aantekeningen hoorcolleges neuropsychologische diagnostiek 23 UU
Aantekeningen van de hoorcolleges voor het vak Neuropsychologische Diagnostiek
- 742 keer gelezen
Aantekeningen van de hoorcolleges voor het vak Neuropsychologische Diagnostiek
In deze bundel zijn de hoorcolleges van het vak Neuropsychologische Diagnostiek aan de Universiteit Utrecht te vinden. Succes!
HC3 Neuropsychologische diagnostiek
Belangrijke begrippen:
Neuropsychologie en klinische neuropsychologie
Ontwikkelingsneuropsychologie
Klinische neuropsychologie: leggen verbanden tussen problematisch of afwijkend gedrag en disfuncties van de zich ontwikkelende hersenen bij kinderen en jeugdigen.
Verschillende benaderingen
Neurologie en kinderneurologie
Discussies over het brein
Er is grote overeenstemming tussen basale neurologische studies bij dieren en studies bij mensen wat betreft de hersengebieden die de aandacht, cognitieve controle, motivatie en emoties reguleren. Dit artikel is een review van de literatuur die ingaat op de dierlijke en menselijke gedissocieerde frontostratiale circuits en de functies die zij mediëren. Er wordt gekeken naar enkele zeer specifieke ‘model-stoornissen’ die illustratief zijn voor afwijkingen in deze fronto-corticale en fronto-subcortiale circuits die mediëren voor aandacht, cognitieve controle, emotie en motivatie. Zo wordt de literatuur besproken rondom ADHD als een voorbeeld van een verstoring van inferieure fronto-stratiale netwerken van cognitieve controle en aandacht, de pediatrische depressieve stoornis als model voor fronto-limibsche verstoringen die mediëren voor emotiecontrole; de obsessieve compulsieve stoornis als model van verstoring van zowel orbito-frontale remmende en fronto-limbische angst-mediërende netwerken voor tekorten in de fronto-limbische circuits van motivatie. Een afbakening van de neurofunctionele circuits en hun mediërende functies gebaseerd op het huidige neuropsychologische onderzoek helpt hopelijk met te komen tot een beter begrip van de afwijkingen en leiden tot de ontwikkeling van meer gerichte behandelingen van deze aandoeningen.
Methode
Er is op internet gezocht op verschillende zoektermen
Hersengebieden die aandacht, cognitieve controle, motivatie en emotie reguleren
De prefrontale cortex is een sterk ontwikkeld corticaal gebied dat essentieel is bij het reguleren van aandacht, cognitieve controle, motivatie en emotie. Verschillende regio’s van de prefrontale cortex regelen deze functies. Hieronder volgt een korte samenvatting van
......read moreDeze samenvatting is gebaseerd op collegejaar 2012-2013.
Wat is het verschil tussen volwassen neuropsychologie en klinische kinderneuropsychologie?
De ontwikkelingsstadia van mens vanaf bevruchting tot aan de geboorte loopt als volgt:
Spina bifida onstaat door:
Het verplaatsen van neuronen naar doelbestemming heeft:
Wat is tegengesteld aan elkaar?
Waarmee hangt IQ samen?
Bij welke theorie of theorieën speelt ervaring een belangrijke of cruciale rol?
Plasticiteit is een:
Bij hersenletsel kunnen verschillende soorten schade ontstaan. Bij welke schade is het effect op latere leeftijd groter dan op jongere leeftijd?
Bij welke vorm van cerebrale parese heeft het kind een helft van zijn of haar lichaam verlamt?
Bij een CVA of hersenbloeding:
NAH is:
Microcephaly:
Bij ADHD word een abnormaal volume van het striatum gemeten. Wat is het striatum?
De betekenis van Cerebellum is:
Vraag 1.1
Welke informatie moet vermeld worden op de uitnodiging die naar de patiënt wordt gestuurd?
