Materieel Strafrecht - UL - Extra oefententamen 4

Vragen

Casus ‘Hello Kitty’

Omdat Quirine, de dochter van Harry, helemaal weg is van Hello Kitty, besluiten Harry en zijn vrouw op een dag Quirine mee te nemen naar de tijdelijke Hello Kitty tentoonstelling in het SieboldHuis in Leiden. Het is voor het eerst in jaren dat Harry in een museum komt en terwijl Quirine zich samen met haar moeder vergaapt aan de Hello Kitty prullaria, loopt Harry langs de prachtige vaste collectie aan Japanse kunst. Nu is Harry geen groot kunstliefhebber, wel heeft hij een goed oog voor buitenkansjes. Al slenterend langs de vitrines met Japanse etsen valt hem al snel op dat de beveiliging van deze vitrines niet optimaal is. Veel meer dan een eenvoudig cilinderslot per vitrine en een camera in de hoek van elke zaal kan Harry zo snel niet vinden. Nieuwsgierig als hij is begint Harry zo onopvallend mogelijk de beveiliging van het pand als geheel onder de loep te nemen. Al snel constateert hij dat de achterkant van het pand aan een binnenplaatsje grenst, welk binnenplaatsje op zijn beurt grenst aan de achtertuinen van verschillende woningen naast en achter het SieboldHuis. Dit biedt naar het oordeel van Harry de nodige perspectieven. Wanneer vervolgens ook nog eens blijkt dat het raam van de herentoiletten op het binnenplaatsje uitkomt, is het enthousiasme van Harry niet meer te temperen.

Thuisgekomen belt hij zijn broer Bertus om hem zijn bevindingen te vertellen. Hoewel Harry en Bertus al een tijdje op het rechte pad zijn, begint er ook bij Bertus iets te kriebelen wanneer hij het verhaal van zijn broer hoort. De broers hebben een rijk crimineel verleden van vooral woninginbraken, maar de laatste jaren, sinds ze zogezegd ‘aan de vrouw zijn’, doen ze het wat rustiger aan. Toch besluiten Harry en Bertus dat het tijd is voor een laatste kunstje. Ze besluiten binnenkort met zijn tweeën in te breken in het SieboldHuis om vervolgens zoveel mogelijk etsen, landkaarten en andere waardevolle spullen mee te nemen. Hierbij zullen zij gebruik maken van het binnenplaatsje en het raampje van de herentoiletten. Via de poort naast cocktailbar Flamengo moet het een koud kunstje zijn om via een paar tuinen naar het binnenplaatsje van het SieboldHuis te klimmen.

Zo gezegd zo gedaan. Op de dag van de inbraak gaat Bertus, vergezeld van zijn dochter Treesje, naar het SieboldHuis. Terwijl ditmaal Treesje zich vergaapt aan de Hello Kitty prullaria brengt Bertus een bezoekje aan het herentoilet en zet daar het toiletraampje op een kiertje. Diezelfde middag belt Harry zijn oude vriend Cas – die tevens taxichauffeur is – met de vraag of hij Harry en Bertus die nacht om ongeveer één uur bij cocktailbar Flamengo wil afzetten en ze ongeveer een half uurtje later weer naar huis wil rijden. Harry vertelt dat zij die avond na sluitingstijd een afspraak hebben met de barman van Flamengo, omdat zij nog het een en ander van hem tegoed hebben in het kader van eerder verleende diensten. Cas denkt er het zijne van, maar stelt verder geen vragen. Als taxichauffeur krijgt hij wel vaker vreemde verzoeken en hoe minder hij weet, hoe minder hem kan worden verweten.

Diezelfde nacht worden Harry en Bertus thuis opgehaald door Cas. Het valt Cas direct op dat beide mannen donker gekleed gaan en ook beiden een rugzak bij zich hebben, maar hij stelt verder geen vragen. Zodra ze bij Flamengo zijn aangekomen, verdwijnen Harry en Bertus in het steegje naast de cocktailbar. Aangekomen bij het einde van het steegje klimmen zij razendsnel over de muur naar de eerste tuin. Ook de daaropvolgende tuinen leveren geen probleem op.

Wanneer Harry vanuit de tuin van de buren van het SieboldHuis over de laatste muur naar de binnenplaats van het SieboldHuis wil klimmen, gaat het echter fout. Zodra hij zijn been over de muur zwaait en zich op de muur opricht om aan de andere zijde van de muur de binnenplaats op te springen, flitst een felle beveiligingslamp aan die de hele binnenplaats in fel licht doet baden. Geschrokken laat Harry zich snel van de muur terugzakken in de tuin van de buren en verschuilt hij zich samen met Bertus achter een flinke conifeer om te wachten tot de beveiligingslamp dooft. Zodra ze echter zien dat het licht op de eerste verdieping van het pand naast het SieboldHuis aangaat, besluiten ze de tuin zo snel mogelijk te verlaten. Ze maken rechtsomkeert en klimmen via de andere tuinen terug richting de steeg en richting het Noordeinde.

Gelukkig staat Cas al aan de overkant van de straat te wachten, zodat Harry en Bertus gelijk op de achterbank kunnen ploffen. “Snel, snel, rijden”, roept Bertus tegen Cas, waarna Cas al weet hoe laat het is: de broers hebben blijkbaar inderdaad iets uitgespookt.

Cas geeft een dot gas en de auto schiet ervandoor richting de Haagweg. Al snel ziet hij een politieauto hen tegemoet komen, rijdend richting het SieboldHuis. Wanneer een tweede politieauto hen tegemoet rijdt, begrijpen de jongens dat er blijkbaar groot alarm is geslagen, waarna zij besluiten dat ze koste wat kost ongezien weg moeten zien te komen uit Leiden. Cas dooft de lichten van zijn auto, geeft nog eens extra gas bij en al snel raast hij met ruim 80 km/h richting de A44. Op de Dr. Lelylaan gaat het fout. Mick, op zijn fiets richting huis rijdend na een avondje stappen in het centrum van Leiden, ziet de auto van de jongens niet aankomen en steekt de Dr. Lelylaan over. Als gevolg van zijn gedoofde lichten en zijn snelheid ziet Cas pas laat dat Mick de weg oversteekt. Cas remt hard, maar kan niet meer voorkomen dat hij met zijn auto de fiets van Mick nog net tegen het achterwiel raakt. Mick komt ten val en raakt met zijn hoofd hard het wegdek. Geschrokken, maar vastbesloten om uit handen van de politie te blijven, vervolgen Cas, Harry en Bertus hun weg. Mick, de ongelukkige fietser, is hiertoe niet in staat. Als gevolg van zijn val heeft hij een schedelbasisfractuur opgelopen. Gelukkig is de door zijn metgezel gewaarschuwde ambulance snel ter plaatse. Mick krijgt ter plekke eerste hulp, waarna hij – nog steeds buiten bewustzijn – naar het LUMC wordt vervoerd. Op weg naar het ziekenhuis moet de ambulance echter uitwijken voor een van links komende automobilist, naar later bleek Floris genaamd, die de ambulance – ondanks het feit dat deze zowel zwaailicht als sirene voert – geen voorrang verleent. De ambulance raakt in een slip en botst met de linkerzijkant tegen een lantaarnpaal langs de kant van de weg. Als gevolg van deze botsing komen zowel Mick als de hem verplegende ambulancebroeder te overlijden.

Diezelfde nacht wordt Floris aangehouden op verdenking van dood door schuld. Enige dagen later kunnen ook Harry, Bertus en Cas in verband met de gebeurtenissen in die bewuste nacht door de politie worden aangehouden.

Vraag 1

a. De officier van justitie legt Harry poging tot diefstal met behulp van inklimming ten laste (artikel 45 jo. artikel 310 jo. artikel 311 lid 1, 5º Sr). Is naar uw mening sprake van een strafbare poging tot diefstal met behulp van inklimming? (10 punten)

b. Leg uit waarom het voor de vraag naar de strafbaarheid van de ondeugdelijke poging uitmaakt of men een subjectieve dan wel een objectieve pogingsleer aanhangt. (10 punten)

Vraag 2

De officier van justitie besluit Cas te vervolgen voor zijn betrokkenheid bij de vroegtijdig gestrande inbraak in het SieboldHuis. Hij legt Cas primair het medeplegen van poging tot diefstal met behulp van inklimming ten laste en subsidiair de medeplichtigheid aan deze poging.

a. Is naar uw mening sprake van strafbaar medeplegen van poging tot diefstal met behulp van inklimming? (10 punten)

b. Stel dat Bertus tijdens de vluchtpoging door de tuinen één van de gealarmeerde bewoners een stevige kaakslag zou hebben gegeven. Beargumenteer of in dat geval Harry als medepleger van een poging tot diefstal met geweld en met behulp van inklimming (artikel 45 jo. artikel 310 jo. artikel 312 lid 2, 3º Sr) kan worden aangemerkt. (10 punten)

Vraag 3

De officier van justitie besluit Cas te vervolgen in verband met zijn betrokkenheid bij de dood van Mick. Hij legt Cas daarom dood door schuld in het verkeer (artikel 6 jo. artikel 175 WVW 1994) ten laste.

a. Kan het naar het geldende recht vereiste causale verband tussen het verkeersgedrag van Cas en de dood van Mick worden bewezen? (10 punten)

b. Stel dat de rechter het in vraag 3a bedoelde causale verband niet aanneemt. Tot welke einduitspraak dient de rechter in dat geval te komen? (5 punten)

c. Beoordeel aan de hand van de relevante wettelijke bepalingen of de in vraag 3b bedoelde einduitspraak in het vonnis dient te worden gemotiveerd? (5 punten)

Vraag 4

Stel dat de officier van justitie – in afwijking van vraag 3 – besluit Cas primair doodslag (artikel 287 Sr) en subsidiair dood door schuld in het verkeer (artikel 6 jo. artikel 175 WVW 1994) ten laste te leggen.

a. U bent officier van justitie en u meent dat het primair ten laste gelegde kan worden bewezen. Hoe zou u beargumenteren dat het voor het primair tenlastegelegde vereiste opzet bewezen kan worden geacht? (10 punten)

b. Stel dat de rechter in afwijking van uw mening van oordeel is dat enkel het subsidiair tenlastegelegde kan worden bewezen. Hoe zou de rechter onderbouwen dat er hier sprake is van de voor het subsidiair tenlastegelegde vereiste schuld? (10 punten)

Vraag 5

Floris wordt vervolgd ter zake het culpoos veroorzaken van de dood van Mick en de ambulancebroeder (artikel 6 jo. artikel 175 WVW 1994). Tijdens het onderzoek ter terechtzitting voert Floris het volgende verweer:

´Vlak voordat ik die nacht ging slapen liep ik nog even binnen bij ons jongste zoontje Jasper, die toen ongeveer twee maanden oud was. Dat deed ik eigenlijk elke avond voordat ik naar bed ga. Zodra ik zijn kamertje binnenkwam schrok ik mij kapot. Jasper had zich met zijn hoofdje onder het dekentje gewoeld. Ik trok direct het dekentje van hem af en probeerde hem te wekken om te kijken of hij in orde was. Toen hij niet reageerde, ben ik als een gek naar beneden gestormd om hem samen met mijn vrouw naar het ziekenhuis te brengen. Wij wonen nogal afgelegen in Rijnsburg en het is bij ons in het dorp bekend dat je in gevallen van nood beter zelf naar het ziekenhuis in Leiden kunt rijden dan op een ambulance te wachten. Mijn vrouw hield Jasper vast, terwijl ik probeerde zo snel mogelijk bij het ziekenhuis te komen. Op een gegeven moment zag ik vanuit mijn ooghoek van rechts blauwe lichtflitsen op mij afkomen – naar later bleek de zwaailichten van de ambulance – en hoorde en voelde ik een harde knal. Toen ik even later bij bewustzijn kwam, bleek ik in botsing te zijn gekomen met een ambulance. Mijn vrouw en ik zijn er gelukkig met wat kneuzingen vanaf gekomen. Jasper is overleden. Sectie wees uit dat hij eerder die nacht al was overleden als gevolg van verstikking en dat de botsing als zodanig niet met zijn overlijden in verband stond. Toen ik later hoorde dat niet alleen mijn zoontje is overleden, maar dat als gevolg van de door mij veroorzaakte botsing ook een ambulancebroeder en de op dat moment in de ambulance gelegen patiënt zijn overleden, stortte mijn wereld in. Ik was er alleen maar op gebrand mijn zoontje zo snel mogelijk naar het ziekenhuis te brengen. Dat was voor mij op dat moment het hoogste doel. Ik heb daardoor geen moment stilgestaan bij de gevaren die ik voor anderen veroorzaakte.’

a. Hoe dient het gevoerde verweer juridisch te worden gekwalificeerd? (5 punten)

b. Beoordeel of dit verweer materieelrechtelijk kans van slagen heeft. (10 punten)

c. Stel dat de rechtbank besluit het gevoerde verweer op materieelrechtelijke gronden te verwerpen. Beoordeel aan de hand van de relevante wettelijke bepalingen of de rechtbank in dat geval is gehouden het verweer gemotiveerd te weerleggen in haar vonnis. (5 punten)

Antwoordindicatie

Vraag 1

a. ‘Poging tot misdrijf is strafbaar, wanneer het voornemen van de dader zich door een begin van uitvoering heeft geopenbaard’ (Artikel 45 lid 1 Sr). Toetsing van de casus aan deze voorwaarden levert het volgende op:

Van een misdrijf is i.c. sprake, nu diefstal (met inklimming) is strafbaar gesteld in Boek 2 van het Wetboek van Strafrecht.

Met betrekking tot het voornemen – dat in de dogmatiek en de rechtspraak met het begrip opzet wordt gelijkgeschakeld – geldt dat het in casu moet gaan om de opzetgradatie oogmerk, aangezien het misdrijf waar de poging op ziet een delict is met een oogmerkvereiste. Uit de in de casus beschreven gang van zaken komt duidelijk naar voren dat Harry (samen met Bertus) een plan had gemaakt om in te breken in het SieboldHuis. Daartoe hadden zij ook de nodige voorbereidingen getroffen (het verkennen van de plaats delict, het openzetten van het toiletraampje, het regelen van bijstand van Cas). Daarmee is i.c. sprake van een oogmerk tot het plegen van het delict.

Met betrekking tot het vereiste van een begin van uitvoering geldt het volgende: Het leidende criterium bij de beoordeling of hiervan sprake is, is de vraag of al dan niet sprake is van een gedraging die naar uiterlijke verschijningsvorm is gericht op de voltooiing van het delict (vgl. HR 24 oktober 1978, NJ 1979, 52 (Cito)). De indruk die de gedraging maakt op de rechtsgenoten / een objectieve derde is hierbij van belang (HR 8 september 1987, NJ 1988, 612 (Grenswisselkantoor)). Dit lijkt i.c. het geval te zijn.

Wanneer twee mannen in het holst van de nacht, gehuld in donkere kleding en in het bezit van een rugzak, verschillende achtertuinen in- en uitklimmen om vervolgens te eindigen op de muur van de binnenplaats van het SieboldHuis, kan zonder meer worden gesproken van gedragingen die naar hun uiterlijke verschijningsvorm op de voltooiing van het delict ‘diefstal met behulp van inklimming’ zijn gericht. Daarnaast wordt doorgaans bij gekwalificeerde delicten reeds van een begin van uitvoering gesproken als eenmaal het kwalificerende bestanddeel – i.c. de inklimming – is vervuld (De Hullu, p. 384). Nu Harry al bovenop de muur van de binnenplaats van het SieboldHuis zit en daarbij met één been over de muur is gekomen, is er sprake van vervulling van het bestanddeel inklimming. Het feit dat Harry en Bertus deze poging afbreken op het moment dat de beveiligingslampen van het SieboldHuis aanflitsen en er vervolgens licht gaat branden bij de buren doet daaraan niet af, nu dit duidelijk externe, van de wil van de dader onafhankelijke omstandigheden zijn die aldus in de weg staan aan het aannemen van een vrijwillige terugtred. Nu aan de drie voorwaarden voor een strafbare poging is voldaan, kan worden geconcludeerd dat Harry zich schuldig heeft gemaakt aan een strafbare poging tot diefstal met behulp van inklimming.

Indien bij de toets van het voornemen niet het specifieke opzetvereiste van het delict diefstal (artikel 310 Sr, waarbij oogmerk op de wederrechtelijke toe-eigening wordt vereist) is meegenomen, zal nooit het volledig aantal te behalen punten zijn verkregen. Afhankelijk van de kwaliteit van het antwoord kan het zijn dat er nog wel enkele punten voor het antwoord zijn toegekend.

Bij de beantwoording van de vraag of er sprake is van een begin van uitvoering op grond van het criterium van de uiterlijke verschijningsvorm zijn wel omstandigheden verwerkt als het plan dat Harry dat gemaakt en de betreffende voorbereidingshandelingen. Deze feiten en omstandigheden zijn i.c. niet relevant voor het vaststellen van de uitvoeringshandeling.

b. In de (zuivere) objectieve pogingsleer is sprake van een begin van uitvoering zodra sprake is van een handeling die een stuk van het misdrijf laat zien of die gevaar doet ontstaan en/of waaruit naar haar aard het door de wet niet gewilde gevolg onmiddellijk kan ontstaan, zonder dat daarvoor enige nadere handeling nodig is. Er bestaat objectief gevaar voor het rechtsgoed of er is al een objectieve inbreuk op de rechtsorde gepleegd. Daarmee staat in de objectieve pogingsleer de gevaarlijkheid van de daad op de voorgrond. Een duidelijk voorbeeld van de objectieve pogingsleer is HR 19 maart 1934, NJ 1934, 450 (Eindhovense brandstichting).

In de subjectieve pogingsleer is er (reeds) sprake van een begin van uitvoering zodra de betrokkene zich tot het plegen van het delict in staat heeft getoond, zodra de vastheid van het voornemen naar buiten toe gebleken is en in de uitvoeringshandeling de dader zijn gevaarlijke gezindheid heeft geopenbaard. In de subjectieve pogingsleer is het niet beslissend of het handelen ook tot het uiteindelijke doel zou kunnen leiden, als de dader zelf maar meende met de uitvoering van het misdrijf te zijn begonnen. Daarmee staat in de subjectieve pogingsleer de gevaarlijkheid van de wil voorop.

Bij de vraag naar de strafbaarheid van de ondeugdelijke poging wordt onderscheid gemaakt tussen de absoluut en de relatief ondeugdelijke poging. In geval van een relatief ondeugdelijke poging is middel of object in het algemeen wel, maar in het concrete geval niet geschikt; in geval van een absoluut ondeugdelijke poging is middel of object noch in abstracto noch in concreto geschikt. Wanneer men een subjectieve pogingsleer aanhangt, is dit onderscheid in wezen irrelevant, nu het in deze leer niet zozeer gaat om de gevaarzettendheid van de handeling, maar veeleer om de vraag of verdachte met zijn handeling al dan niet zijn gevaarlijke gezindheid heeft getoond. Deze gezindheid kan hij zowel met een relatief als een absoluut ondeugdelijk middel/object tonen. In de objectieve pogingsleer – waarin wordt aangehaakt bij de gevaarlijkheid van de handeling – is dit onderscheid daarentegen wel relevant. Zeker in een strikt objectieve pogingsleer is er immers geen ruimte om strafbaarheid aan te nemen in geval van een absoluut ondeugdelijke poging: van enig gevaar is dan immers geen sprake. In de objectieve pogingsleer is daarom ten aanzien van ondeugdelijke pogingen alleen sprake van strafbaarheid indien de poging relatief ondeugdelijk is. Betoogd kan worden dat er dan wel degelijk sprake is van objectieve gevaarzetting, zij het dat het gevaar zich in dit concrete geval niet heeft verwezenlijkt. Om deze redenen maakt het voor de vraag naar de strafbaarheid van de ondeugdelijke poging iets uit of men een subjectieve dan wel een objectieve pogingsleer aanhangt.

Vraag 2

a. Bij deze vraag kan zowel worden beargumenteerd dat er wél sprake is van medeplegen, als dat dit niet het geval is. Voor beide betogen, mits consistent en voorzien van verwijzingen naar relevante wetgeving en jurisprudentie, konden 10 punten worden gehaald.

Voor strafbaar medeplegen dient volgens rechtspraak en dogmatiek sprake te zijn van:

  • een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en andere deelnemers;

  • opzet bij de verdachte op zowel de deelneming als op het grondfeit (dubbel opzet), en

  • accessoriteit. Deze laatste voorwaarde geeft uitdrukking aan de eis dat er daadwerkelijk een strafbaar feit is gevolgd.

Toetsing van de casus aan deze voorwaarden levert het volgende op:

Aan de eis van accessoriteit is voldaan, nu er – zoals bij vraag 1a is vastgesteld – sprake is van een strafbare poging tot diefstal met behulp van inklimming. (Indien bij vraag 1a is gesteld dat er géén strafbare poging was, is het ook mogelijk om in lijn daarmee te stellen dat daardoor evenmin voldaan kan zijn aan het accessoriteitsvereiste.)

Of Cas ook als medepleger van dit feit kan worden gezien is afhankelijk van de vraag of i.c. van een nauwe en bewuste samenwerking kan worden gesproken. Dit criterium is afkomstig uit het arrest Wormerveerse brandstichting en vereist van de medepleger een ‘substantiële bijdrage’.

Feit is dat Cas niet bij de voorbereiding van de inbraak was betrokken en ook niet precies op de hoogte was van hetgeen Harry en Bertus die nacht gingen doen. Dit neemt echter niet weg dat zijn aandeel essentieel was voor het welslagen van het plan en blijk gaf van een voldoende betrokkenheid, nu hij voor het vervoer naar en van de plaats delict heeft gezorgd en in de tussentijd op Harry en Bertus is blijven wachten. Dit lijkt gezien de betrekkelijk soepele lijn van de rechtspraak voldoende om te kunnen spreken van een nauwe en bewuste samenwerking. Dat Cas niet is meegegaan richting het SieboldHuis doet hieraan niet af, nu een gezamenlijke uitvoering of lijfelijke aanwezigheid op het plaats delict niet is vereist om van medeplegen te kunnen spreken (vgl. HR 17 november 1981, NJ 1983, 84 (Containerdiefstal)).

Met betrekking tot de eis van dubbel opzet kan het volgende worden gesteld:

Het opzet op het medeplegen mag worden verondersteld, aangezien dit i.c. voortvloeit uit de nauwe en bewuste samenwerking. Ook uit het maken en het nakomen van de afspraak die nacht voor vervoer van Harry en Bertus te zorgen kan worden afgeleid dat Cas opzet had op de samenwerking. Uit de onverschillige houding van Cas ten aanzien van hetgeen Harry en Bertus die nacht precies gingen doen, kan het voorwaardelijk opzet op de diefstal kan worden afgeleid. Hij nam genoegen met een vage toelichting van Harry omtrent het doel van het bezoek aan café Flamengo, ook al vielen hem die nacht de donkere kleding en de rugzakken van Harry en Bertus op. Toch verleende hij (blijvend) zijn medewerking. Hoewel Cas niet van de hoed en de rand lijkt te hebben geweten, is hiermee sprake van voorwaardelijk opzet op het grondfeit: hij heeft bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat beide mannen die nacht een vermogensdelict zouden gaan plegen.

Art. 310 Sr vereist oogmerk ten aanzien van de wederrechtelijke toe-eigening, het wegnemen kent een ‘ingeblikt opzet’. Niet noodzakelijk is dat bij alle deelnemers het vereiste oogmerk wordt bewezen – van belang is dat het oogmerk tenminste bij één van de medeplegers aanwezig is. Cas kon dus voorwaardelijk opzet hebben op een diefstal door Harry en Bertus waarbij Harry en Bertus het vereiste oogmerk op de wederrechtelijke toe-eigening hadden. Het is niet geheel juist wanneer werd beargumenteerd dat Cas geen opzet op het grondfeit had nu hij zelf geen oogmerk op wederrechtelijke toe-eigening had. Omdat men alleen tot deze conclusie kan komen op grond van het op zichzelf juiste uitgangspunt dat het opzet van de deelnemer het opzet uit het grondfeit volgt zijn hiervoor wel punten gegeven, maar minder dan voor bovenstaande juiste redenering.

Nu aan alle te stellen voorwaarden is voldaan, heeft Cas zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van de poging tot diefstal met inklimming.

Op Floris is van toepassing van de materiële voorwaarden voor strafbaar medeplegen, kan ook worden beargumenteerd dat er geen sprake is van medeplegen. In dat geval zal nadruk moeten zijn gelegd op het feit dat een groot deel van de bijdrage van Cas pas plaatsvindt na afloop van de strafbare poging. Bijdragen die na afloop van een strafbaar feit plaatsvinden, kunnen volgens De Hullu (p. 437) slechts in beperkte mate bijdragen aan het oordeel dat sprake is van nauwe en bewuste samenwerking. Bovendien was Cas bij de feitelijke poging tot diefstal niet lijfelijk aanwezig.

