Inleiding Internationaal Publiekrecht - B1 - Rechten - UL Oefententamen 2011 (1)

Meerkeuzevragen

Vraag 1

De internationale rechtsgemeenschap is:

  1. horizontaal gestructureerd omdat er geen centrale wereldwetgever is, geen centrale wereldrechter en geen centraal gezag dat het recht afdwingen.
  2. horizontaal gestructueerd omdat de rechtssubjecten onder internationaal publiekrecht allemaal dezelfde bekwaamheden hebben.
  3. verticaal gestructueerd omdat er sprake is van een centrale wereldwetgever, een centrale wereldrechter en een centraal gezag dat het recht kan afdwingen.
  4. verticaal gestructueerd omdat de rechtssubjecten onder internationaal publiekrecht niet dezelfde bekwaamheden hebben.

Vraag 2

Welke conclusie kan niet worden getrokken uit de uitspraak van het Permanente Hof van Internationale Justitie inzake de S.S. Lotus?

  1. Staten zijn alleen gebonden aan regels van internationaal publiekrecht als zij daarmee hebben ingestemd.
  2. Het Hof geeft geen blijk van een positiefrechtelijke opvatting van internationaal recht.
  3. De onafhankelijkheid van Staten kan buiten hun wil om worden beperkt.
  4. Staten kunnen zich binden aan regels van internationaal publiekrecht door deze neer te leggen in verdragen.

Vraag 3

Wat betreft de verhouding tussen het Nederlands recht en het internationaal publiekrecht is het juist te stellen dat:

  1. Het internationaal publiekrecht voorschrijft dat internationaal publiekrecht moet worden omgezet in regels van Nederlands recht.
  2. Het internationaal publiekrecht voorschrijft dat internationaal publiekrecht rechtstreeks doorwerkt in de Nederlandse rechtsorde.
  3. Alleen een ieder verbindende bepalingen van verdragen verbindende kracht hebben na bekendmaking.
  4. Een ieder verbindende bepalingen van verdragen en van besluiten van volkenrechtelijke organisaties verbindende kracht hebben na bekendmaking.

Vraag 4

Het Weense Verdragenverdrag (1969) geldt ten aanzien van:

  1. geschreven overeenkomsten tussen staten;
  2. geschreven en ongeschreven overeenkomsten tussen staten;
  3. geschreven overeenkomsten tussen staten en intergouvernementele organisaties;
  4. geschreven en ongeschreven overeenkomsten tussen staten en intergouvernementele organisaties.

Vraag 5

De Hoge Raad heeft in het Nyugat arrest de regels ten aanzien van de verhouding tussen Nederlands recht en internationaal publiekrecht nader uitgelegd. De Hoge Raad oordeelde dat:

  1. In de Nederlandse rechtsorde alle regels van internationaal publiekrecht verbindende kracht hebben nadat zij zijn bekend gemaakt.
  2. In de Nederlandse rechtsorde alleen een ieder verbindende bepalingen van verdragen en van besluiten van internationale organisaties verbindende kracht hebben nadat zij zijn bekend gemaakt.
  3. De Nederlandse rechter regels van Nederlands recht niet mag toetsen op strijd met een ieder verbindende bepalingen van verdragen en van besluiten van internationale organisaties.
  4. De Nederlandse rechter regels van Nederlands recht niet mag toetsen op strijd met het internationaal gewoonterecht.

Vraag 6

Kolonel Gerritsen, president van de Volksrepubliek Libania, wordt bij een staatsbezoek aan Utopia op het vliegveld ontvangen door vertegenwoordigers van de Utopiaanse regering. Tot zijn woede is er geen rode loper uitgerold tot aan de trappen van zijn vliegtuig. Volgens Kolonel Gerritsen heeft Utopia zich schuldig gemaakt aan een schending van een regel van internationaal gewoonterecht. Bij een bezoek van een buitenlands staatshoofd wordt immers altijd een rode loper uitgerold. Volgt u Kolonel Gerritsen in zijn redenering?

  1. Ja, want het uitleggen van een rode loper bij een bezoek van een buitenlands staatshoofd is internationale praktijk.
  2. Ja, want het uitleggen van een rode loper bij een bezoek van een buitenlands staatshoofd is een zaak van fatsoen.
  3. Nee, want het uitleggen van een rode loper bij een bezoek van een buitenlands staatshoofd is weliswaar een algemene praktijk maar deze praktijk is niet gebaseerd op een rechtsovertuiging.
  4. Nee, want het uitleggen van een rode loper bij een bezoek van een buitenlands staatshoofd is weliswaar een algemene praktijk maar internationaalrechtelijke verplichtingen vloeien sinds 1945 alleen voort uit geschreven bronnen.

