Inleiding Recht - UL B1 - TentamenTests (2015-2016 II)

Open vraag

De vriendendienst

Boris Lonkhuizen koopt na het afronden van zijn WO-opleiding van zijn eerste salarisstrook een Opel Kadett uit 1967 en wordt lid van de Leerdamse Oldtimer Club. Tot zijn verrassing komt hij daar John van de Brink tegen die hem vertelt dat hij tegenwoordig een garagebedrijf heeft voor oldtimers. Op de basisschool waren ze dikke vrienden omdat ze een hobby deelden: sleutelen aan oldtimers. John vindt de Kadett van Boris een geweldige auto, en hij kijkt natuurlijk meteen onder de motorkap om de motor te bekijken. John staat binnen de club bekend als iemand die iedereen gratis van advies voorziet en zelfs in de avonduren regelmatig kleine reparaties gratis doet. Deze vriendendiensten leveren zijn bedrijf, OT BV, geen windeieren omdat het John veel goodwill bij de leden van de club oplevert.

Boris wist dat de koplampen aan vervanging toe waren maar hoopte de reparatie nog wel even te kunnen uitstellen. John vertelt hem echter enthousiast dat hij in de garage toevallig originele koplampen heeft liggen. Die moet hij alleen nog even schoonmaken. Als Jonas deze van hem koopt, dan zet hij deze er met alle plezier gratis voor Jonas in. John neemt daarna de Kadett mee naar zijn garage, restaureert de koplampen en zet deze in de auto van Jonas. Helaas valt de reparatie duur uit en dus stuurt OT BV Boris, 12 weken nadat hij de Kadett weer heeft opgehaald, een rekening van € 330,-. Dit is geen vriendendienst meer, denkt Boris en hij betaalt niet. John machtigt drie maanden later een incassobureau die een aanmaning stuurt die Boris ook negeert. Drieënhalf jaar na het sturen van de rekening dagvaardt OT BV Boris Lonkhuizen voor de kantonrechter.

Los deze casus op aan de hand van het vijf stappen-plan zoals dat bij Inleiding recht wordt gehanteerd.

Antwoordindicatie Open vraag

OT BV vordert de koopprijs van de koplampen of betaling van de rekening ( 1punt) ter grootte van € 330,00 (1 punt) van Boris Lonkhuizen. (Totaal 2 punten)

OT BV vordert nakoming van de koopovereenkomst op grond van art. 3:296 BW of op 7:26 lid 1 BW. (3 punten) (De artt. 7:5 en 7:28 BW zijn strikt genomen onjuist.)

De algemene vraag is of deze vordering kan worden toegewezen op grond van het feit dat Boris Lonkhuizen een verplichting tot nakoming heeft op grond van de koopovereenkomst (3 punten).

De vraag spitst zich toe op de vraag 1.) of er op grond van art. 7:5 BW sprake is van een consumentenkoop en 2.) of een beroep op het overschrijden van de verjaringstermijn van art. 7:28 BW kan worden toegewezen. (Beide vragen moeten worden behandeld, anders 3 punten. Er mag m.b.t. de vraag of het een consumentenkoop betreft worden gevarieerd tussen algemene en toegespitste rechtsvraag.)

OT BV is het garagebedrijf voor oldtimers van John van de Brink en OT BV stuurt drie maanden nadat hij de Kadett weer heeft opgehaald een rekening van € 930,-.

Rechtsfeit 1: John is dus een verkoper van een roerende zaak die handelt in de uitoefening van een bedrijfsactiviteit.

Rechtsfeit 2: Boris Lonkhuizen is een consument want hij is een natuurlijke persoon die handelt voor doeleinden buiten zijn bedrijfs- of beroepsactiviteit.

Rechtsfeit 3: Nadat de rekening wordt verstuurd zijn er drieënhalf jaar, en dus meer dan twee jaar verstreken voordat Boris wordt gedagvaard en dus is de vordering verjaard. (5 punten toegespitste rechtsvraag, 5 punten voor de relevante feiten)

De vordering wordt niet toegewezen. (Conclusie 2 punten, alleen als de conclusie ook daadwerkelijk volgt uit het stellen van de juiste toegespitste rechtsvraag en het noemen van de relevante feiten.)

Access: 
Public

Image

This content is also used in .....

