Hoofdstuk 4
Addiction 83 verslaving | Afhankelijk zijn van regelmatig gebruik om op die manier de dag door te komen. |
Alcoholics 94 alcoholisten | Mensen met ernstige alcoholproblemen. Dit heeft direct effect op werk en geliefden maar ook lange termijn effecten voor organen. |
Attention-deficit hyperactivity disorder (ADHD) 90 | Medicaliserende term voor kinderen die hyperactief zijn. Enkele symptomen: dagdromen, weinig concentratie, hyperactief, vergeetachtig. |
Binge drinking 92 | Schadelijk drinken. Op een avond zodanig veel drinken dat het schadelijk is voor je hersenen. Manen: vijf+ drankjes op een avond, vrouwen: 4+ drankjes. |
Cravings 84 | Intens verlangen naar de drugs waar van afgekickt is. Dit is te wijten aan psychologische afhankelijkheid. |
Drug 83 | Substantie die na toediening het denken, bewustzijn, de emoties, lichaamsfuncties of gedrag van de gebruiker beïnvloeden. |
Drug abuse, drugsmisbruik 83 | Het gebruik van drugs op een dermate manier dat zijn/haar gezondheid, psychische/mentale functies beschadigen |
Fetal alcohol syndrome, foetaal alcohol syndroom 97 | Kinderen die met een alcoholverslaving geboren worden. Zij hebben een tot zes weken last van ernstige en pijnlijke afkickverschijnselen. Dit heeft hersenbeschadiging tot gevolg dat de zorgt voor minder leerprestaties, geheugen, spraakvermogen en coördinatie. Dit zijn levenslange handicaps. |
Fetal narcotic syndrome, foetaal drugs syndroom 108 | Kinderen die hieraan lijden worden geboren uit drugsgebruikende zwangere. Bij geboorte hebben ze last van slapeloosheid met gepaarde rillingen. Vaak hebben ze ondergewicht. |
Drug addiction, drugsverslaving 83 | Afhankelijk zijn van regelmatig gebruik om op die manier de dag door te komen. |
Medicalizing human problems 89 | Medicatie aanbieden voor de problemen waar ieder mens meet te maken kan krijgen. (alledaagse problemen.) |
Methadone maintenance, methadon verstrekking 111 | Synthetische drug gebruikt als substituut om de verslaving aan heroïne te vervangen door verslaving aan een legaal middel. Voornaamste reden: zorgen dat de verslaafden hun drugs gereguleerd kunnen halen ipv bij illegale dealers. |
Psychological dependence. Psychologische verslaving 89 | Geestelijke afhankelijkheid van de drug, nadat de fysieke verslaving is afgelopen kan dit nog jaren doorgaan. De mentale drang naar het middel blijft erg groot op die manier. |
Withdrawal, terugtrekking, onttrekken 84 | In deze context onttrekken, lees: fysieke en mentale afkickverschijnselen die gepaard gaan et de ontgifting van het lichaam het wanneer geen drugs toegediend krijgt. |
Moral entrepreneur 98 Morele kruistocht | Strijd om bepaalde ideeën van normen aan te vechten of juist te veralgemeniseren onder de bevolking, |
Hoofdstuk 5
Rate of Violence; geweldsratio | Het aantal geweldgerelateerde misdaden in een land per 100.000 inwoners. |
Frustration-agression theory of violence; Frustratie-agressie theorie van geweld. | Theorie die zegt dat frustratie (denk aan wanneer je heel hard voor iets hebt gewerkt maar het nooit kunt krijgen) die mensen voelen, vaak, al dan niet gewelddadig, op anderen afgereageerd wordt. |
Operant conditioning; operante conditionering | Aanleren van gewoonten door herhaling van gedrag at beloond wordt, en het afleren van gedrag dat bestraft wordt.
|
Modeling | Kopiëren van gedrag van anderen; Dit hoeft niet direct een voorbeeldfiguur te zijn. |
Differential association; differentiële associatie.