Vraag 7

Welke van de onderstaande alternatieven geldt niet als bron van internationaal publiekrecht?

  1. Algemene rechtsbeginselen.
  2. De geschriften van de meest gerenommeerde schrijvers.
  3. Besluiten van non-gouvernementele organisaties.
  4. Eenzijdige handelingen en verklaringen.

Vraag 8

De staten Ruritania en Utopia hebben een geschil over de interpretatie van een bilateraal handelsverdrag. Omdat het handelsverdrag niets bepaalt ten aanzien van interpretatie, stelt de Minister van Buitenlandse Zaken tijdens een topontmoeting tussen vertegenwoordigers van beide landen: “Bij verschil van mening over de interpretatie van een verdrag moet men altijd eerst kijken naar de travaux préparatoires, ofwel de voorbereidende werkzaamheden, en de omstandigheden waaronder het verdrag is gesloten.” Hoe beoordeelt u deze uitspraak van de Minister in het licht van het Weens Verdragenverdrag?

  1. De stelling is juist, omdat het Weens Verdragenverdrag het gebruik van voorbereidende werken als primaire interpretatie methode erkent.
  2. De stelling is juist, omdat in de voorbereidende werken de bedoelingen van partijen het best tot uiting komen.
  3. De stelling is onjuist, omdat het Weens Verdragenverdrag geen rangorde kent met betrekking tot interpretatie methodes.
  4. De stelling is onjuist, omdat het Weens Verdragenverdrag het gebruik van voorbereidende werken slechts als een aanvullende interpretatie methode ziet.

Vraag 9

Aan welke reeks van onderstaande kenmerken moet een entiteit voldoen om te worden aangemerkt als staat?

  1. Grondgebied, bevolking, regering met effectief gezag, erkenning.
  2. Grondgebied, bevolking, democratische regering, erkenning.
  3. Grondgebied, bevolking, regering met effectief gezag, mogelijkheid om internationale betrekkingen aan te gaan.
  4. Grondgebied, bevolking, democratische regering, mogelijkheid om internationale betrekkingen aan te gaan.

Vraag 10

Uit het advies van het Internationaal Gerechtshof inzake Reparation for Injuries blijkt dat de Verenigde Naties (VN):

  1. Rechtspersoonlijkheid onder internationaal publiekrecht heeft, aangezien dit expliciet is vastgelegd in het VN Handvest.
  2. Rechtspersoonlijkheid onder internationaal publiekrecht heeft, aangezien dit kan worden afgeleid uit de bedoelingen van de oprichters van de VN.
  3. Geen rechtspersoonlijkheid onder internationaal publiekrecht heeft, aangezien de Algemene vergadering geen bevoegdheid heeft om bindende besluiten te nemen.
  4. Geen rechtspersoonlijkheid onder internationaal publiekrecht heeft, aangezien dit niet is vastgelegd in het VN Handvest.

Vraag 11

Welk orgaan is geen hoofdorgaan van de Verenigde Naties?

  1. De Trustschapsraad.
  2. Het Internationaal Strafhof.
  3. Het Secretariaat.
  4. Het Internationaal Gerechtshof.

Vraag 12

De Uniting for Peace Resolutie is aangenomen omdat:

  1. De Veiligheidsraad door de Koude Oorlog niet in staat was op te treden.
  2. De Algemene Vergadering de bevoegdheid wilde hebben om bindende maatregelen te nemen.
  3. De Algemene Vergadering een besluit wilde nemen ten aanzien van de begroting van de Verenigde Naties.
  4. De Algemene Vergadering en de Veiligheidsraad de mensenrechtelijke bepalingen in het VN Handvest verschillend interpreteren.

Vraag 13

Na een burgeroorlog zijn Noord- en Zuid-Utopia van elkaar gescheiden en sindsdien functioneren zij als twee zelfstandige staten. Als de spanning tussen Noord- en Zuid-Utopia oploopt als gevolg van een bombardement van een Zuid-Utopiaans eiland door het Noord-Utopiaanse leger komt de Veiligheidsraad bijeen om de situatie te bespreken. Tijdens de beraadslagingen stelt de volksrepubliek Anich voor om maatregelen te nemen tegen Noord-Utopia. Welk alternatief is juist?

  1. De Veiligheidsraad kan de lidstaten machtigen geweld te gebruiken op grond van artikel 41 VN Handvest.
  2. De Veiligheidsraad kan alleen economische sancties opleggen omdat het nooit de beschikking heeft gekregen over een VN leger.
  3. De Veiligheidsraad is niet bevoegd om maatregelen te nemen omdat alleen de Algemene Vergadering hiertoe bevoegd is.
  4. De Veiligheidsraad kan pas maatregelen nemen nadat hij heeft vastgesteld dat er sprake is van een bedreiging van de vrede, verbreking van de vrede of een daad van agressie.