Inleiding Recht: TentamenTests - UL

Inleiding Recht - UL B1 - TentamenTests (2015-2016 I)

Inleiding Recht - UL B1 - TentamenTests (2015-2016 I)

Image

 

MC-vragen 

Vraag 1

Zoek in je wettenbundel art. 1 van de Wet op de naburige rechten (Wnr) op. Welk van de onderstaande alternatieven is correct?

  1. Art. 1 Wnr is een kwalificatiebepaling en deze wet is een wet in formele zin.
  2. Art. 1 Wnr is een kwalificatiebepaling en deze wet is een wet niet in formele zin.
  3. Art. 1 Wnr drukt een verbod uit en deze wet is een voorbeeld van een wet niet in materiële zin.
  4. Art. 1 Wnr drukt een gebod uit en deze wet is een voorbeeld van formeel recht.

Vraag 2

Zoek in je wettenbundel art. 180 Sr. op. Welk van de onderstaande alternatieven is correct? Artikel 180 Sr. bevat:

  1. zowel normatieve als kwalitatieve voorwaarden.
  2. zowel alternatieve als cumulatieve voorwaarden.
  3. louter normatieve voorwaarden.
  4. louter alternatieve voorwaarden.

Vraag 3

Welk van de volgende denkers stelde de gewoonte centraal in het denken over wat recht is?

  1. Immanuel Kant.
  2. Charles de Montesquieu.
  3. Jean-Jacques Rousseau.
  4. Friedrich von Savigny.

Vraag 4

John Austin definieert het recht als 'orders backed by threats'. Deze definitie schiet tekort, omdat

  1. zij te beperkt is.
  2. zij in strijd is met het positief recht.
  3. zij in strijd is met het natuurrecht.
  4. zij te vaag is.

Vraag 5

Welk van de volgende alternatieven is niet correct?

  1. Het burgerlijk recht is in belangrijke mate regelend recht.
  2. Het strafrecht is in belangrijke mate dwingend recht.
  3. Een gemeenteraad is op grond van art. 1 Sv bevoegd om regels van formeel strafrecht vast te stellen.
  4. Een wet in formele zin gaat boven een wet niet in formele zin.

Vraag 6

Welk van de volgende alternatieven geldt tegenwoordig niet als een algemeen aanvaarde rechtsbron in Nederland?

  1. De gewoonte in de zin van een herhaling van gedragingen die gepaard gaan met de overtuiging dat men zich zo ook behoort te gedragen.
  2. De wet zowel in formele zin als in niet-formele zin.
  3. Verdragen voor zover ze door de wetgever in nationale wetten in formele zin zijn getransformeerd omdat we in Nederland een strikt dualistisch stelsel kennen.
  4. Rechtspraak omdat rechtelijke uitspraken tot de rechtsgewoonte zijn gaan behoren.

Vraag 7

Welke van de volgende redeneringen is ongeldig?

  1. Als alle kippen bruin zijn, dan is de volgende kip die ik zal tegenkomen bruin; de volgende kip die ik tegenkom is wit, niet alle kippen zijn dus bruin.
  2. Als het regent, worden de daken nat; het regent dus de daken worden nat.
  3. Als alle kippen bruin zijn, dan is de volgende kip die ik zal tegenkomen bruin; de volgende kip die ik tegenkom is bruin, alle kippen zijn dus bruin.
  4. Als het regent, worden de daken nat; de daken worden niet nat dus het regent niet.

Vraag 8.....read more

Access: 
Public
Inleiding Recht - UL B1 - TentamenTests (2015-2016 II)

Inleiding Recht - UL B1 - TentamenTests (2015-2016 II)

Image

Open vraag

De vriendendienst

Boris Lonkhuizen koopt na het afronden van zijn WO-opleiding van zijn eerste salarisstrook een Opel Kadett uit 1967 en wordt lid van de Leerdamse Oldtimer Club. Tot zijn verrassing komt hij daar John van de Brink tegen die hem vertelt dat hij tegenwoordig een garagebedrijf heeft voor oldtimers. Op de basisschool waren ze dikke vrienden omdat ze een hobby deelden: sleutelen aan oldtimers. John vindt de Kadett van Boris een geweldige auto, en hij kijkt natuurlijk meteen onder de motorkap om de motor te bekijken. John staat binnen de club bekend als iemand die iedereen gratis van advies voorziet en zelfs in de avonduren regelmatig kleine reparaties gratis doet. Deze vriendendiensten leveren zijn bedrijf, OT BV, geen windeieren omdat het John veel goodwill bij de leden van de club oplevert.