Dat is weliswaar niet een eis die het recht stelt, zo blijkt uit HR 17 november 1981, NJ 1983, 84 (Containerdiefstal), maar dan moet de afwezigheid wel worden gecompenseerd door andere aspecten die de bijdrage van de medepleger in zijn geheel ‘substantieel’ maken. In dat geval zal dan beargumenteerd moeten zijn waarom dat i.c. niet het geval is. Cas heeft bijvoorbeeld geen actieve rol gespeeld in de voorbereidingen en werd door Harry en Bertus misleid met betrekking tot hun criminele voornemens. En hoewel Cas een vermoeden had van de kwade intenties van de broers en aan de realisering daarvan bewust heeft bijgedragen, kan worden beargumenteerd dat Cas niet zozeer opzet op de samenwerking had, als wel opzet op het behulpzaam zijn bij een door anderen te plegen misdrijf. In dat geval lijkt het aandeel van Cas meer richting de subsidiair tenlastegelegde medeplichtigheid te gaan en is van medeplegen geen sprake.

b. I.c. is de vraag of het door Bertus gepleegde geweld mede aan Harry kan worden toegerekend. De kern van het probleem ligt besloten in het opzet van Harry op de geweldpleging door Bertus. Deze vraag kan langs de weg van het voorwaardelijk opzet en van het vraagstuk van uiteenlopend opzet (artikel 47 lid 2 Sr) worden benaderd.

In geval de vraag langs de weg van het voorwaardelijk opzet wordt benaderd, geldt het volgende: In dat geval is de vraag of Harry, door samen met Bertus gedurende de nacht een inbraak te plegen, bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard op het plegen van geweld jegens personen die zij tijdens deze inbraak tegen het lijf zouden lopen. Dit lijkt niet direct het geval.

Uit de casus blijkt niet dat de mogelijkheid van geweld tijdens de voorbereidingen ter sprake is gekomen, terwijl een inbraak evenmin noodzakelijkerwijs met geweld gepaard hoeft te gaan (temeer daar hun plan er duidelijk op was gericht de inbraak te plegen zonder daarbij personen tegen het lijf te lopen). Ook blijkt nergens uit dat Bertus bekend stond om zijn losse handjes. Het voert daarom te ver voorwaardelijk opzet op het toebrengen van geweld aan te nemen ten aanzien van Harry.

Voor het betoog dat er wel voorwaardelijk opzet aanwezig was zijn ook punten gegeven, afhankelijk van de kwaliteit van de argumentatie. Dat Harry de broer van Bertus is en daarom had moeten weten of wist waartoe hij in staat was, of dat gezien hun criminele verleden eerder geweld is toegepast, blijkt onvoldoende uit de gegeven feiten. Uit de latere wijze van vluchten van de plaats delict kan echter wel worden afgeleid dat de broers er veel aan was gelegen om niet te worden gepakt.

Dat Harry geen voorwaardelijk opzet had op de geweldpleging, betekent nog niet dat Harry niet als medepleger van het geweld kan worden aangemerkt, nu de voorziening van artikel 47 lid 2 Sr in gevallen van zogenoemd uiteenlopend opzet uitkomst kan bieden. Hoewel deze bepaling enkel op de uitlokker lijkt te zien, is zij blijkens de rechtspraak mede van toepassing op de medepleger. Indien de ene medepleger gevolgen veroorzaakt waarop het opzet van de andere medepleger niet was gericht, kunnen deze verdergaande gevolgen niettemin mede aan deze andere medepleger worden toegerekend indien zij zijn geobjectiveerd (onttrokken aan het schuldverband).

Deze andere medepleger zal ingevolge artikel 47 lid 2 Sr weliswaar worden gekwalificeerd naar het delict waarop zijn opzet was gericht, de gevolgen die zijn kompaan heeft veroorzaakt kunnen echter als geobjectiveerd, strafverzwarend gevolg mede aan hem worden toegerekend. De vraag is nu of deze constructie het mogelijk maakt het door Bertus gepleegde geweld als strafverzwarend gevolg aan Harry toe te rekenen. Dit lijkt niet het geval, nu het door Bertus gepleegde geweld niet als een strafverzwarende omstandigheid ten opzichte van de door Harry en Bertus samen gepleegde poging tot diefstal met behulp van inklimming kan worden beschouwd. Het geweld van artikel 312 Sr is geen geobjectiveerd, strafverzwarend gevolg, maar een strafverzwarende omstandigheid met zijn eigen opzetvereiste (voorwaardelijk opzet op de geweldpleging, met het oogmerk de vlucht te vergemakkelijken).

Teneinde deze strafverzwarende omstandigheid mede aan Harry toe te rekenen, zal het bestaan van opzet op dit geweld ten aanzien van Harry moeten worden vastgesteld. Zoals hierboven reeds betoogd, lijkt dit opzet i.c. niet aanwezig. Daarmee kan Harry niet als medepleger van een poging tot diefstal met geweld en met behulp van inklimming worden aangemerkt. Het zich niet-distantiëren van Harry doet hier niets aan af, aangezien het ging om een enkele kaakslag tijdens de vlucht, die door Harry niet voorzien was.

De Hullu, p. 429 citeert de volgende, en op het tentamen veelvuldig gebruikte, passage: “Zoo A en B gezamenlijk een diefstal plegen…(etc.)”. Op p. 430 geeft De Hullu echter al aan dat deze redenering in de doctrine is vervangen door het gelijktrekken van de medepleger met de uitlokker in art. 47 lid 2 Sr. In De Hullu, p. 447 wordt expliciet een voorbeeld genoemd van een uiteenlopende kwalificatie, waarbij A voor diefstal, en B voor diefstal met geweld wordt veroordeeld. Daarom zijn voor het antwoord dat de geweldpleging geobjectiveerd bestanddeel is bij de diefstal minder punten gegeven. De rechtsvraag kon niet enkel worden opgelost aan de hand van de nauwe en bewuste samenwerking. Omdat de samenwerking tussen Harry en Bertus dermate nauw was en de voorbereiding dusdanig gedetailleerd, zou er sprake zijn van een inwisselbaarheid van rollen. Naar analogie van HR 29 oktober 1934, NJ 1934, p. 1673 ev. (Wormerveerse brandstichting) zou het dan evengoed Harry geweest kunnen zijn die de kaakslag had uitgedeeld. Anders dan in het arrest Wormerveerse brandstichting waren er i.c. echter geen afspraken gemaakt ten aanzien van het geweld.

Vraag 3

a. De rechtsvraag betreft i.c. het leerstuk van de causaliteit. Het heersende criterium is in dit verband de leer van de redelijke toerekening: er is sprake van causaliteit tussen een bepaalde gedraging en een strafbaar gesteld gevolg indien het redelijk is het gevolg toe te rekenen aan de gedraging (vgl. HR 12 september 1978, NJ 1979, 60 (Letale longembolie)).

Bij beantwoording van de vraag of toerekening van het gevolg aan de gedraging in het concrete geval al dan niet redelijk is, kan gebruik worden gemaakt van de overige drie causaliteitstheorieën: de conditio sine qua non, de causa proxima en de leer van de voorzienbaarheid, waarbij – omissiedelicten daargelaten – de conditio sine qua non als Floris' voorwaarde heeft te gelden.

I.c. kan worden vastgesteld dat het gevaarlijke verkeersgedrag van Cas (te hard rijden met gedoofde lichten in de bebouwde kom) een onmisbare voorwaarde voor het overlijden van Mick vormt. Als Cas zijn gevaarlijke rijgedrag achterwege had gelaten, had het ongeval niet plaatsgevonden en zou Mick niet in de ambulance terecht zijn gekomen en zou hij niet het leven hebben gelaten bij de daaropvolgende aanrijding.

Toepassing van de causa proxima theorie wijst echter niet zonder meer in de richting van causaliteit, nu de aanrijding met de ambulance een meer nabijgelegen oorzaak van het overlijden van Mick is. Aan de andere kant lijkt de causa proxima theorie zich ook weer niet hevig tegen het aannemen van causaliteit te verzetten, nu de keten der gebeurtenissen tussen het handelen van Cas en het overlijden van Cas niet buitengewoon lang is.

Toepassing van de leer van de voorzienbaarheid (adequatietheorie) lijkt weer in de richting van het aannemen van causaliteit te wijzen. Weliswaar heeft Cas de precieze loop der gebeurtenissen (ongeval – letsel – ambulance – aanrijding – dood Mick) ongetwijfeld niet voorzien en kon hij deze ook niet voorzien; wel was het naar algemene ervaringsregels redelijkerwijze te voorzien dat zijn gevaarlijke rijgedrag op zichzelf geschikt was de dood van andere verkeersdeelnemers te veroorzaken. Dit lijkt voldoende om i.c. voorzienbaarheid aan te nemen. De uitkomsten van de toepassing van de drie voorgaande theorieën overziend, lijkt het niet onredelijk i.c. causaliteit aan te nemen.

Het feit dat de dood van Mick in meest directe zin door een ander dan Cas wordt veroorzaakt – te weten de door Floris veroorzaakte aanrijding met de ambulance – hoeft hieraan niet af te doen (vgl. HR 23 december 1980, NJ 1981, 534 (Aortaperforatie). Schuld van een derde behoeft de causale keten niet te doorbreken. Het rijgedrag van Cas was op zichzelf geschikt om dit gevolg te veroorzaken, terwijl ook het letsel dat in directe zin door Cas is veroorzaakt – een schedelbasisfractuur – dermate ernstig is dat de dood van Mick niet een erg ver verwijderd (onvoorzienbaar) gevolg (meer) is. Daarmee kan het vereiste causale verband i.c. worden bewezen.

Invulling van de voorzienbaarheid aan de hand van een Garantenstellung in verband met de hoedanigheid van taxichauffeur, die in het bijzonder had moeten weten dat het rijden zonder licht en op hoge snelheid binnen de bebouwde kom gevaarlijk is, lijkt in casu overbodig. Op iedere bestuurder van een auto rust immers een bijzondere zorgplicht, die in deze context niet minder omvat dan die van een taxichauffeur.

b. Het causale verband tussen het handelen van Cas en het overlijden van Mick zal door de officier van justitie in de tenlastelegging tot uitdrukking worden gebracht. Het is namelijk een op zichzelf staand bestanddeel (het vereiste van causaliteit zou men kunnen inlezen in het bestanddeel ‘waardoor’). Indien de rechter dit causale verband niet aanneemt, zal het tenlastegelegde niet kunnen worden bewezen en zal vrijspraak moeten volgen (artikel 350 jo. 352 lid 1 Sv).

Alhoewel culpa en causaliteit met elkaar samenhangen, dienen de causaliteit en de culpa los van elkaar te worden beoordeeld. Het is dan ook dogmatisch onjuist te stellen dat, omdat de causaliteit niet kan worden vastgesteld, de tenlastegelegde culpa niet kan worden bewezen (bijvoorbeeld omdat de component verwijtbaarheid daarmee komt te vervallen) zodat om die reden vrijspraak dient te volgen.

c. De beslissing tot vrijspraak dient op grond van artikel 358 lid 2 jo. 350 Sv in het vonnis te worden opgenomen. Deze beslissing dient ook te worden gemotiveerd en wel op grond van artikel 359 lid 2, eerste volzin jo. 358 lid 2 Sv.

Behoudens het geval waarin uitdrukkelijk onderbouwde standpunten zijn ingenomen, kan de rechter hierbij volstaan met een standaardmotivering.

Er waren in casu geen verweren gevoerd en uit de casus bleek niets van een uitdrukkelijk onderbouwd standpunt (noch van de kant van de verdachte, noch van de kant van de officier van justitie).
 

Vraag 4

a. Teneinde de primair tenlastegelegde doodslag te bewijzen, dient te worden bewezen dat bij Cas opzet aanwezig was op de dood van Mick. Opzet is willens en wetens handelen en omvat verschillende gradaties. Opzet in zijn meest zuivere vorm van oogmerk zal i.c. niet kunnen worden bewezen nu uit de casus niet blijkt dat Cas op de dood van Mick uit was. In geval van artikel 287 Sr kan echter ook genoegen worden genomen met een lagere gradatie van opzet, nu deze bepaling enkel spreekt van ‘opzettelijk’. In een dergelijk geval volstaat voorwaardelijk opzet.

Voor het bewijzen van voorwaardelijk opzet dient er sprake te zijn van het bewust aanvaarden van een aanmerkelijke kans op een bepaald gevolg. In dit criterium schuilt zowel een min of meer objectief element (de aanmerkelijke kans), een kenniselement (de bewustheid ten aanzien van die aanmerkelijke kans) als een wilselement (het aanvaarden of op de koop toenemen).

Toetsing van de casus aan deze criteria leidt tot het volgende:

De vraag wanneer sprake is van een aanmerkelijke kans (i.c. op de dood van Mick), is volgens de Hoge Raad afhankelijk van de omstandigheden van het geval.

De aard van de gedraging en de omstandigheden waaronder deze is verricht vormen gezichtspunten die bij die beoordeling kunnen worden gebruikt, terwijl het in alle gevallen moet gaan om een kans die naar algemene ervaringsregelen aanmerkelijk is te achten (vgl. HR 25 maart 2003, NJ 2003, 552 (HIV-I) in De Hullu, p. 231).

Tegen de achtergrond van deze gezichtspunten en gelet op de feiten en omstandigheden in de casus, waaruit blijkt dat verdachte ’s nachts, in het donker, met veel te hoge snelheid en met gedoofde lichten door de bebouwde kom heeft gereden, is de kans op de dood van een andere verkeersdeelnemer aanmerkelijk te achten.

Vervolgens dient te worden vastgesteld of Cas wetenschap had van deze aanmerkelijke kans. Nu de casus daarover geen verklaring van Cas bevat, kan dit aspect op een geobjectiveerde wijze worden benaderd. In dat verband kon het niet anders dan dat Cas op de hoogte was van deze aanmerkelijke kans. Elk normaal, weldenkend mens weet immers dat dit verkeersgedrag een aanzienlijke kans op dodelijke ongevallen in het leven roept. Op grond hiervan kan de wetenschap van de aanmerkelijke kans bij Cas worden vastgesteld.

Heeft Cas, in de wetenschap van de aanmerkelijke kans op de dood van een andere verkeersdeelnemer, deze aanmerkelijke kans ook aanvaard?
Dit kan reeds worden afgeleid uit het feit dat hij – ondanks dat hij op de hoogte was van de aanzienlijke gevaren van zijn gedrag – niettemin ervoor koos zijn handelen door te zetten (weten +

toch doen = willen). Ook blijkt uit de casus dat hij koste wat kost uit handen van de politie wilde blijven. Uit dit gegeven kan worden afgeleid dat Cas de eventuele gevolgen van zijn gevaarlijke verkeersgedrag op de koop toe nam. Tot slot is van met het Porsche-arrest vergelijkbare contra-indicaties geen sprake (vgl. HR 15 oktober 1996, NJ 1997, 199). Het enkele feit dat Cas op het allerlaatste moment hard in de remmen trapt, is geen voldoende contra-indicatie. Nu aan alle voorwaarden voor voorwaardelijk opzet is voldaan, kan het opzet op de dood van Mick worden bewezen.

De casus vertoont op een aantal aspecten overeenkomsten met HR 23 januari 2001, NJ 2001, 327 (Enkhuizer doodslag). De motivering van het antwoord die uitsluitend is opgehangen aan dit arrest is niet voldoende.

Hoewel de Hoge Raad in HR 25 maart 2003, NJ 2003, 552 (HIV-I) (De Hullu, p. 231) stelt dat sommige gedragingen naar hun uiterlijke verschijningsvorm kunnen worden aangemerkt als zozeer gericht op een bepaald gevolg dat het – behoudens contra-indicaties – niet anders kan zijn dat de verdachte de aanmerkelijke kans op het desbetreffende gevolg heeft aanvaard, gaat het i.c. te ver om het aanvaarden enkel en alleen te baseren op deze overweging. Van een dergelijke gedraging lijkt geen sprake. Dat neemt niet weg dat, mits goed beargumenteerd, toepassing van deze regel met enkele punten is gewaardeerd.

b. Culpa wordt omschreven als verwijtbare aanmerkelijke onvoorzichtigheid. In de onvoorzichtigheid (de objectieve kant van de culpa) schuilt de wederrechtelijkheid: verdachte had anders moeten handelen, verdachte heeft een geschreven of ongeschreven norm overtreden. Voorts omvat culpa de verwijtbaarheid (de subjectieve kant van de culpa): verdachte had niet alleen anders moeten handelen, maar hij had ook anders kunnen handelen. Voor culpa is voorts grove schuld vereist. Dit komt tot uitdrukking in de omschrijving van culpa als een verwijtbare aanmerkelijke onvoorzichtigheid.

De casus betreft een geval van verkeersschuld. Deze bijzondere context van de culpa wordt nader toegelicht in De Hullu, IV.5.4.4. Gelet op het gedetailleerde stelsel van verkeersregels staat, aldus De Hullu, zelden de vraag centraal of verdachte anders had moeten handelen. Bij de vervolging van dit type delicten staat veeleer de vraag centraal of sprake is geweest van zo’n grove schuld dat strafrechtelijke aansprakelijkheid gerechtvaardigd is. Dat neemt niet weg dat het antwoord op deze vraag een toets van zowel de componenten van de culpa (wederrechtelijkheid en verwijtbaarheid) dient te bevatten, als van de aanmerkelijkheid van de schuld.

Met betrekking tot de wederrechtelijkheid, de objectieve kant van de culpa, wordt in HR 1 juni 2004, NJ 2005, 252 (Blackout; vgl. De Hullu, p. 264) gesteld dat in zijn algemeenheid niet valt aan te geven of één verkeersovertreding voldoende kan zijn voor de bewezenverklaring van culpa. Het komt in dat verband aan op het geheel van gedragingen van de verdachte, de aard en ernst daarvan en de overige omstandigheden van het geval. In casu is het evident dat Cas meerdere verkeersregels heeft overtreden en aldus wederrechtelijk heeft gehandeld. Hij reed niet alleen ruim 30 km/h te hard door de bebouwde kom, ook reed hij midden in de nacht met gedoofde lichten. Dit zijn reeds twee afzonderlijke verkeersovertredingen, welke ook beide als fors zijn te kwalificeren. Daarmee is sprake van een aanmerkelijke onvoorzichtigheid. Ook is de dood van Mick een voorzienbaar gevolg van dergelijk gevaarlijk rijgedrag. Elk weldenkend mens weet immers dat het rijden door de bebouwde kom met te hoge snelheid en met gedoofde lichten tot ernstige verkeersongevallen kan leiden. Tot slot kan worden vastgesteld dat deze onvoorzichtigheid aan Cas is te verwijten. Daarmee is de subjectieve kant van de culpa bewezen te achten. Hij had immers wel degelijk anders kunnen handelen. Het was zijn eigen vrije keuze normoverschrijdend gedrag te vertonen. Van enige omstandigheid die de verwijtbaarheid aantast, is i.c. niet gebleken.

In samenhang met de reeds getrokken conclusie dat de normoverschrijding als aanmerkelijk kon worden beschouwd, leidt het voorgaande tot de conclusie dat de schuld van Cas aan het overlijden van Mick kan worden bewezen.

Met betrekking tot de voorzienbaarheid van de gevolgen van het in genoemde omstandigheden te hard rijden, kan worden gewezen op de Garantenstellung die toekomt aan de taxichauffeur. Gelet op het feit dat de hier aan de orde zijnde bepalingen van de Wegenverkeerswet zich richten tot een ieder die bestuurder is van een auto, is deze verwijzing naar een Garantenstellung in feite overbodig. Het ligt niet voor de hand in deze gevallen meer te verwachten van een taxichauffeur dan van een ‘normale’ bestuurder.

Vraag 5

a. Het betreft hier een beroep op overmacht in de zin van noodtoestand ex artikel 40 Sr.

Er is aldus sprake van een beroep op een rechtvaardigingsgrond. Floris stelt dat hij werd geconfronteerd met een maatschappelijke plicht – het redden van zijn zoontje die in kritieke toestand verkeerde – die op dat moment zwaarder woog dan het naleven van de wet (meer concreet het naleven van de verkeersregels). Aldus raakte Floris in een conflict van plichten waar hij enkel uit kon komen door de wet te overtreden.

Bij deze vraag werd enkel verwacht dat het verweer op juiste wijze werd gekwalificeerd. Toetsing van het verweer was nog niet nodig (dit komt aan de orde bij vraag 5b). Wel werd verwacht dat werd aangegeven waaruit de noodtoestand c.q. het conflict van plichten i.c. bestond. Terugkoppeling naar de feiten van de casus is hier dan ook nodig.

Indien bij dit antwoord werd betoogd dat het een beroep op de schulduitsluitingsgrond psychische overmacht betreft, is dit – mits goed beargumenteerd – met een bescheiden aantal punten gehonoreerd. Voor het maximale aantal punten had echter echt voor noodtoestand moeten worden gekozen.

Indien bij dit antwoord op juiste wijze werd ingegaan op de vraag of dit verweer binnen de context van deze vervolging moest worden gekwalificeerd als een bewijsverweer dan wel als een verweer dat de derde vraag van het beslissingsmodel raakt, is dit eveneens met een punt gehonoreerd. Het betreft hier een bewijsverweer, aangezien noodtoestand de wederrechtelijkheid raakt en wederrechtelijkheid component is van het bestanddeel culpa. Aan de enkele opmerking dat het hier een uitdrukkelijk voorgedragen verweer of een uitdrukkelijk onderbouwd standpunt betreft, zijn geen punten toegekend.

b. Voor de aanvaarding van een beroep op overmacht in de zin van noodtoestand dient sprake te zijn van een concreet conflict van plichten of belangen, waarbij de maatschappelijke plicht c.q. het maatschappelijke belang prevaleert boven de plicht de wet na te leven. Voor een geslaagd beroep op noodtoestand is derhalve vereist dat verdachte een gerechtvaardigde of een juiste keuze in dit conflict van plichten heeft gemaakt, anders gezegd dat hij ook volgens het recht de maatschappelijke plicht zwaarder mocht laten wegen dan de plicht de wet na te leven. Daarbij is van belang dat de situatie waarin dit conflict zich voordeed, er één was van actuele en concrete nood (De Hullu V.2.4). Aan een beroep op overmacht in de zin van de noodtoestand worden vrij hoge eisen gesteld. Het gaat hier immers om een rechtvaardigingsgrond.

Bij aanvaarding van een dergelijk beroep erkent de rechter dat het in de gegeven omstandigheden gerechtvaardigd was de wet te overtreden.

Was er i.c. sprake van een actuele en concrete nood? Dit kan vrij gemakkelijk worden aangenomen. Het was duidelijk dat het zoontje van Floris er slecht aan toe was en dringend medische hulp nodig had. Ogenblikkelijk handelen door de ouders van Jasper was dan ook zonder meer geboden.

In dit verband kan ook worden betoogd dat i.c. sprake was van putatieve overmacht, te kwalificeren als variant van de schulduitsluitingsgrond AVAS (feitelijke dwaling).

Uitgaande van de conclusie op basis van de sectie dat Jasper al eerder die nacht was overleden, kan worden gesteld dat de noodsituatie zich op het moment van het strafbare feit niet meer voordeed. Mits goed beargumenteerd is deze redenering met punten gehonoreerd. Niettemin lijkt deze redenering wat te streng. De niet medisch onderlegde leek die in de geschetste omstandigheden zijn eigen zoon levenloos in zijn bedje aantreft, mag er gerechtvaardigd van uitgaan dat er sprake is van een noodsituatie. Wellicht had medisch handelen nog wel degelijk zin. Bovendien is niet gezegd dat Jasper al was overleden toen hij door zijn vader werd aangetroffen. Enkel wordt gezegd dat Jasper ten tijde van het ongeval met de ambulance al was overleden en dit ongeval derhalve niet als de oorzaak van het overlijden kan worden aangemerkt.

Vervolgens komt de vraag aan de orde of hier sprake was van een conflict van plichten of belangen. Zoals onder vraag 5a al is laten zien, is dit i.c. het geval: enerzijds bestond er voor Floris de maatschappelijke plicht het leven van zijn zoontje te redden; anderzijds gold voor Floris de plicht zich aan de wet te houden (meer concreet: de plicht de te vereisen voorzichtigheid in het verkeer te betrachten). Floris heeft zich uit dit conflict van plichten gered door de wet te overtreden en niet de van hem te vergen voorzichtigheid te betrachten.

De vraag is of hij door zo te handelen een gerechtvaardigde of een juiste keuze heeft gemaakt. Bij de beantwoording van deze vraag komen de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit om de hoek kijken. Stond de wetsovertreding in een redelijke verhouding tot het na te streven doel (proportionaliteit) en heeft verdachte zich op de minst bezwarende wijze uit dit conflict gered (subsidiariteit)? Bij deze laatste toets rijst mede de vraag of er ook niet-strafbare alternatieven aanwezig waren.

Op zichzelf was er wel een alternatief, namelijk wachten op een ambulance, maar daarvan geeft Floris zelf al aan dat dit geen reëel alternatief was, gezien de afgelegen ligging en de lange aanrijdtijd van de ambulance. Dat Floris aldus zelf in de auto is gesprongen, valt op zichzelf wel te billijken. Dat hij vervolgens de maatschappelijke plicht om zijn zoon te redden liet prevaleren boven het strikt naleven van de verkeersregels, lijkt ook niet op voorhand disproportioneel.

