Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>

Bestuursprocesrecht - UL - Oefententamen 2019

Vragen

Vraag 1a

Bij besluit van 11 juni 2018 heeft de burgemeester van Den Haag aan het Naga Thai op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening een exploitatievergunning verleend voor een Thaise afhaalservice aan het Frederik Hendrikplein 18.

De Naga Thai dient een bezwaarschrift in, omdat zij het niet eens is met een aan de vergunning verbonden voorschrift. Dit voorschrift bepaalt dat de Thai om 23.00 uur moet sluiten. Naga Thai wil echter langer openblijven, namelijk tot 03:00 uur, zodat uitgaanspubliek ook na een avond stappen nog kan eten.

Groot is de verbazing van Naga Thai als zij de beslissing op bezwaar ontvangt. In deze beslissing is namelijk een nieuw voorschrift toegevoegd. Dit voorschrift bepaalt dat bezoekers buiten geen consumpties mogen gebruiken. Volgens het Naga Thai is dit in strijd met het verbod van reformatio in peius. Leg uit wat dit verbod inhoudt, of dit verbod geschonden is en of het daarbij van belang is of naast het Naga Thai tegen de vergunning ook bezwaar is gemaakt door de overbuurman die overlast vreest door vervuiling op straat door lege afhaalbakjes.

Vraag 1b

Vijf dagen voor de zitting stuurt de overbuurman, die eerder beroep heeft ingesteld tegen de beslissing op bezwaar, een brief naar de rechtbank waarin hij aanvoert dat hij ook last zal hebben van geluidsoverlast van het Naga Thai. Kan deze brief door de rechtbank worden meegenomen bij de uitspraak?

    Vraag 1c

    Op 15 november 2018 ziet de overbuurman dat er grote posters op de snackbar zijn geplakt. Op deze posters is te lezen dat op 27 november 2018 de feestelijke opening van Naga Thai zal zijn. De overbuurman is boos: hoe kan Naga Thai nu open gaan terwijl de rechtbank nog helemaal niet op zijn beroep heeft beslist?! Hij wendt zich tot u als zijn advocaat. Leg aan de overbuurman uit:

    1. waarom de Thaise afhaal met de exploitatie kan starten, en
    2. welk rechtsmiddel de overbuurman aan kan wenden om de opening tegen te houden, en
    3. beschrijf aan welke vereisten dat rechtsmiddel moet voldoen en hoe groot u de kans van slagen van de procedure acht.

    Vraag 1d

    In de uitspraak verklaart de rechtbank de beroepsgrond van Naga Thai dat het verbod van reformatio in peius is geschonden ongegrond. De rechtbank verklaart de beroepsgrond over de (beperkte) openingstijden wel gegrond. Volgens de rechtbank zijn de beperkte openingstijden in strijd met het gelijkheidsbeginsel, omdat de naastgelegen Chinese afhaalrestaurants ook tot 03.00 uur open mogen zijn. Naga Thai twijfelt of zij in hoger beroep moet gaan tegen de uitspraak. U bent haar advocaat. Wat adviseert u haar? En is daarbij van belang of de overbuurman in hoger beroep is gegaan?

    Vraag 2a

    De termijn voor het instellen van hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank is drie maanden verstreken. Uw beroep is ongegrond verklaard. U krijg echter nu pas beschikking over informatie die volgens u een heel ander licht werpt op deze zaak. De gemeente heeft deze informatie verstrekt naar aanleiding van uw verzoek om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur, dat u twee maanden geleden heeft gedaan. Welk rechtsmiddel kunt u indienen, aan welke voorwaarden moet worden voldaan en kan het rechtsmiddel slagen?

    Vraag 2b

    In artikel 8:41a van de Awb staat dat de bestuursrechter het voorgelegde geschil zoveel mogelijk definitief beslecht. Daarvoor heeft hij verschillende instrumenten, waaronder de mogelijkheid om zelf in de zaak te voorzien.