Edwid Sutherland 1947 | Theorie drie zegt dat mensen die sympathiseren met wetsondermijners Zelf ook sneller de wel zullen breken dan mensen die zich identificeren met mensen die volgens de wet leven.
|
Normal violence; normaal geweld. | De gewelddadigheid die een groep (bijvoorbeeld een land) normaal gesproken laat zien. Dit neemt verschillende hoogtes aan. |
Anomie (Durkheim) | Het losser worden van banden binnen een samenleving waardoor mensen meer in de anonimiteit gaan leven. Anomie is het gevoel dat hiermee gepaard gaat. |
Strain theory. Robert Merton 1968 | Materialistisch succes is een westers cultureel doel. De culturele middelen die hiermee gepaard gaan zijn legale middelen zoals: scholing baan en training. |
Control theory. | Doet de aanname dat ieder mens een bepaalde natuurlijke drang heeft tot geweld, daartegenover staan sociale controlerende factoren die ons tegenhouden gewelddadig te zijn. Zijnde sociale factoren sterker dan de geweldsdrang dan zijn we niet gewelddadig. |
Forcible rape; verkrachting. | Wanneer een individu een ander individu, al dan niet fysiek en met geweld, dwingt tot seks in welke vorm dan ook. |
Statuary Rape; Pedofiele verkrachting. | Seksuele interactie tussen een volwassene en een minderjarige, ook als de minderjarige instemt. |
Patriarchie | De disproportionele machtsverhouding waarbij mannen grote delen van de machtsfuncties bekleden. |
Criminal sexual assault; Criminele seksuele mishandeling. | Een bredere blik dan verkrachting, hieronder valt ook seksuele intimidatie, seksuele aanvallen al dan niet afgemaakt tegen zowel mannen als vrouwen |
Mass murder; massamoord | Het vermoorden van 4 of meer mensen in een keer. |
Serial murder; seriemoord. | Moorden op drie of meerdere, gescheiden momenten. De tijd tussen de moorden kan een dag, week, of jaren zijn. Deze tijd tussen de moorden is het onderscheid tussen massamoordenaars en seriemoordenaars. |
Hoofdstuk 6
Crime, criminaliteit | Overtreden van de wet. Welk gedrag crimineel is, is een politiek proces. |
Power; macht | In staat zijn doelen te bereiken ondanks geboden weerstand. |
Criminal justice system: rechtssysteem | De instellingen die reactie bieden op criminaliteit: politie, gevangenissen rechtbanken, |
Police discretion; discretie van politie. | Bepalen of de overtreding van iemand een reden is om hem/haar te arresteren of niet. |
Capital punishment | De doodstraf |
Cosa Nostra | Structuur binnen de maffia, waarin de machtigste families een commissie vormen en de zwakkere families beschermen tegen een schamele betaling. |
Crime rate | Aantal misdaden per 100.000 inwoners. |
Delinquent subcultures | Groepen waarin criminele activiteiten behoren tot de standaard van het dagelijkse leven. |
Deterrence | Een aanpak waarbij wordt uitgegaan van de rationaliteit van de potentiële criminelen. Als het waarschijnlijk is dat ze gestraft worden zullen ze minder snel criminele activiteiten begaan. |
Diversion | Een vorm van rehabilitatie; de overtreder wordt bij kleine vergrijpen gescheiden van zijn criminele milieu. |
Illigitimite opportunity structure, illegale mogelijkheden tot succes. | Manieren om jezelf tot een hogere financieel niveau te helpen met manieren die niet legaal zijn. |
Incapacitation | Inkapseling van de plegers. Dit is het geval wanneer iemand misdaad na misdaad pleegt, en een blijvend gevaar voor de gemeenschap is, dan kan besoten worden ze blijvend op te sluiten. |
Juvenile delinquency | Misdaden gepleegd door mensen onder 18 jaar. |
Maffia | Criminele groep met zijn oorsprong in Sicilië opgericht omdat de regering zwak was en machtige mannen hun families wilden beschermen. |
Organized crime georganiseerde misdaad | Groepen professionele misdadigers met een lokaal, nationaal of zelfs international netwerk. |
Ponzi Scheme | Een manier van oplichting waarbij mensen dividend lijken te krijgen uit investeringen. In plaats van dividend uit winsten worden ze betaald uit geld dat andere benadeelden betalen. |
Recidivism rate recidieven cijfer |
Het percentage van de criminelen dat weer terug valt in de criminaliteit. |
Rehabilitation, rehabilitatie | Het resocialiseren van criminelen in de samenleving. Bestaat uit de volgende stappen.