Het nakomen van de maatschappelijke plicht biedt echter geen vrijbrief voor onverantwoord verkeersgedrag. Ook in de geschetste situatie had Floris de van hem te eisen voorzichtigheid moeten betrachten en had hij de hem van rechts naderende en zwaailicht en sirene voerende ambulance voorrang moeten verlenen. Dit heeft hij niet gedaan en daarmee heeft Floris een verkeerde keuze gemaakt. I.c. zal het beroep op noodtoestand dan ook stranden op de eis van proportionaliteit.

Hoe begrijpelijk zijn wijze van handelen gegeven de omstandigheden ook moge zijn, niet kan worden gezegd dat Floris in de gegeven situatie ook volgens het recht mocht handelen zoals hij heeft gedaan. Aldus heeft zijn beroep op overmacht in de zin van noodtoestand materieelrechtelijk geen kans van slagen.

Wanneer met behulp van de juiste criteria tot een andere afweging is gekomen, is dit ook met punten gehonoreerd. Voor het maximale aantal punten diende echter de voorgaande conclusie te worden getrokken. Ook in de geschetste omstandigheden zal de rechter niet geneigd zijn tot het oordeel te komen dat het gedrag van Floris gerechtvaardigd was. Voorts zijn punten toegekend wanneer studenten – in lijn met hun antwoord op vraag 5a – aan de hand van de daarvoor geldende criteria hebben getoetst aan de eisen van de schulduitsluitingsgrond psychische overmacht. Nu het verweer van Floris echter duidelijk is geënt op overmacht in de zin van noodtoestand, leidt toetsing aan de eisen van psychische overmacht wel tot een relatief lager aantal punten.

c. I.c. wordt een beroep gedaan op een strafuitsluitingsgrond. Indien de rechter een dergelijk verweer verwerpt dient hij deze beslissing ingevolge artikel 358 lid 3 jo. 359 lid 2, eerste volzin Sv in zijn vonnis op te nemen en ook te motiveren. Complicerende factor is hier echter het feit dat het gevoerde verweer weliswaar inhoudelijk een beroep op een strafuitsluitingsgrond is, maar formeel een bewijsverweer. Door zijn beroep op noodtoestand ontkent Floris immers de tenlastegelegde culpa, meer specifiek de daarin besloten liggende wederrechtelijkheid. De plicht van de rechter bewijsverweren gemotiveerd te weerleggen, vloeit voort uit artikel 359 lid 2, tweede volzin Sv, althans indien en voor zover deze bewijsverweren te beschouwen zijn als uitdrukkelijk onderbouwde standpunten. Nu het hier inhoudelijk een beroep op een strafuitsluitingsgrond betreft, ontstaat naar vaste jurisprudentie (Dakdekker+) en naar analogie van artikel 358 lid 3 Sv echter reeds een motiveringsplicht indien het een uitdrukkelijk voorgedragen verweer betreft (lichtere stelplicht). Aldus kan de motiveringsplicht i.c. langs twee wegen worden beredeneerd: 1) artikel 358 lid 3 jo. 359 lid 2, eerste volzin Sv; en 2) artikel 359 lid 2, tweede volzin Sv in relatie tot de oudere Dakdekkers-jurisprudentie.

Bij deze vraag werd op zichzelf niet verwacht dat beide varianten volledig werden uitgewerkt. Wel werd verwacht dat een compleet antwoord werd opgebouwd, waarbij duidelijk werd gedifferentieerd tussen de verschillende motiveringsverplichtingen. Zo leidt het niet dan wel het niet juist differentiëren tussen artikel 358 lid 2 en 358 lid 3 Sv tot puntenaftrek, evenals het niet of het niet juist differentiëren tussen de beide volzinnen van artikel 359 lid 2 Sv.

Access: 
Public

Image

This content is also used in .....

Materieel Strafrecht - UL - B2 - Oefenbundel

Materieel Strafrecht - UL - Herkansing 2019

Materieel Strafrecht - UL - Herkansing 2019

Vragen

Kennisvraag: Voorbereiding, poging, vrijwillige terugtreed

Vraag 1a

In het kader van het leerstuk voorbereidingshandelingen (art 46 Sr) is onder andere vereist dat de "voorbereidingsmiddelen zijn bestemd tot het begaan van het misdrijf. Geef aan hoe hieraan door de Hoge Raad nader invulling is gegeven. (5 punten)

Vraag 1b

Waarom koos de wetgever voor het opnemen van de vrijwillige terugtred in de wet? (5 punten)

Kennisvraag: Culpa in causa bij noodweer

Vraag 2a

Leg uit wat in het kader van noodweer(exces) onder 'culpa in causa' moet worden verstaan en geef aan onder welke omstandigheden een beroep op noodweer(exces) volgens de Hoge Raad niet zal kunnen slagen vanwege die 'culpa in causa'. (10 punten)

Vraag 2b

In de casus die ten grondslag ligt aan het overzichtarrest over noodweer(exces) ging het om een verdachte die handelde in verdovende middelen en zich ongewapend naar de flatswoning van het latere slachtofferbegaf om een drugsdeal te innen. Eenmaal in de flat werd hij aangevallen, mishandeld en bedreigd met een mes. Nadat hij zelf het mes in handen wist te krijgen heeft hij het slachtoffer met zestien messteken gedood. Het Openbaar Ministerie stelde zich ter zitting op het standpunt dat verdachtes beroep op noodweer(exces) diende te worden verworpen, om de reden dat de verdachte zich - kort gezegd - als dealer in verdovende middelen in het drugscircuit heeft begeven. Beoordeel dit standpunt van het Openbaar Ministerie vanuit het perspectief zoals gehanteerd in het voorgeschreven artikel van Rozemond en Ter Haar. (15 punten)

Casusvraag: Medeplegen

Jonas is naast student geschiedenis fervent verzamelaar van historische objecten. Geregeld loopt hij met een metaaldetector door weilanden om oude voorwerpen te zoeken en gaat hij met andere hobbyisten op pad om schatten te vinden. Na een hoorcollege raken Jonas en medestudente Bibi aan de praat. Bibi wordt door de verhalen van Jonas geënthousiasmeerd en ze besluit eens mee te gaan op schattenjacht.

Op 14 mei 2019, na zonsondergang, lopen Jonas en Bibi over de begraafplaats achter de kerk in Voorhout, niet ver van het geboortehuis van botanicus, arts en wetenschapper, Herman Boerhaave. Geïntrigeerd door wat hij heeft betekend voor de wetenschap en de Leidse Universiteit rond het jaar 1700, besluiten Jonas en Bibi op zoek te gaan naar voorwerpen die kunnen worden gelinkt aan het leven van Boerhaave. Bibi ziet op één van de graven de tekst staan ‘Hier rust H. Daelder-Boerhaave’ en ze roept Jonas bij zich. Jonas is ervan overtuigd dat dit het graf moet zijn van de moeder van Herman Boerhaave. De opwinding krijgt de overhand en Jonas deelt het plan met Bibi om te gaan graven: een voorwerp dat is meegegaan in het graf zou een mooie aanwinst zijn voor zijn verzameling. Bibi zegt tegen Jonas dat hij doorslaat en vraagt zich hardop af of ze dit wel moeten doen. Na enige aarzeling – ze vindt het eng, maar ze

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Eindtentamen 2019

Materieel Strafrecht - UL - Eindtentamen 2019

Vragen

Kennisvraag: Voorbedachte rade

Vraag 1a

Wat moet voor een bewezenverklaring van het bestanddeel 'voorbedachte rade' komen vast te staan, hoe kan de rechter dit vaststellen (welke afwegingen dient hij te maken) en waarom moeten aan de bewezenverklaring daarvan volgens de Hoge Raad “bepaaldelijk eisen worden gesteld”? (7 punten)

Vraag 1b

Waarom oordeelde de Hoge Raad in 'Voorbedachte rade II' dat het oordeel van het Hof dat de verdachte wel degelijk met voorbedachte rade heeft gehandeld, ontoereikend gemotiveerd was? (3 punten)

Kennisvraag: Europanisering materieel strafrecht

In het artikel ‘Harmonising legal interests. Legal interests under criminal law in a multilevel legal order’ stellen Cleiren & Ten Voorde onder meer het volgende:

“The aims and legal interests that form the basis of the European regulations are not identical to the original aims and legal interests of the national penal codes. Where the European rules in the field of criminal law are concerned, the legal interests served – just like the regulatory leads to new crimes – do not correspond one to one with the national penal codes.”

Vraag 2a

Illustreer deze stelling aan de hand van art. 197 Sr. (4 punten)

Vraag 2b

Het rechtsbelang dat het EU-recht inzake mensenhandel beoogt te beschermen is niet af te leiden uit de preambule van EU-Richtlijn 2011/36, maar wel uit eerdereEuropese regelgeving waarin wordt overwogen dat “mensenhandel een schending van de mensenrechten is en een aantasting van de waardigheid en integriteit van de mens” (Verdrag van de Raad van Europa inzake de bestrijdingvan mensenhandel). Beoordeel mede aan de hand van deze overweging of de conclusie van Cleiren & Ten Voorde ook gerechtvaardigd is ten aanzien van art. 273f Sr. (6 punten)

Casusvraag: Samenloop

Rutger is door het gerechtshof wegens "de meerdaadse samenloop van medeplegen van een poging tot doodslag en openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen” veroordeeld tot twintig maanden gevangenisstraf. Hij en twee vrienden hebben het slachtoffer, een destijds 80-jarige man, onder meer meermalen met kracht tegen het hoofd geslagen en geschopt, terwijl het slachtoffer weerloos op de grond lag. Een naarhet oordeel van het Hof zeer lafhartige daad, mede in het licht van het gegeven dat hetslachtoffer er slechts op uit was enkele jongens aan te spreken op het herhaaldelijk belletje trekken bij zijn woning. Het slachtoffer heeft ten gevolge van het forse geweld dat tegen hem is uitgeoefend zwaar lichamelijk letsel opgelopen, dat gemakkelijk tot de dood had kunnen leiden. De raadsvrouw van Rutger ziet mogelijkheden voor een succesvol cassatieberoep bij de Hoge Raad. Na overleg met Rutger dient zij één cassatiemiddel in, inhoudende dat het hof ten onrechte de regels van eendaadse samenloop niet heeft toegepast.

Vraag 3a

Heeft het middel van de raadsvrouw van Rutger kans van slagen? Licht uw antwoord toe aan de hand van het toepasselijke voorgeschreven arrest. (10 punten)

Vraag 3b

Noem twee redenen waarom het thema ‘samenloop’ voor de feitenrechter van belang kan zijn. (N.B. Indien u meer dan twee redenen noemt, worden slechts deeerste twee redenen nagekeken.) (10 punten)

Casusvraag: Boom te Exloo

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Eindtentamen 2018

Materieel Strafrecht - UL - Eindtentamen 2018

Vragen

Casus: Geldnood

De broers Bas en Chris zitten in geldnood. Zij besluiten om samen rijke mensen te overvallen om zo snel en zonder al te veel moeite ged te verdienen. Het idee is om in een nabijgelegen bos, dat midden in een zeer rijke gemeente ligt en voor hen bekend terrein is, hun potentiële slachtoffer uit te kiezen.

Op 1 augustus 2017 rijden Bas en Chris samen in Bas zijn auto naar dit bos. Chris heeft gezorgd voor hardloopkleding voor hen allebei, zodat zij zich onopvallend kunnen begeven in het bos. Bas heeft in zijn auto een doorgeladen vuurwapen liggen. Bas heeft jarenlang in het leger gezeten en is een geoefend schutter. De broers hebben afgesproken om bij de overval te dreigen met geweld door middel van het meegebrachte pistool en indien nodig zal Bas daadwerkelijk geweld gebruiken om zo eventueel verzet te breken. Over het gebruik van dodelijk geweld is niet gesproken. Na een uur rustig te hebben rondgelopen in het bos spotten Bas en Chris hun potentiële slachtoffer die, naar later blijkt, Dennis heet. Dennis stapt uit een dure auto, die hij heeft geparkeerd op het parkeerterrein. Hij loopt in dure kleding en heeft een duur horloge om zijn pols. Hij wil zijn twee honden gaan uitlaten in het bos. Hij is het perfecte slachtoffer voor Bas en Chris. Na dDennis een half uur lang in de gaten te hebben gehouden, ziet Chris met zijn verrekijker Dennis teruglopen naar zijn auto op het parkeerterrein. Bas bevindt zich op dat moment in de greppel naast het parkeerterrein.

Chris waarschuwt Bas door een knikje te geven dat hij eraan komt. Bas pakt zijn wapen dat hij daarvoor in de greppel reeds schietklaar heeft gemaakt. Chris ziet dat Bas in de richting van Dennis loopt en zijn wapen op hem richt. Tot Chris zijn verbazing schiet Bas uit het niets drie keer op Dennis. De eerste kogel raakt Dennis in zijn been, de overige twee kogels in zijn middenrif. Dennis bevindt zich op dat moment op vijf meter afstand van Bas. Bas en Chris lopen direct na het schieten dnaar Dennis toe en vragen hem om zijn pincode die Dennis - zijnde in hevige shock -  direct afgeeft. Net nadat Dennis de volledige code heeft kunnen vertellen, overlijdt hj ten gevolge van het opgelopen letsel. Bas en Chris verplaatsen Dennis naar de greppel en bedekken hem hierna met takken.De honden van Dennis zijn weggerend en niet meer gesignaleerd. Vervolgens pakken Bas en Chris de portemonnee en het horloge van Dennis en rijden met hun eigen auto weg, richting de stad.

In de stad gaan zij naar een pinautomaat en zien zij dat er €25.000 op de rekening van Dennis staat. zij pinnen €500 om direct wat leuks mee te doen en spreken af de rest van het geld later te pinnen en eerlijk te verdelen. Om hun succes te vieren, besluiten zij op een terras bier

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Deeltentamen 2018

Materieel Strafrecht - UL - Deeltentamen 2018

Vragen

Dodenrit

Vanwege relatieproblemen en een hoge werkdruk gaat de 30-jarige Willen al enige tijd onder de nodige stress gebukt. Als hij op een woensdagavond na zonsondergang in zijn auto (een witte Porsche) stapt om van zijn werk naar huis te rijden, besluit hij om eerst nog even te gaan tanken. Onlangs is hij door een van zijn collega’s erop gewezen dat een van zijn achterlichten niet naar behoren functioneert, maar hij is in alle drukte er nog niet aan toegekomen om het lampje te vervangen. Bij het tankstation aangekomen voorziet hij zijn auto weer van de nodige brandstof, en schaft bovendien een nieuw lampje aan. Hij neemt zich voor om bij thuiskomst meteen het lampje te vervangen. Vanaf het tankstation moet hij door middel van een korte invoegstrook weer terug de weg op met zijn auto. Op het moment dat hij op de oprit van het tankstation rijdt en de parallelle provinciale voorrangsweg nadert op welke een maximum snelheid van 80km/uur geldt, remt hij af tot bijna stilstand en kijkt hij over zijn linkerschouder om te zien of er verkeer nadert. Willem heeft vrij zicht over de gehele weg. Hij moet voorrang verlenen aan naderend verkeer op de provinciale weg. Omdat hij geen verkeer waarneemt, rijdt hij zonder zijn knipperlicht te gebruiken de voorrangsweg op. Hij ziet niet dat er een goed zichtbare motorrijder met 100 km/uur aan komt rijden. Nadat Willem ongeveer twintig meter heeft gereden op de provinciale weg, en een snelheid van 40 km/uur heeft, hoort hij plots een hard remgeluid en ziet hij in zijn achteruitkijkspiegel dat de motorrijder een slingerbeweging maakt en tegen de linker achterzijde van zijn auto aanrijdt. Als gevolg van die botsing glijdt de motorrijder de weghelft voor het tegenovergesteld verkeer op. Op dat moment had de motorrijder slechts lichte verwondingen. Vervolgens komt de motorrijder echter keihard in botsing met een tegemoetkomende Volkswagen, die zich aan de maximumsnelheid houdt. De motorrijder raakt door die botsing met de Volkswagen zwaargewond. Willem rijdt na het zien van de aanrijding meteen met hoge snelheid weg. De bestuurder van de Volkswagen belt direct een ambulance. In de tussentijd ontstaat op beide weghelften een file. Op de ene weghelft vanwege het ongeval, en op de andere weghelft ontstaat een zogeheten ‘kijkersfile’ (een file die is ontstaan doordat weggebruikers stoppen om te kijken bij het ongeluk). Terwijl de motorrijder zwaar bloedend op de weg ligt komt de ambulance terecht in de kijkersfile. Een aantal kostbare minuten later dan gepland komt de ambulance aan bij de motorrijder. De motorrijder blijkt intussen te zijn overleden aan zijn verwondingen.

Intussen wordt de politie gealarmeerd waarbij een signalement en het kenteken van de auto van Willem wordt doorgegeven. Enkele minuten later rijdt Willem op de snelweg. In zijn achteruitkijkspiegel ziet hij al vrij snel een tweetal politiewagens rijden. De politie geeft een stopteken. Willem besluit daaraan geen gehoor te geven. Integendeel: hij trapt het

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Herkansing 2017

Materieel Strafrecht - UL - Herkansing 2017

Vragen

Casus De Kroeg

In buurtkroeg Het Bierpul is het vaak gezellig en druk. Daan en Kacper behoren tot de vaste stamgasten. Sinds kort is ook Marlon geregeld in de kroeg te vinden. Hij voert daar vaak het hoogste woord en strooit met geld door de vele rondjes die hij geeft. Daan en Kacper storen zich mateloos aan het gedrag van Marlon. Het is een andere stamgast, Marijke, opgevallen dat Daan en Kacper telkens zeer geïrriteerd kijken wanneer Marlon weer eens het hoogste woord voert. Op een avond vertelt zij tegen hen dat er bij Marlon wel wat te halen valt, ook in de schuur, die altijd vrij toegankelijk zou zijn. Ze zegt erbij dat Daan en Kacper maar moeten bezien wat ze met die informatie doen. Kacper stelt voor om Marlon te overvallen. Daan vindt dat wat ver gaan, al is hij aangetrokken door het vooruitzicht zijn schulden te kunnen aflossen. Als Daan zijn twijfels uit, kijkt Kacper hem minachtend aan en antwoordt hij dat hij altijd al wel gedacht heeft dat Daan laf is en hij zelf ook wel ‘een lesje’ zou kunnen gebruiken.

Een week later besluiten Daan en Kacper een kijkje te nemen bij het huis van Marlon. Ze constateren dat de schuurdeur niet op slot zit en gaan naar binnen. Ze vinden niets van waarde. Kennelijk ligt het geld in de woning. Wel zien ze enkele rollen tape op de plank liggen. Kacper kijkt Daan veelbetekenend aan.

Als Daan dan opnieuw zijn twijfels uit en begint te protesteren noemt Kacper hem een aansteller en voegt er aan toe: ‘Zal ik jou ook eens laten voelen wat ik allemaal met die tape kan?’ Dan horen ze Marlon thuiskomen. Deze ziet dat zijn schuurdeur open staat en hij loopt naar binnen. Zodra Marlon de schuur in komt, pakt Kacper hem stevig vast en houdt hem in bedwang. Ondertussen wijst deze Daan op de tape en zegt dat hij die tape ‘misschien niet zal gebruiken wanneer Marlon zonder tegenstribbelen zijn portemonnee en huissleutels geeft.’ Marlon weigert en begint te schreeuwen, waarna Kacper hem tegen de grond werkt en tape over zijn mond plakt. Vervolgens gaat Kacper op hem zitten teneinde hem in bedwang te houden. Marlon weet zich los te worstelen en over en weer vallen klappen.

Daartoe aangespoord door Kacper houdt Daan Marlon vervolgens vast. Kacper pakt de portemonnee en huissleutels van Marlon en maakt aanstalten naar de woning te gaan. Voordat hij vertrekt zegt hij tegen Daan dat hij ‘dit karweitje straks zal afmaken’, waarbij hij naar Marlon wijst. Hij voegt er nog aan toe: ‘Waag het eens hem los te laten.’ Als Kacper na een paar minuten terug komt in de schuur ziet hij dat Marlon zich bijna uit de greep van Daan heeft los geworsteld. Wanneer Kacper in de buurt komt krijgt hij van Marlon een harde

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Eindtentamen 2017

Materieel Strafrecht - UL - Eindtentamen 2017

Vragen

Casus: Pech

Aris is een fervent dronevlieger. 1 Hij heeft thuis meerdere drones staan, en maakt vanuit zijn huis in Gorinchem (Zuid-Holland) regelmatig een vlucht met deze onbemande luchtvaartuigen. Hij is actief lid van de Nederlandse Vereniging van Dronevliegers. Een aantal van zijn drones is voorzien van een HD-camera, waarmee hij wekelijks prachtige beelden schiet van het Zuid-Hollandse landschap. Zijn Youtube-kanaal, waarop hij deze beelden plaatst, trekt wekelijks duizenden kijkers. Op het vliegen met drones is de Regeling modelvliegen van toepassing. In deze Regeling is onder meer het volgende bepaald:

  • Vluchten mogen alleen bij daglicht worden uitgevoerd.

  • Vluchten zijn alleen toegestaan tot een hoogte van maximaal 120 meter boven de grond.

  • Vluchten zijn niet toegestaan boven bebouwing, wegen en mensen.

  • Vliegen is verboden in no fly zones zoals rondom vliegvelden. In een straal van 3 km rondom vliegvelden is vliegen in elk geval verboden.

  • Modelluchtvaartuigen (zoals drones) dienen in elk geval voorrang te verlenen aan vliegtuigen, helikopters, zweeftoestellen, vrije ballonnen en luchtschepen.

Aris, als actief lid van de Nederlandse Vereniging van Dronevliegers, kent deze Regeling goed.

Op vijf kilometer van zijn woonplaats Gorinchem bevindt zich het Lingebos, een klein natuurgebied van ongeveer één vierkante kilometer, waar twee riviertjes doorheen kronkelen. Dit Lingebos levert prachtige beelden op zodra het van bovenaf wordt gefilmd met een drone. Het Lingebos bevindt zich op hemelsbreed 200 meter afstand van Gorcumse Airport. Gorcumse Airport had tot voor kort de status van militair vliegveld, waarvan alleen militaire toestellen gebruik mochten maken. Het had weliswaar die status, maar sinds 2007 werd er door geen enkel militair toestel gebruik gemaakt van het vliegveld. Een maand geleden vond er een belangrijke verandering plaats op Gorcumse Airport: het is omgedoopt tot burgerluchthaven, waardoor sindsdien ook burgers en commerciële luchtvaartbedrijven intensief gebruik maken van het vliegveld.

Aris weet dat het Lingebos zich in de buurt van Gorcumse Airport bevindt, en weet ook dat het eigenlijk sinds 2007 buiten gebruik is, hoewel het de officiële status van ‘vliegveld’ in die tijd niet heeft verloren. Hij weet echter niet dat Gorcumse Airport een maand geleden is opengesteld voor burgerluchtvaart.

Op vrijdag 21 april 2017 rond het middaguur maakt Aris een vlucht met een drone (voorzien van een camera) boven het Lingebos. Tegen de weersvoorspelling in breekt zelfs de zon even door de wolken; het levert een prachtig gezicht op van het Lingebos. Om het gebied in één shot met de drone te kunnen filmen brengt hij de drone naar een hoogte van 150 meter.

Felix vliegt vlakbij het Lingebos in zijn Cessna-vliegtuig. Felix is de enige persoon in dit kleine eenmotorige vliegtuigje. Hij is erg blij dat hij sinds kort zijn Cessna in de hangar kan zetten op Gorcumse Airport, vlakbij zijn woonplaats. Zodra hij de landing inzet breekt tot zijn verbazing de

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Deeltentamen 2017

Materieel Strafrecht - UL - Deeltentamen 2017

Vragen

IJscowagen als geldnetwagen

De zelfstandig automonteur Hugo, woonachtig in Leiden, heeft het financieel moeilijk omdat hij nauwelijks klussen binnenhaalt. Dit betekent wel dat hij meer tijd overhoudt om zijn dagboek bij te houden. Al enkele maanden schrijft hij hierin elke dag uitvoerig op wat hij allemaal doet en wat er in hem omgaat. Twee maanden geleden had hij eindelijk weer eens een klus. Het betrof een onderhoudsbeurt aan een geldnetwagen. Deze klus heeft hem op het ingenieuze idee gebracht om een geldnetwagen na te bouwen en daarmee bij de bank in Leiden geld ‘op te halen’. Ook dit ingenieuze idee tekent hij op in zijn dagboek. Na enkele weken de bank te hebben geobserveerd, heeft hij opgemerkt dat de geldnetwagen elke vrijdagavond (koopavond) om precies 21:00 uur de parkeerplaats van de bank oprijdt en dicht langs de muur waar het doorgeefluik zich bevindt, enkele seconden stil staat en weer vertrekt.

