ARW 1 - RUG - Oefententamen 2018/2019

Vragen Rechtsvorming

Motiveer de antwoorden en verwijs, als dat mogelijk is, naar wetsartikelen en jurisprudentie.

Vraag 1

Nikki droomt al een paar maanden van een paar hippe Common Projects sneakers (model: 2206). De sneakers zijn zeer gewild en als echte fashion freak kan Nikki niet achterblijven. Een paar keer heeft ze op het punt gestaan de sneakers aan te schaffen, maar de koopprijs van € 456,- weerhield haar er telkens van de sneakers te kopen. Als Nikki op een dag voor de zoveelste keer naar de Bijenkorf gaat om de schoenen te passen is ze aangenaam verrast als ze ziet dat de sneakers voor € 40,- zijn geprijsd. Ze haast zich naar de kassa om de schoenen te betalen. Eenmaal aangekomen bij de kassa is de verkoopmedewerker net zo verrast als Nikki. De net aangenomen stagiair heeft per ongeluk de Common Projects sneakers verward met een soortgelijk, maar veel goedkoper model van Reebok. De verkoopmedewerker merkt op dat de prijs € 456,- moet zijn en het aanbod niet geldig is. Nikki meent dat de overeenkomst ondanks de fout van de stagiair toch tot stand is gekomen.

Komt er een rechtsgeldige overeenkomst tot stand tussen Amber en de verkoopmedewerker? (5 pnt)

Vraag 2

Marjolein is met Sanne overeengekomen dat Marjolein, tegen een vergoeding, een portret van Sanne zal schilderen. Hiervoor hebben zij een middag gepland waarbij Sanne zal modelleren zodat Marjolein een schets kan maken. Aan het einde van deze middag spreken zij af dat Sanne het portret twee weken later op komt halen, zodat Marjolein de tijd heeft om het portret af te schilderen. Als Sanne twee weken later op het afgesproken moment op de stoep staat is Marjolein er niet. Het licht is uit en de deur is dicht. Met lege handen gaat Sanne weer naar huis.

Welke juridische stappen kan Sanne tegen Marjolein nemen? (5 pnt)

Vraag 3

1. Is het recht van opstal zowel een relatief recht als een absoluut recht? (2,5 pnt)
2. Kan het recht van vruchtgebruik zowel op zaken als op vermogensrechten gevestigd worden? (2,5 pnt)

Vraag 4

Nick heeft op een verjaardagsfeest van Larry een kostbaar schilderij, ‘Hond op Straat’, beschadigd. Larry stelt Nick aansprakelijk voor deze schade op grond van de onrechtmatige daad ex artikel 6:162 BW. Nick is de beroerdste niet en is bereid deze schade te vergoeden. Hoewel hij niet de beroerdste is, is hij helaas wel de vergeetachtigste. Als Larry na drie weken nog geen schadevergoeding ontvangen heeft, besluit hij Nick een brief te sturen. In deze brief vraagt Larry aan Nick om de schadevergoeding binnen twee weken na ontvangst van de brief te voldoen.

Leg uit vanaf welk moment Nick in verzuim is. (5 pnt)

Vraag 5

Zoek het Besluit OM-afdoening op.

Is dit besluit een algemene maatregel van bestuur gemaakt op grond van een geattribueerde bevoegdheid? (3 pnt)

Vraag 6

Harry wil zijn auto aan Arriane verkopen. Zij aanvaardt dit aanbod en Harry verschaft haar het bezit van de auto. Harry staat echter onder curatele. Zodra zijn curator hoort van deze gebeurtenissen, besluit hij de koopovereenkomst te vernietigen. Omdat Harry verkouden op bed ligt, onderneemt hij geen actie om de auto terug in zijn macht te krijgen.

1. Wie is tot aan de vernietiging eigenaar van de auto? (3 pnt)
2. Wie is na de vernietiging eigenaar van de auto? (2 pnt)

Vraag 7

Sinds enkele jaren huurt Koos een riante woning in het centrum van Purmerend. Aanvankelijk woont hij er met veel plezier. Inmiddels heeft het pand te kampen met ernstig achterstallig onderhoud: er is is overal houtrot, de ketel lekt en er staat schimmel in het behang door de vochtigheid. Meerdere malen verzoekt Koos de verhuurder om hier iets aan te doen voordat het winter wordt. Henk, de verhuurder, reageert afwijzend en zegt dat hij wel belangrijkere zaken heeft om af te handelen. Koos besluit daarom geen huur meer te betalen. Pas in mei komt Henk in actie. Hij doet de nodige klussen aan het huis en stelt tegen Koos een vordering in tot betaling van de huursom over de afgelopen 7 maanden (7 x € 1.050,-).