|
Restitution restitutie | Een vorm van retributie waarbij plegers de slachtoffers een compensatie doen van hun daden. |
Status crimes | Gedrag van jongeren dat vaak gebruikt wordt om anderen te imponeren. Weglopen, drinken, te laat naar huis. |
Techniques of neutralization |
|
Uniform sentencing | Iedereen die dezelfde misdaad heeft begaan moet ook dezelfde straf krijgen. Op deze manier blijft het strafrecht eerlijk. |
White collar crime | Misdaden gepleegd door mensen met een respectabele en hoge sociale status. |
Professionele criminelen | Mensen die criminaliteit als hun baan zien. |
Retributie | Het straffen van criminelen om zo te laten zien dat criminaliteit niet getolereerd wordt. |
Hoofdstuk 7
Biologische armoede | Refereert naar uithongering en ondervoeding. |
Cultuur van armoede | Mensen blijven jaar na jaar arm doordat zij een levensstijl ontwikkeld hebben die heb in de armoede gevangen houdt. |
Cultuur van rijkdom | Een elitecultuur die er voor zorgt dat de mensen die deze cultuur beleven niet naar lagere klassen op de sociale ladder vallen |
Economisch kolonialisme | Het uitbuiten van armere landen door de dominante meest geïndustrialiseerde landen. |
Economie | Sociale institutie die goederen en diensten produceert en distribueert. |
Vals klassenbewustzijn | Gevolg naar aanleiding van Marks waarbij arbeiders in de illusie leefden dat ze na opstarten van een eigen zaak snel rijk zouden worden. |
Inkomen | De geldstroom die mensen ontvangen uit werk en investeringen. |
Interest groups | Groepen mensen die verenigd zijn vanwege een gemeenschappelijk belang |
Massale armoede | Wanneer de meeste of veel inwoners van een land onder de armoedegrens leven. |
Nationale staatsschuld | Het teveel dat de regering betaald aan service vanuit de staat. Dit wordt elk jaar bij elkaar opgeteld. |
Officiële armoede | Een inkomensgrens waar mensen onder moeten zitten hebben recht op benefieten vanuit de verzorgingsstaat als bijstand. Mensen die onder deze inkomensgrens zitten zijn officieel gedefinieerd als arm. |
Armoedegrens | De bovengenoemde armoedegrens. |
macht | De mogelijkheid je zin te krijgen ondanks tegenstand. |
Elite van de macht | Een kleine groep mensen uit de top van het leger, bankwezen en zakenwereld die het land regeren. |
Progressieve belastingen | Hoe meer mensen verdienen, hoe hoger het belastingpercentage wordt dat zij betalen. |
Reëel inkomen | Inkomen aangepast naar de inflatie van de munt binnen de economie. |
Relatieve armoede | Heeft te maken met de vergelijking van levensstandaarden. Heruit is de conclusie te trekken dat sommigen het minder hebben dan anderen. |
‘Residual’ armoede |
|
Sociale klasse | Grote groep mensen die samen op hetzelfde niveau zitten qua inkomen, opleiding en baanprestige. |
Sociale ongelijkheid | Oneerlijke verdeling van welzijn, rijkdom macht en mogelijkheden |
Structurele ongelijkheid | Ongelijkheid die ingebouwd zit in sociale instituties. Zie bijvoorbeeld het verschil in lonen betaald bij verschillende banen. |
Rijkdom | Het land, spaargeld, investeringen, en economische tegoeden die mensen bezitten. |
Hoofdstuk 8
Angelconformiteit | Immigranten worden geacht de Angelsaksische manieren des levens aan te nemen, dit houdt in, Engels/NL leren. Eigen cultuur laten vallen en de Angelsaksische cultuur overnemen. |
Apartheid | Een systeem van regels in de US dat de scheiding tussen blanken en zwarten strikt aanhield in alle dagelijkse aspecten van het leven. |
ascribed status Voorbestemd | Alleen al door geboren te worden is men lid van een bepaalde groep bijvoorbeeld door etniciteit. |
Assimilatie | De behoefte hebben behandeld te worden als een individu in plaats van als lid van een separate groep. Of: een poging de minderheid te elimineren door haar op te nemen in de dominante cultuur. |
Kapitalistische economie | Economisch systeem dat is gebaseerd op investeren van kapitaal met als doel het maken van winst. |