Na enig zoekwerk op marktplaats stuit Hugo op een ijscowagen met o.a. de volgende omschrijving; op versleten banden en versleten remblokken na een uitstekende ijscowagen. Vanwege de ingebouwde keukenapparatuur is het toegestane maximale gewicht van 3500 kilogram bereikt. Hugo koopt de ijscowagen en besluit hem tot geldnetwagen om te bouwen. Bij Sander - een oud ijzerboer, tevens een oude bekende van Hugo – bestelt Hugo een lading metalen platen (gewicht 500 kilogram). Hugo last al deze metalen platen op de ijscowagen. Nadat Hugo hiermee klaar is, geeft hij de ijscowagen een spuitbeurt. Het resultaat is dat de ijscowagen er van buiten als een geldnetwagen uitziet.

Op vrijdag 30 december 2016 besluit Hugo tot actie over te gaan. Er kan volgens Hugo niets fout gaan, omdat de weergoden hem gunstig zijn gezind; het regent namelijk al de hele dag heel hard waardoor weinig volk op de been is. Hij trekt een uniform aan dat niet te onderscheiden is van een echt uniform van het geldnetbedrijf. Verder bevestigt hij een pasje op zijn overhemd. Dit door Hugo gemaakte pasje is met het blote oog niet te onderscheiden van een echt medewerkerspasje van het geldnetbedrijf. Om enigszins onherkenbaar te zijn zet hij een nepsnor op en rijdt hij de omgebouwde ijscowagen, die van valse kentekenplaten is voorzien, richting de bank. Om 20:55 uur rijdt Hugo de parkeerplaats op en wordt (zoals gewoonlijk) direct opgemerkt door de bankmedewerker die alvast naar de kluis loopt waar het doorgeefluik zich bevindt. Hugo manoeuvreert de ijscowagen zodanig dat de schuifdeur aan de linkerzijde van de ijscowagen zich pal voor het doorgeefluik bevindt. Wanneer hij de schuifdeur opent, merkt de bankmedewerker dat de nepsnor van Hugo los zit en onmiddellijk trekt de bankmedewerker de geldkoffer terug en sluit het doorgeefluik. Hugo weet dat er iets mis is en rijdt weg.

Om zo min mogelijk op te vallen houdt hij zich zoveel mogelijk aan de verkeersvoorschriften. Wanneer hij enkele minuten later

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Herkansing 2016

Materieel Strafrecht - UL - Herkansing 2016

 

Vragen

Casus: DNA-spray Drama

Aditya Wibowo en Kevin Kanslos zijn al jarenlang bevriend. Met elkaar gingen ze naar de basisschool, samen gingen ze naar voetbal, ze zaten in dezelfde klassen op de middelbare school, en samen gingen ze ook het verkeerde pad op. Het begon met kleine vergrijpen, waarvoor zij via bureau HALT allerlei kleine taakstraffen moesten uitvoeren. Nu zijn ze 25, en ze beraden zich, vanwege uitzichtloze geldnood, op een overval van een pompstation langs de A7 ter hoogte van De Marne (Fryslan). Bij dit pompstation is een winkel gevestigd, waar je (naast het afrekenen van de getankte brandstof) nog wat andere zaken kunt aanschaffen. Op de avond van 17 november 2015 kienen ze met z’n tweeën bij Kevin thuis het plan volledig uit: ze bespreken de route naar het tankstation, kopen twee identieke sjaals, twee identieke donkere zonnebrillen, een grote sporttas en twee niet van echt te onderscheiden nepwapens die ze kunnen gebruiken om het personeel mee te bedreigen. Bij het bespreken van het plan stuiten ze op één probleem: beiden hebben geen rijbewijs en ook geen auto, en dat is waar Lieuwe Hofstee in beeld komt. Lieuwe is de voormalig buurjongen van Aditya, en beschikt over zowel een auto als een rijbewijs. Ze nodigen hem uit bij Kevin, en vragen hem “of hij gemakkelijk en snel geld wil verdienen als chauffeur”. Lieuwe heeft daar wel oren naar, en Aditya en Kevin doen hun plan uit de doeken. Lieuwe sputtert tegen vanwege het mogelijk gebruik van geweld, maar stemt in met de overval, vanwege het prettige vooruitzicht van een flinke buit. Ze spreken af dat Lieuwe niet hoeft te dreigen met geweld, en dat Aditya en Kevin met de twee nepwapens naar binnen zullen gaan. Lieuwe zal bij de auto wachten, en uit angst om herkend te worden via de mogelijke beveiligingscamera’s schaft hij een donkere zonnebril en een sjaal aan, precies dezelfde als Aditya en Kevin. Ze spreken af dat Aditya en Kevin beiden 40% van de buit krijgen, en Lieuwe de resterende 20%.

Volgens afspraak ontmoeten ze elkaar de dag erop om 17:00 uur bij Kevin thuis, spreken het plan nog een keer door, en vertrekken per auto naar het pompstation terwijl de avond valt. Lieuwe zit achter het stuur, en parkeert de auto rond 18:00 bij één van de pompen. Alle drie hebben ze hun donkere zonnebril al op; en alle drie binden de sjaals om hun gezicht. De sjaals bedekken hun mond en het onderste gedeelte van hun neus. Op deze wijze wandelen Aditya en Kevin in rustig tempo de winkel van de benzinepomp binnen. De twee nepwapens hebben ze in de binnenzak van hun jas. Aditya heeft de lege sporttas in zijn hand. Lieuwe blijft bij de auto staan, ter hoogte van één van de benzinepompen.  Zodra Aditya en Kevin zonder problemen en zonder aandacht

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Eindtentamen 2016

Materieel Strafrecht - UL - Eindtentamen 2016

Vragen

Casus Overwerkte Spoed brengt zelden Goed

Op de afdeling spoedeisende hulp van het Medisch Centrum Jerusche (MCJ) heerst sinds het vertrek van de teamleider een gespannen sfeer. Chirurg Yankel Janssen is de afgelopen vier maanden aangesteld als waarnemend teamleider. Yankel is weliswaar een uitstekende arts, maar is niet erg geliefd onder de staf van de afdeling vanwege zijn te autoritaire stijl van leidinggeven. Yankel heeft ook nog een baan buiten het MCJ bij een privékliniek waardoor hij niet veel tijd heeft voor klachten van zijn collega’s, nog los van het feit dat hij slecht reageert op kritiek. Eigenlijk is Yankel het meest overwerkt van iedereen op de afdeling.

Op 10 januari 2015, om 17:30 uur meldt de 43 jarige Shimon Cohen zich op de afdeling spoedeisende hulp, met klachten over ernstige buikpijn. Shimon is een goede bekende bij de afdeling omdat hij zich relatief vaak meldt met allerlei kwalen, die veelal niet ernstig zijn. Bij de ontvangstbalie wordt aantekening gemaakt van buikklachten en wordt hij gevraagd plaats te nemen in de wachtruimte. Tien minuten later wordt hij door de verpleegkundige Ruchel Feingold opgevangen. Ruchel heeft buitengewoon veel ervaring en staat op de afdeling bekend als ‘arts-plaatsvervanger’, wegens haar feilloze beoordelingen van klachten. Na een gesprek met Shimon besluit Ruchel dat zij uit de mogelijke aantekeningen die zij kan geven – ‘geen spoed’, ‘spoed’, ‘meer spoed’ – voor ‘meer spoed’ zal kiezen.

Ruchel denkt namelijk dat er sprake zou kunnen zijn van een darmperforatie, in welk geval zij dringend handelen noodzakelijk acht. In overeenstemming met het afdelingsprotocol betekent de waardering ‘meer spoed’ dat Shimon niet door een arts-assistent zal worden onderzocht, maar direct door Yankel.

Als de melding Yankel bereikt staat hij, na een lange dag met veel patiënten, net op het punt om te vertrekken naar de privékliniek, waar hij is ingeroosterd voor een operatie. Yankel raakt zeer geïrriteerd door de melding en roept Ruchel bij hem. Eerst vraagt hij haar waarom zij heeft gekozen voor de aantekening ‘meer spoed’. Als zij uitlegt dat zij denkt aan een darmperforatie en dat daarom naar haar oordeel onmiddellijk een CT-scan dient te worden verricht, slaat de irritatie van Yankel om in woede. Hij beschuldigt haar ervan dat zij hem probeert te frustreren. Tijdens een heftige woordenwisseling blijft Ruchel erop staan dat de situatie wel ernstig zou kunnen zijn, maar zij kan Yankel niet overtuigen. Yankel stuurt Shimon naar huis, met de opdracht de volgende dag terug te komen als hij zich niet beter voelt.

De volgende dag verschijnt Shimon weer rond 17:30 uur en meldt dat zijn buikpijn veel erger is geworden. Yankel heeft weer dienst en laat een CT-scan uitvoeren. Uit de scan blijken indicaties voor een darmperforatie. Yankel is evenwel nog steeds zeer geïrriteerd en overtuigt zichzelf ervan dat Shimon niets mankeert. Ruchel, die ook nog steeds overstuur is, vraagt om de

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Deeltentamen 2016

Materieel Strafrecht - UL - Deeltentamen 2016

Vragen

Casus: Sores in het feestelijk Zuiden

Op 13 februari 2015 is het feest in Tilburg. Het is carnaval en in de stad is het overal gezellig druk. Naarmate de avond vordert en de consumptie van alcohol bij veel feestvierders het niveau aanneemt dat voor de gezondheid en de gezelligheid niet zonder meer bevorderlijk is, ontstaan her en der opstootjes tussen dronken feestvierders. Zo ook in café Moshe's Mazzel. Om een uur of elf ’s avonds bevinden Feivel en enkele vrienden zich in dat café. Feivel besluit dat het tijd wordt voor een volgend biertje en begeeft zich naar de bar. Hoewel Feivel redelijk beschonken is, weet hij de bar zonder al te veel moeite te bereiken. Aan de bar staat Zelig. Deze heeft net met veel moeite een glas rode wijn besteld en gekregen en is door het lange wachten in een niet al te best humeur. Als Feivel vlakbij de bar is, stoot hij als gevolg van de drukte en omdat hij toch niet helemaal vast ter been is, tegen Zelig aan. Die laat daardoor zijn wijnglas vallen. Zelig ontdekt meteen wie de schuldige is. Hij is erg kwaad en pakt van de bar een halfvol glas met water en wil het water in de richting van het gezicht van Feivel gooien. Het glas is nat en glipt uit Zeligs handen. Het glas raakt de wenkbrauw van Feivel boven zijn rechteroog. Het breekt op het moment dat het tegen de wenkbrauw van Feivel aankomt. Meteen vloeit er bloed uit de snee die door het glas ontstaat. Feivel valt op de grond. Het bloed dat uit de snee vloeit komt in het oog van Feivel terecht. Die denkt even dat zijn oog is geraakt en hij daardoor blind of in ieder geval slecht ziend is geworden. Hij is in paniek en blijft op de grond liggen. Zelig is na de eerste klap hevig geschrokken en gooit direct het glas weg. Hij ontfermt zich over Feivel en belt 112. De politie arriveert korte tijd later. Zelig wordt door de politie aangehouden en overgebracht naar het politiebureau. Daar legt hij een verklaring af.

Verklaring van Zelig:

Ik was die avond met mijn vrouw maar we kregen ruzie. De zoveelste. En dat tijdens carnaval, de leukste dagen van het jaar. Ik had er dus goed de pest in. Vervolgens duurde het voor mijn gevoel een eeuwigheid voordat ik een wijntje kon bestellen. Ik had het nog niet in mijn handen om de eerste slok te nemen of er loopt iemand tegen mij aan. Het glas was vochtig, het was voor het inschenken van de wijn kennelijk gewassen, en viel daardoor uit mijn handen. Ik zat onder de rode wijn. De man keek mij met een dronken grijns aan. Ik weet niet of hij iets tegen mij heeft gezegd. Ik kan het me niet herinneren. Wat

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Herkansing 2015

Materieel Strafrecht - UL - Herkansing 2015

Vragen

Casus: Panne met Paardenkrachten

Op 2 april 2015 heeft op de Sumatralaan in Schin op Geul (provincie Limburg) rond 23.00 uur een aanrijding plaatsgevonden tussen een Audi A5, met Peter van Alpen als bestuurder, en een rode Jaguar, bestuurd door Daan Spanenburg. Als gevolg van die aanrijding heeft Peter van Alpen zwaar lichamelijk letsel aan zijn voorhoofd en borst opgelopen.

De politie heeft onderzoek ingesteld naar de toedracht van de aanrijding en het volgende geconstateerd.

Uit het proces-verbaal Verkeersongevallenanalyse d.d. 28 april 2015 blijkt het volgende:

De politie heeft op de plaats van het ongeluk sporen op het asfalt en aan de auto’s van het slachtoffer (Van Alpen) en de verdachte (Spanenburg) aangetroffen. De aangetroffen sporen zijn door het onderzoeksteam onderzocht. In de berm, gelegen naast de rijbaan, en op de rijbaan werden glassplinters aangetroffen. Direct achter de glassplinters werden op het asfalt krassporen en een rubberspoor aangetroffen. De auto van het slachtoffer is op de door die auto veroorzaakte afgetekende kras- en bandensporen geplaatst, om op die manier de plaats op de weg van het voertuig tijdens het moment waarop de aanrijding plaatsvond te bepalen. Daaruit werd geconstateerd dat het voertuig van Van Alpen zich tijdens de aanrijding voor driekwart in de berm en een kwart op de rijbaan heeft bevonden. Tevens werd op het wegdek een remspoor aangetroffen, gericht op de plaats van de aanrijding. Gezien de botspositie en de plaats op de weg van de auto van Spanenburg, hierna genoemd de verdachte, kan het niet anders zijn dan dat het rubberspoor afkomstig was van het linkervoorwiel van het voertuig van de verdachte. Op het moment van de botsing reed de de verdachte dus op de voor hem verkeerde weghelft. Ten tijde van het ongeval was het donker. De straatlantaarns stonden aan. Het asfalt was nat door overvloedige regenval. Hierna is aan de hand van de aangetroffen sporen de snelheid berekend, waarmee de verdachte bij benadering moet hebben gereden. De snelheid betrof bij het aanvangen van het remmen minimaal 64 kilometer per uur en maximaal 77 kilometer per uur. De maximumsnelheid op de Sumatralaan op de plaats van het ongeval bedraagt 60 kilometer per uur.

In het proces-verbaal van bevindingen van de politie d.d. 2 april 2015 staat onder meer het volgende:

Na de aanrijding bestond het vermoeden dat de de verdachte alcohol had genuttigd. Bij de de verdachte is een ademtest afgenomen. Daarna is een bloedproef uitgevoerd. Hieruit is gebleken dat het promillage van het bloed van de verdachte ten tijde van het onderzoek boven de wettelijke grens van 0,5 milligram alcohol per milliliter bloed gelegen was. Het alcoholgehalte bedroeg namelijk 0,68 milligram alcohol per milliliter bloed.

Verklaring van de verdachte Daan Spanenburg bij de politie d.d. 3 april 2015, voor zover relevant:

Ik reed op 2 april 2015 op de Sumatralaan in Schin op Geul. Ik had na

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Eindtentamen 2015

Materieel Strafrecht - UL - Eindtentamen 2015

Vragen

Casus: Creatieve Kunstvernietiging

Op 12 mei 2015 om 1.00 uur besluit Edvard Hals dat het tijd is zijn kroeg - kroeg De Waterlelies aan de Monetlaan 14 te Dordrecht - te sluiten. De enige die op dat moment nog aan de bar zit, is Vincent van Rijn, één van de stamgasten van De Waterlelies die geregeld blijft om Edvard te helpen met het afsluiten van de kroeg. Terwijl Edvard achter de bar glazen een het spoelen is, stormen twee mannen met bivakmutsen de kroeg binnen. Ze roepen: "Geld, geld, geef me nu al je geld". Eén van de mannen heeft een pistool in zijn hand, de andere een mes. De man met het pistool loopt op Vincent af en zet het pistool tegen diens hoofd. Vincent verweert zich en raakt in een gevecht met de gewapende overvaller. Er vallen een paar stevige vuiststoten. De overvaller met het mes loopt dreigend naar Edvard toe.

Over wat er daarna is gebeurd, verklaart Edvard in zijn aangifte het volgende:

"Ik heb toen van onder de bar een busje traangas gepakt, dat ik daar al een tijd bewaar voor lastige situaties. Tot deze geëscaleerde nacht heb ik het gelukkig nog nooit hoeven gebruiken. Daar heb ik toen mee gespoten. Ik heb eerst in richting de man met het mes gespoten en toen naar de man met het neppistool - dat was trouwens overduidelijk van plastic. Toen renden ze wel jankend de kroeg uit. Helaas hebben ze wel het geld van Vincent en de hele omzet van die avond uit de kassa te pakken gekregen."

Het dossier inzake de overval op Kroeg de Waterlelies bevat ook een getuigenverklaring van getuige Munch. Hij verklaart als volgt:

"In de nacht van 11 op 12 mei 2015 omstreeks een uur of half 1 stond ik voor mijn deur, ik had net de hond uitgelaten, schuin tegenover de ingang van Kroeg de Waterlelies. Uit de richting van de Rembrandtstraat zag ik twee mensen aan komen lopen. Ze stopten valk bij me in de buurt onder een lantaarnpaal. Ze droegen beiden een bivakmuts. Ik zag vanaf de Hoogvliet een derde man op een racefiets aan komen rijden. Hij stond kort stil bij de twee andere mannen onder de lantaarnpaal om wat tegen hen te zeggen. Daarna reed hij er weer vandoor. Ik hoorde de twee mannen onder de lantaarnpaal overleggen. Een van de twee, die een op een pistool gelijkend voorwerp in zijn hand leek te hebben zei dat hij het wilde doen. Hij nam duidelijk het roer in handen. Ik ben toen mijn huis ingelopen om mijn telefoon te pakken en 112 te bellen. Toen ik ongeveer een halve minuut later terugkwam, zag ik de man op de fiets voor de kroeg rondjes rijden."

Door het optreden van kroegbaas Hals worden de overvallers weer de straat op gewerkt. De door de

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Deeltentamen 2015

Materieel Strafrecht - UL - Deeltentamen 2015

Vragen

Casus: pianoles

De 57-jarige Bernhard Rubinstein geeft al 5 jaar elke twee weken pianoles aan de 28-jarige volstrekt amuzikale Johan Pach in Den Haag. Bernhard probeert Johan stap voor stap de kunst van het pianospelen bij te brengen.

Na 5 jaar kan Johan echter nog geen ritme houden, en ook van de overige vaardigheden die een beginnend pianist zou moeten bezitten, is geen schijn van aanwezigheid. De tweewekelijkse pianolessen die ongeveer anderhalf uur in beslag nemen is Bernhard dan ook na een tijdje goed zat. Het stoort Bernhard ontzettend dat hij ondanks zijn uitstekende lessen geen enkele voortgang in het pianospelen bij Johan, onder anderen omdat Johan zelf heel tevreden lijkt te zijn met de kwaliteit van muzikale vaardigheden en de les elke twee weken als een groot pianist die net een staande ovatie van zijn publiek heeft gekregen de les uitloopt.

Op Prinsjesdag besluit de ‘virtuoos’ Johan met zijn pianospel geld te verdienen om zijn studieschuld af te betalen. Hij zet hij zijn keyboard op straat, en legt de kist waar zijn keyboard in zat op straat waar mensen hun geld in kunnen gooien als ze betoverd zijn door de meesterlijke kwaliteit van Johans pianospel.

Op de ochtend van Prinsjesdag loopt Bernhard een rondje door de binnenstad van Den Haag om de gouden koets voorbij te zien komen. Zodra hij zijn leerling Johan ziet slaat het schaamrood hem op de kaken. Tot overmaat van ramp begint Johan ook nog eens luidkeels atonaal te zingen bij zijn verschrikkelijke pianoconcert. Alle opgekropte woede van de afgelopen 5 jaar komt ineens naar boven bij Bernhard. Hij pakt de keyboardkoffer, gooit het weinige geld dat er in zat eruit, klapt hem dicht en deelt er één harde klap mee uit op het hoofd van Johan. Johan stort meteen neer, en overlijdt korte tijd daarna ten gevolge van het zware hersenletsel dat hij heeft opgelopen bij de klap met de koffer. Net als de meeste keyboardkoffers weegt deze (zonder keyboard) 3,5 kg en heeft een hard houten beschermlaag aan de buitenkant.

Als Bernhard diezelfde dag op het politiebureau in de verhoorkamer zit, in het bijzijn van zijn raadsman, hoort hij dat Johan is overleden. Hij schrikt zich duidelijk een ongeluk, en verklaart onder meer het volgende:

"Ik kon er niet meer naar luisteren. Al mijn woede kwam toen samen, en in die woede wilde ik hem een stevige klap geven. Ik wilde eigenlijk met name voorkomen dat hij nog verder zou spelen en meer mooie muziek zou verpesten, verder maakte het me allemaal niks uit. Ik wil u wel graag op het hart drukken dat mijn intentie nooit was om hem te laten overlijden, ik vind het verschrikkelijk dat hij het leven gelaten heeft. Ik ben mij ervan bewust dat je met een gemiddelde keyboardkoffer een stevige klap kunt uitdelen, maar ik heb er op dat

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Extra oefententamen 1

Materieel Strafrecht - UL - Extra oefententamen 1

Vragen

Casus: De ballonvaart

Op zaterdag 2 september 2014 is Maaike Vaart jarig. Van haar man (Mitchell) heeft ze een ballonvaart cadeau gekregen. De ballonvaart moest plaatsvinden in de buurt van de Zuid-Hollandse plaats Boskoop. Niet alleen Maaike behoorde tot de passagiers, ook Mitchell en hun beide kinderen (Charley en Jack) waren van de partij. De ballonvaart is geregeld bij het bedrijf Zuid-Hollandse Ballonvaart BV, dat wordt gerund door Menno Moors en Theo De Hemel.

Menno Moors is eigenaar van een ballon en in het bezit van alle benodigde vergunningen om ballon te mogen varen. Onderdeel van de cursus voorafgaand aan het mogen varen met een ballon is kennismaking met de geldende regelgeving, waaronder de Regeling vluchtuitvoering ballonnen. Deze regeling vereist onder meer dat een ballonvaarder een minimaal aantal vluchten moet hebben gevaren, alvorens passagiers aan boord te mogen nemen. Bij gebreke daarvan kan de vergunning worden ingetrokken, maar dat gebeurt in de regel zelden. Door het matige zomerweer had Menno nog niet genoeg vaartervaring opgedaan.

Theo De Hemel helpt onder andere bij het startklaar maken van de ballon. Over het gebrek aan vaartervaring werd tussen Menno en Theo niet gesproken. Het was bij beide bekend. Er werd van uitgegaan dat die onervarenheid vanzelf zou verdwijnen. Veel varen was het devies. 2 september 2014 was een uitgelezen vaartdag. De gemeente Alphen aan den Rijn (waar Boskoop onder valt) had Menno vrij snel een vergunning die dag te mogen varen gegeven. De gemeente controleert een aanvraag vrijwel altijd oppervlakkig en zo ook deze keer. Met de toestemming op zak, belt Menno Mitchell Vaart en deelt hem mede dat de ballonvaart aan het begin van de avond zou plaatsvinden. Mitchell en zijn gezin spoedden zich naar de plaats van vertrek. Tijdens het gereed maken van de ballon ontdekt Theo dat het startgewicht niet klopte. Tevens merkt Theo dat Menno een passagier te veel meeneemt. Theo maakt Menno hierop attent. Menno weigert aan de grond te blijven, terwijl hij daartoe wel verplicht is op grond van het vlieghandboek. ‘Kijk eens hoe mooi weer het is. Eindelijk. Laat me lekker varen. Ik maak me niet druk over het gewicht’, aldus Menno. Het argument van Theo dat hij verplicht is het startgewicht te bepalen op grond van het vlieghandboek weet Menno evenmin te overtuigen. ‘Het zal wel loslopen’, aldus opnieuw Menno. Ook het overschrijden van het maximaal aantal mee te voeren passagiers wuift Menno weg: ‘Eentje meer of minder zal niet uitmaken.’

Theo laat na er verder op in te gaan en de ballon wordt voor vertrek gereed gemaakt. Vlak voor de afvaart mogen Maaike, Mitchell en de kinderen instappen. Daarna stijgt de ballon op. Zo´n vijftig minuten na vertrek zet Menno de landing in. Recht voor hem ligt een veld dat goed als landingszone dienst kan doen. Het weiland ligt bij het dorpje Nieuwkoop, gemeente Alphen aan

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Extra oefententamen 2

Materieel Strafrecht - UL - Extra oefententamen 2

Vragen

Casus ‘De Koelcel’

Natuurslager Mees is een klein bedrijf dat gevestigd is in Boskoop, in de gemeente Alphen aan den Rijn.

Mees is als natuurslager gespecialiseerd in het biologisch slachten en is ook aangesloten bij de verenigingen EetGezond en VERS. Moos Mees is de oudste van de zesde generatie van de familie Mees, en is de eigenaar van Mees . Verder zijn er twee werknemers voor de schappen en het magazijn, genaamd Jacob De Hond en Jenny Helstra. Daarnaast is er nog een administratief medewerkster, Fanny van Troost.

