Het verbod van een politieke partij: een anomalie in een democratie? - Artikel

Inleiding

De democratie moet zich steeds meer verdedigen tegen haar vijanden. In Europa is op dit moment de ontwikkeling gaande dat er een opkomst is van rechts-populistische partijen enerzijds en moslimfundamentalisten anderzijds. Deze opkomst dwingt regeringen ertoe na te denken over de vraag hoe om te gaan met extremistische organisaties en bewegingen wier gedachtegoed of ideologie haaks staat op de uitgangspunten van democratische rechtsstaten.

Er gaan steeds meer discussies spelen in Nederland, over of salafistische organisaties wel thuis horen in de democratische samenleving, en over of het verkiezingsprogramma van de PVV wel door de beugel kan in onze democratische rechtsstaat. Zowel vanuit de politiek als uit de samenleving komt veel kritiek op de PVV. De PVV is voor een meer directe democratie. Zo willen zij een bindend referendum, waardoor burgers meer macht krijgen. Echter hebben zij ook programmapunten die indruisen tegen de fundamentele bepalingen in onze Grondwet. De PVV wordt hierdoor gezien als een anti-rechtsstatelijke partij.

Indien de PVV aan de macht komt, is er sprake van een anti-rechtsstatelijke partij die democratisch aan de macht komt. Dit kan leiden tot grote spanningen tussen de rechtsstaat enerzijds en de democratie anderzijds.

Politieke filosofie: rechtvaardiging van een partijverbod

Kan het gerechtvaardigd worden dat een politieke partij die op democratische wijze zetels heeft gekregen wordt uitgesloten van het democratisch proces?

Er zijn drie democratie-opvattingen te onderscheiden:

  • De formele democratie-opvatting: Volgens deze opvatting is de democratie slechts de procedure van besluitvorming waarin de verkozen meerderheid beslist, ongeacht de inhoud van het besluit.
  • Democratie als zelfcorrectie: Volgens deze opvatting kunnen democratisch tot stand gekomen besluiten door nieuwe politieke meerderheden weer ongedaan worden gemaakt of gecorrigeerd. De democratie is een open proces, waarbij de inrichting van de staat altijd openstaat voor verandering.
  • De materiële-democratieopvatting: De democratie is volgens deze opvatting inherent verbonden met bepaalde rechtsstatelijke waarden zoals vrijheid en gelijkheid.

Volgens deze laatste opvatting zou het problematisch zijn wanneer een partij als de PVV aan de macht zou komen, wegens de rechtsstatelijke waarden die dan in het geding zullen raken. Deze opvatting levert de grootste verbodsgrond op. Een grote kritiek op aanhangers van de materiële leer is dat zij de democratie en rechtsstaat door elkaar halen. Daarnaast zien zij vrijheid en gelijkheid als absolute waarden, maar dit kunnen zij niet hard maken tegenover hun tegenstanders, tenzij zij een beroep zouden doen op het natuurrecht. Dit blijkt echter allang achterhaald te zijn.

Of een verbod van een politieke partij gerechtvaardigd kan worden in het licht van de democratie hangt er dus vanaf welke definitie van democratie wordt aangehangen. Om dit makkelijker te maken, zou dus een verbodsgrond geconstrueerd moeten worden die niet afhankelijk is van de definitie van democratie.

Volgens het epistemologisch relativisme kan de juistheid noch onjuistheid van een bepaald politiek-moreel stelsel worden aangetoond, op wetenschappelijke gronden. Dit leidt ook tot een relativisme. Volgens Radbruch moeten politieke overtuigingen die verschillend zijn als gelijkwaardig worden beschouwd, omdat deze niet wetenschappelijk kunnen worden vastgesteld. Er is namelijk geen wetenschappelijk criterium op grond waarvan de waarheid van de ene politieke doctrine ten opzichte van de andere kan worden aangetoond. Dit impliceert ook dat  de mensen die verschillende overtuigingen hebben als gelijk moeten worden behandeld, het beginsel van gelijkheid voor de wet. Dit wordt uiteindelijk doorgevoerd in het meerderheidsstelsel.

De democratische staat laat alle opvattingen toe, zolang zij maar bereid zijn met andere opvattingen de ideologische strijd aan te gaan en daarmee deze impliciet als gelijkwaardig te erkennen. Op het moment een politieke opvatting erkent absoluut geldig te zijn en zich gerechtigd acht de macht te grijpen, zonder rekening te houden met de meerderheid, moet men haar met eigen middelen bestrijden. Volgens Radbruch is de democratie dus erg weerbaar. In Nederland is geen wettelijke bepalingen die bepaalde politieke overtuigingen of partijen verbiedt, hier probeert Radbruch via zijn politiek-filosofische rechtvaardiging in te voorzien.

Partijverbod in Nederland

In het Nederlands recht is geen wet die politieke partijen verbiedt of het verbieden hiervan reguleert. Men zal dan moeten kijken naar art. 2:20 BW. Volgens dit artikel wordt een rechtspersoon verboden verklaard en ontbonden zodra hij in strijd handelt met de openbare orde. Het gaat hierbij om de vraag of een handelswijze die een inbreuk oplevert op de algemeen aanvaarde grondvesten van ons rechtsstelsel, die uiteindelijk ontwrichtend zijn voor onze samenleving. Dit ontwrichtingsvereiste is cumulatief. Daarnaast geldt het noodzakelijkheidscriterium: Het verbod moet noodzakelijk zijn in een democratische samenleving, ter bescherming van anderen.

Partijverbod volgens het EVRM

In de vraag of een partij verboden moet worden maakt het EHRM onderscheid tussen een materieel verbodscriterium en een formeel criterium (ontwrichtingscriterium) ter bepaling van het moment van ingrijpen, dus een soort opportuniteitsbeginsel. Volgens het EHRM zijn een antidemocratische agenda en de handelwijze van een politieke partij onvoldoende om deze te verbieden. Er dient daarnaast ook een onmiddellijk gevaar te zijn voor de democratie en daarmee verbonden fundamentele beginselen.

Afzonderlijk criterium

Er is zoals eerder al beschreven geen afzonderlijk juridisch criterium die politieke partijen kan verbieden in Nederland. Een verbod van politieke partijen is pas mogelijk en te rechtvaardigen als deze (a) doelstellingen kennen die onvermijdelijk leiden tot het terzijde schuiven van onze democratische rechtsorde, (b) concrete handelingen verrichten die hierop zijn gericht en (c) aannemelijk is gemaakt dat het gevaar van een beleid ter realisering van dergelijke doelstellingen voor de democratie voldoende naderend is. Dit laatste criterium geldt alleen voor politieke partijen en heet daarom ook wel het afzonderlijk criterium.

Als we kijken naar het programma van politieke partij PVV kan geconcludeerd worden dat er sprake is van een eventuele realisering van plannen die de democratie zoals wij haar kennen terzijde willen schuiven. De partij heeft echter wel een grote aanhang, en de VVD sluit ook niet uit met de PVV samen te gaan werken in een coalitie. Om de PVV als partij te kunnen verbieden, moet deze partij een eind willen maken aan de democratische procedure, maar ook fundamentele rechtsstatelijke waarden of beginselen willen afschaffen. Indien de PVV dreigt zo groot te worden om dit beleid daadwerkelijk te kunnen implementeren, kan dit gevolgen hebben in het licht van artikel 2:20 BW.

Image

Access: 
Public

Image

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Image

Spotlight: topics

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org
Submenu: Summaries & Activities
Follow the author: Vintage Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
Search a summary, study help or student organization