    1. Leg uit wat de bestuursrechter in zijn uitspraak doet als hij zelf in de zaak voorziet (wat is het dictum, wat gebeurt er met het bestreden besluit?) en waar hij deze bevoegdheid aan ontleent.
    2. Noem één voorbeeld waarin de bestuursrecht wel en één waarin hij zeker niet zelf in de zaak mag voorzien en licht deze voorbeelden toe.

    Vraag 2c

    Beschrijf de onderdelentrechter in beroep en de grondentrechter in hoger beroep en benoem de procesrechtelijke gevolgen hiervan.

      Vraag 2d

      Waarom wendde Privacy First in de zaak over de Paspoortwet (in JB 2015/125) zich tot de civiele rechter in plaats van de bestuursrechter en waarom leidde deze civiele procedure niet tot succes?

      Vraag 3a

      De aanvraag om een omgevingsvergunning voor bouwen van de heer Duk voor een mantelzorgwoning van 68 vierkante meter voor zijn hoogbejaarde ouders op zijn achtererf met de bestemming 'Tuin' wordt afgewezen. Hij gaat tegen de afwijzing in bezwaar. Bij de beslissing op bezwaar verklaart het college van burgemeester en wethouders zijn bezwaar ongegrond en handhaaft de afwijzing. De heer Duk gaat tegen de beslissing om bezwaar in beroep. Hangende het beroep wijzigt de wetgever het Besluit omgevingsrecht en worden bijgebouwen van maximaal 70 vierkante meter op achtereven met onmiddellijke ingang vergunningvrij gemaakt. U bent de bestuursrechter en moet op het beroep van de heer Duk beslissen.

      Betrekt u de wijziging van het Besluit omgevingsrecht bij uw uitspraak?

      Vraag 3b

      Stel dat de bestuursrechter toepassing geeft aan artikel 8:54 van de Awb en zonder zitting uitspraak doet op het beroep vand e heer Duk.

      Welk rechtsmiddel kan de heer Duk tegen deze uitspraak isntellen, wat is het toetsingskader voor de rechter die dit rechtsmiddel behandelt en wat is het mogelijke gevolg van zijn uitspraak?

      Vraag 3c

      Stel dat de aangevraagde mantelzorgwoning 75 vierkante meter zal bedragen en vergunningplichtig is. In beroep twijfelt de bestuursrechter aan de motivering van het college van burgemeester en wethouders dat de mantelzorgwoning niet binnen het bestemmingsplan past. De bestuursrechter wil na de zitting toch nog wat extra uitleg over het bestemmingsplan en past een bestuurlijke lus toe. Naar aanleiding van de tussenuitspraak besluit het college de omgevingsvergunning alsnog te verlenen. Aan de vergunning verbindt het college, gelet opd e hoge leeftijd van de ouders van de heer Duk, het voorschrift dat het gebouw slechts vijf jaar mag worden gebruikt als mantelzorgwoning en daarna moet worden gesloopt. Daar is de heer Duk het uiteraard neit mee eens.

      Moet de heer Duk tegen het nieuwe besluit beroep instellen en hoe luidt het dictum van de einduitspraak als dit nieuwe besluit door de bestuursrechter rechtmatig wordt geoordeeld?

      Vraag 3d

      Stel dat de bestuursrechter bij de bestudering van eht nieuwe besluit ziet dat de mantelzorgwoning is gepland in een Europeesrechtelijk beschermd natura 2000-gebied. Betrekt u dit gegeven bij uw einduitspraak?

      Vraag 4

      Het relativiteitsvereiste van artikel 8:69a van de Awb is betrekkelijk nieuw en past binnen de ontwikkeling van de subjectivering van het bestuursprocesrecht. Leg uit wat hiermee wordt bedoeld en schrijf een betoog waarin u met argumenten onderbouwt hoe u het relativiteitsvereiste - en de toepassing van het vereiste in de rechtspraak - waardeert.