Voor het opslaan van vlees beschikt het bedrijf onder meer over een omvangrijke koelcel, waar het vlees in een zeer koude omgeving wordt opgeslagen. Jacob en Jenny lopen geregeld met dozen vol vleesvlees de koelcel in en uit. De schuifdeur van de koelcel heeft een veiligheidsknop, die ervoor moet zorgen dat de deur ook van binnenuit te openen is. De knop is echter al geruime tijd defect, en Jenny heeft al meermalen tegen Moos Mees gezegd dat hij de knop moet laten repareren. Moos schuift dat echter steeds voor zich uit.

De laatste keer dat Jenny in het bijzijn van Moos en Jacob de defecte knop ter sprake bracht, en zei dat het toch wel heel gevaarlijk was om opgesloten te raken, was Moos' reactie: “Het bedrijf kan zich een dure reparatie helemaal niet veroorloven. Het geld groeit me niet op de rug! Jullie moeten maar gewoon opletten dat er niemand in de koelcel zit als je de deur achter je dicht doet. Als jullie nu eindelijk eens wat harder zouden werken zouden we wat meer verdienen, en dan kan ik misschien wel naar dit soort luxeproblemen kijken. Bovendien, als je niet wat sneller opschiet kun je je biezen pakken. Voor jou tien anderen! En dat geldt ook voor jou, Jacob.” Jacob is het met Moos eens dat Jenny niet zo moeilijk moet doen. Als Moos buiten gehoorsafstand is, zegt hij tegen Jenny: “Wat een onzin kun jij uitkramen zeg. Als je de koelcel in gaat, moet je gewoon snel weer wegwezen en opletten dat iemand anders de deur niet dicht doet. Daarnaast moet je eens wat meer opschieten met dat vlees. Je hoort toch wat Moos zegt: gewoon eens een keertje hard doorwerken voor de verandering.”

Op vrijdagmiddag 29 augustus 2014 is Jacob bezig om dozen vol vleesvlees de koelcel in te tillen. Terwijl hij steeds teruggaat om een nieuwe doos te pakken laat hij de schuifdeur van de koelcel openstaan. Als hij even weg is komt Fanny het magazijn binnen en gaat de koelcel in, omdat ze wil tellen hoeveel dozen met vlees er staan opgeslagen. Voor de boekhouding van het bedrijf is het nodig om precies te weten hoeveel vlees er aan het eind van het boekjaar in voorraad is. Fanny komt daarom maar één keer per jaar in de koelcel,

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Extra oefententamen 3

Materieel Strafrecht - UL - Extra oefententamen 3

Vragen

Casus ‘Het Boze Schaap’

In Glanerbrug, een klein Overijssels dorpje in de buurt van Enschede, bevindt zich al jaren een goedlopend Italiaans restaurant, ‘Toscana’ geheten. Het is het enige restaurant van het dorp, totdat zich eind 2013 in de buurt van ‘Toscana’ nog een restaurant vestigt: ‘Het Boze Schaap’.

Dit restaurant is gevestigd in een vrijstaand pand, net buiten de bebouwde kom, aan een drukke provinciale weg. Het beschikt over ruim voldoende parkeergelegenheid en een schitterend interieur. Al snel blijkt de aantrekkingskracht van dit restaurant op de dorpelingen groot. Tessa, de eigenaresse van het Italiaanse restaurant, ziet met lede ogen aan hoe haar klandizie steeds verder afneemt. Tegelijkertijd komt haar ter ore dat de eigenaar van het nieuwe restaurant, Dennis, allerlei lasterpraatjes over haar en haar producten verspreidt.

De afnemende klandizie bezorgt Tessa flinke hoofdbrekens. Als de terugloop zich doorzet, zal het immers niet lang duren voordat zij haar met zoveel liefde en doorzettingsvermogen opgebouwde restaurant zal moeten opdoeken. Ook persoonlijk klikt het niet tussen de beide restauranteigenaren. Langzaamaan groeit bij Tessa dan ook de overtuiging dat deze concurrent moet worden uitgeschakeld. Goedschiks of kwaadschiks. Als blijkt dat aanpassingen in het menu, speciale (prijs-)acties en evenementen niets uithalen en haar het water tot na aan de lippen staat, besluit ze over te gaan tot drastischer maatregelen.

Zou Het Boze Schaap het overleven als het een aantal weken of maanden dicht zou moeten?, zo vraagt zij zich af. Met deze gedachte in het achterhoofd benadert Tessa Jos en Edward. Beide heren zijn lokaal bekende drugsgebruikers en om die reden zitten zij eigenlijk altijd in geldnood. Ze wil, zo zegt ze tegen Jos en Edward, dat zij ‘Het Boze Schaap’ in de as leggen. De wijze waarop maakt haar niet zo veel uit, als er maar geen sporen worden achtergelaten. Als beloning zullen zij ieder € 500,- ontvangen. Jos en Edward beloven het karweitje naar behoren uit te voeren.

Jos stelt Edward voor om een molotovcocktail te maken en die bij het restaurant naar binnen te gooien. Uit zijn krakersverleden weet hij nog wel hoe een molotovcocktail moet worden gemaakt.

Het is vrij eenvoudig, zo zegt hij desgevraagd. Je hebt een fles nodig en als lont een lap stof. De fles moet worden gevuld met een mengsel van benzine of kerosine met (motor)olie. De olie, zo zegt hij, heb je nodig omdat het mengsel daardoor beter blijft plakken en het zo de werking van de brandbom verhoogt. Het is niet moeilijk voor Jos en Mario om de ingrediënten voor een molotovcocktail bij elkaar te krijgen. Met alle benodigdheden in de kofferbak van de auto die ze van Tessa mochten lenen, besluit Mario op een middag polshoogte te nemen bij Het Boze Schaap. Verschillende keren passeert hij op de provinciale weg het restaurant om de beste vluchtroute te kiezen. Het valt hem op dat er

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Extra oefententamen 4

Materieel Strafrecht - UL - Extra oefententamen 4

Vragen

Casus ‘Hello Kitty’

Omdat Quirine, de dochter van Harry, helemaal weg is van Hello Kitty, besluiten Harry en zijn vrouw op een dag Quirine mee te nemen naar de tijdelijke Hello Kitty tentoonstelling in het SieboldHuis in Leiden. Het is voor het eerst in jaren dat Harry in een museum komt en terwijl Quirine zich samen met haar moeder vergaapt aan de Hello Kitty prullaria, loopt Harry langs de prachtige vaste collectie aan Japanse kunst. Nu is Harry geen groot kunstliefhebber, wel heeft hij een goed oog voor buitenkansjes. Al slenterend langs de vitrines met Japanse etsen valt hem al snel op dat de beveiliging van deze vitrines niet optimaal is. Veel meer dan een eenvoudig cilinderslot per vitrine en een camera in de hoek van elke zaal kan Harry zo snel niet vinden. Nieuwsgierig als hij is begint Harry zo onopvallend mogelijk de beveiliging van het pand als geheel onder de loep te nemen. Al snel constateert hij dat de achterkant van het pand aan een binnenplaatsje grenst, welk binnenplaatsje op zijn beurt grenst aan de achtertuinen van verschillende woningen naast en achter het SieboldHuis. Dit biedt naar het oordeel van Harry de nodige perspectieven. Wanneer vervolgens ook nog eens blijkt dat het raam van de herentoiletten op het binnenplaatsje uitkomt, is het enthousiasme van Harry niet meer te temperen.

Thuisgekomen belt hij zijn broer Bertus om hem zijn bevindingen te vertellen. Hoewel Harry en Bertus al een tijdje op het rechte pad zijn, begint er ook bij Bertus iets te kriebelen wanneer hij het verhaal van zijn broer hoort. De broers hebben een rijk crimineel verleden van vooral woninginbraken, maar de laatste jaren, sinds ze zogezegd ‘aan de vrouw zijn’, doen ze het wat rustiger aan. Toch besluiten Harry en Bertus dat het tijd is voor een laatste kunstje. Ze besluiten binnenkort met zijn tweeën in te breken in het SieboldHuis om vervolgens zoveel mogelijk etsen, landkaarten en andere waardevolle spullen mee te nemen. Hierbij zullen zij gebruik maken van het binnenplaatsje en het raampje van de herentoiletten. Via de poort naast cocktailbar Flamengo moet het een koud kunstje zijn om via een paar tuinen naar het binnenplaatsje van het SieboldHuis te klimmen.

Zo gezegd zo gedaan. Op de dag van de inbraak gaat Bertus, vergezeld van zijn dochter Treesje, naar het SieboldHuis. Terwijl ditmaal Treesje zich vergaapt aan de Hello Kitty prullaria brengt Bertus een bezoekje aan het herentoilet en zet daar het toiletraampje op een kiertje. Diezelfde middag belt Harry zijn oude vriend Cas – die tevens taxichauffeur is – met de vraag of hij Harry en Bertus die nacht om ongeveer één uur bij cocktailbar Flamengo wil afzetten en ze ongeveer een half uurtje later weer naar huis wil rijden. Harry vertelt dat zij die avond na sluitingstijd een afspraak hebben met de barman van Flamengo, omdat

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

Materieel Strafrecht - UL - B2 - Oefenbundel

Materieel Strafrecht - UL - Herkansing 2019

Materieel Strafrecht - UL - Herkansing 2019

Vragen

Kennisvraag: Voorbereiding, poging, vrijwillige terugtreed

Vraag 1a

In het kader van het leerstuk voorbereidingshandelingen (art 46 Sr) is onder andere vereist dat de "voorbereidingsmiddelen zijn bestemd tot het begaan van het misdrijf. Geef aan hoe hieraan door de Hoge Raad nader invulling is gegeven. (5 punten)

Vraag 1b

Waarom koos de wetgever voor het opnemen van de vrijwillige terugtred in de wet? (5 punten)

Kennisvraag: Culpa in causa bij noodweer

Vraag 2a

Leg uit wat in het kader van noodweer(exces) onder 'culpa in causa' moet worden verstaan en geef aan onder welke omstandigheden een beroep op noodweer(exces) volgens de Hoge Raad niet zal kunnen slagen vanwege die 'culpa in causa'. (10 punten)

Vraag 2b

In de casus die ten grondslag ligt aan het overzichtarrest over noodweer(exces) ging het om een verdachte die handelde in verdovende middelen en zich ongewapend naar de flatswoning van het latere slachtofferbegaf om een drugsdeal te innen. Eenmaal in de flat werd hij aangevallen, mishandeld en bedreigd met een mes. Nadat hij zelf het mes in handen wist te krijgen heeft hij het slachtoffer met zestien messteken gedood. Het Openbaar Ministerie stelde zich ter zitting op het standpunt dat verdachtes beroep op noodweer(exces) diende te worden verworpen, om de reden dat de verdachte zich - kort gezegd - als dealer in verdovende middelen in het drugscircuit heeft begeven. Beoordeel dit standpunt van het Openbaar Ministerie vanuit het perspectief zoals gehanteerd in het voorgeschreven artikel van Rozemond en Ter Haar. (15 punten)

Casusvraag: Medeplegen

Jonas is naast student geschiedenis fervent verzamelaar van historische objecten. Geregeld loopt hij met een metaaldetector door weilanden om oude voorwerpen te zoeken en gaat hij met andere hobbyisten op pad om schatten te vinden. Na een hoorcollege raken Jonas en medestudente Bibi aan de praat. Bibi wordt door de verhalen van Jonas geënthousiasmeerd en ze besluit eens mee te gaan op schattenjacht.

Op 14 mei 2019, na zonsondergang, lopen Jonas en Bibi over de begraafplaats achter de kerk in Voorhout, niet ver van het geboortehuis van botanicus, arts en wetenschapper, Herman Boerhaave. Geïntrigeerd door wat hij heeft betekend voor de wetenschap en de Leidse Universiteit rond het jaar 1700, besluiten Jonas en Bibi op zoek te gaan naar voorwerpen die kunnen worden gelinkt aan het leven van Boerhaave. Bibi ziet op één van de graven de tekst staan ‘Hier rust H. Daelder-Boerhaave’ en ze roept Jonas bij zich. Jonas is ervan overtuigd dat dit het graf moet zijn van de moeder van Herman Boerhaave. De opwinding krijgt de overhand en Jonas deelt het plan met Bibi om te gaan graven: een voorwerp dat is meegegaan in het graf zou een mooie aanwinst zijn voor zijn verzameling. Bibi zegt tegen Jonas dat hij doorslaat en vraagt zich hardop af of ze dit wel moeten doen. Na enige aarzeling – ze vindt het eng, maar ze

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Eindtentamen 2018

Materieel Strafrecht - UL - Eindtentamen 2018

Vragen

Casus: Geldnood

De broers Bas en Chris zitten in geldnood. Zij besluiten om samen rijke mensen te overvallen om zo snel en zonder al te veel moeite ged te verdienen. Het idee is om in een nabijgelegen bos, dat midden in een zeer rijke gemeente ligt en voor hen bekend terrein is, hun potentiële slachtoffer uit te kiezen.

Op 1 augustus 2017 rijden Bas en Chris samen in Bas zijn auto naar dit bos. Chris heeft gezorgd voor hardloopkleding voor hen allebei, zodat zij zich onopvallend kunnen begeven in het bos. Bas heeft in zijn auto een doorgeladen vuurwapen liggen. Bas heeft jarenlang in het leger gezeten en is een geoefend schutter. De broers hebben afgesproken om bij de overval te dreigen met geweld door middel van het meegebrachte pistool en indien nodig zal Bas daadwerkelijk geweld gebruiken om zo eventueel verzet te breken. Over het gebruik van dodelijk geweld is niet gesproken. Na een uur rustig te hebben rondgelopen in het bos spotten Bas en Chris hun potentiële slachtoffer die, naar later blijkt, Dennis heet. Dennis stapt uit een dure auto, die hij heeft geparkeerd op het parkeerterrein. Hij loopt in dure kleding en heeft een duur horloge om zijn pols. Hij wil zijn twee honden gaan uitlaten in het bos. Hij is het perfecte slachtoffer voor Bas en Chris. Na dDennis een half uur lang in de gaten te hebben gehouden, ziet Chris met zijn verrekijker Dennis teruglopen naar zijn auto op het parkeerterrein. Bas bevindt zich op dat moment in de greppel naast het parkeerterrein.

Chris waarschuwt Bas door een knikje te geven dat hij eraan komt. Bas pakt zijn wapen dat hij daarvoor in de greppel reeds schietklaar heeft gemaakt. Chris ziet dat Bas in de richting van Dennis loopt en zijn wapen op hem richt. Tot Chris zijn verbazing schiet Bas uit het niets drie keer op Dennis. De eerste kogel raakt Dennis in zijn been, de overige twee kogels in zijn middenrif. Dennis bevindt zich op dat moment op vijf meter afstand van Bas. Bas en Chris lopen direct na het schieten dnaar Dennis toe en vragen hem om zijn pincode die Dennis - zijnde in hevige shock -  direct afgeeft. Net nadat Dennis de volledige code heeft kunnen vertellen, overlijdt hj ten gevolge van het opgelopen letsel. Bas en Chris verplaatsen Dennis naar de greppel en bedekken hem hierna met takken.De honden van Dennis zijn weggerend en niet meer gesignaleerd. Vervolgens pakken Bas en Chris de portemonnee en het horloge van Dennis en rijden met hun eigen auto weg, richting de stad.

In de stad gaan zij naar een pinautomaat en zien zij dat er €25.000 op de rekening van Dennis staat. zij pinnen €500 om direct wat leuks mee te doen en spreken af de rest van het geld later te pinnen en eerlijk te verdelen. Om hun succes te vieren, besluiten zij op een terras bier

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Deeltentamen 2018

Materieel Strafrecht - UL - Deeltentamen 2018

Vragen

Dodenrit

Vanwege relatieproblemen en een hoge werkdruk gaat de 30-jarige Willen al enige tijd onder de nodige stress gebukt. Als hij op een woensdagavond na zonsondergang in zijn auto (een witte Porsche) stapt om van zijn werk naar huis te rijden, besluit hij om eerst nog even te gaan tanken. Onlangs is hij door een van zijn collega’s erop gewezen dat een van zijn achterlichten niet naar behoren functioneert, maar hij is in alle drukte er nog niet aan toegekomen om het lampje te vervangen. Bij het tankstation aangekomen voorziet hij zijn auto weer van de nodige brandstof, en schaft bovendien een nieuw lampje aan. Hij neemt zich voor om bij thuiskomst meteen het lampje te vervangen. Vanaf het tankstation moet hij door middel van een korte invoegstrook weer terug de weg op met zijn auto. Op het moment dat hij op de oprit van het tankstation rijdt en de parallelle provinciale voorrangsweg nadert op welke een maximum snelheid van 80km/uur geldt, remt hij af tot bijna stilstand en kijkt hij over zijn linkerschouder om te zien of er verkeer nadert. Willem heeft vrij zicht over de gehele weg. Hij moet voorrang verlenen aan naderend verkeer op de provinciale weg. Omdat hij geen verkeer waarneemt, rijdt hij zonder zijn knipperlicht te gebruiken de voorrangsweg op. Hij ziet niet dat er een goed zichtbare motorrijder met 100 km/uur aan komt rijden. Nadat Willem ongeveer twintig meter heeft gereden op de provinciale weg, en een snelheid van 40 km/uur heeft, hoort hij plots een hard remgeluid en ziet hij in zijn achteruitkijkspiegel dat de motorrijder een slingerbeweging maakt en tegen de linker achterzijde van zijn auto aanrijdt. Als gevolg van die botsing glijdt de motorrijder de weghelft voor het tegenovergesteld verkeer op. Op dat moment had de motorrijder slechts lichte verwondingen. Vervolgens komt de motorrijder echter keihard in botsing met een tegemoetkomende Volkswagen, die zich aan de maximumsnelheid houdt. De motorrijder raakt door die botsing met de Volkswagen zwaargewond. Willem rijdt na het zien van de aanrijding meteen met hoge snelheid weg. De bestuurder van de Volkswagen belt direct een ambulance. In de tussentijd ontstaat op beide weghelften een file. Op de ene weghelft vanwege het ongeval, en op de andere weghelft ontstaat een zogeheten ‘kijkersfile’ (een file die is ontstaan doordat weggebruikers stoppen om te kijken bij het ongeluk). Terwijl de motorrijder zwaar bloedend op de weg ligt komt de ambulance terecht in de kijkersfile. Een aantal kostbare minuten later dan gepland komt de ambulance aan bij de motorrijder. De motorrijder blijkt intussen te zijn overleden aan zijn verwondingen.

Intussen wordt de politie gealarmeerd waarbij een signalement en het kenteken van de auto van Willem wordt doorgegeven. Enkele minuten later rijdt Willem op de snelweg. In zijn achteruitkijkspiegel ziet hij al vrij snel een tweetal politiewagens rijden. De politie geeft een stopteken. Willem besluit daaraan geen gehoor te geven. Integendeel: hij trapt het

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Herkansing 2017

Materieel Strafrecht - UL - Herkansing 2017

Vragen

Casus De Kroeg

In buurtkroeg Het Bierpul is het vaak gezellig en druk. Daan en Kacper behoren tot de vaste stamgasten. Sinds kort is ook Marlon geregeld in de kroeg te vinden. Hij voert daar vaak het hoogste woord en strooit met geld door de vele rondjes die hij geeft. Daan en Kacper storen zich mateloos aan het gedrag van Marlon. Het is een andere stamgast, Marijke, opgevallen dat Daan en Kacper telkens zeer geïrriteerd kijken wanneer Marlon weer eens het hoogste woord voert. Op een avond vertelt zij tegen hen dat er bij Marlon wel wat te halen valt, ook in de schuur, die altijd vrij toegankelijk zou zijn. Ze zegt erbij dat Daan en Kacper maar moeten bezien wat ze met die informatie doen. Kacper stelt voor om Marlon te overvallen. Daan vindt dat wat ver gaan, al is hij aangetrokken door het vooruitzicht zijn schulden te kunnen aflossen. Als Daan zijn twijfels uit, kijkt Kacper hem minachtend aan en antwoordt hij dat hij altijd al wel gedacht heeft dat Daan laf is en hij zelf ook wel ‘een lesje’ zou kunnen gebruiken.

Een week later besluiten Daan en Kacper een kijkje te nemen bij het huis van Marlon. Ze constateren dat de schuurdeur niet op slot zit en gaan naar binnen. Ze vinden niets van waarde. Kennelijk ligt het geld in de woning. Wel zien ze enkele rollen tape op de plank liggen. Kacper kijkt Daan veelbetekenend aan.

Als Daan dan opnieuw zijn twijfels uit en begint te protesteren noemt Kacper hem een aansteller en voegt er aan toe: ‘Zal ik jou ook eens laten voelen wat ik allemaal met die tape kan?’ Dan horen ze Marlon thuiskomen. Deze ziet dat zijn schuurdeur open staat en hij loopt naar binnen. Zodra Marlon de schuur in komt, pakt Kacper hem stevig vast en houdt hem in bedwang. Ondertussen wijst deze Daan op de tape en zegt dat hij die tape ‘misschien niet zal gebruiken wanneer Marlon zonder tegenstribbelen zijn portemonnee en huissleutels geeft.’ Marlon weigert en begint te schreeuwen, waarna Kacper hem tegen de grond werkt en tape over zijn mond plakt. Vervolgens gaat Kacper op hem zitten teneinde hem in bedwang te houden. Marlon weet zich los te worstelen en over en weer vallen klappen.

Daartoe aangespoord door Kacper houdt Daan Marlon vervolgens vast. Kacper pakt de portemonnee en huissleutels van Marlon en maakt aanstalten naar de woning te gaan. Voordat hij vertrekt zegt hij tegen Daan dat hij ‘dit karweitje straks zal afmaken’, waarbij hij naar Marlon wijst. Hij voegt er nog aan toe: ‘Waag het eens hem los te laten.’ Als Kacper na een paar minuten terug komt in de schuur ziet hij dat Marlon zich bijna uit de greep van Daan heeft los geworsteld. Wanneer Kacper in de buurt komt krijgt hij van Marlon een harde

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Eindtentamen 2017

Materieel Strafrecht - UL - Eindtentamen 2017

Vragen

Casus: Pech

Aris is een fervent dronevlieger. 1 Hij heeft thuis meerdere drones staan, en maakt vanuit zijn huis in Gorinchem (Zuid-Holland) regelmatig een vlucht met deze onbemande luchtvaartuigen. Hij is actief lid van de Nederlandse Vereniging van Dronevliegers. Een aantal van zijn drones is voorzien van een HD-camera, waarmee hij wekelijks prachtige beelden schiet van het Zuid-Hollandse landschap. Zijn Youtube-kanaal, waarop hij deze beelden plaatst, trekt wekelijks duizenden kijkers. Op het vliegen met drones is de Regeling modelvliegen van toepassing. In deze Regeling is onder meer het volgende bepaald:

  • Vluchten mogen alleen bij daglicht worden uitgevoerd.

  • Vluchten zijn alleen toegestaan tot een hoogte van maximaal 120 meter boven de grond.

  • Vluchten zijn niet toegestaan boven bebouwing, wegen en mensen.

  • Vliegen is verboden in no fly zones zoals rondom vliegvelden. In een straal van 3 km rondom vliegvelden is vliegen in elk geval verboden.

  • Modelluchtvaartuigen (zoals drones) dienen in elk geval voorrang te verlenen aan vliegtuigen, helikopters, zweeftoestellen, vrije ballonnen en luchtschepen.

Aris, als actief lid van de Nederlandse Vereniging van Dronevliegers, kent deze Regeling goed.

Op vijf kilometer van zijn woonplaats Gorinchem bevindt zich het Lingebos, een klein natuurgebied van ongeveer één vierkante kilometer, waar twee riviertjes doorheen kronkelen. Dit Lingebos levert prachtige beelden op zodra het van bovenaf wordt gefilmd met een drone. Het Lingebos bevindt zich op hemelsbreed 200 meter afstand van Gorcumse Airport. Gorcumse Airport had tot voor kort de status van militair vliegveld, waarvan alleen militaire toestellen gebruik mochten maken. Het had weliswaar die status, maar sinds 2007 werd er door geen enkel militair toestel gebruik gemaakt van het vliegveld. Een maand geleden vond er een belangrijke verandering plaats op Gorcumse Airport: het is omgedoopt tot burgerluchthaven, waardoor sindsdien ook burgers en commerciële luchtvaartbedrijven intensief gebruik maken van het vliegveld.

Aris weet dat het Lingebos zich in de buurt van Gorcumse Airport bevindt, en weet ook dat het eigenlijk sinds 2007 buiten gebruik is, hoewel het de officiële status van ‘vliegveld’ in die tijd niet heeft verloren. Hij weet echter niet dat Gorcumse Airport een maand geleden is opengesteld voor burgerluchtvaart.