1. Welke rechter is of welke rechters zijn absoluut en relatief bevoegd? (4 pnt)
2. Staat er hoger beroep open voor de in het ongelijk gestelde partij? (1 pnt)

Vraag 8

1. Vindt het verlenen van gratie plaats door een rechter? (2 pnt)
2. Is het verlenen van gratie aan Piet S. een bestuurlijke, wetgevende of rechtsprekende taak? (3 pnt)

Vraag 9

Annemiek is getrouwd met Joost, op huwelijkse voorwaarden inhoudende koude uitsluiting. Ze hebben twee meerderjarige kinderen (John en Leonard). In 2018 overlijdt Annemiek. Ze heeft een testament gemaakt, met als enige relevante bepaling de onterving van Leonard, het zwarte schaap van de familie. Bij haar overlijden bestaat het vermogen van Annemiek uit een bankrekening van € 300.000,-, ze heeft geen schulden.

Leg beknopt uit wat uit Annemiek nalatenschap toekomt aan Joost, John en Leonard op grond van het erfrecht. (5 pnt)

Vraag 10

1. Wat is de rechtsregel uit het arrest ‘Schiermonnikoog’ (HR 23 december 1980, NJ 1981, 171)? (3 pnt)
2. Is er nog een ander, niet tot de rechterlijke macht behorend overheidsorgaan dat de door de Hoge Raad in het onder a genoemde arrest uitgevoerde controle had kunnen uitoefenen? (2 pnt)

Vraag 11

Jolanthe wordt door de Rechtbank Zuid-Holland, sector kanton, onder curatele gesteld vanwege haar drugs verslaving. Een paar weken later besluit Jolanthe dat ze van haar spaargeld een motor wil kopen. Ze heeft een prachtige Honda op het oog die zij heeft gezien op Marktplaats. De verkoper Paul weet niet dat Jolanthe onder curatele is gesteld en hij verkoopt de motor voor € 1.000,- aan Jolanthe. In tegenstelling tot Jolanthe is haar curator niet blij met de aankoop die Jolanthe heeft gedaan. De curator heeft geen toestemming gegeven voor de aankoop van de motor en wil de koopovereenkomst vernietigen. Paul stelt dat de curator de koopovereenkomst niet kan vernietigen omdat hij niet wist dat Jolanthe onder curatele is gesteld.

Komt er een rechtsgeldige overeenkomst tot stand tussen Jolanthe en Paul? En zo ja, kan de curator de overeenkomst vernietigen? (5 pnt)

Vraag 12 

In januari 2018 zijn Mick en Mallory gehuwd, zonder het maken van huwelijkse voorwaarden. Mick is de trotse eigenaar van een motor (Harley Davidson), waar hij ieder weekend een
flinke rit mee maakt. Hij verkreeg deze motor in 2015. Ook Mallory werd in datzelfde jaar eigenaar van een motorfiets (Triumph), en wel een zeer bijzonder, uiterst waardevol exemplaar.
Tot ongenoegen van Maarten schenkt zij deze bijzondere motor (Triumph) in juli 2018 aan een museum.

1. Valt de motor van Mick (de Harley) in de gemeenschap van goederen? (2,5 pnt)
2. Kan Mick, huwelijksvermogensrechtelijk gesproken, iets ondernemen tegen de schenking van de motor van Veronique (de Triumph) aan het museum? (2,5 pnt)

Vraag 13

Sjaak werkt als ramenlapper in dienst bij het bedrijfje Spik&Span. Dit bedrijfje heeft de opdracht gekregen om de ramen van een school in de buurt te lappen. Op het moment dat Sjaak bijna klaar is met deze klus en zijn ladder verplaatst voor het reinigen van de laatste ramen, gaat er iets mis. Met de ladder onder zijn arm zwiept hij per ongeluk de op het schoolplein aankomende moeder Sandra van de fiets. Zij valt op de grond, waardoor een gat ontstaat in haar nieuwe jurk en panty. Ook raakt haar bril beschadigd.