      Antwoordindicatie

      Vraag 1a

      • Het verbod op reformatio in peius houdt in dat het besluit op bezwaar geen verslechtering van de rechtspositie van de bezwaarmaker mag betekenen ten opzichte van de rechtspositie die het bestuursorgaan hem in het primaire besluit heeft verschaft.
      • Noemen uitspraak RIP.
      • Geen sprake is van een schending van dit verbod als het bestuursorgaan ook los van het bezwaarschrift bevoegd was tot wijziging van het bestreden besluit.
      • Daarnaast is er geen schending van het verbod van RIP als de wijziging een gevolg is van het bezwaarschrift van een derde.
      • Als de overbuurman dus een bezwaarschrift heeft ingediend dan is er dus geen sprake van een schending van het verbod van RIP.

      Een veel gemaakte fout is dat het bestuursorgaan bevoegd was tot het wijzigen van het besluit vanwege het indiende bezwaar van de overbuurman (dus met beide uitzonderingen samengevoegd).

      Vraag 1b

      • Dit is een nieuwe beroepsgrond, want geluidsoverlast is echt iets anders dan overlast van zwerfafval.
      • Noemen uitspraak Goede procesorde.
      • Hieruit blijkt dat geen rechtsregel verbiedt om na afloop van de beroepstermijn nog nieuwe gronden in te dienen, zij het dat deze mogelijkheid wordt beperkt door de goede procesorde.
      • Voor het antwoord op de vraag of de goede procesorde in het geding is, is in het algemeen bepalend een afweging van de processuele rechtszekerheid, de proceseconomie, de reden waarom de grond pas in een laat stadium is aangevoerd, de mogelijkheid om adequaat te reageren en de processuele belangen van partijen over en weer.
      • De 10 dagen termijn van art. 8:58 Awb is strikt genomen niet van toepassing op gronden, maar wel een indicatie dat 5 dagen voor de zitting te kort is.
      • Daar komt bij dat een klacht over geluidsoverlast door het bestuursorgaan waarschijnlijk niet eenvoudig is te weerleggen: het zal niet mogelijk zijn om binnen die korte termijn een geluidsonderzoek te laten verrichten.
      • De brief zal dan ook waarschijnlijk niet worden meegenomen in de uitspraak van de rechtbank.
      • Alternatieve redenering: als het de enkel, niet onderbouwde stelling is dat sprake is van geluidsoverlast dan is deze waarschijnlijk wel eenvoudig op te reageren en zal hij wel worden meegenomen.

      Een veelgemaakte fout is aangeven dat er een grondentrechter in beroep is.

      Vraag 1c

      • Het indienen van beroep heeft geen schorsende werking ex art. 6:16 Awb.
      • De overbuurman zal daarom een verzoek om een voorlopige voorziening moeten indienen ex art. 8:81 Awb.
      • Het verzoek moet voldoen aan het connexiteitsvereiste, griffiegeld moet worden betaald en er moet sprake zijn van een spoedeisend belang.
      • Bij de veoordeling van een verzoek door de voorzieningenrechter zal een rol spelen (1) de spoedeisendheid (2) een voorlopig oordeel over de rechtmatigheid (3) een belangenafweging en (4) de aard van de gevraagde voorziening.
      • De kans van slagen van het verzoek is klein. (1) er is weliswaar sprake van spoedeisendheid, maar (2) door middel van een voorschrift is al voldoende tegemoet gekomen aan de vrees voor zwerfafval (kwestie van handhaven), (3) de belangen van Naga Thai om open te gaan zijn groot (omzet) en (4) de aard van de voorziening ziet hier op het tegen houden van het exploiteren van een Thais afhaalrestaurant; de start van de exploitatie is eenvoudig omkeerbaar (gewoon stoppen met koken en verkopen; het niet zoiets als het kappen van een boom).

      Een veelgemaakte fout is dat bij het toepassen van de beoordelingscriteria op de casus niet alle 4 de criteria worden nagelopen en het als geheel gewogen wordt. Met name de belangenafweging is belangrijk.