Boris wist dat de koplampen aan vervanging toe waren maar hoopte de reparatie nog wel even te kunnen uitstellen. John vertelt hem echter enthousiast dat hij in de garage toevallig originele koplampen heeft liggen. Die moet hij alleen nog even schoonmaken. Als Jonas deze van hem koopt, dan zet hij deze er met alle plezier gratis voor Jonas in. John neemt daarna de Kadett mee naar zijn garage, restaureert de koplampen en zet deze in de auto van Jonas. Helaas valt de reparatie duur uit en dus stuurt OT BV Boris, 12 weken nadat hij de Kadett weer heeft opgehaald, een rekening van € 330,-. Dit is geen vriendendienst meer, denkt Boris en hij betaalt niet. John machtigt drie maanden later een incassobureau die een aanmaning stuurt die Boris ook negeert. Drieënhalf jaar na het sturen van de rekening dagvaardt OT BV Boris Lonkhuizen voor de kantonrechter.

Los deze casus op aan de hand van het vijf stappen-plan zoals dat bij Inleiding recht wordt gehanteerd.

Antwoordindicatie Open vraag

OT BV vordert de koopprijs van de koplampen of betaling van de rekening ( 1punt) ter grootte van € 330,00 (1 punt) van Boris Lonkhuizen. (Totaal 2 punten)

OT BV vordert nakoming van de koopovereenkomst op grond van art. 3:296 BW of op 7:26 lid 1 BW. (3 punten) (De artt. 7:5 en 7:28 BW zijn strikt genomen onjuist.)

De algemene vraag is of deze vordering kan worden toegewezen op grond van het feit dat Boris Lonkhuizen een verplichting tot nakoming heeft op grond van de koopovereenkomst (3 punten).

De vraag spitst zich toe op de vraag 1.) of er op grond van art. 7:5 BW sprake is van een consumentenkoop en 2.) of een beroep op het overschrijden van de verjaringstermijn van art. 7:28 BW kan worden toegewezen. (Beide vragen moeten worden behandeld, anders 3 punten. Er mag m.b.t. de vraag of het een consumentenkoop betreft worden gevarieerd tussen algemene en toegespitste rechtsvraag.).....read more

Access: 
Public
Inleiding Recht - UL B1 - TentamenTests (2014/2015 I)

Inleiding Recht - UL B1 - TentamenTests (2014/2015 I)

Image

MC-vragen

Vraag 1

“Het doel van het recht is dat er geen vermoorde mensen voorkomen, terwijl de moraal eist dat er geen moordenaars zijn”, lezen we op blz. 2 van het boek Inleiding recht. Wat wordt hier precies mee bedoeld door de auteurs?

  1. In tegenstelling tot de moraal richt het recht zich in beginsel op de intentie, oftewel de bedoeling van ons handelen.
  2. In tegenstelling tot de moraal richt het recht zich in beginsel niet op de intentie, oftewel de bedoeling van ons handelen.
  3. De moraal richt zich op het uiterlijke gedrag omdat het alleen geïnteresseerd is in menselijk handelen.
  4. De moraal is alleen geïnteresseerd in waarneembaar menselijk handelen en niet in de achterliggende bedoeling of intentie.

Vraag 2

Welk van de volgende alternatieven is correct? Iemand die meent dat we subjectieve rechten hebben ook als deze niet ontleend kunnen worden aan het objectieve recht noemen we een:

  1. rationalistisch natuurrechtsaanhanger.
  2. rechtsrealist.
  3. rechtspositivist.
  4. rechtsrationalist.

Vraag 3

Welk van de volgende alternatieven is correct? In het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering vinden we vooral rechtsregels met een:

  1. materieelrechtelijk karakter.
  2. formeelrechtelijke karakter.
  3. grondwettelijk karakter.
  4. gewoonterechtelijk karakter.

Vraag 4

Welk van de volgende begrippen gebruiken we ter aanduiding van een specifieke modaliteit van een regel?

  1. Misdrijf.
  2. Overtreding.
  3. Richtlijn.
  4. Verbod.

Vraag 5

Welk van de volgende alternatieven met betrekking tot de hiërarchie van wetgeving is niet correct?

  1. Een hogere wet gaat voor een lagere (lex superior derogat legi inferiori).
  2. Een eerdere wet gaat voor een latere (lex prior derogat lex posteriori).
  3. Een bijzondere wet gaat voor een algemene (lex specialis derogat legi generali).
  4. Een latere wet gaat voor een eerdere (lex posterior derogat legi priori).