Vraag 1.2
Waarom moet de neuropsycholoog de anamnese beginnen met een samenvatting van de gegevens van de patiënt?
Vraag 1.3
Hoe kan een neuropsycholoog een beeld vormen van het premorbide functioneren van een patiënt?
Vraag 1.4
Wat is een telescoopeffect?
Vraag 1.5
In de anamnese worden de belangrijkste klachten van de patiënt in kaart gebracht. Naar welke gegevens moet de neuropsycholoog vragen om een zo goed beeld te vormen van de klachten?
Vraag 2.1
Volgens Lezak en collega’s kunnen prototypische vraagstellingen verdeeld worden naar diagnostische vraagstellingen en beschrijvende vraagstellingen. Wat is het verschil tussen diagnostische vraagstellingen en beschrijvende vraagstellingen?
Vraag 2.2
Waaruit bestaat de diagnostische cyclus?
Vraag 2.3
Wat zijn syndromen?
Vraag 2.4
Wat is het helo-effect?
Vraag 3.1
Wat zijn de criteria waar een test aan moet voldoen?
Vraag 3.2
Waarom kunnen met paralleltaken niet alle test-hertesteffecten voorkomen worden?
Vraag 3.3
Brauer maakt onderscheid tussen drie soorten testbatterijen. Benoem deze testbatterijen.
Vraag 3.4
Wat zijn de voordelen en de nadelen van een vaste testbatterij?
Vraag 3.5
Wat zijn de voordelen en de nadelen van een flexibele testbatterij?
Vraag 3.6
Wat is gedragsneurologie?
Vraag 3.7
Wat houdt Testing the limits in?
Vraag 4.1
Observatiegegevens kunnen worden verdeeld in tweetal aspecten. Benoem en beschrijf deze.
Vraag 4.2
Waarom is het belangrijk om ook de emotionele reacties van een patiënt te observeren?
Vraag 5.1
Wat is een goede manier om stoorfactoren en invalide bevindingen op te sporen?
Vraag 5.2
Waarom is
.....read moreDeze samenvatting is gebaseerd op collegejaar 2012-2013.
Collegebegrippen
Begrip | Betekenis | |
neurowetenschappen | Alle disciplines die zich bezighouden met de structuur en functie van het centraal zenuwstelsel. | |
neurowetenschapper | Neurobiologen, medici, psychologen, farmacologen, genetici | |
Neuropsychologie | Het onderzoeken van relaties tussen hersenen en gedrag bij zowel intacte als beschadigde individuen, zowel bij mensen als bij dieren | |
Ontwikkelingsneuropsychologie | Bestuderen van de relatie tussen de hersenen en het gedrag van kinderen en adolescenten binnen het dynamische context van het brein dat zich ontwikkelt. | |
Klinische neuropsychologie | = neuropsychologie | |
Klinische kinderneuropsychologie | Het leggen van verbanden tussen problematisch of afwijkend gedrag en disfuncties van de zich ontwikkelende hersenen bij kinderen en jeugdigen. | |
Neurologie | De ziektes van het zenuwstelsel | |
Neuroloog | Arts gespecialiseerd in neurologie | |
Neuropsychologisch onderzoek | Lichamelijk onderzoek en aanvullend onderzoek (hersenmetabolisme, hersenstructuur, neuropsychologisch onderzoek). | |
Volwassen neuropsychologie versus klinische kinderneuropsychologie | Volwassen neuropsychologie gaat uit van geneeskunde. Patiënten met een hersenbeschadiging worden onderzocht. De vraag die hierbij centraal staat is wat de gevolgen zijn van de beschadiging voor het functioneren. Daarbij worden neuropsychologische testbatterijen en beeldvormende technieken gebruikt.