1. Wie kan zij aansprakelijk stellen voor de door haar geleden schade? (4 pnt)
2. Wie is uiteindelijk verplicht de schadevergoeding aan Sandra te betalen? (1 pnt)

Vragen Rechtsvinding

Vragen bij Hoge Raad 29 januari 2016, ECLI:NL:HR:2016:147, NJ 2016, 167

Motiveer steeds in eigen woorden het antwoord en verwijs naar de juiste regelnummers en/of wetsartikelen.

Vraag 14

1. Welk gedrag van de vrouw maakt volgens het Hof dat de vrouw zich ten opzichte van de man onrechtmatig heeft gedragen? (2 pnt)
2. Wat voor onrechtmatige gedraging levert het in vraag 1a bedoelde gedrag op volgens het Hof? Noem hierbij de bijbehorende wetsbepaling. (3 pnt). 

Vraag 15

1. Welke partij(en) heeft/hebben in casu hoger beroep aangetekend? (2,5 pnt)
2. Op welke cassatiegrond(en) wordt in cassatiemiddel 1 een beroep gedaan? (2,5 pnt)

Vraag 16

Hoe dient ‘een als een doen te beschouwen gedraging’ in de zin van artikel 6:165 lid 1 BW volgens de A-G te worden uitgelegd, beperkt of ruim? (1,5 pnt) En waarom? (3,5 pnt)

Vraag 17

Formuleer de rechtsvraag in abstracto die de Hoge Raad in rechtsoverweging 3.3.2 bevestigend beantwoordt. (5 pnt)

Vraag 18

1. Welke interpretatiemethode(n) hanteert de Hoge Raad bij zijn uitleg van artikel 6:165 lid 1 BW? (3,5 pnt)
2. Wat is het effect van de gehanteerde interpretatiemethode(n)? (1,5 pnt)

Vraag 19

De Hoge Raad doet in casu ten principale recht.

1. Wat houdt ‘ten principale recht doen’ in? (2 pnt)
2. (Opzoekvraag) In welk wetsartikel is neergelegd dat de Hoge Raad hiertoe bevoegd is? (3pnt)

Vraag 20

1. Om welke reden zou artikel 6:165 lid 1 BW vanwege zijn strekking ruim moeten worden uitgelegd volgens annotator Lindenbergh? (2,5 pnt)
2. Waarom zou die reden volgens annotator Lindenbergh in casu mogelijk niet opgaan? (2,5pnt)

Antwoordindicatie Rechtsvorming

Vraag 1

Nee, er is geen overeenkomst tot stand gekomen (1 punt). Een overeenkomst komt tot stand door aanbod en aanvaarding, artikel 6:217 lid 1 BW (1 punt). Voor een geldige koopovereenkomst is wilsovereenstemming over object en prijs vereist, artikel 3:33 BW (1 punt). De wil en verklaring van de verkoopmedewerker lopen uiteen. Zijn wil is om de schoenen te verkopen voor € 456,- maar hij verklaart dat de schoenen te koop staan voor € 40,-. Hierdoor is sprake van wilsontbreken (1 punt) waardoor er in beginsel geen overeenkomst tot stand komt. Nikki wordt niet beschermd door artikel 3:35 BW. Zij mocht er niet van uitgaan dat de prijs juist was en had onderzoek moeten verrichten naar de veel te lage prijs voor dit paar exclusieve schoenen (1 punt).

(Voor het ontbreken van een artikel: - 0,5 punt.)

Vraag 2

Sanne zal als eerste nakoming kunnen vorderen ex artikel 6:38 juncto 6:39 BW (1 punt). Omdat nakoming nog mogelijk is zal zij daarnaast een ingebrekestelling conform artikel 6:82 BW kunnen sturen om uiteindelijk verzuim te bewerkstelligen ex artikel 6:81 juncto 6:82 BW (1 punt). Pas als Madeleine in verzuim is kan een schadevergoeding gevorderd worden ex artikel 6:74 BW (1punt). Daarnaast heeft Sanne de mogelijkheid om tot ontbinding ex artikel 6:265 BW over te gaan, maar ingevolge het tweede lid van dat artikel ook pas nádat Marjolein in verzuim is (1 punt).

Overige (eventuele) opties:

• Vervangende schadevergoeding (omzetting) ex artikel 6:87 BW (1 punt);
• Gevolgschade vorderen ex artikel 6:74 juncto 6:85 BW (1 punt);
• Opschorten van de eigen verbintenis ex artikel 6:52 of 6:262 BW (1 punt).