Vraag 6

Welk van de volgende alternatieven is correct?

  1. Abductie is het ontdekken van patronen en regelmatigheden in empirische waarnemingen in de hoop oorzakelijke verbanden te ontdekken die deze regelmatigheden verklaren.
  2. De empirische cyclus beweegt zich middels abductie uit afzonderlijke waarnemingen naar algemene wetten om daar vervolgens middels reductie concrete voorspellingen uit af te leiden die zich empirisch laten toetsen.
  3. De empirische cyclus beweegt zich middels inductie uit afzonderlijke waarnemingen naar algemene wetten om daar vervolgens middels deductie concrete voorspellingen uit af te leiden die zich empirisch laten toetsen.
  4. Deductie is het ontdekken van patronen en regelmatigheden in empirische waarnemingen in de hoop oorzakelijke verbanden te ontdekken die deze regelmatigheden verklaren.

Vraag 7

Waarom voldoet de rechtswetenschap volgens velen niet aan het standaardbeeld van de wetenschap? Rechtswetenschap kan in het bijzonder niet voldoen aan de standaard-wetenschappelijke eis van:

  1. inductieve toetsbaarheid.
  2. empirische toetsbaarheid.
  3. materiële exactheid.
  4. formeel-wiskundige exactheid.

Vraag 8

Welke wetenschappers zijn in het bijzonder geschikt ons zowel te wijzen op waarnemings- of denkfouten als ook op de schadelijke neigingen.....read more

Access: 
Public
Inleiding Recht - UL B1 - TentamenTests (2014/2015 II)

Inleiding Recht - UL B1 - TentamenTests (2014/2015 II)

Image

MC-vragen

Vraag 1

Hoe laat recht zich volgens de Engelse filosoof John Austin karakteriseren? Het recht:

  1. komt tot stand volgens een bepaalde procedure die onderworpen is aan regels (essential law-making procedures).
  2. komt tot stand door middel van toetsing van het door de soeverein afgekondigde positieve recht aan het natuurrecht.
  3. is niet meer en niet minder dan voorspellen wat de rechters zullen doen.
  4. is een bevel van de soeverein ondersteund met sanctiedreiging.

Vraag 2

Welk van de volgende alternatieven is onjuist?

  1. De Grondwet is een wet in formele zin en op grond van artikel 93 Gw ondergeschikt aan het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens.
  2. De Grondwet is niet een wet in formele zin en dus op grond van artikel 93 Gw ondergeschikt aan het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens.
  3. Het Wetboek van Strafrecht bevat het materiële en het Wetboek van Strafvordering bevat het formele Nederlandse strafrecht.
  4. Het Wetboek van Strafrecht is zowel een wet in formele zin als in materiële zin.

Vraag 3

Aan welke vereisten dient het gewoonterecht te voldoen wil het als rechtsbron gelden? De herhaling van de gedraging en de overtuiging dat:

  1. dit noodzakelijk is in een democratische samenleving ter voorkoming van wanordelijkheden.
  2. dit een efficiënte norm oplevert.
  3. men zich zo behoort te gedragen.
  4. dit niet in strijd is met een verdrag.

Vraag 4

Welk van de volgende alternatieven ten aanzien van het Nederlandse bestuursrecht is correct? Het Nederlandse bestuursrecht is het geheel van rechtsregels dat betrekking heeft op de bestuurstaak van de overheid en:

  1. betreft dus alleen de regulering van het handelen van de ambtenaren van het Ministerie van Justitie.
  2. laat zich scherp onderscheiden van het staatsrecht omdat dit laatste rechtsgebied niet op de uitvoerende macht betrekking heeft.
  3. omvat in het bijzonder de regels omtrent de overheidsbemoeienis met het maatschappelijk leven.
  4. betreft dus alleen de regulering van het handelen van de Nederlandse bestuursrechter.

Vraag 5

In het recht maken we een onderscheid tussen de feitelijke grondslag en de rechtsgrond waarop de vordering is gebaseerd. Welk van de volgende alternatieven is correct? De feitelijke grondslag is:

  1. de korte weergave van het centrale twistpunt in de casus voordat dit twistpunt aan de hand van een rechtsgrond juridisch is gekwalificeerd.
  2. de tweede premisse van de modus ponens op grond waarvan men tot de toewijzing van de vordering kan concluderen.
  3. de eerste premisse van de modus ponens op grond waarvan men tot toewijzing van de vordering kan concluderen.
  4. de korte weergave van het centrale twistpunt in de casus opdat we de algemene rechtsvraag kunnen overslaan en direct de toegespitste rechtsvraag kunnen beantwoorden.