| Klinische kinderneuropsychologie gaat uit van ontwikkelingsbiologie, ontwikkelingspsychologie genetica en psychiatrie. Kinderen met een normale of wijkende hersenontwikkeling worden onderzocht. Ook wordt dierexperimenteel onderzoek gebruikt. De centrale vraag is: ‘Wat is de relatie tussen hersenontwikkeling en gedrag, wat zijn de gevolgen van de afwijkende hersenontwikkeling voor de ontwikkeling van gedrag’. Dat wordt onderzocht met logititudinaal onderzoek, experimenteel onderzoek, markertaken en syndroomonderzoek. |
Broca’s gebied | Dit is het motorisch spraakcentrum. Een beschadiging of stoornis kan leiden tot afesie (taalstoornis). | |
Het gebied van Wernick | Dit is het sensorisch spraakcentrum. | |
Zygote | Vanaf de bevruchting tot 2 weken | |
Embryo | 2 tot 8 weken na de bevruchting | |
Foetus | 9 weken na de bevruchting tot de geboorte | |
Neurulatie | Vorming van de neurale buis | |
Spina bifida | Defect in de neuraalbuis | |
Sulci/sulcus | Sulci (groeve) |
Neuropsychologisch onderzoek (NPO) | Hypothesevormend en –testend proces waarbij problemen gedefinieerd en vragen beantwoord worden over het cognitief functioneren |
Diagnostiek | Op professionele wijze afwijkingen onderscheiden op grond van de verschijnselen |
Algemene Standaard Testgebruik (AST) | Richtlijn van het Nederlands Instituut voor Psychologen (NIP) voor het uitvoeren van psychologisch onderzoek |
Informatie voor patiënt | Voorafgaand aan het NPO moet de patiënt geïnformeerd worden over het doel van het onderzoek, manier van rapportage, de verantwoordelijke psycholoog, recht op inzage, bezwaar, correctie en blokkering |
Medisch dossier | Hieruit kan informatie vooraf verkregen worden, zodat de patiënt niet voortdurend dezelfde vragen hoeft te beantwoorden |
Intakelijsten | Vragenlijsten die een patiënt of direct betrokkene vooraf kan invullen |
Anamnese | Eerste klachteninventarisatie (let wel: tweede gegevensverzameling) met als belangrijkste doel de aard, het verloop, de ernst en de gevolgen van de klachten in kaart te brengen |
Selectieve klachtenrapportage | Een patiënt geeft altijd een gekleurd beeld van de werkelijkheid, afhankelijk van persoonlijkheid, cognitief functioneren en relevantie in zijn/haar leven |
Telescoopeffect | Gebeurtenissen van lang geleden worden als recenter herinnerd |
Heteroanamnese | Klachteninventarisatie bij iemand uit de nabije omgeving van de patiënt, zoals een partner, kind, ouder of leerkracht. Hiervoor is toestemming van de patiënt zelf nodig, tenzij de heteroanamnese bij iemand uit het behandelteam wordt afgenomen |
Inhoud anamnese | Spontane klachten, specifieke klachten, invloed van klachten op het dagelijks leven, fysieke klachten, medische geschiedenis, ontwikkeling, algemene informatie |
Spontane klachten | Open vraag naar klachten, verloop en premorbide functioneren |
Specifieke klachten | Geheugen en oriëntatie, aandacht, taal en rekenen, waarneming, motoriek/uitvoering, plannen en flexibiliteit, persoonlijkheid en psychische klachten |
Differentiaaldiagnostiek | Onderscheiden van verschillende mogelijke diagnosen |
Premorbide functioneren | Functioneren vóór het ontstaan van de klachten; kan ingeschat worden aan de hand van opleidings- en beroepsgegevens |
Gedragsobservatie | Observaties tijdens de anamnese kunnen een indruk geven van taalbegrip, verbaal |
In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor de opleiding Psychologie, jaar 2&3 aan de Universiteit Utrecht
Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor dit vak ga je naar de Samenvattingen Shop Psychologie - UU B2/3 op JoHo.org
Add new contribution