Burgerlijke ongehoorzaamheid |
Dit alles komt neer op het gezamenlijk maar vredig niet gehoorzamen van wetten die als onrechtvaardig worden gezien. |
Vies werk | Fysiek smerig of gevaarlijk, tijdelijk, doodlopend en onderbetaalt, niet begerenswaardige en knechtende (bv Schoonmaakhulp) banen. (Herbert Gans (2007) |
Discriminatie | Een persoon of groep ongelijk behandelen in vergelijking met mensen van jouw eigen sociale klasse of ras. |
Divisie in arbeid | Arbeidsverdeling. Volgens Durkheim is dit nodig om het vieze werk gedaan te krijgen. |
Dominante groep | Vaak degene die discrimineren. Deze groep kent sterke privileges, meer macht en een hoge sociale status. De dominante groep kan in absoluut cijfer lager staan dan de minderheidsgroep. |
Endogamie | Trouwen of partnerkeus met iemand van dezelfde sociale klasse |
Genocide | Een politiek van exterminatie door de dominante groep. Hierbij wordt geprobeerde groep van minderheden volledig uit te moorden. De massale slachtpartij in WO2 is hier een voorbeeld van. |
Individuele discriminatie | Het slecht behandelen van een enkele persoon omdat hij of zij een andere etniciteit heeft. |
Institutionele discriminatie | Discriminatie die ingebouwd is in het gehele sociale systeem, waardoor het gehele groepen tegelijkertijd treft. BV: ontkennen van stemrecht voor negers, goed betaalde banen etc. |
Internaal kolonialisme | Uitbuiting van de welvaartsbronnen van de minderheidgroep door de dominante groep. Er wordt misbruik gemaakt van de arbeid van de minderheden. |
Melting pot | Het idee dat Europese immigranten in Amerika op den duur zouden samensmelten tot een nieuw biologisch en cultureel gemixte eenheid. |
Militancy militante | Overtuigd van haar eigen superioriteit wil de minderheidsgroep de rollen in de samenleving omdraaien en de dominante rol overnemen. |
Minderheidsgroep | Een groep mensen waartegen gediscrimineerd wordt of die ongelijk worden behandeld. |
Pan-indianisme | vorm van supra stamverband die kijkt naar het gemeenschappelijke van alle inheemse volken, zonder onderscheid te maken tussen specifieke culturen, achtergronden of talen. |
Pluralisme | Status van gemeenschappelijk bewustzijn waarin de minderheid vredig naar de dominante groep wil leven. NB: de verschillen tussen deze groepen zijn belangrijk om in stand te houden voor de identiteiten van de verschillende groepen. |
Populatie overdracht/transfer | Direct population transfer is een gedwongen verplaatsing van de minderheid opgedragen door de dominante groep. Indirecte population transfer is wanneer de minderheid er voor kiest zelf te vertrekken. |
Vooroordeel | Een wezenlijk verschil met discriminatie is dat een vooroordeel een attitude is van een bepaalde soort. Meestal negatief, maar een vooroordeel kan ook positief zijn. |
Ras | Erfelijke uiterlijke kenmerken waardoor een groep mensen te identificeren valt. |
Raciaal-etnische groepen | Refereert tot een groep mensen die zich met elkaar identificeren vanwege gemeenschappelijke voorouders en cultureel erfgoed. |
Raciaal- etnische stratificatie | De ongelijke verdeeldheid van de bronnen in de samenleving gebaseerd op ras etniciteit. |
Reserve arbeidskrachten | De groep werklozen waar werkgevers een beroep op kunnen doen wanneer dit nodig is. Ook dit is een manier om de lonen laag te houden want als iemand het niet eens is met het gevoerde beleid wordt hij of zij vervangen door iemand die wel voor het gegeven loon wil werken. |
Riot | Rellen. |
Stijgende verwachtingen | De verwachting dat er betere condities zullen volgen. |
Seccession, afscheiding | De minderheid wil graag culturele en politieke onafhankelijkheid, hierom willen zij zich afscheiden en zo een aparte natie vormen. |
Segregatie | Segregatie betekent scheiding. De specifieke betekenis varieert, afhankelijk van de context: sociale segregatie: rassensegregatie is de scheiding van mensen naar ras; seksesegregatie is de scheiding van mensen naar sekse. |