      Vraag 1d

      • Brummen-uitspraak.
      • Hieruit volgt dat als geen hoger beroep wordt ingesteld, maar tegen de nieuwe beslissing op bezwaar opnieuw een beroepschrift zou worden ingediend, de rechtbank van de juistheid van het eerder gegeven oordeel heeft uit te gaan.
      • De rechtbank heeft de grond uitdrukkelijk en zonder voorbehoud verworpen. Als Naga Thai geen hoger beroep zou instellen, maar tegen de nieuwe beslissing op bezwaar opnieuw een beroepschrift zou indienen, heeft de rechtbank van de juistheid van het eerder gegeven oordeel over het verbod van RIP uit te gaan.
      • Er wordt dus geadviseerd om (incidenteel) hoger beroep in te stellen, art. 8:110 Awb.
      • Ook in hoger beroep bepalen de beroepsgronen van appellang de omvang van eht geding, art. 8:69 lid 1 Awb.
      • Stelt u zelf niet hoger beroep in, dan buigt de rechter zich alleen over de sluitingstijden en kan u alleen verweer voeren.
      • Als er toch een hoger beroep gaat lopen door de overbuurman, dan is het - gelet op Brummen, ter behoud van rechten - verstandig om ook het verbod van RIP aan de Afdeling voor te leggen.

      Geef gemotiveerd advies om geen hoger beroep in te stellen, omdat je dan riskeert dat de overbuurman incidenteel hoger beroep instelt.

      Een veelgemaakte fout is het instellen van hoger beroep vanwege de grondenfuik in hoger beroep. Alleen stellen appelleren is risekren is onvoldoende voor een punt.

      Vraag 2a

      • Verzoek om herziening als bedoeld in art. 8:119 Awb.
      • Kan alleen als er sprake is van een onherroepelijke uitspraak.
      • Het moet gaan om feiten die hebben plaatsgevonden voor de uitspraak en die bij de indiener niet bekend waren en redelijkerwijs niet bekend konden zijn voor de uitspraak.
      • Het moet zouden kunnen leiden tot een andere uitspraak.
      • Nee, het verzoek kan niet slagen omdat deze informatie (in beginsel) redelijkerwijs eerder had kunnen worden opgevraagd. Het beroep op de Wob had namelijk eerder kunnen en moeten worden gedaan en niet pas na de uitspraak.

      Een veel gemaakte fout is dat er verwezen wordt naar de verschoonbare termijnoverscheiding (art. 6:11 Awb).

      Vraag 2b

      • Als de rechter zelf voorziet, verklaart hij het beroep gegrond.
      • Hij vernietigt het bestreden besluit (geheel/gedeeltelijk).
      • Hij bepaalt dat zijn uitspraak in plaats treedt van het vernietigde besluit(onderdeel).
      • HIj ontleent deze bevoegdheid aan art. 8:72 lid 3, onder b, Awb
      • Correct voorbeeld van zelf voorzien
      • Aan de hand van usp Zanddepot Berkendonk met toelicht criteria:
        • De rechter moet de overtuiging hebben dat uitkomst van het geschil geen andere zou zijn als bestuursorgaan opnieuw zou beslissen.
        • En het zelf voorzien de rechterlijke toets kan doorstaan. Een correct voorbeeld is in ieder geval ook de wettelijke opdracht aan de bestuursrechter om bij een vernietigd boetebesluit zelf een beslissing te nemen omtrent de oplegging van de boete, art. 8:72a Awb.
      • En correct voorbeeld van niet mogelijk zelf voorzien.
      • Als aannemelijk is dat derden die geen partij zijn in geding worden geschaad in hun belangen en/of te grote beperking van de beslissingsruimte van bestuursorgaan.

      Veel gemaakte fouten zijn dat er geen of foutieve voorbeelden worden genoemd.