Vraag 3

1. Het opstalrecht, artikel 5:101 e.v. BW (0,5 punt) is een absoluut recht, want het is een recht dat tegen een ieder kan worden ingeroepen (1 pnt). Het is geen relatief recht, omdat het niet gaat om een recht dat slechts tegen een beperkt aantal personen werkt (1 punt)
2. Ja, uit de wettelijke regeling volgt dat vruchtgebruik gevestigd kan worden op goederen (1 punt), artikel 3:201 BW (0,5 punt). Alle zaken en alle vermogensrechten zijn goederen, dus het vruchtgebruik kan zowel op zaken als op vermogensrechten worden gevestigd (0,5 punt), art. 3:1 BW (0,5 punt).

Vraag 4

Vanaf het moment dat de vordering opeisbaar is en Nick niet terstond is nagekomen, artikel 6:81 BW (1 punt). In dit geval gaat het om een verbintenis voortvloeiend uit onrechtmatige daad (1 punt), waardoor Larry van rechtswege in verzuim is ingevolge artikel 6:83 aanhef en sub b BW (2 punten). De ingebrekestelling verandert daar niks aan (1 punt).

Vraag 5

Nee, hier is wel sprake van een amvb, want:

• Het begint met ‘Wij Beatrix’, het is dus een KB afkomstig van regering/Kroon (1 punt);
• RvS gehoord (0,5 punt), SG niet betrokken (0,5 punt);
• Maar niet krachtens attributie: ‘Gelet op de artikelen 257b (etc) Sv’, dus delegatie (1 punt).

Vraag 6

1. Voor overdracht van een roerende zaak zijn vereist:

• geldige titel (koopovereenkomst);
• levering (bezitsverschaffing, artikel 3:90 BW);
• beschikkingsbevoegdheid (Hendrik is als eigenaar beschikkingsbevoegd; hij staat wel onder curatele en dat maakt hem slechts handelingsonbekwaam, artikel 1:381 lid 2. Dat leidt slechts tot vernietigbaarheid, artikel 3:32 lid 2 BW en heeft geen gevolgen voor de beschikkingsbevoegdheid) (2 punten)

Aan de vereisten van artikel 3:84 lid 1 BW is dus voldaan en de eigendom is overgegaan op Annet (1 punt)

2. Harry is eigenaar van de auto. De vernietiging heeft terugwerkende kracht, artikel 3:53 BW (1 punt). Deze doet de titel dan ook aan de eerdere overdracht ontvallen, zodat niet aan de vereisten van artikel 3:84 lid 1 BW voldaan is en Harry wordt door vernietiging geacht eigenaar van de auto te zijn gebleven (1 punt).

Vraag 7

1. Absolute competentie: de rechtbank is in eerste aanleg bevoegd op grond van artikel 42 RO, sector kanton op grond van artikel 93 sub c Rv vanwege de huurovereenkomst (2 punten). Relatieve competentie: de Rechtbank Zuid-Holland is uitsluitend bevoegd op grond van artikel 103 Rv (tweede zin), omdat de huurwoning daar gelegen is (2 punten). NB De hoofdregel in artikel 99 lid 1 Rv met betrekking tot woonplaats gedaagde (eveneens Rechtbank Zuid-Holland) is dus niet van toepassing.
2. In artikel 332 lid 1 Rv staat een appelverbod opgenomen voor vorderingen die lager zijn dan € 1.750,-. In casu bedraagt het totaalbedrag van de vordering € 7.350,- (artikel 332 lid 2 Rv). Er staat dus hoger beroep open (1 punt).

Vraag 8

1. Nee, zie artikel 122 lid 1 Grondwet (1 punt): bij KB, dus door de Kroon (1 punt).
2. Bestuurlijk: concreet, dus geen wetgeving (1,5 punt), geen conflict dus geen rechtspraak (1,5 punt).