Split-labor market | Een arbeidsverhouding die een kunstmatige afstand creëert tussen arbeiders van verschillende afkomst zodat zij zich niet zullen verenigen tegen de werkgever wanneer er een te laag loon betaald wordt oid. Op deze manier worden de lonen kunstmatig laag gehouden. |
Stereotypen | Generalisaties van hoe mensen zullen zijn. Hierop zijn vooroordelen vaak gebaseerd. |
Toegevoegde waarde door arbeid | Een product wordt meer waard doordat er menselijke arbeid in geïnvesteerd is. |
onderklasse | De groep mensen die dor weinig of lage educatie en opvoeding een beperkte hoeveelheid financiële middelen kan verkrijgen om zichzelf op die manier enige comfort te verschaffen die over het algemeen tot de aanvaardde levensstandaarden behoren. |
Selectieve perceptie | In het geval van stereotypering wordt door de bril van het stereotype gekeken waardoor mensen blind zijn voor bepaalde kenmerken van mensen en alleen de kenmerken opmerken die in lijn zijn met het geldende stereotype. |
etnocentrisme | Etnisch & centrum, een type vooroordeel waarbij men er van uit gaan dat zijn of haar eigen etniciteit de superieure is. |
Hoofdstuk 9
Biseksuele | Mensen die zich zowel naar mannen als naar vrouwen seksueel aangetrokken voelen. |
Vrouwelijke kindermoord | Tegenwoordig komt dit in landen als India naar voren door abortus te plegen wanneer duidelijk wordt dat de foetus een meisje is. |
Gender | De manier waarop we onze mannelijkheid of vrouwelijkheid uitten naar de wereld. Volgens symbolisch inter-actionisten is dit aangeleerd of sociaal. |
Sekserollen | De door de samenleving verwachtte gedragingen van mannen omdat zij mannelijk zijn en van vrouwen omdat zij vrouwelijk zijn. |
Glas ceiling | Een onzichtbare blokkade waar vrouwen tegen aan lopen wanneer zij proberen hogere posities binnen de arbeidsmarkt te bekleden. |
Haat misdaad. | Misdaden als belediging of vandalisme gemotiveerd door haat of onvrede jegens slachtoffers vanwege ras, seksuele oriëntatie, geslacht, etniciteit, religie, handicap of nationaliteit. |
Heteroseksualiteit | Een seksuele oriëntatie gepaard met een aantrekkingskracht of seksuele voorkeur voor mensen van het andere geslacht |
Homofoob | Een persoon die een attitude aanneemt die in lijn is met homofobie. |
Homofobie | Oorspronkelijk referent naar angst voor homo’s. Tegenwoordig is het vooral gericht op de intolerantie tegen homo’s. |
Homoseksueel gedrag | Seksuele gedragingen tussen mensen van hetzelfde geslacht |
Homoseksualiteit | Een seksuele oriëntatie gepaard met een aantrekkingskracht of seksuele voorkeur voor mensen van hetzelfde geslacht. |
Arbeidsparticipatiecijfer | Percentage van de bevolking dat, met inachtneming van leeftijd, kan werken en dit ook doet. |
Master trait (grootste identificator) | Geslacht wordt nog steeds als het grootste verschil binnen alle aan te nemen identiteiten in het leven. |
Sekse | De verschillende biologische uitrusting bij mannen en vrouwen. (biologisch volgens symbolisch inter-actionisten) |
Sekse getypeerd | Veel zaken in een samenleving zijn seksegescheiden, dit betekent dat er bepaalde zaken vooral aan mannen worden toegeschreven te doen en leuk te vinden en andersom. |
Seksisme | De overtuiging dat een geslacht superieur is over de andere en de discriminatie die hieruit naar voren komt. |
Seksuele intimidatie | Ongewilde seksuele toenaderingen gedaan door een persoon met overmacht. |
Situationeel homoseksueel gedrag | Homoseksuele gedragingen door mensen die, wanneer het andere geslacht aanwezig is, voor heteroseksuele gedragingen zouden kiezen. Bijvoorbeeld in gevangenissen. |
Suffragists | Naam voor feministe in 1916. Zij vormden de National woman’s party. |
Testosteron | Een hormoon gevormd in de testikels dat de vorming van primaire en secundaire geslachtskenmerken bij mannen stimuleert. |