      Vraag 2c

      • De onderdelentrechter in beroep is gebaseerd op art. 6:13 Awb.
      • Betekent dat een belanghebbende in beroep ten opzichte van zijn bezwaar of zienswijze geen nieuwe besluitonderdelen aan de orde mag stellen, tenzij dit hem redelijkerwijs niet kan worden verweten.
      • Uitspraak Omgevingsvergunning Boxmeer.
      • Als niet voldaan is aan de onderdelentrechter, wordt het beroep (deels) niet-ontvankelijk verklaard.
      • De grondentrechter in hoger beroep betekent dat in hoger beroep in beginsel geen gronden mogen worden aangevoerd die niet reeds bij de rechtbank aangevoerd hadden kunnen worden.
      • De hoger beroepsrechter beoordeelt in beginsel de juistheid van de aangevallen uitspraak van de rechtbank (retrospectief proces).
      • Als een nieuwe beroepsgrond in hgoer beroep wordt aangevoerd, die eerder had moeten en kunnen worden aangevoerd, dan wordt deze grond buiten behandeling gelaten.

      Veel gemaakte fouten zijn dat de procesrechtelijke gevolgen,  en de jurisprudentie en wetsartikelen niet benoemd worden. Ook wordt de grondentrechter vaak verward met Brummen en wordt er vergeten dat de grondentrechter niet ook voor de bezwaarfase geldt. Het 'redelijkerwijs niet kunnen worden verweten' wordt ook vaak vergeten.

      Vraag 2d

      • De Paspoortwet betreft algemene verbindende voorschriften.
      • Op grond van art. 8:3 lid 1, odner a, Awb kan in afwijking van art. 8:1 Awb hiertegen geen beroep worden ingesteld bij de bestuursrechter.
      • Daarom stelde Privacy First een verordering uit onrechtmatige daad in bij de civiele rechter, waardoor deze op basis van de objectum litisleer bevoegd is.
      • Privacy First kan ook geen appellabel besluit uitlokken en dat over die band door de bestuursrechter exceptief laten toetsen.
      • Maar omdat Privacy First bundeling van individuele belangen betreft, kunnen die individuen volgens de HR dat wel door weigering paspoort.
      • Dus de vordering is niet ontvankelijk

      Wat ook genoemd kan worden:

      • De uitspraak van de civiele rechter heeft verderstrekkende gevolgen (+ toelichting)
      • Civiele rechter als restrechterlijk (+ toelichting)
      • Privacy First is geen belanghebbende in het bestuursrecht (+ toelichting, geen rechtstreeks en/of eigen belang)

      Fouten:

      • Procesrechtelijke gevolgen niet benoemd
      • Niet genoemd dat de Paspoortwet avv's bevat + art. 8:3 Awb
      • Bevoegdheid civiele rechter niet besproken.
      • Niet benoemd dat enkel de individuele bestuursrechtelijke route openstaat (Privacy First kan dus niet zelf naar de bestuursrechter).
      • De civiele rechter verklaart niet zichzelf niet-ontvankelijk, maar de vordering van Privacy First

      Vraag 3a

      • De bestuursrechter toets in beginsel ex tunc.
      • Dat betekent dat hi het bestreden besluit beoordeelt aan de hand van de feiten en omstandigheden en de regelgeving ten tijd van het bestreden besluit.
      • Maar daarop bestaan uitzonderingen, zoals de beoordeling van het procesbelang.
      • Dus ja, de bestuursrechter betrekt ambtshalve dw zijging van het Bor bij zijn uitspraak.

      Veel gemaakte fouten:

      • Wijziging van het Besluit omgevingsrecht (AmvB) opgevat als een wijziging van het bestreden besluit als bedoeld in art. 6:19 Awb.
      • Wijziging van regelgeving ten gunste van appellant als uitzondering op ex tunc-toetsing noemen zonder dat dit betrekking heeft op punitieve sancties.

      Vraag 3b

      • Hij kan tegen een BZ-uitspraak in verzet, op grond van art. 8:55 Awb.
      • De rechter beoordeelt uitsluitend de vraag of het beroep kennelijk niet-ontvankelijk mocht worden verklaard.
      • Als het verzet ongegrond is dan is geen hoger beroep mogelijk. Als het verzet gegrond wordt verklaard, vervalt de BZ-uitspraak.
      • Dan gaat de reguliere behandeling van de zaak verder.