Vraag 6

Welk van de volgende alternatieven is correct?

  1. Een a contrario redenering beweegt zich van
  2. .....read more
Access: 
Public
Inleiding Recht - UL B1 - TentamenTests (2013/2014)

Inleiding Recht - UL B1 - TentamenTests (2013/2014)

Image

MC-vragen

Vraag 1

Wat betekent het zogenaamde toetsingsverbod?

  1. Dat de wetgever de Grondwet niet mag toetsen aan direct werkende bepalingen uit internationale verdragen en besluiten van volkenrechtelijke organisaties.
  2. Dat geen enkel Nederlands algemeen verbindend voorschrift door de rechter getoetst mag worden aan de Grondwet.
  3. Dat de Nederlandse rechter de wet in formele zin niet mag toetsen aan de Grondwet.
  4. Dat de Nederlandse rechter het internationale recht niet mag toetsen aan de Grondwet.

Vraag 2

Welke van volgende uitspraken over het beginsel van verbod van détournement de pouvoir is correct?

  1. Een officier van justitie moet tot strafvervolging overgaan wanneer hij een strafbaar feit constateert.
  2. Een bestuursorgaan mag een bevoegdheid niet voor een ander doel gebruiken dan waarvoor de bevoegdheid was bedoeld.
  3. Een rechter dient zich terug te trekken in een zaak waarbij hijzelf, dan wel familie of bekenden van hem, betrokken is.
  4. Een wilsonbekwaam persoon mag zelf geen verbintenissen aangaan.

Vraag 3

Welke uitspraak over de Nederlandse Grondwet is correct?

  1. De Nederlandse Grondwet kan worden gewijzigd volgens de normale procedure van wijziging van een wet in formele zin.
  2. De Nederlandse Grondwet kan worden gewijzigd volgens een speciale verzwaarde procedure.
  3. De Nederlandse Grondwet mag niet worden gewijzigd.
  4. De Nederlandse Grondwet mag alleen worden gewijzigd wanneer de Raad van State hieraan goedkeuring hecht.

Vraag 4

Welke van de volgende elementen behoort niet tot de voorwaarden om te komen tot een strafbaar feit en een strafbare dader?

  1. De strafbare handeling valt te kwalificeren als een misdrijf en niet als een overtreding.
  2. De dader heeft enige vorm van schuld.
  3. De gedraging valt onder alle bestanddelen van een delictsomschrijving.
  4. De gedraging is wederrechtelijk.

Vraag 5

Welk van onderstaande is geen instelling van de Europese Unie?

  1. De Raad van Europa.
  2. De Europese Commissie.
  3. Het Hof van Justitie van de Europese Unie.
  4. De Europese Raad.

Vraag 6

Welke van de volgende uitspraken over de onrechtmatige daad is correct?

  1. Het vraagstuk van de onrechtmatige daad vormt een onderdeel van het strafrecht.
  2. Een onrechtmatige daad is altijd tevens een strafbaar feit.
  3. Een onrechtmatige daad kan tevens een strafbaar feit zijn, maar dit hoeft niet altijd het geval te zijn.
  4. Een onrechtmatige daad is nooit tevens een strafbaar feit.

Vraag 7

Friedrich Carl von Savigny (1779-1861) was de stichter van de zogenaamde Historische School. Wat is typerend voor zijn methode van rechtswetenschap? Von Savigny leerde dat in het Duitsland van zijn tijd:

  1. rechtspraak de belangrijkste bron is van het recht.
  2. de wet in formele zin centraal moet staan.
  3. mensenrechten boven de wet in formele zin gaan.
  4. de gewoonte de belangrijkste bron is van het recht.

Vraag 8

In Boek 1 van het BW vinden we de regeling van de huwelijkse voorwaarden. Deze regeling tussen echtgenoten moet.....read more

Access: 
Public
Inleiding Recht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

Inleiding Recht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

Image

In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Inleiding Recht voor de opleiding Rechtsgeleerdheid Jaar 1 aan de Universiteit Leiden.
Voor een compleet overzicht van de op JoHo WorldSupporter aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare artikel- en arrestsamenvattingen maak je gebruik van de zoekfunctie

Access: 
Public
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Check the related and most recent topics and summaries:
Activity abroad, study field of working area:
Institutions, jobs and organizations:
Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
3149 1