongen sterilisatie in Amerika (eugenetica).
De reden die zij hanteerden was het beschermen van de maatschappij tegen morele degeneratie en onacceptabele sociale kosten. Tegenwoordig wordt de waarheid hierover overal onderkend, wat een sterk punt is wat betreft het beschermen van de burgerrechten: iedereen is gelijk.
De problemen in een gezin waar minimaal één ouder een intellectuele beperking heeft, zijn meestal toe te schrijven aan socio-economische omstandigheden en niet aan individuele karakteristieken. Je moet dus focussen op de sociale en economische factoren in plaats van het probleem te zoeken in het individu.
Support voor gezinnen zou gelijk moeten zijn voor alle gezinnen die vallen onder de noemer ‘goed genoeg ouderschap’. De 33% succes rate die gevonden is onder ouders met intellectuele beperkingen, is hoger dan de 30% succes rate die ouders ondervinden bij IVF pogingen. In beide gevallen is (financiële) support door de overheid gewenst, en waarom zou je de ene groep dit wel geven en de andere niet? Dat is discriminatie.
Kritiek voor het onderzoek was ook dat mensen met intellectuele beperkingen tegen zichzelf in bescherming moesten worden genomen op het moment dat ze een gezin wilden stichten.
De taak die ouderschap met zich meebrengt zou te veeleisend voor het zijn. Volgens de Nederlandse overheid hebben inwoners met verminderde intellectuele vermogens, net als iedere andere burger, het recht op een eigen leven. Zij moeten voor zichzelf opkomen en hun eigen levenskeuzes kunnen maken. Soms houden die keuzes in dat ze een gezin willen stichten en niemand zou hen mogen vertellen of ze dat wel of niet kunnen of mogen doen.
Daarnaast geldt het volgende: mensen met intellectuele beperkingen wonen steeds vaker zelfstandig en niet meer in instituties. Ze doen wat ieder ander mens doet: vrienden maken, verliefd worden en kinderen krijgen.
Intellectuele beperkingen op zich zijn nooit de bepalende factor voor ontoereikend ouderschap. Wanneer we gezinnen met minstens één ouder met een intellectuele beperking gaan zien als risico-gezinnen, veeg je alle gezinnen op één hoop, ook de 33% van de gezinnen die het wel goed doen. Discriminatie betekent dat je mensen anders behandelt terwijl daar geen relevantie voor is. Wetenschappelijk gezien is de correlatie tussen ontoereikend ouderschap en het hebben van een intellectuele beperking niet significant, waardoor het anders behandelen van mensen met een intellectuele beperking discriminatie is. Er moet één lijn getrokken worden. Wanneer je ouders die niet scoren op goed genoeg ouderschap aan wilt pakken, moet je het bij elke ouder doen en niet alleen bij ouders met intellectuele beperkingen.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1164 |
Add new contribution