Vraag 9

A laat B en C achter als erfgenamen, waarop de wettelijke verdeling ex artikel 4:13 lid 1 BW van toepassing is (1 punt). D is onterfd, maar heeft recht op zijn legitieme portie ex artikel 4:63 lid 1 BW. De hoogte hiervan bedraagt op basis van artikel 4:64 lid 1 BW de helft van wat hij zou erven, indien hij niet onterfd zou zijn. Dit houdt in dat hij de helft krijgt van - de nalatenschap à €300.000,-, gedeeld door het aantal in artikel 4:10 lid 1 sub achtergelaten personen (3, want B, C en D) - is 1/2 *(300.000/3) = €50.000,- (2 punten). B en C erven van de nalatenschap na aftrek van de legitieme portie op basis van artikel 4:10 lid 1 sub a juncto artikel 4:11 lid 1 BW voor gelijke delen: (300.000-50.000=250.000)/2=€125.000,- ieder (1 punt). B krijgt als achtergelaten nog levende echtgenoot echter de gehele nalatenschap groot €300.000,- ex artikel 4:13 lid 2 BW. C heeft dan een niet-opeisbare vordering op B ter hoogte van zijn erfdeel (€125.000,-) op basis van artikel 4:13 lid 3 BW, terwijl D een niet-opeisbare vordering op B heeft ter hoogte van zijn legitieme portie (€50.000,-) op grond van artikel 4:81 lid 2 BW, waarbij de vorderingen van beide opeisbaar worden, indien B overlijdt of in staat van faillissement is verklaard of wanneer op hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard (1 punt).

Vraag 10

1. Een APV die gemotoriseerd verkeer op Schiermonnikoog vrijwel volledig verbiedt, is in strijd met het stelsel van de Wegenverkeerswet. Die wet gaat namelijk uit van een in beginsel vrije deelname aan het verkeer. De APV werd daarom onverbindend verklaard (3 punten).
2. Ja, de Kroon (1 punt), artikel 132 lid 4 Grondwet (1 punt) (zie ook Verheugt).

Vraag 11

Een overeenkomst komt tot stand door aanbod en aanvaarding, artikel 6:217 lid 1 BW (0,5 punt). Voor een geldige koopovereenkomst is wilsovereenstemming over object en prijs vereist, artikel 3:33 BW (0,5 punt). Er is een rechtsgeldige overeenkomst tot stand gekomen (1 punt). Vanaf het moment dat de rechter de curatele heeft uitgesproken, is de onder curatele gestelde handelingsonbekwaam, artikel 1:381 lid 2 BW (handlingsonbekwaamheid + artikel en juiste lid = 1,5 punt). De curator van Jolanthe kan de overeenkomst vernietigen omdat hij geen toestemming heeft gegeven voor het aangaan van de overeenkomst, artikel 3:32 lid 2 BW (vernietigen, geen toestemming en artikel + juiste lid = 1,5 punt). Het is niet relevant of de derde wist dat de persoon met wie hij handelde onder curatele was gesteld.

Vraag 12

1. Nee, artikel 1:94 lid 2 BW (1,5 punt). Voorhuwelijkse privégoederen vallen niet in de gemeenschap van goederen (behoudens andersluidende huwelijkse voorwaarden, waarvan in casu geen sprake is) (1 punt).
2. Ja, weliswaar valt ook deze motor niet in de huwelijkse gemeenschap, maar artikel 1:88 lid 1 sub b BW (0,75 punt) is ongeacht het huwelijksregime van toepassing. ‘Een echtgenoot behoeft de toestemming van de andere echtgenoot voor de volgende rechtshandelingen: b. giften, met uitzondering van de gebruikelijke, niet bovenmatige.’ (0,5 punt) De rechtshandeling die een echtgenoot in strijd met artikel 1:88 BW heeft verricht, is vernietigbaar (0,5 punt); slechts de ander echtgenoot – Mick dus – kan een beroep op de vernietigingsgrond doen, zie artikel 1:89 lid 1 BW (0,75 punt). (Goede trouw van het museum is irrelevant, gelet op artikel 1:89 lid 2 BW.)

Vraag 13

1. Sandra kan op grond van een onrechtmatige daad zowel Sjaak (artikel 6:162 BW) als het ramenlapbedrijf Spik&Span (artikel 6:170 lid 1 BW) aansprakelijk stellen voor de schade. Beide personen zijn dus aansprakelijk (2 punten). Voor deze ‘fout’ van de ondergeschikte Sjaak is het ramenlapbedrijf risico-aansprakelijk, nu deze in dienst en onder werktijd is gepleegd (1 punt). Sjaak en het ramenlapbedrijf zijn hoofdelijk aansprakelijk (artikel 6:7 juncto 6:102 BW), dus Sandra kan kiezen tegen wie zij een vordering instelt (1 punt).
2. Gelet op artikel 6:170 lid 3 BW is het ramenlapbedrijf Spik&Span draagplichtig, oftewel verplicht de schadevergoeding te betalen. Sjaak handelde namelijk per ongeluk. Hierdoor is van opzet of bewuste roekeloosheid geen sprake (1 punt).
   NB Aansprakelijk zijn is niet hetzelfde als draagplichtig zijn; zowel Sjaak als Spik&Span is aansprakelijk, maar alleen Spik&Span is draagplichtig.
   NB Het gaat in deze casus om aansprakelijkheid naar aanleiding van een onrechtmatige daad, niet om wanprestatie (artikel 6:74 ev BW). Verder is Sjaak in dienst bij het bedrijf Spik&Span, waardoor de artikelen 6:171 en 6:172 BW niet van toepassing zijn.