Transgender personen | Diegenen waarbij hun innerlijke gevoel van geslacht niet overeenkomt met de rol die de gemeenschap hen heeft voorgeschreven op basis van hun sekse. |
Patriarchale samenleving | Samenleving waarin mannen ‘heersen’ over vrouwen. |
Hoofdstuk 10
Antiretrovirale drugs (aidsremmers) | Medicijnen die de AIDS een halt toe kunnen roepen, het volledig ontwikkelen van Aids kan zo met 20 jaar vertraagd worden. Ondanks dat de symptomen van AIDS zich zo niet volledig laten zien, betekent dit niet dat mensen die deze medicatie gebruiken anderen niet kunnen besmetten met HIV. |
Cecariaanse section/ cecariaanse geboorte | Geboorte met behulp van een keizersnede. (cecare=keizer) |
Conversie therapie | Psychiaters nemen homoseksuelen in behandeling met als doel hun seksuele oriëntatie te veranderen. Homoseksualiteit werd tot 1973 gezien als mentale ziekte. |
Defensieve medicatie | Het voorschrijven van onderzoeken of medicijnen voordat het hele proces is afgewerkt. Dit wordt vaak gedaan om te zorgen dat een patiënt de dokter niet aan kan klagen wanneer de patiënt na doktersbezoek toch ziek wordt. |
Deïnstitutionalisering | Het massaal ontslaan van patiënten uit (psychiatrische) ziekenhuizen. |
depersonalisatie | Behandeling van een persoon als een object/ding, bijvoorbeeld door doctoren. |
Domiciliary care/ home health care. Gezondheidszorg thuis | Omdat hospitalisering vaan duur en onnodig is geven veel doktoren vaak behandelingen bij de patiënt thuis. |
Drug therapy | Het aanbieden van medicijnen bij patiënten om hen te helpen hun problemen wat te verlichten zodat ze wat makkelijker met de problemen des levens kunnen omgaan. |
Electroconvulsive therapy elektroshocktherapie (ECT) | Elektroden worden aan de zijkant geplaatst van het schedel van de patiënt, hierbij wordt een laag wattage aan elektriciteit door de hersenen gestuurd. Dit heeft geheugenverlies als mogelijk ( en permanent) bijeffect. |
Genomics | De wetenschap van de genen en hoe zij in verband staan met ziekte en gezondheid. |
Groepstherapie | Hierbij worden meerdere patiënten tegelijkertijd behandeld door een professional en proberen zij elkaar te helpen. |
Primaire preventie | Het voorkomen van ontstaan van ziekten in de eerste plaats door bijvoorbeeld gezonde voeding en vaccinaties bij kinderen |
Professioneel referentieel netwerk | Een netwerk van bijvoorbeeld psychologen dat bestaat uit Andre psychologen en medisch professionals. |
Psychoanalyse | Door naar het onbewuste van de mens te kijken; dromen, fantasieën en angsten, wordt het gedrag van mensen geanalyseerd. |
Secundaire preventie | Bijvoorbeeld zelf controleren van de borsten op knobbels om zo borstkanker tijdig te detecteren, nog voordat het onder de aandacht komt van een arts. |
Korte-termijn directieve therapie | Hierbij richt de therapeut zich op hedendaagse situaties om cliënten te helpen hun situatie beter te begrijpen. |
Farmaceutische dwangbuis | Het verstrekken van drugs/medicijnen die een patiënt slaperig, lethargisch en makkelijker te hanteren maken. |
Spraak therapie | Het begeleiden van patiënten door hun problemen heen tot een oplossing hiervan, Voorbeelden zijn psychotherapie en groepstherapie. |
Tertiaire preventie | Is eigenlijk hetzelfde als medische zorg. Het houdt in dat verdere beschadiging van een reeds bestaande ziekte wordt voorkomen. |
two tie system of medical care tweezijdig system van medische zorg. | Doordat in Amerika sommige mensen wel een goede verzekering kunnen betalen hebben zij een goede medische zorg, mensen die dit niet kunnen betalen worden duidelijk achtergesteld. |
Health maintenance organization (HMO) | Zorgorganisaties waarbij een bedrijf maandelijks een belasting betaald voor elke werknemer. De HMO betaald vervolgens alle zorg die de werknemer van dat bedrijf nodig heeft. |