Vraag 14

Welke rechtssubjecten hebben geen vorm van afgeleide internationale rechtspersoonlijkheid:

  1. staten.
  2. intergouvernementele organisaties.
  3. non-gouvernementele organisaties.
  4. natuurlijke personen.

Vraag 15

Cisco is een regio in de eenheidsstaat Rysto. Op een dag verschijnt een delegatie uit Cisco in de hoofdstad om een brief te overhandigen aan de president van Rysto. In deze brief wordt meegedeeld dat de bevolking van Cisco ‘veranderingen eist om uiting te geven aan hun interne zelfbeschikkingsrecht’. De president weet niet goed wat ze hiermee bedoelen en vraagt uw advies: wat houdt dit ‘interne zelfbeschikkingsrecht’ in?

  1. Het recht van alle volken op deelname aan het politieke besluitvormingsproces.
  2. Het recht van alle volken op de vorming van een onafhankelijke staat.
  3. Het recht van voormalige koloniën op het vormen van een onafhankelijke staat.
  4. Het recht van volken om zich te beschermen tegen bijvoorbeeld terroristen.

Vraag 16

De arrestatie van een Chinees vissersschip door de Japanse kustwacht op 8 september 2010 leidde tot een diplomatieke rel tussen China en Japan. Volgens Japan had het Chinese vissersschip inbreuk gemaakt op soevereine rechten van Japan door zonder toestemming van Japan te vissen in wateren waar Japan soevereine rechten claimt. In welke wateren kan een kuststaat onder het VN Zeerechtverdrag van 1982 geen soevereine rechten uitoefenen?

  1. De territoriale wateren.
  2. De exclusieve economische zone.
  3. De aangrenzende zone.
  4. De volle zee.

Vraag 17

Met betrekking tot de positie van de mens in het internationaal publiekrecht is het juist te stellen dat:

  1. De Algemene Vergadering in de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens een bindende opsomming van mensenrechten heeft gegeven.
  2. Het Internationaal Verdrag inzake Burgerlijke en Politieke Rechten klassieke rechten en vrijheden bevat.
  3. Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens geen individueel klachtrecht kent.
  4. Individuen wel rechten hebben onder internationaal publiekrecht maar geen specifieke verplichtingen.

Vraag 18

Transnestrië is niet aangesloten bij het Statuut voor het Internationaal Strafhof. Een onderdaan van Transnestrië zou zich schuldig gemaakt hebben aan misdaden tegen de menselijkheid tijdens de bloedige burgeroorlog in het land. Kan de aanklager van het Internationaal Strafhof vervolging instellen?

  1. Nee, alleen staten kunnen vervolgd worden voor het Internationaal Strafhof.
  2. Nee, het Internationaal Strafhof vervolgt alleen de misdaad aller misdaden: genocide.
  3. Ja, indien de VN Veiligheidsraad de situatie van Transnestrië heeft doorverwezen naar de aanklager van het Internationaal Strafhof.
  4. Geen van bovenstaande antwoorden is juis.

Vraag 19

Wat wordt verstaan onder de zogenaamde ‘eerste’ generatie mensenrechten?

  1. Economische, sociale en culturele rechten.
  2. Collectieve rechten.
  3. Burger- en politieke rechten.
  4. Rechten van diplomaten.

Vraag 20

Het Comité voor de Rechten van de Mens onder het Internationaal Verdrag inzake Burgerlijke en Politieke Rechten neemt klachten van individuele personen alleen in behandeling indien:

  1. De klacht van de betrokken persoon reeds wordt onderzocht volgens een andere procedure van internationaal onderzoek of internationale regeling.
  2. Tegen de klacht van de betrokken persoon nog binnenlands hoger beroep open staat.
  3. De betrokken persoon een klacht in het algemeen belang of voor iemand anders indient.
  4. De betrokken persoon een slachtoffer is van een schending van het IVBPR door een staat die het Facultatief Protocol heeft geratificeerd.

Antwoordindicatie

  1. A
  2. C
  3. D
  4. A
  5. D
  6. C
  7. C
  8. D
  9. C
  10. B
  11. B
  12. A
  13. D
  14. A
  15. A
  16. D
  17. B
  18. C
  19. C
  20. D

Image

Access: 
Public

Image

Join WorldSupporter!
Search a summary

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Institutions, jobs and organizations:
Activity abroad, study field of working area:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Law Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
2691 1