Antwoordindicatie Rechtsvinding

Vraag 14

1. Het stelselmatig niet mee willen werken aan de vermogensrechtelijke afwikkeling van het ontbonden huwelijk door echtscheiding (1,5 punt). Regelnummers 54-58 (0,5 punt).
2. Een handelen in strijd met hetgeen (volgens ongeschreven recht) in het maatschappelijk verkeer betaamd (1,5 punt) in de zin van artikel 6:162 lid 2 BW (1,5 punt) (Regelnummers 54-58 (zelfde als bij vraag 1a, niet verplicht om deze hier te melden)).

Vraag 15

1. Verweerder in cassatie (de man) heeft principaal hoger beroep ingesteld (1 punt). Eiseres tot cassatie (de vrouw) heeft incidenteel hoger beroep ingesteld (1 punt). Regelnummer 131-146 (131-132 + 136-137 + 145-146) (0,5 punt).
2. Schending van het recht (0,5 punt) en verzuim van vormen (0,5 punt) ex artikel 79 lid 1 Wet RO (1 punt). Regelnummer 64-66 (0,5 punt).

Vraag 16

Ruim (1,5 punt). In de eerste plaats omdat er tussen een doen en een nalaten niet echt een verschil te maken valt voor wat betreft de invloed daarop van een geestelijke of lichamelijke tekortkoming, in ieder geval niet in algemene zin (0,75 punt). In de tweede plaats omdat aanvankelijk werd beoogd dat een geestelijke of lichamelijke tekortkoming niet in de weg staat aan de toerekening (0,75 punt). In de derde plaats omdat er heel specifieke gevallen zijn geweest die aanleiding hebben gegeven om de passage ‘als een doen te beschouwen gedraging’ in artikel 6:165 lid 1 BW op te nemen
(0,75 punt). In de vierde plaats verdient het aanbeveling om alleen die gevallen hieronder te laten vallen, omdat men anders verzeild raakt in ongerijmdheden (0,75 punt). Regelnummers 164-184 (0,5 punt).

Vraag 17

Is het ‘stelselmatig niet mee willen werken’ (door een persoon van veertien jaren of ouder die dit doet onder invloed van een geestelijke of lichamelijk tekortkoming) (1,5 punt) aan te merken als ‘een als een doen te beschouwen gedraging’ (1,5 punt) in de zin van artikel 6:165 lid 1 BW (2 punten)?

Vraag 18

1. De wetshistorische interpretatiemethode (1 punt). De Hoge Raad wijst namelijk op de parlementaire geschiedenis (0,5 punt). De teleologische interpretatiemethode (1 punt). De Hoge Raad wijst namelijk ook op de strekking van de bepaling (0,5 punt). Regelnummers 209-221 (0,5 punt).
2. Het effect van de gehanteerde interpretatiemethoden is dat ‘een als een doen te beschouwen gedraging’ (0,5 punt) in de zin van artikel 6:165 lid 1 BW (0,5 punt) extensief (0,5 punt) wordt geïnterpreteerd door de Hoge Raad. Regelnummers 209-221

Vraag 19 

1. 'Ten principale recht doen’ houdt in dat de Hoge Raad de zaak zelf afdoet (2 punten).
2. Artikel 420 Rv (3 punten).

Vraag 20

1. Omdat het redelijker is om schade niet voor rekening van de benadeelde te laten komen, aangezien deze er niets aan heeft kunnen doen (2 punten). Regelnummers 276-279 (0,5 punt).
2. Omdat het erop lijkt dat de benadeelde er wel iets aan heeft kunnen doen, aangezien – althans zo stelt de vrouw – hij haar tekortkomingen heeft veroorzaakt door het tractorincident (2 punten). Regelnummers 279-281 (0,5 punt).