      Veel gemaakte fouten zijn dat de gevolgen van (on)gegrond verzet niet worden genoemd & de kennelijkheid niet als toetsingsmaatstaf wordt genoemd.

      Vraag 3c

      • Nee, op grond van art. 6:19 Awb is er een beroep van rechtswege tegen het nieuwe besluit ontstaan, want er is niet volledig aan Duk tegemoet gekomen.
      • Het beroep van rechtswege is ongegrond.
      • Beroep tegen eerdere beslissing op bezwaar gegrond (immers gebrekkig).

      Er wordt ook 1 punt toegekend voor het noemen van zienswijze als bedoeld in art. 8:51b, lid 3, Awb.

      Een veelgemaakte fout is het niet benoemen dat er 2 besluiten op bezwaar zijn en de rechter op beide besluiten een uitspraak moet doen.

      Vraag 3d

      • Nee, Europees recht behoort niet tot ambtshalve toetsing.
      • Noemen usp St. Geergen en/of Van der Weerd.
      • Er is geen feitelijke grond die ambtshalve aangevuld kan worden.

      Nog daargelaten dat art. 2.10 van de Wabo een gebonden beschikking oplevert.

      Vraag 4

      Inleiding

      • Geen ontvankelijkheidsvereiste, maar rechterlijk verbod op vernietiging
      • Rechter moet beschermingsbereik van ingeroepen rechtsregel vaststellen
      • Alleen bij kennelijkheid dat norm niet strekt tot bescherming van belangen
      • Niet in bestuurlijke fase
      • Beschrijving subjectivering bestuursrecht (meer nadruk op individuele belangenbescherming i.p.v. toetsing objectieve rechtmatigheid)
      • Correcie bij parallelle en/of verweven belangen.
      • Noemen ups Elzenbos Brummen
      • Correctie Widdershoven bij vertrouwensbeginsel/gelijkheidsbeginsel.
      • Noemen usp Praxis

      Voorargumenten

      • Relativitetisvereiste voorkomt 'oneigenlijk' gebruik bestuursrecht/vernietigingen zonder dat appellant daarbij een belang heeft/ efficiënt.
      • Door verschillende correcties zijn negatieve mogelijke effecten op rechtsbescherming voldoende verzacht.

      Tegenargument

      • Door relativiteitsvereiste wordt de objectieve rechtmatigheid vand e besluiten te veel uit het oog verloren en blijven onrechtmatige besluiten in stand.
      • Door relativiteitsvereiste komt rechtsbescherming steeds meer onder druk, met name bij 'zachte belangen'.

      Conclusie

      • Geef een heldere conclusie die aansluit op de argumentatie.

      Andere (juiste) redeneringen kunnen ook zijn toegestaan.

      Image

      Access: 
      Public

      Image

      Image

       

       

      Contributions: posts

      Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

      Add new contribution

      CAPTCHA
      This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
      Image CAPTCHA
      Enter the characters shown in the image.

      Image

      Spotlight: topics

      Check the related and most recent topics and summaries:
      Institutions, jobs and organizations:

      Universiteit Leiden en studieverenigingen

      Crossroads: term ref right 1: 
      Samenvattingen voor psychologie in Leiden via Labyrint en JoHo
      Samenvattingen voor pedagogiek in Leiden via Emile en JoHo
      Samenvattingen voor rechten in Leiden
      Activity abroad, study field of working area:
      WorldSupporter and development goals:
      This content is also used in .....

      Image

      Check how to use summaries on WorldSupporter.org

      Online access to all summaries, study notes en practice exams

      How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

      • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
      • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
      • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
      • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
      • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

      Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

      There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

      1. Use the summaries home pages for your study or field of study
      2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
      3. Use and follow your (study) organization
        • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
        • this option is only available through partner organizations
      4. Check or follow authors or other WorldSupporters
      5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
        • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

      Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

      Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

      Main summaries home pages:

      Main study fields:

      Main study fields NL:

      Follow the author: Law Supporter
      Work for WorldSupporter

      Image

      JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

      Working for JoHo as a student in Leyden

      Parttime werken voor JoHo

      Statistics
      1957