Op vrijdag 21 april 2017 rond het middaguur maakt Aris een vlucht met een drone (voorzien van een camera) boven het Lingebos. Tegen de weersvoorspelling in breekt zelfs de zon even door de wolken; het levert een prachtig gezicht op van het Lingebos. Om het gebied in één shot met de drone te kunnen filmen brengt hij de drone naar een hoogte van 150 meter.

Felix vliegt vlakbij het Lingebos in zijn Cessna-vliegtuig. Felix is de enige persoon in dit kleine eenmotorige vliegtuigje. Hij is erg blij dat hij sinds kort zijn Cessna in de hangar kan zetten op Gorcumse Airport, vlakbij zijn woonplaats. Zodra hij de landing inzet breekt tot zijn verbazing de

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Deeltentamen 2017

Materieel Strafrecht - UL - Deeltentamen 2017

Vragen

IJscowagen als geldnetwagen

De zelfstandig automonteur Hugo, woonachtig in Leiden, heeft het financieel moeilijk omdat hij nauwelijks klussen binnenhaalt. Dit betekent wel dat hij meer tijd overhoudt om zijn dagboek bij te houden. Al enkele maanden schrijft hij hierin elke dag uitvoerig op wat hij allemaal doet en wat er in hem omgaat. Twee maanden geleden had hij eindelijk weer eens een klus. Het betrof een onderhoudsbeurt aan een geldnetwagen. Deze klus heeft hem op het ingenieuze idee gebracht om een geldnetwagen na te bouwen en daarmee bij de bank in Leiden geld ‘op te halen’. Ook dit ingenieuze idee tekent hij op in zijn dagboek. Na enkele weken de bank te hebben geobserveerd, heeft hij opgemerkt dat de geldnetwagen elke vrijdagavond (koopavond) om precies 21:00 uur de parkeerplaats van de bank oprijdt en dicht langs de muur waar het doorgeefluik zich bevindt, enkele seconden stil staat en weer vertrekt.

Na enig zoekwerk op marktplaats stuit Hugo op een ijscowagen met o.a. de volgende omschrijving; op versleten banden en versleten remblokken na een uitstekende ijscowagen. Vanwege de ingebouwde keukenapparatuur is het toegestane maximale gewicht van 3500 kilogram bereikt. Hugo koopt de ijscowagen en besluit hem tot geldnetwagen om te bouwen. Bij Sander - een oud ijzerboer, tevens een oude bekende van Hugo – bestelt Hugo een lading metalen platen (gewicht 500 kilogram). Hugo last al deze metalen platen op de ijscowagen. Nadat Hugo hiermee klaar is, geeft hij de ijscowagen een spuitbeurt. Het resultaat is dat de ijscowagen er van buiten als een geldnetwagen uitziet.

Op vrijdag 30 december 2016 besluit Hugo tot actie over te gaan. Er kan volgens Hugo niets fout gaan, omdat de weergoden hem gunstig zijn gezind; het regent namelijk al de hele dag heel hard waardoor weinig volk op de been is. Hij trekt een uniform aan dat niet te onderscheiden is van een echt uniform van het geldnetbedrijf. Verder bevestigt hij een pasje op zijn overhemd. Dit door Hugo gemaakte pasje is met het blote oog niet te onderscheiden van een echt medewerkerspasje van het geldnetbedrijf. Om enigszins onherkenbaar te zijn zet hij een nepsnor op en rijdt hij de omgebouwde ijscowagen, die van valse kentekenplaten is voorzien, richting de bank. Om 20:55 uur rijdt Hugo de parkeerplaats op en wordt (zoals gewoonlijk) direct opgemerkt door de bankmedewerker die alvast naar de kluis loopt waar het doorgeefluik zich bevindt. Hugo manoeuvreert de ijscowagen zodanig dat de schuifdeur aan de linkerzijde van de ijscowagen zich pal voor het doorgeefluik bevindt. Wanneer hij de schuifdeur opent, merkt de bankmedewerker dat de nepsnor van Hugo los zit en onmiddellijk trekt de bankmedewerker de geldkoffer terug en sluit het doorgeefluik. Hugo weet dat er iets mis is en rijdt weg.

Om zo min mogelijk op te vallen houdt hij zich zoveel mogelijk aan de verkeersvoorschriften. Wanneer hij enkele minuten later

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Herkansing 2016

Materieel Strafrecht - UL - Herkansing 2016

 

Vragen

Casus: DNA-spray Drama

Aditya Wibowo en Kevin Kanslos zijn al jarenlang bevriend. Met elkaar gingen ze naar de basisschool, samen gingen ze naar voetbal, ze zaten in dezelfde klassen op de middelbare school, en samen gingen ze ook het verkeerde pad op. Het begon met kleine vergrijpen, waarvoor zij via bureau HALT allerlei kleine taakstraffen moesten uitvoeren. Nu zijn ze 25, en ze beraden zich, vanwege uitzichtloze geldnood, op een overval van een pompstation langs de A7 ter hoogte van De Marne (Fryslan). Bij dit pompstation is een winkel gevestigd, waar je (naast het afrekenen van de getankte brandstof) nog wat andere zaken kunt aanschaffen. Op de avond van 17 november 2015 kienen ze met z’n tweeën bij Kevin thuis het plan volledig uit: ze bespreken de route naar het tankstation, kopen twee identieke sjaals, twee identieke donkere zonnebrillen, een grote sporttas en twee niet van echt te onderscheiden nepwapens die ze kunnen gebruiken om het personeel mee te bedreigen. Bij het bespreken van het plan stuiten ze op één probleem: beiden hebben geen rijbewijs en ook geen auto, en dat is waar Lieuwe Hofstee in beeld komt. Lieuwe is de voormalig buurjongen van Aditya, en beschikt over zowel een auto als een rijbewijs. Ze nodigen hem uit bij Kevin, en vragen hem “of hij gemakkelijk en snel geld wil verdienen als chauffeur”. Lieuwe heeft daar wel oren naar, en Aditya en Kevin doen hun plan uit de doeken. Lieuwe sputtert tegen vanwege het mogelijk gebruik van geweld, maar stemt in met de overval, vanwege het prettige vooruitzicht van een flinke buit. Ze spreken af dat Lieuwe niet hoeft te dreigen met geweld, en dat Aditya en Kevin met de twee nepwapens naar binnen zullen gaan. Lieuwe zal bij de auto wachten, en uit angst om herkend te worden via de mogelijke beveiligingscamera’s schaft hij een donkere zonnebril en een sjaal aan, precies dezelfde als Aditya en Kevin. Ze spreken af dat Aditya en Kevin beiden 40% van de buit krijgen, en Lieuwe de resterende 20%.

Volgens afspraak ontmoeten ze elkaar de dag erop om 17:00 uur bij Kevin thuis, spreken het plan nog een keer door, en vertrekken per auto naar het pompstation terwijl de avond valt. Lieuwe zit achter het stuur, en parkeert de auto rond 18:00 bij één van de pompen. Alle drie hebben ze hun donkere zonnebril al op; en alle drie binden de sjaals om hun gezicht. De sjaals bedekken hun mond en het onderste gedeelte van hun neus. Op deze wijze wandelen Aditya en Kevin in rustig tempo de winkel van de benzinepomp binnen. De twee nepwapens hebben ze in de binnenzak van hun jas. Aditya heeft de lege sporttas in zijn hand. Lieuwe blijft bij de auto staan, ter hoogte van één van de benzinepompen.  Zodra Aditya en Kevin zonder problemen en zonder aandacht

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Eindtentamen 2016

Materieel Strafrecht - UL - Eindtentamen 2016

Vragen

Casus Overwerkte Spoed brengt zelden Goed

Op de afdeling spoedeisende hulp van het Medisch Centrum Jerusche (MCJ) heerst sinds het vertrek van de teamleider een gespannen sfeer. Chirurg Yankel Janssen is de afgelopen vier maanden aangesteld als waarnemend teamleider. Yankel is weliswaar een uitstekende arts, maar is niet erg geliefd onder de staf van de afdeling vanwege zijn te autoritaire stijl van leidinggeven. Yankel heeft ook nog een baan buiten het MCJ bij een privékliniek waardoor hij niet veel tijd heeft voor klachten van zijn collega’s, nog los van het feit dat hij slecht reageert op kritiek. Eigenlijk is Yankel het meest overwerkt van iedereen op de afdeling.

Op 10 januari 2015, om 17:30 uur meldt de 43 jarige Shimon Cohen zich op de afdeling spoedeisende hulp, met klachten over ernstige buikpijn. Shimon is een goede bekende bij de afdeling omdat hij zich relatief vaak meldt met allerlei kwalen, die veelal niet ernstig zijn. Bij de ontvangstbalie wordt aantekening gemaakt van buikklachten en wordt hij gevraagd plaats te nemen in de wachtruimte. Tien minuten later wordt hij door de verpleegkundige Ruchel Feingold opgevangen. Ruchel heeft buitengewoon veel ervaring en staat op de afdeling bekend als ‘arts-plaatsvervanger’, wegens haar feilloze beoordelingen van klachten. Na een gesprek met Shimon besluit Ruchel dat zij uit de mogelijke aantekeningen die zij kan geven – ‘geen spoed’, ‘spoed’, ‘meer spoed’ – voor ‘meer spoed’ zal kiezen.

Ruchel denkt namelijk dat er sprake zou kunnen zijn van een darmperforatie, in welk geval zij dringend handelen noodzakelijk acht. In overeenstemming met het afdelingsprotocol betekent de waardering ‘meer spoed’ dat Shimon niet door een arts-assistent zal worden onderzocht, maar direct door Yankel.

Als de melding Yankel bereikt staat hij, na een lange dag met veel patiënten, net op het punt om te vertrekken naar de privékliniek, waar hij is ingeroosterd voor een operatie. Yankel raakt zeer geïrriteerd door de melding en roept Ruchel bij hem. Eerst vraagt hij haar waarom zij heeft gekozen voor de aantekening ‘meer spoed’. Als zij uitlegt dat zij denkt aan een darmperforatie en dat daarom naar haar oordeel onmiddellijk een CT-scan dient te worden verricht, slaat de irritatie van Yankel om in woede. Hij beschuldigt haar ervan dat zij hem probeert te frustreren. Tijdens een heftige woordenwisseling blijft Ruchel erop staan dat de situatie wel ernstig zou kunnen zijn, maar zij kan Yankel niet overtuigen. Yankel stuurt Shimon naar huis, met de opdracht de volgende dag terug te komen als hij zich niet beter voelt.

De volgende dag verschijnt Shimon weer rond 17:30 uur en meldt dat zijn buikpijn veel erger is geworden. Yankel heeft weer dienst en laat een CT-scan uitvoeren. Uit de scan blijken indicaties voor een darmperforatie. Yankel is evenwel nog steeds zeer geïrriteerd en overtuigt zichzelf ervan dat Shimon niets mankeert. Ruchel, die ook nog steeds overstuur is, vraagt om de

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Deeltentamen 2016

Materieel Strafrecht - UL - Deeltentamen 2016

Vragen

Casus: Sores in het feestelijk Zuiden

Op 13 februari 2015 is het feest in Tilburg. Het is carnaval en in de stad is het overal gezellig druk. Naarmate de avond vordert en de consumptie van alcohol bij veel feestvierders het niveau aanneemt dat voor de gezondheid en de gezelligheid niet zonder meer bevorderlijk is, ontstaan her en der opstootjes tussen dronken feestvierders. Zo ook in café Moshe's Mazzel. Om een uur of elf ’s avonds bevinden Feivel en enkele vrienden zich in dat café. Feivel besluit dat het tijd wordt voor een volgend biertje en begeeft zich naar de bar. Hoewel Feivel redelijk beschonken is, weet hij de bar zonder al te veel moeite te bereiken. Aan de bar staat Zelig. Deze heeft net met veel moeite een glas rode wijn besteld en gekregen en is door het lange wachten in een niet al te best humeur. Als Feivel vlakbij de bar is, stoot hij als gevolg van de drukte en omdat hij toch niet helemaal vast ter been is, tegen Zelig aan. Die laat daardoor zijn wijnglas vallen. Zelig ontdekt meteen wie de schuldige is. Hij is erg kwaad en pakt van de bar een halfvol glas met water en wil het water in de richting van het gezicht van Feivel gooien. Het glas is nat en glipt uit Zeligs handen. Het glas raakt de wenkbrauw van Feivel boven zijn rechteroog. Het breekt op het moment dat het tegen de wenkbrauw van Feivel aankomt. Meteen vloeit er bloed uit de snee die door het glas ontstaat. Feivel valt op de grond. Het bloed dat uit de snee vloeit komt in het oog van Feivel terecht. Die denkt even dat zijn oog is geraakt en hij daardoor blind of in ieder geval slecht ziend is geworden. Hij is in paniek en blijft op de grond liggen. Zelig is na de eerste klap hevig geschrokken en gooit direct het glas weg. Hij ontfermt zich over Feivel en belt 112. De politie arriveert korte tijd later. Zelig wordt door de politie aangehouden en overgebracht naar het politiebureau. Daar legt hij een verklaring af.

Verklaring van Zelig:

Ik was die avond met mijn vrouw maar we kregen ruzie. De zoveelste. En dat tijdens carnaval, de leukste dagen van het jaar. Ik had er dus goed de pest in. Vervolgens duurde het voor mijn gevoel een eeuwigheid voordat ik een wijntje kon bestellen. Ik had het nog niet in mijn handen om de eerste slok te nemen of er loopt iemand tegen mij aan. Het glas was vochtig, het was voor het inschenken van de wijn kennelijk gewassen, en viel daardoor uit mijn handen. Ik zat onder de rode wijn. De man keek mij met een dronken grijns aan. Ik weet niet of hij iets tegen mij heeft gezegd. Ik kan het me niet herinneren. Wat

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Herkansing 2015

Materieel Strafrecht - UL - Herkansing 2015

Vragen

Casus: Panne met Paardenkrachten

Op 2 april 2015 heeft op de Sumatralaan in Schin op Geul (provincie Limburg) rond 23.00 uur een aanrijding plaatsgevonden tussen een Audi A5, met Peter van Alpen als bestuurder, en een rode Jaguar, bestuurd door Daan Spanenburg. Als gevolg van die aanrijding heeft Peter van Alpen zwaar lichamelijk letsel aan zijn voorhoofd en borst opgelopen.

De politie heeft onderzoek ingesteld naar de toedracht van de aanrijding en het volgende geconstateerd.

Uit het proces-verbaal Verkeersongevallenanalyse d.d. 28 april 2015 blijkt het volgende:

De politie heeft op de plaats van het ongeluk sporen op het asfalt en aan de auto’s van het slachtoffer (Van Alpen) en de verdachte (Spanenburg) aangetroffen. De aangetroffen sporen zijn door het onderzoeksteam onderzocht. In de berm, gelegen naast de rijbaan, en op de rijbaan werden glassplinters aangetroffen. Direct achter de glassplinters werden op het asfalt krassporen en een rubberspoor aangetroffen. De auto van het slachtoffer is op de door die auto veroorzaakte afgetekende kras- en bandensporen geplaatst, om op die manier de plaats op de weg van het voertuig tijdens het moment waarop de aanrijding plaatsvond te bepalen. Daaruit werd geconstateerd dat het voertuig van Van Alpen zich tijdens de aanrijding voor driekwart in de berm en een kwart op de rijbaan heeft bevonden. Tevens werd op het wegdek een remspoor aangetroffen, gericht op de plaats van de aanrijding. Gezien de botspositie en de plaats op de weg van de auto van Spanenburg, hierna genoemd de verdachte, kan het niet anders zijn dan dat het rubberspoor afkomstig was van het linkervoorwiel van het voertuig van de verdachte. Op het moment van de botsing reed de de verdachte dus op de voor hem verkeerde weghelft. Ten tijde van het ongeval was het donker. De straatlantaarns stonden aan. Het asfalt was nat door overvloedige regenval. Hierna is aan de hand van de aangetroffen sporen de snelheid berekend, waarmee de verdachte bij benadering moet hebben gereden. De snelheid betrof bij het aanvangen van het remmen minimaal 64 kilometer per uur en maximaal 77 kilometer per uur. De maximumsnelheid op de Sumatralaan op de plaats van het ongeval bedraagt 60 kilometer per uur.

In het proces-verbaal van bevindingen van de politie d.d. 2 april 2015 staat onder meer het volgende:

Na de aanrijding bestond het vermoeden dat de de verdachte alcohol had genuttigd. Bij de de verdachte is een ademtest afgenomen. Daarna is een bloedproef uitgevoerd. Hieruit is gebleken dat het promillage van het bloed van de verdachte ten tijde van het onderzoek boven de wettelijke grens van 0,5 milligram alcohol per milliliter bloed gelegen was. Het alcoholgehalte bedroeg namelijk 0,68 milligram alcohol per milliliter bloed.

Verklaring van de verdachte Daan Spanenburg bij de politie d.d. 3 april 2015, voor zover relevant:

Ik reed op 2 april 2015 op de Sumatralaan in Schin op Geul. Ik had na

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Eindtentamen 2015

Materieel Strafrecht - UL - Eindtentamen 2015

Vragen

Casus: Creatieve Kunstvernietiging

Op 12 mei 2015 om 1.00 uur besluit Edvard Hals dat het tijd is zijn kroeg - kroeg De Waterlelies aan de Monetlaan 14 te Dordrecht - te sluiten. De enige die op dat moment nog aan de bar zit, is Vincent van Rijn, één van de stamgasten van De Waterlelies die geregeld blijft om Edvard te helpen met het afsluiten van de kroeg. Terwijl Edvard achter de bar glazen een het spoelen is, stormen twee mannen met bivakmutsen de kroeg binnen. Ze roepen: "Geld, geld, geef me nu al je geld". Eén van de mannen heeft een pistool in zijn hand, de andere een mes. De man met het pistool loopt op Vincent af en zet het pistool tegen diens hoofd. Vincent verweert zich en raakt in een gevecht met de gewapende overvaller. Er vallen een paar stevige vuiststoten. De overvaller met het mes loopt dreigend naar Edvard toe.

Over wat er daarna is gebeurd, verklaart Edvard in zijn aangifte het volgende:

"Ik heb toen van onder de bar een busje traangas gepakt, dat ik daar al een tijd bewaar voor lastige situaties. Tot deze geëscaleerde nacht heb ik het gelukkig nog nooit hoeven gebruiken. Daar heb ik toen mee gespoten. Ik heb eerst in richting de man met het mes gespoten en toen naar de man met het neppistool - dat was trouwens overduidelijk van plastic. Toen renden ze wel jankend de kroeg uit. Helaas hebben ze wel het geld van Vincent en de hele omzet van die avond uit de kassa te pakken gekregen."

Het dossier inzake de overval op Kroeg de Waterlelies bevat ook een getuigenverklaring van getuige Munch. Hij verklaart als volgt:

"In de nacht van 11 op 12 mei 2015 omstreeks een uur of half 1 stond ik voor mijn deur, ik had net de hond uitgelaten, schuin tegenover de ingang van Kroeg de Waterlelies. Uit de richting van de Rembrandtstraat zag ik twee mensen aan komen lopen. Ze stopten valk bij me in de buurt onder een lantaarnpaal. Ze droegen beiden een bivakmuts. Ik zag vanaf de Hoogvliet een derde man op een racefiets aan komen rijden. Hij stond kort stil bij de twee andere mannen onder de lantaarnpaal om wat tegen hen te zeggen. Daarna reed hij er weer vandoor. Ik hoorde de twee mannen onder de lantaarnpaal overleggen. Een van de twee, die een op een pistool gelijkend voorwerp in zijn hand leek te hebben zei dat hij het wilde doen. Hij nam duidelijk het roer in handen. Ik ben toen mijn huis ingelopen om mijn telefoon te pakken en 112 te bellen. Toen ik ongeveer een halve minuut later terugkwam, zag ik de man op de fiets voor de kroeg rondjes rijden."

Door het optreden van kroegbaas Hals worden de overvallers weer de straat op gewerkt. De door de

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Deeltentamen 2015

Materieel Strafrecht - UL - Deeltentamen 2015

Vragen

Casus: pianoles

De 57-jarige Bernhard Rubinstein geeft al 5 jaar elke twee weken pianoles aan de 28-jarige volstrekt amuzikale Johan Pach in Den Haag. Bernhard probeert Johan stap voor stap de kunst van het pianospelen bij te brengen.

Na 5 jaar kan Johan echter nog geen ritme houden, en ook van de overige vaardigheden die een beginnend pianist zou moeten bezitten, is geen schijn van aanwezigheid. De tweewekelijkse pianolessen die ongeveer anderhalf uur in beslag nemen is Bernhard dan ook na een tijdje goed zat. Het stoort Bernhard ontzettend dat hij ondanks zijn uitstekende lessen geen enkele voortgang in het pianospelen bij Johan, onder anderen omdat Johan zelf heel tevreden lijkt te zijn met de kwaliteit van muzikale vaardigheden en de les elke twee weken als een groot pianist die net een staande ovatie van zijn publiek heeft gekregen de les uitloopt.

Op Prinsjesdag besluit de ‘virtuoos’ Johan met zijn pianospel geld te verdienen om zijn studieschuld af te betalen. Hij zet hij zijn keyboard op straat, en legt de kist waar zijn keyboard in zat op straat waar mensen hun geld in kunnen gooien als ze betoverd zijn door de meesterlijke kwaliteit van Johans pianospel.

Op de ochtend van Prinsjesdag loopt Bernhard een rondje door de binnenstad van Den Haag om de gouden koets voorbij te zien komen. Zodra hij zijn leerling Johan ziet slaat het schaamrood hem op de kaken. Tot overmaat van ramp begint Johan ook nog eens luidkeels atonaal te zingen bij zijn verschrikkelijke pianoconcert. Alle opgekropte woede van de afgelopen 5 jaar komt ineens naar boven bij Bernhard. Hij pakt de keyboardkoffer, gooit het weinige geld dat er in zat eruit, klapt hem dicht en deelt er één harde klap mee uit op het hoofd van Johan. Johan stort meteen neer, en overlijdt korte tijd daarna ten gevolge van het zware hersenletsel dat hij heeft opgelopen bij de klap met de koffer. Net als de meeste keyboardkoffers weegt deze (zonder keyboard) 3,5 kg en heeft een hard houten beschermlaag aan de buitenkant.

Als Bernhard diezelfde dag op het politiebureau in de verhoorkamer zit, in het bijzijn van zijn raadsman, hoort hij dat Johan is overleden. Hij schrikt zich duidelijk een ongeluk, en verklaart onder meer het volgende:

"Ik kon er niet meer naar luisteren. Al mijn woede kwam toen samen, en in die woede wilde ik hem een stevige klap geven. Ik wilde eigenlijk met name voorkomen dat hij nog verder zou spelen en meer mooie muziek zou verpesten, verder maakte het me allemaal niks uit. Ik wil u wel graag op het hart drukken dat mijn intentie nooit was om hem te laten overlijden, ik vind het verschrikkelijk dat hij het leven gelaten heeft. Ik ben mij ervan bewust dat je met een gemiddelde keyboardkoffer een stevige klap kunt uitdelen, maar ik heb er op dat

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Extra oefententamen 1

Materieel Strafrecht - UL - Extra oefententamen 1

Vragen

Casus: De ballonvaart

Op zaterdag 2 september 2014 is Maaike Vaart jarig. Van haar man (Mitchell) heeft ze een ballonvaart cadeau gekregen. De ballonvaart moest plaatsvinden in de buurt van de Zuid-Hollandse plaats Boskoop. Niet alleen Maaike behoorde tot de passagiers, ook Mitchell en hun beide kinderen (Charley en Jack) waren van de partij. De ballonvaart is geregeld bij het bedrijf Zuid-Hollandse Ballonvaart BV, dat wordt gerund door Menno Moors en Theo De Hemel.

Menno Moors is eigenaar van een ballon en in het bezit van alle benodigde vergunningen om ballon te mogen varen. Onderdeel van de cursus voorafgaand aan het mogen varen met een ballon is kennismaking met de geldende regelgeving, waaronder de Regeling vluchtuitvoering ballonnen. Deze regeling vereist onder meer dat een ballonvaarder een minimaal aantal vluchten moet hebben gevaren, alvorens passagiers aan boord te mogen nemen. Bij gebreke daarvan kan de vergunning worden ingetrokken, maar dat gebeurt in de regel zelden. Door het matige zomerweer had Menno nog niet genoeg vaartervaring opgedaan.

Theo De Hemel helpt onder andere bij het startklaar maken van de ballon. Over het gebrek aan vaartervaring werd tussen Menno en Theo niet gesproken. Het was bij beide bekend. Er werd van uitgegaan dat die onervarenheid vanzelf zou verdwijnen. Veel varen was het devies. 2 september 2014 was een uitgelezen vaartdag. De gemeente Alphen aan den Rijn (waar Boskoop onder valt) had Menno vrij snel een vergunning die dag te mogen varen gegeven. De gemeente controleert een aanvraag vrijwel altijd oppervlakkig en zo ook deze keer. Met de toestemming op zak, belt Menno Mitchell Vaart en deelt hem mede dat de ballonvaart aan het begin van de avond zou plaatsvinden. Mitchell en zijn gezin spoedden zich naar de plaats van vertrek. Tijdens het gereed maken van de ballon ontdekt Theo dat het startgewicht niet klopte. Tevens merkt Theo dat Menno een passagier te veel meeneemt. Theo maakt Menno hierop attent. Menno weigert aan de grond te blijven, terwijl hij daartoe wel verplicht is op grond van het vlieghandboek. ‘Kijk eens hoe mooi weer het is. Eindelijk. Laat me lekker varen. Ik maak me niet druk over het gewicht’, aldus Menno. Het argument van Theo dat hij verplicht is het startgewicht te bepalen op grond van het vlieghandboek weet Menno evenmin te overtuigen. ‘Het zal wel loslopen’, aldus opnieuw Menno. Ook het overschrijden van het maximaal aantal mee te voeren passagiers wuift Menno weg: ‘Eentje meer of minder zal niet uitmaken.’