Home health care | Eerder in de tabel weergegeven. Hetzelfde als Domiciliary care. Hier zit het woord ‘domestic’ in wat in deze context huiselijk betekent. |
Iatrogenesis | Ziekten of medische complicaties veroorzaakt door een medische behandeling. |
Kindersterftecijfer | Het aantal kinderen dat sterft voor hun eerste verjaardag, per 1000 levendgeborenen. |
lay referral network | Een netwerk van leken om de patiënt heen waar hij/zij mee praat over medische problemen. Denk aan buren familie en collega’s waarmee gesproken wordt over welke dokter te kiezen |
Managed care, Voorbetaalde zorg | Hiervan wordt vaak gebruik gemaakt om de kosten voor arbeiders in de zorg te verlagen. Werkgevers kopen een zorgpakket in waar de werknemers vervolgens gebruik van kunnen maken. |
Individuele psychotherapie | De therapeut luistert naar te patiënt en probeert samen met deze een oplossing te vinden voor emotionele problemen. |
Bron
- Deze samenvatting is gebaseerd op het studiejaar 2013-2014.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Contributions: posts
Spotlight: topics
Online access to all summaries, study notes en practice exams
- Check out: Register with JoHo WorldSupporter: starting page (EN)
- Check out: Aanmelden bij JoHo WorldSupporter - startpagina (NL)
How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?
- For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
- For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
- For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
- For compiling your own materials and contributions with relevant study help
- For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.
Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
- Use the summaries home pages for your study or field of study
- Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
- Use and follow your (study) organization
- by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
- this option is only available through partner organizations
- Check or follow authors or other WorldSupporters
- Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
- Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
- Check out: Why and how to add a WorldSupporter contributions
- JoHo members: JoHo WorldSupporter members can share content directly and have access to all content: Join JoHo and become a JoHo member
- Non-members: When you are not a member you do not have full access, but if you want to share your own content with others you can fill out the contact form
Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance
Main summaries home pages:
- Business organization and economics - Communication and marketing -International relations and international organizations - IT, logistics and technology - Law and administration - Leisure, sports and tourism - Medicine and healthcare - Pedagogy and educational science - Psychology and behavioral sciences - Society, culture and arts - Statistics and research
- Summaries: the best textbooks summarized per field of study
- Summaries: the best scientific articles summarized per field of study
- Summaries: the best definitions, descriptions and lists of terms per field of study
- Exams: home page for exams, exam tips and study tips
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
- Studies: Bedrijfskunde en economie, communicatie en marketing, geneeskunde en gezondheidszorg, internationale studies en betrekkingen, IT, Logistiek en technologie, maatschappij, cultuur en sociale studies, pedagogiek en onderwijskunde, rechten en bestuurskunde, statistiek, onderzoeksmethoden en SPSS
- Studie instellingen: Maatschappij: ISW in Utrecht - Pedagogiek: Groningen, Leiden , Utrecht - Psychologie: Amsterdam, Leiden, Nijmegen, Twente, Utrecht - Recht: Arresten en jurisprudentie, Groningen, Leiden
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1545 | 2 |
Add new contribution