Theo laat na er verder op in te gaan en de ballon wordt voor vertrek gereed gemaakt. Vlak voor de afvaart mogen Maaike, Mitchell en de kinderen instappen. Daarna stijgt de ballon op. Zo´n vijftig minuten na vertrek zet Menno de landing in. Recht voor hem ligt een veld dat goed als landingszone dienst kan doen. Het weiland ligt bij het dorpje Nieuwkoop, gemeente Alphen aan

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Extra oefententamen 2

Materieel Strafrecht - UL - Extra oefententamen 2

Vragen

Casus ‘De Koelcel’

Natuurslager Mees is een klein bedrijf dat gevestigd is in Boskoop, in de gemeente Alphen aan den Rijn.

Mees is als natuurslager gespecialiseerd in het biologisch slachten en is ook aangesloten bij de verenigingen EetGezond en VERS. Moos Mees is de oudste van de zesde generatie van de familie Mees, en is de eigenaar van Mees . Verder zijn er twee werknemers voor de schappen en het magazijn, genaamd Jacob De Hond en Jenny Helstra. Daarnaast is er nog een administratief medewerkster, Fanny van Troost.

Voor het opslaan van vlees beschikt het bedrijf onder meer over een omvangrijke koelcel, waar het vlees in een zeer koude omgeving wordt opgeslagen. Jacob en Jenny lopen geregeld met dozen vol vleesvlees de koelcel in en uit. De schuifdeur van de koelcel heeft een veiligheidsknop, die ervoor moet zorgen dat de deur ook van binnenuit te openen is. De knop is echter al geruime tijd defect, en Jenny heeft al meermalen tegen Moos Mees gezegd dat hij de knop moet laten repareren. Moos schuift dat echter steeds voor zich uit.

De laatste keer dat Jenny in het bijzijn van Moos en Jacob de defecte knop ter sprake bracht, en zei dat het toch wel heel gevaarlijk was om opgesloten te raken, was Moos' reactie: “Het bedrijf kan zich een dure reparatie helemaal niet veroorloven. Het geld groeit me niet op de rug! Jullie moeten maar gewoon opletten dat er niemand in de koelcel zit als je de deur achter je dicht doet. Als jullie nu eindelijk eens wat harder zouden werken zouden we wat meer verdienen, en dan kan ik misschien wel naar dit soort luxeproblemen kijken. Bovendien, als je niet wat sneller opschiet kun je je biezen pakken. Voor jou tien anderen! En dat geldt ook voor jou, Jacob.” Jacob is het met Moos eens dat Jenny niet zo moeilijk moet doen. Als Moos buiten gehoorsafstand is, zegt hij tegen Jenny: “Wat een onzin kun jij uitkramen zeg. Als je de koelcel in gaat, moet je gewoon snel weer wegwezen en opletten dat iemand anders de deur niet dicht doet. Daarnaast moet je eens wat meer opschieten met dat vlees. Je hoort toch wat Moos zegt: gewoon eens een keertje hard doorwerken voor de verandering.”

Op vrijdagmiddag 29 augustus 2014 is Jacob bezig om dozen vol vleesvlees de koelcel in te tillen. Terwijl hij steeds teruggaat om een nieuwe doos te pakken laat hij de schuifdeur van de koelcel openstaan. Als hij even weg is komt Fanny het magazijn binnen en gaat de koelcel in, omdat ze wil tellen hoeveel dozen met vlees er staan opgeslagen. Voor de boekhouding van het bedrijf is het nodig om precies te weten hoeveel vlees er aan het eind van het boekjaar in voorraad is. Fanny komt daarom maar één keer per jaar in de koelcel,

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Extra oefententamen 3

Materieel Strafrecht - UL - Extra oefententamen 3

Vragen

Casus ‘Het Boze Schaap’

In Glanerbrug, een klein Overijssels dorpje in de buurt van Enschede, bevindt zich al jaren een goedlopend Italiaans restaurant, ‘Toscana’ geheten. Het is het enige restaurant van het dorp, totdat zich eind 2013 in de buurt van ‘Toscana’ nog een restaurant vestigt: ‘Het Boze Schaap’.

Dit restaurant is gevestigd in een vrijstaand pand, net buiten de bebouwde kom, aan een drukke provinciale weg. Het beschikt over ruim voldoende parkeergelegenheid en een schitterend interieur. Al snel blijkt de aantrekkingskracht van dit restaurant op de dorpelingen groot. Tessa, de eigenaresse van het Italiaanse restaurant, ziet met lede ogen aan hoe haar klandizie steeds verder afneemt. Tegelijkertijd komt haar ter ore dat de eigenaar van het nieuwe restaurant, Dennis, allerlei lasterpraatjes over haar en haar producten verspreidt.

De afnemende klandizie bezorgt Tessa flinke hoofdbrekens. Als de terugloop zich doorzet, zal het immers niet lang duren voordat zij haar met zoveel liefde en doorzettingsvermogen opgebouwde restaurant zal moeten opdoeken. Ook persoonlijk klikt het niet tussen de beide restauranteigenaren. Langzaamaan groeit bij Tessa dan ook de overtuiging dat deze concurrent moet worden uitgeschakeld. Goedschiks of kwaadschiks. Als blijkt dat aanpassingen in het menu, speciale (prijs-)acties en evenementen niets uithalen en haar het water tot na aan de lippen staat, besluit ze over te gaan tot drastischer maatregelen.

Zou Het Boze Schaap het overleven als het een aantal weken of maanden dicht zou moeten?, zo vraagt zij zich af. Met deze gedachte in het achterhoofd benadert Tessa Jos en Edward. Beide heren zijn lokaal bekende drugsgebruikers en om die reden zitten zij eigenlijk altijd in geldnood. Ze wil, zo zegt ze tegen Jos en Edward, dat zij ‘Het Boze Schaap’ in de as leggen. De wijze waarop maakt haar niet zo veel uit, als er maar geen sporen worden achtergelaten. Als beloning zullen zij ieder € 500,- ontvangen. Jos en Edward beloven het karweitje naar behoren uit te voeren.

Jos stelt Edward voor om een molotovcocktail te maken en die bij het restaurant naar binnen te gooien. Uit zijn krakersverleden weet hij nog wel hoe een molotovcocktail moet worden gemaakt.

Het is vrij eenvoudig, zo zegt hij desgevraagd. Je hebt een fles nodig en als lont een lap stof. De fles moet worden gevuld met een mengsel van benzine of kerosine met (motor)olie. De olie, zo zegt hij, heb je nodig omdat het mengsel daardoor beter blijft plakken en het zo de werking van de brandbom verhoogt. Het is niet moeilijk voor Jos en Mario om de ingrediënten voor een molotovcocktail bij elkaar te krijgen. Met alle benodigdheden in de kofferbak van de auto die ze van Tessa mochten lenen, besluit Mario op een middag polshoogte te nemen bij Het Boze Schaap. Verschillende keren passeert hij op de provinciale weg het restaurant om de beste vluchtroute te kiezen. Het valt hem op dat er

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Extra oefententamen 4

Materieel Strafrecht - UL - Extra oefententamen 4

Vragen

Casus ‘Hello Kitty’

Omdat Quirine, de dochter van Harry, helemaal weg is van Hello Kitty, besluiten Harry en zijn vrouw op een dag Quirine mee te nemen naar de tijdelijke Hello Kitty tentoonstelling in het SieboldHuis in Leiden. Het is voor het eerst in jaren dat Harry in een museum komt en terwijl Quirine zich samen met haar moeder vergaapt aan de Hello Kitty prullaria, loopt Harry langs de prachtige vaste collectie aan Japanse kunst. Nu is Harry geen groot kunstliefhebber, wel heeft hij een goed oog voor buitenkansjes. Al slenterend langs de vitrines met Japanse etsen valt hem al snel op dat de beveiliging van deze vitrines niet optimaal is. Veel meer dan een eenvoudig cilinderslot per vitrine en een camera in de hoek van elke zaal kan Harry zo snel niet vinden. Nieuwsgierig als hij is begint Harry zo onopvallend mogelijk de beveiliging van het pand als geheel onder de loep te nemen. Al snel constateert hij dat de achterkant van het pand aan een binnenplaatsje grenst, welk binnenplaatsje op zijn beurt grenst aan de achtertuinen van verschillende woningen naast en achter het SieboldHuis. Dit biedt naar het oordeel van Harry de nodige perspectieven. Wanneer vervolgens ook nog eens blijkt dat het raam van de herentoiletten op het binnenplaatsje uitkomt, is het enthousiasme van Harry niet meer te temperen.

Thuisgekomen belt hij zijn broer Bertus om hem zijn bevindingen te vertellen. Hoewel Harry en Bertus al een tijdje op het rechte pad zijn, begint er ook bij Bertus iets te kriebelen wanneer hij het verhaal van zijn broer hoort. De broers hebben een rijk crimineel verleden van vooral woninginbraken, maar de laatste jaren, sinds ze zogezegd ‘aan de vrouw zijn’, doen ze het wat rustiger aan. Toch besluiten Harry en Bertus dat het tijd is voor een laatste kunstje. Ze besluiten binnenkort met zijn tweeën in te breken in het SieboldHuis om vervolgens zoveel mogelijk etsen, landkaarten en andere waardevolle spullen mee te nemen. Hierbij zullen zij gebruik maken van het binnenplaatsje en het raampje van de herentoiletten. Via de poort naast cocktailbar Flamengo moet het een koud kunstje zijn om via een paar tuinen naar het binnenplaatsje van het SieboldHuis te klimmen.

Zo gezegd zo gedaan. Op de dag van de inbraak gaat Bertus, vergezeld van zijn dochter Treesje, naar het SieboldHuis. Terwijl ditmaal Treesje zich vergaapt aan de Hello Kitty prullaria brengt Bertus een bezoekje aan het herentoilet en zet daar het toiletraampje op een kiertje. Diezelfde middag belt Harry zijn oude vriend Cas – die tevens taxichauffeur is – met de vraag of hij Harry en Bertus die nacht om ongeveer één uur bij cocktailbar Flamengo wil afzetten en ze ongeveer een half uurtje later weer naar huis wil rijden. Harry vertelt dat zij die avond na sluitingstijd een afspraak hebben met de barman van Flamengo, omdat

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

Materieel Strafrecht - UL - B2 - Oefenbundel

Materieel Strafrecht - UL - Herkansing 2019

Materieel Strafrecht - UL - Herkansing 2019

Vragen

Kennisvraag: Voorbereiding, poging, vrijwillige terugtreed

Vraag 1a

In het kader van het leerstuk voorbereidingshandelingen (art 46 Sr) is onder andere vereist dat de "voorbereidingsmiddelen zijn bestemd tot het begaan van het misdrijf. Geef aan hoe hieraan door de Hoge Raad nader invulling is gegeven. (5 punten)

Vraag 1b

Waarom koos de wetgever voor het opnemen van de vrijwillige terugtred in de wet? (5 punten)

Kennisvraag: Culpa in causa bij noodweer

Vraag 2a

Leg uit wat in het kader van noodweer(exces) onder 'culpa in causa' moet worden verstaan en geef aan onder welke omstandigheden een beroep op noodweer(exces) volgens de Hoge Raad niet zal kunnen slagen vanwege die 'culpa in causa'. (10 punten)

Vraag 2b

In de casus die ten grondslag ligt aan het overzichtarrest over noodweer(exces) ging het om een verdachte die handelde in verdovende middelen en zich ongewapend naar de flatswoning van het latere slachtofferbegaf om een drugsdeal te innen. Eenmaal in de flat werd hij aangevallen, mishandeld en bedreigd met een mes. Nadat hij zelf het mes in handen wist te krijgen heeft hij het slachtoffer met zestien messteken gedood. Het Openbaar Ministerie stelde zich ter zitting op het standpunt dat verdachtes beroep op noodweer(exces) diende te worden verworpen, om de reden dat de verdachte zich - kort gezegd - als dealer in verdovende middelen in het drugscircuit heeft begeven. Beoordeel dit standpunt van het Openbaar Ministerie vanuit het perspectief zoals gehanteerd in het voorgeschreven artikel van Rozemond en Ter Haar. (15 punten)

Casusvraag: Medeplegen

Jonas is naast student geschiedenis fervent verzamelaar van historische objecten. Geregeld loopt hij met een metaaldetector door weilanden om oude voorwerpen te zoeken en gaat hij met andere hobbyisten op pad om schatten te vinden. Na een hoorcollege raken Jonas en medestudente Bibi aan de praat. Bibi wordt door de verhalen van Jonas geënthousiasmeerd en ze besluit eens mee te gaan op schattenjacht.

Op 14 mei 2019, na zonsondergang, lopen Jonas en Bibi over de begraafplaats achter de kerk in Voorhout, niet ver van het geboortehuis van botanicus, arts en wetenschapper, Herman Boerhaave. Geïntrigeerd door wat hij heeft betekend voor de wetenschap en de Leidse Universiteit rond het jaar 1700, besluiten Jonas en Bibi op zoek te gaan naar voorwerpen die kunnen worden gelinkt aan het leven van Boerhaave. Bibi ziet op één van de graven de tekst staan ‘Hier rust H. Daelder-Boerhaave’ en ze roept Jonas bij zich. Jonas is ervan overtuigd dat dit het graf moet zijn van de moeder van Herman Boerhaave. De opwinding krijgt de overhand en Jonas deelt het plan met Bibi om te gaan graven: een voorwerp dat is meegegaan in het graf zou een mooie aanwinst zijn voor zijn verzameling. Bibi zegt tegen Jonas dat hij doorslaat en vraagt zich hardop af of ze dit wel moeten doen. Na enige aarzeling – ze vindt het eng, maar ze

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Eindtentamen 2019

Materieel Strafrecht - UL - Eindtentamen 2019

Vragen

Kennisvraag: Voorbedachte rade

Vraag 1a

Wat moet voor een bewezenverklaring van het bestanddeel 'voorbedachte rade' komen vast te staan, hoe kan de rechter dit vaststellen (welke afwegingen dient hij te maken) en waarom moeten aan de bewezenverklaring daarvan volgens de Hoge Raad “bepaaldelijk eisen worden gesteld”? (7 punten)

Vraag 1b

Waarom oordeelde de Hoge Raad in 'Voorbedachte rade II' dat het oordeel van het Hof dat de verdachte wel degelijk met voorbedachte rade heeft gehandeld, ontoereikend gemotiveerd was? (3 punten)

Kennisvraag: Europanisering materieel strafrecht

In het artikel ‘Harmonising legal interests. Legal interests under criminal law in a multilevel legal order’ stellen Cleiren & Ten Voorde onder meer het volgende:

“The aims and legal interests that form the basis of the European regulations are not identical to the original aims and legal interests of the national penal codes. Where the European rules in the field of criminal law are concerned, the legal interests served – just like the regulatory leads to new crimes – do not correspond one to one with the national penal codes.”

Vraag 2a

Illustreer deze stelling aan de hand van art. 197 Sr. (4 punten)

Vraag 2b

Het rechtsbelang dat het EU-recht inzake mensenhandel beoogt te beschermen is niet af te leiden uit de preambule van EU-Richtlijn 2011/36, maar wel uit eerdereEuropese regelgeving waarin wordt overwogen dat “mensenhandel een schending van de mensenrechten is en een aantasting van de waardigheid en integriteit van de mens” (Verdrag van de Raad van Europa inzake de bestrijdingvan mensenhandel). Beoordeel mede aan de hand van deze overweging of de conclusie van Cleiren & Ten Voorde ook gerechtvaardigd is ten aanzien van art. 273f Sr. (6 punten)

Casusvraag: Samenloop

Rutger is door het gerechtshof wegens "de meerdaadse samenloop van medeplegen van een poging tot doodslag en openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen” veroordeeld tot twintig maanden gevangenisstraf. Hij en twee vrienden hebben het slachtoffer, een destijds 80-jarige man, onder meer meermalen met kracht tegen het hoofd geslagen en geschopt, terwijl het slachtoffer weerloos op de grond lag. Een naarhet oordeel van het Hof zeer lafhartige daad, mede in het licht van het gegeven dat hetslachtoffer er slechts op uit was enkele jongens aan te spreken op het herhaaldelijk belletje trekken bij zijn woning. Het slachtoffer heeft ten gevolge van het forse geweld dat tegen hem is uitgeoefend zwaar lichamelijk letsel opgelopen, dat gemakkelijk tot de dood had kunnen leiden. De raadsvrouw van Rutger ziet mogelijkheden voor een succesvol cassatieberoep bij de Hoge Raad. Na overleg met Rutger dient zij één cassatiemiddel in, inhoudende dat het hof ten onrechte de regels van eendaadse samenloop niet heeft toegepast.

Vraag 3a

Heeft het middel van de raadsvrouw van Rutger kans van slagen? Licht uw antwoord toe aan de hand van het toepasselijke voorgeschreven arrest. (10 punten)

Vraag 3b

Noem twee redenen waarom het thema ‘samenloop’ voor de feitenrechter van belang kan zijn. (N.B. Indien u meer dan twee redenen noemt, worden slechts deeerste twee redenen nagekeken.) (10 punten)

Casusvraag: Boom te Exloo

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Eindtentamen 2018

Materieel Strafrecht - UL - Eindtentamen 2018

Vragen

Casus: Geldnood

De broers Bas en Chris zitten in geldnood. Zij besluiten om samen rijke mensen te overvallen om zo snel en zonder al te veel moeite ged te verdienen. Het idee is om in een nabijgelegen bos, dat midden in een zeer rijke gemeente ligt en voor hen bekend terrein is, hun potentiële slachtoffer uit te kiezen.

Op 1 augustus 2017 rijden Bas en Chris samen in Bas zijn auto naar dit bos. Chris heeft gezorgd voor hardloopkleding voor hen allebei, zodat zij zich onopvallend kunnen begeven in het bos. Bas heeft in zijn auto een doorgeladen vuurwapen liggen. Bas heeft jarenlang in het leger gezeten en is een geoefend schutter. De broers hebben afgesproken om bij de overval te dreigen met geweld door middel van het meegebrachte pistool en indien nodig zal Bas daadwerkelijk geweld gebruiken om zo eventueel verzet te breken. Over het gebruik van dodelijk geweld is niet gesproken. Na een uur rustig te hebben rondgelopen in het bos spotten Bas en Chris hun potentiële slachtoffer die, naar later blijkt, Dennis heet. Dennis stapt uit een dure auto, die hij heeft geparkeerd op het parkeerterrein. Hij loopt in dure kleding en heeft een duur horloge om zijn pols. Hij wil zijn twee honden gaan uitlaten in het bos. Hij is het perfecte slachtoffer voor Bas en Chris. Na dDennis een half uur lang in de gaten te hebben gehouden, ziet Chris met zijn verrekijker Dennis teruglopen naar zijn auto op het parkeerterrein. Bas bevindt zich op dat moment in de greppel naast het parkeerterrein.

Chris waarschuwt Bas door een knikje te geven dat hij eraan komt. Bas pakt zijn wapen dat hij daarvoor in de greppel reeds schietklaar heeft gemaakt. Chris ziet dat Bas in de richting van Dennis loopt en zijn wapen op hem richt. Tot Chris zijn verbazing schiet Bas uit het niets drie keer op Dennis. De eerste kogel raakt Dennis in zijn been, de overige twee kogels in zijn middenrif. Dennis bevindt zich op dat moment op vijf meter afstand van Bas. Bas en Chris lopen direct na het schieten dnaar Dennis toe en vragen hem om zijn pincode die Dennis - zijnde in hevige shock -  direct afgeeft. Net nadat Dennis de volledige code heeft kunnen vertellen, overlijdt hj ten gevolge van het opgelopen letsel. Bas en Chris verplaatsen Dennis naar de greppel en bedekken hem hierna met takken.De honden van Dennis zijn weggerend en niet meer gesignaleerd. Vervolgens pakken Bas en Chris de portemonnee en het horloge van Dennis en rijden met hun eigen auto weg, richting de stad.

In de stad gaan zij naar een pinautomaat en zien zij dat er €25.000 op de rekening van Dennis staat. zij pinnen €500 om direct wat leuks mee te doen en spreken af de rest van het geld later te pinnen en eerlijk te verdelen. Om hun succes te vieren, besluiten zij op een terras bier

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Deeltentamen 2018

Materieel Strafrecht - UL - Deeltentamen 2018

Vragen

Dodenrit

Vanwege relatieproblemen en een hoge werkdruk gaat de 30-jarige Willen al enige tijd onder de nodige stress gebukt. Als hij op een woensdagavond na zonsondergang in zijn auto (een witte Porsche) stapt om van zijn werk naar huis te rijden, besluit hij om eerst nog even te gaan tanken. Onlangs is hij door een van zijn collega’s erop gewezen dat een van zijn achterlichten niet naar behoren functioneert, maar hij is in alle drukte er nog niet aan toegekomen om het lampje te vervangen. Bij het tankstation aangekomen voorziet hij zijn auto weer van de nodige brandstof, en schaft bovendien een nieuw lampje aan. Hij neemt zich voor om bij thuiskomst meteen het lampje te vervangen. Vanaf het tankstation moet hij door middel van een korte invoegstrook weer terug de weg op met zijn auto. Op het moment dat hij op de oprit van het tankstation rijdt en de parallelle provinciale voorrangsweg nadert op welke een maximum snelheid van 80km/uur geldt, remt hij af tot bijna stilstand en kijkt hij over zijn linkerschouder om te zien of er verkeer nadert. Willem heeft vrij zicht over de gehele weg. Hij moet voorrang verlenen aan naderend verkeer op de provinciale weg. Omdat hij geen verkeer waarneemt, rijdt hij zonder zijn knipperlicht te gebruiken de voorrangsweg op. Hij ziet niet dat er een goed zichtbare motorrijder met 100 km/uur aan komt rijden. Nadat Willem ongeveer twintig meter heeft gereden op de provinciale weg, en een snelheid van 40 km/uur heeft, hoort hij plots een hard remgeluid en ziet hij in zijn achteruitkijkspiegel dat de motorrijder een slingerbeweging maakt en tegen de linker achterzijde van zijn auto aanrijdt. Als gevolg van die botsing glijdt de motorrijder de weghelft voor het tegenovergesteld verkeer op. Op dat moment had de motorrijder slechts lichte verwondingen. Vervolgens komt de motorrijder echter keihard in botsing met een tegemoetkomende Volkswagen, die zich aan de maximumsnelheid houdt. De motorrijder raakt door die botsing met de Volkswagen zwaargewond. Willem rijdt na het zien van de aanrijding meteen met hoge snelheid weg. De bestuurder van de Volkswagen belt direct een ambulance. In de tussentijd ontstaat op beide weghelften een file. Op de ene weghelft vanwege het ongeval, en op de andere weghelft ontstaat een zogeheten ‘kijkersfile’ (een file die is ontstaan doordat weggebruikers stoppen om te kijken bij het ongeluk). Terwijl de motorrijder zwaar bloedend op de weg ligt komt de ambulance terecht in de kijkersfile. Een aantal kostbare minuten later dan gepland komt de ambulance aan bij de motorrijder. De motorrijder blijkt intussen te zijn overleden aan zijn verwondingen.

Intussen wordt de politie gealarmeerd waarbij een signalement en het kenteken van de auto van Willem wordt doorgegeven. Enkele minuten later rijdt Willem op de snelweg. In zijn achteruitkijkspiegel ziet hij al vrij snel een tweetal politiewagens rijden. De politie geeft een stopteken. Willem besluit daaraan geen gehoor te geven. Integendeel: hij trapt het

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Herkansing 2017

Materieel Strafrecht - UL - Herkansing 2017

Vragen

Casus De Kroeg

In buurtkroeg Het Bierpul is het vaak gezellig en druk. Daan en Kacper behoren tot de vaste stamgasten. Sinds kort is ook Marlon geregeld in de kroeg te vinden. Hij voert daar vaak het hoogste woord en strooit met geld door de vele rondjes die hij geeft. Daan en Kacper storen zich mateloos aan het gedrag van Marlon. Het is een andere stamgast, Marijke, opgevallen dat Daan en Kacper telkens zeer geïrriteerd kijken wanneer Marlon weer eens het hoogste woord voert. Op een avond vertelt zij tegen hen dat er bij Marlon wel wat te halen valt, ook in de schuur, die altijd vrij toegankelijk zou zijn. Ze zegt erbij dat Daan en Kacper maar moeten bezien wat ze met die informatie doen. Kacper stelt voor om Marlon te overvallen. Daan vindt dat wat ver gaan, al is hij aangetrokken door het vooruitzicht zijn schulden te kunnen aflossen. Als Daan zijn twijfels uit, kijkt Kacper hem minachtend aan en antwoordt hij dat hij altijd al wel gedacht heeft dat Daan laf is en hij zelf ook wel ‘een lesje’ zou kunnen gebruiken.

Een week later besluiten Daan en Kacper een kijkje te nemen bij het huis van Marlon. Ze constateren dat de schuurdeur niet op slot zit en gaan naar binnen. Ze vinden niets van waarde. Kennelijk ligt het geld in de woning. Wel zien ze enkele rollen tape op de plank liggen. Kacper kijkt Daan veelbetekenend aan.

Als Daan dan opnieuw zijn twijfels uit en begint te protesteren noemt Kacper hem een aansteller en voegt er aan toe: ‘Zal ik jou ook eens laten voelen wat ik allemaal met die tape kan?’ Dan horen ze Marlon thuiskomen. Deze ziet dat zijn schuurdeur open staat en hij loopt naar binnen. Zodra Marlon de schuur in komt, pakt Kacper hem stevig vast en houdt hem in bedwang. Ondertussen wijst deze Daan op de tape en zegt dat hij die tape ‘misschien niet zal gebruiken wanneer Marlon zonder tegenstribbelen zijn portemonnee en huissleutels geeft.’ Marlon weigert en begint te schreeuwen, waarna Kacper hem tegen de grond werkt en tape over zijn mond plakt. Vervolgens gaat Kacper op hem zitten teneinde hem in bedwang te houden. Marlon weet zich los te worstelen en over en weer vallen klappen.

Daartoe aangespoord door Kacper houdt Daan Marlon vervolgens vast. Kacper pakt de portemonnee en huissleutels van Marlon en maakt aanstalten naar de woning te gaan. Voordat hij vertrekt zegt hij tegen Daan dat hij ‘dit karweitje straks zal afmaken’, waarbij hij naar Marlon wijst. Hij voegt er nog aan toe: ‘Waag het eens hem los te laten.’ Als Kacper na een paar minuten terug komt in de schuur ziet hij dat Marlon zich bijna uit de greep van Daan heeft los geworsteld. Wanneer Kacper in de buurt komt krijgt hij van Marlon een harde

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Eindtentamen 2017

Materieel Strafrecht - UL - Eindtentamen 2017

Vragen

Casus: Pech

Aris is een fervent dronevlieger. 1 Hij heeft thuis meerdere drones staan, en maakt vanuit zijn huis in Gorinchem (Zuid-Holland) regelmatig een vlucht met deze onbemande luchtvaartuigen. Hij is actief lid van de Nederlandse Vereniging van Dronevliegers. Een aantal van zijn drones is voorzien van een HD-camera, waarmee hij wekelijks prachtige beelden schiet van het Zuid-Hollandse landschap. Zijn Youtube-kanaal, waarop hij deze beelden plaatst, trekt wekelijks duizenden kijkers. Op het vliegen met drones is de Regeling modelvliegen van toepassing. In deze Regeling is onder meer het volgende bepaald:

  • Vluchten mogen alleen bij daglicht worden uitgevoerd.

  • Vluchten zijn alleen toegestaan tot een hoogte van maximaal 120 meter boven de grond.

  • Vluchten zijn niet toegestaan boven bebouwing, wegen en mensen.

  • Vliegen is verboden in no fly zones zoals rondom vliegvelden. In een straal van 3 km rondom vliegvelden is vliegen in elk geval verboden.

  • Modelluchtvaartuigen (zoals drones) dienen in elk geval voorrang te verlenen aan vliegtuigen, helikopters, zweeftoestellen, vrije ballonnen en luchtschepen.

Aris, als actief lid van de Nederlandse Vereniging van Dronevliegers, kent deze Regeling goed.

Op vijf kilometer van zijn woonplaats Gorinchem bevindt zich het Lingebos, een klein natuurgebied van ongeveer één vierkante kilometer, waar twee riviertjes doorheen kronkelen. Dit Lingebos levert prachtige beelden op zodra het van bovenaf wordt gefilmd met een drone. Het Lingebos bevindt zich op hemelsbreed 200 meter afstand van Gorcumse Airport. Gorcumse Airport had tot voor kort de status van militair vliegveld, waarvan alleen militaire toestellen gebruik mochten maken. Het had weliswaar die status, maar sinds 2007 werd er door geen enkel militair toestel gebruik gemaakt van het vliegveld. Een maand geleden vond er een belangrijke verandering plaats op Gorcumse Airport: het is omgedoopt tot burgerluchthaven, waardoor sindsdien ook burgers en commerciële luchtvaartbedrijven intensief gebruik maken van het vliegveld.

Aris weet dat het Lingebos zich in de buurt van Gorcumse Airport bevindt, en weet ook dat het eigenlijk sinds 2007 buiten gebruik is, hoewel het de officiële status van ‘vliegveld’ in die tijd niet heeft verloren. Hij weet echter niet dat Gorcumse Airport een maand geleden is opengesteld voor burgerluchtvaart.

Op vrijdag 21 april 2017 rond het middaguur maakt Aris een vlucht met een drone (voorzien van een camera) boven het Lingebos. Tegen de weersvoorspelling in breekt zelfs de zon even door de wolken; het levert een prachtig gezicht op van het Lingebos. Om het gebied in één shot met de drone te kunnen filmen brengt hij de drone naar een hoogte van 150 meter.

Felix vliegt vlakbij het Lingebos in zijn Cessna-vliegtuig. Felix is de enige persoon in dit kleine eenmotorige vliegtuigje. Hij is erg blij dat hij sinds kort zijn Cessna in de hangar kan zetten op Gorcumse Airport, vlakbij zijn woonplaats. Zodra hij de landing inzet breekt tot zijn verbazing de

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Deeltentamen 2017

Materieel Strafrecht - UL - Deeltentamen 2017

Vragen

IJscowagen als geldnetwagen

De zelfstandig automonteur Hugo, woonachtig in Leiden, heeft het financieel moeilijk omdat hij nauwelijks klussen binnenhaalt. Dit betekent wel dat hij meer tijd overhoudt om zijn dagboek bij te houden. Al enkele maanden schrijft hij hierin elke dag uitvoerig op wat hij allemaal doet en wat er in hem omgaat. Twee maanden geleden had hij eindelijk weer eens een klus. Het betrof een onderhoudsbeurt aan een geldnetwagen. Deze klus heeft hem op het ingenieuze idee gebracht om een geldnetwagen na te bouwen en daarmee bij de bank in Leiden geld ‘op te halen’. Ook dit ingenieuze idee tekent hij op in zijn dagboek. Na enkele weken de bank te hebben geobserveerd, heeft hij opgemerkt dat de geldnetwagen elke vrijdagavond (koopavond) om precies 21:00 uur de parkeerplaats van de bank oprijdt en dicht langs de muur waar het doorgeefluik zich bevindt, enkele seconden stil staat en weer vertrekt.

Na enig zoekwerk op marktplaats stuit Hugo op een ijscowagen met o.a. de volgende omschrijving; op versleten banden en versleten remblokken na een uitstekende ijscowagen. Vanwege de ingebouwde keukenapparatuur is het toegestane maximale gewicht van 3500 kilogram bereikt. Hugo koopt de ijscowagen en besluit hem tot geldnetwagen om te bouwen. Bij Sander - een oud ijzerboer, tevens een oude bekende van Hugo – bestelt Hugo een lading metalen platen (gewicht 500 kilogram). Hugo last al deze metalen platen op de ijscowagen. Nadat Hugo hiermee klaar is, geeft hij de ijscowagen een spuitbeurt. Het resultaat is dat de ijscowagen er van buiten als een geldnetwagen uitziet.

Op vrijdag 30 december 2016 besluit Hugo tot actie over te gaan. Er kan volgens Hugo niets fout gaan, omdat de weergoden hem gunstig zijn gezind; het regent namelijk al de hele dag heel hard waardoor weinig volk op de been is. Hij trekt een uniform aan dat niet te onderscheiden is van een echt uniform van het geldnetbedrijf. Verder bevestigt hij een pasje op zijn overhemd. Dit door Hugo gemaakte pasje is met het blote oog niet te onderscheiden van een echt medewerkerspasje van het geldnetbedrijf. Om enigszins onherkenbaar te zijn zet hij een nepsnor op en rijdt hij de omgebouwde ijscowagen, die van valse kentekenplaten is voorzien, richting de bank. Om 20:55 uur rijdt Hugo de parkeerplaats op en wordt (zoals gewoonlijk) direct opgemerkt door de bankmedewerker die alvast naar de kluis loopt waar het doorgeefluik zich bevindt. Hugo manoeuvreert de ijscowagen zodanig dat de schuifdeur aan de linkerzijde van de ijscowagen zich pal voor het doorgeefluik bevindt. Wanneer hij de schuifdeur opent, merkt de bankmedewerker dat de nepsnor van Hugo los zit en onmiddellijk trekt de bankmedewerker de geldkoffer terug en sluit het doorgeefluik. Hugo weet dat er iets mis is en rijdt weg.

Om zo min mogelijk op te vallen houdt hij zich zoveel mogelijk aan de verkeersvoorschriften. Wanneer hij enkele minuten later

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Herkansing 2016

Materieel Strafrecht - UL - Herkansing 2016

 

Vragen

Casus: DNA-spray Drama

Aditya Wibowo en Kevin Kanslos zijn al jarenlang bevriend. Met elkaar gingen ze naar de basisschool, samen gingen ze naar voetbal, ze zaten in dezelfde klassen op de middelbare school, en samen gingen ze ook het verkeerde pad op. Het begon met kleine vergrijpen, waarvoor zij via bureau HALT allerlei kleine taakstraffen moesten uitvoeren. Nu zijn ze 25, en ze beraden zich, vanwege uitzichtloze geldnood, op een overval van een pompstation langs de A7 ter hoogte van De Marne (Fryslan). Bij dit pompstation is een winkel gevestigd, waar je (naast het afrekenen van de getankte brandstof) nog wat andere zaken kunt aanschaffen. Op de avond van 17 november 2015 kienen ze met z’n tweeën bij Kevin thuis het plan volledig uit: ze bespreken de route naar het tankstation, kopen twee identieke sjaals, twee identieke donkere zonnebrillen, een grote sporttas en twee niet van echt te onderscheiden nepwapens die ze kunnen gebruiken om het personeel mee te bedreigen. Bij het bespreken van het plan stuiten ze op één probleem: beiden hebben geen rijbewijs en ook geen auto, en dat is waar Lieuwe Hofstee in beeld komt. Lieuwe is de voormalig buurjongen van Aditya, en beschikt over zowel een auto als een rijbewijs. Ze nodigen hem uit bij Kevin, en vragen hem “of hij gemakkelijk en snel geld wil verdienen als chauffeur”. Lieuwe heeft daar wel oren naar, en Aditya en Kevin doen hun plan uit de doeken. Lieuwe sputtert tegen vanwege het mogelijk gebruik van geweld, maar stemt in met de overval, vanwege het prettige vooruitzicht van een flinke buit. Ze spreken af dat Lieuwe niet hoeft te dreigen met geweld, en dat Aditya en Kevin met de twee nepwapens naar binnen zullen gaan. Lieuwe zal bij de auto wachten, en uit angst om herkend te worden via de mogelijke beveiligingscamera’s schaft hij een donkere zonnebril en een sjaal aan, precies dezelfde als Aditya en Kevin. Ze spreken af dat Aditya en Kevin beiden 40% van de buit krijgen, en Lieuwe de resterende 20%.

Volgens afspraak ontmoeten ze elkaar de dag erop om 17:00 uur bij Kevin thuis, spreken het plan nog een keer door, en vertrekken per auto naar het pompstation terwijl de avond valt. Lieuwe zit achter het stuur, en parkeert de auto rond 18:00 bij één van de pompen. Alle drie hebben ze hun donkere zonnebril al op; en alle drie binden de sjaals om hun gezicht. De sjaals bedekken hun mond en het onderste gedeelte van hun neus. Op deze wijze wandelen Aditya en Kevin in rustig tempo de winkel van de benzinepomp binnen. De twee nepwapens hebben ze in de binnenzak van hun jas. Aditya heeft de lege sporttas in zijn hand. Lieuwe blijft bij de auto staan, ter hoogte van één van de benzinepompen.  Zodra Aditya en Kevin zonder problemen en zonder aandacht

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Eindtentamen 2016

Materieel Strafrecht - UL - Eindtentamen 2016

Vragen

Casus Overwerkte Spoed brengt zelden Goed

Op de afdeling spoedeisende hulp van het Medisch Centrum Jerusche (MCJ) heerst sinds het vertrek van de teamleider een gespannen sfeer. Chirurg Yankel Janssen is de afgelopen vier maanden aangesteld als waarnemend teamleider. Yankel is weliswaar een uitstekende arts, maar is niet erg geliefd onder de staf van de afdeling vanwege zijn te autoritaire stijl van leidinggeven. Yankel heeft ook nog een baan buiten het MCJ bij een privékliniek waardoor hij niet veel tijd heeft voor klachten van zijn collega’s, nog los van het feit dat hij slecht reageert op kritiek. Eigenlijk is Yankel het meest overwerkt van iedereen op de afdeling.

Op 10 januari 2015, om 17:30 uur meldt de 43 jarige Shimon Cohen zich op de afdeling spoedeisende hulp, met klachten over ernstige buikpijn. Shimon is een goede bekende bij de afdeling omdat hij zich relatief vaak meldt met allerlei kwalen, die veelal niet ernstig zijn. Bij de ontvangstbalie wordt aantekening gemaakt van buikklachten en wordt hij gevraagd plaats te nemen in de wachtruimte. Tien minuten later wordt hij door de verpleegkundige Ruchel Feingold opgevangen. Ruchel heeft buitengewoon veel ervaring en staat op de afdeling bekend als ‘arts-plaatsvervanger’, wegens haar feilloze beoordelingen van klachten. Na een gesprek met Shimon besluit Ruchel dat zij uit de mogelijke aantekeningen die zij kan geven – ‘geen spoed’, ‘spoed’, ‘meer spoed’ – voor ‘meer spoed’ zal kiezen.

Ruchel denkt namelijk dat er sprake zou kunnen zijn van een darmperforatie, in welk geval zij dringend handelen noodzakelijk acht. In overeenstemming met het afdelingsprotocol betekent de waardering ‘meer spoed’ dat Shimon niet door een arts-assistent zal worden onderzocht, maar direct door Yankel.

Als de melding Yankel bereikt staat hij, na een lange dag met veel patiënten, net op het punt om te vertrekken naar de privékliniek, waar hij is ingeroosterd voor een operatie. Yankel raakt zeer geïrriteerd door de melding en roept Ruchel bij hem. Eerst vraagt hij haar waarom zij heeft gekozen voor de aantekening ‘meer spoed’. Als zij uitlegt dat zij denkt aan een darmperforatie en dat daarom naar haar oordeel onmiddellijk een CT-scan dient te worden verricht, slaat de irritatie van Yankel om in woede. Hij beschuldigt haar ervan dat zij hem probeert te frustreren. Tijdens een heftige woordenwisseling blijft Ruchel erop staan dat de situatie wel ernstig zou kunnen zijn, maar zij kan Yankel niet overtuigen. Yankel stuurt Shimon naar huis, met de opdracht de volgende dag terug te komen als hij zich niet beter voelt.

De volgende dag verschijnt Shimon weer rond 17:30 uur en meldt dat zijn buikpijn veel erger is geworden. Yankel heeft weer dienst en laat een CT-scan uitvoeren. Uit de scan blijken indicaties voor een darmperforatie. Yankel is evenwel nog steeds zeer geïrriteerd en overtuigt zichzelf ervan dat Shimon niets mankeert. Ruchel, die ook nog steeds overstuur is, vraagt om de

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Deeltentamen 2016

Materieel Strafrecht - UL - Deeltentamen 2016

Vragen

Casus: Sores in het feestelijk Zuiden

Op 13 februari 2015 is het feest in Tilburg. Het is carnaval en in de stad is het overal gezellig druk. Naarmate de avond vordert en de consumptie van alcohol bij veel feestvierders het niveau aanneemt dat voor de gezondheid en de gezelligheid niet zonder meer bevorderlijk is, ontstaan her en der opstootjes tussen dronken feestvierders. Zo ook in café Moshe's Mazzel. Om een uur of elf ’s avonds bevinden Feivel en enkele vrienden zich in dat café. Feivel besluit dat het tijd wordt voor een volgend biertje en begeeft zich naar de bar. Hoewel Feivel redelijk beschonken is, weet hij de bar zonder al te veel moeite te bereiken. Aan de bar staat Zelig. Deze heeft net met veel moeite een glas rode wijn besteld en gekregen en is door het lange wachten in een niet al te best humeur. Als Feivel vlakbij de bar is, stoot hij als gevolg van de drukte en omdat hij toch niet helemaal vast ter been is, tegen Zelig aan. Die laat daardoor zijn wijnglas vallen. Zelig ontdekt meteen wie de schuldige is. Hij is erg kwaad en pakt van de bar een halfvol glas met water en wil het water in de richting van het gezicht van Feivel gooien. Het glas is nat en glipt uit Zeligs handen. Het glas raakt de wenkbrauw van Feivel boven zijn rechteroog. Het breekt op het moment dat het tegen de wenkbrauw van Feivel aankomt. Meteen vloeit er bloed uit de snee die door het glas ontstaat. Feivel valt op de grond. Het bloed dat uit de snee vloeit komt in het oog van Feivel terecht. Die denkt even dat zijn oog is geraakt en hij daardoor blind of in ieder geval slecht ziend is geworden. Hij is in paniek en blijft op de grond liggen. Zelig is na de eerste klap hevig geschrokken en gooit direct het glas weg. Hij ontfermt zich over Feivel en belt 112. De politie arriveert korte tijd later. Zelig wordt door de politie aangehouden en overgebracht naar het politiebureau. Daar legt hij een verklaring af.

Verklaring van Zelig:

Ik was die avond met mijn vrouw maar we kregen ruzie. De zoveelste. En dat tijdens carnaval, de leukste dagen van het jaar. Ik had er dus goed de pest in. Vervolgens duurde het voor mijn gevoel een eeuwigheid voordat ik een wijntje kon bestellen. Ik had het nog niet in mijn handen om de eerste slok te nemen of er loopt iemand tegen mij aan. Het glas was vochtig, het was voor het inschenken van de wijn kennelijk gewassen, en viel daardoor uit mijn handen. Ik zat onder de rode wijn. De man keek mij met een dronken grijns aan. Ik weet niet of hij iets tegen mij heeft gezegd. Ik kan het me niet herinneren. Wat

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Herkansing 2015

Materieel Strafrecht - UL - Herkansing 2015

Vragen

Casus: Panne met Paardenkrachten

Op 2 april 2015 heeft op de Sumatralaan in Schin op Geul (provincie Limburg) rond 23.00 uur een aanrijding plaatsgevonden tussen een Audi A5, met Peter van Alpen als bestuurder, en een rode Jaguar, bestuurd door Daan Spanenburg. Als gevolg van die aanrijding heeft Peter van Alpen zwaar lichamelijk letsel aan zijn voorhoofd en borst opgelopen.

De politie heeft onderzoek ingesteld naar de toedracht van de aanrijding en het volgende geconstateerd.

Uit het proces-verbaal Verkeersongevallenanalyse d.d. 28 april 2015 blijkt het volgende:

De politie heeft op de plaats van het ongeluk sporen op het asfalt en aan de auto’s van het slachtoffer (Van Alpen) en de verdachte (Spanenburg) aangetroffen. De aangetroffen sporen zijn door het onderzoeksteam onderzocht. In de berm, gelegen naast de rijbaan, en op de rijbaan werden glassplinters aangetroffen. Direct achter de glassplinters werden op het asfalt krassporen en een rubberspoor aangetroffen. De auto van het slachtoffer is op de door die auto veroorzaakte afgetekende kras- en bandensporen geplaatst, om op die manier de plaats op de weg van het voertuig tijdens het moment waarop de aanrijding plaatsvond te bepalen. Daaruit werd geconstateerd dat het voertuig van Van Alpen zich tijdens de aanrijding voor driekwart in de berm en een kwart op de rijbaan heeft bevonden. Tevens werd op het wegdek een remspoor aangetroffen, gericht op de plaats van de aanrijding. Gezien de botspositie en de plaats op de weg van de auto van Spanenburg, hierna genoemd de verdachte, kan het niet anders zijn dan dat het rubberspoor afkomstig was van het linkervoorwiel van het voertuig van de verdachte. Op het moment van de botsing reed de de verdachte dus op de voor hem verkeerde weghelft. Ten tijde van het ongeval was het donker. De straatlantaarns stonden aan. Het asfalt was nat door overvloedige regenval. Hierna is aan de hand van de aangetroffen sporen de snelheid berekend, waarmee de verdachte bij benadering moet hebben gereden. De snelheid betrof bij het aanvangen van het remmen minimaal 64 kilometer per uur en maximaal 77 kilometer per uur. De maximumsnelheid op de Sumatralaan op de plaats van het ongeval bedraagt 60 kilometer per uur.

In het proces-verbaal van bevindingen van de politie d.d. 2 april 2015 staat onder meer het volgende:

Na de aanrijding bestond het vermoeden dat de de verdachte alcohol had genuttigd. Bij de de verdachte is een ademtest afgenomen. Daarna is een bloedproef uitgevoerd. Hieruit is gebleken dat het promillage van het bloed van de verdachte ten tijde van het onderzoek boven de wettelijke grens van 0,5 milligram alcohol per milliliter bloed gelegen was. Het alcoholgehalte bedroeg namelijk 0,68 milligram alcohol per milliliter bloed.

Verklaring van de verdachte Daan Spanenburg bij de politie d.d. 3 april 2015, voor zover relevant:

Ik reed op 2 april 2015 op de Sumatralaan in Schin op Geul. Ik had na

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Eindtentamen 2015

Materieel Strafrecht - UL - Eindtentamen 2015

Vragen

Casus: Creatieve Kunstvernietiging

Op 12 mei 2015 om 1.00 uur besluit Edvard Hals dat het tijd is zijn kroeg - kroeg De Waterlelies aan de Monetlaan 14 te Dordrecht - te sluiten. De enige die op dat moment nog aan de bar zit, is Vincent van Rijn, één van de stamgasten van De Waterlelies die geregeld blijft om Edvard te helpen met het afsluiten van de kroeg. Terwijl Edvard achter de bar glazen een het spoelen is, stormen twee mannen met bivakmutsen de kroeg binnen. Ze roepen: "Geld, geld, geef me nu al je geld". Eén van de mannen heeft een pistool in zijn hand, de andere een mes. De man met het pistool loopt op Vincent af en zet het pistool tegen diens hoofd. Vincent verweert zich en raakt in een gevecht met de gewapende overvaller. Er vallen een paar stevige vuiststoten. De overvaller met het mes loopt dreigend naar Edvard toe.

Over wat er daarna is gebeurd, verklaart Edvard in zijn aangifte het volgende:

"Ik heb toen van onder de bar een busje traangas gepakt, dat ik daar al een tijd bewaar voor lastige situaties. Tot deze geëscaleerde nacht heb ik het gelukkig nog nooit hoeven gebruiken. Daar heb ik toen mee gespoten. Ik heb eerst in richting de man met het mes gespoten en toen naar de man met het neppistool - dat was trouwens overduidelijk van plastic. Toen renden ze wel jankend de kroeg uit. Helaas hebben ze wel het geld van Vincent en de hele omzet van die avond uit de kassa te pakken gekregen."

Het dossier inzake de overval op Kroeg de Waterlelies bevat ook een getuigenverklaring van getuige Munch. Hij verklaart als volgt:

"In de nacht van 11 op 12 mei 2015 omstreeks een uur of half 1 stond ik voor mijn deur, ik had net de hond uitgelaten, schuin tegenover de ingang van Kroeg de Waterlelies. Uit de richting van de Rembrandtstraat zag ik twee mensen aan komen lopen. Ze stopten valk bij me in de buurt onder een lantaarnpaal. Ze droegen beiden een bivakmuts. Ik zag vanaf de Hoogvliet een derde man op een racefiets aan komen rijden. Hij stond kort stil bij de twee andere mannen onder de lantaarnpaal om wat tegen hen te zeggen. Daarna reed hij er weer vandoor. Ik hoorde de twee mannen onder de lantaarnpaal overleggen. Een van de twee, die een op een pistool gelijkend voorwerp in zijn hand leek te hebben zei dat hij het wilde doen. Hij nam duidelijk het roer in handen. Ik ben toen mijn huis ingelopen om mijn telefoon te pakken en 112 te bellen. Toen ik ongeveer een halve minuut later terugkwam, zag ik de man op de fiets voor de kroeg rondjes rijden."

Door het optreden van kroegbaas Hals worden de overvallers weer de straat op gewerkt. De door de

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Deeltentamen 2015

Materieel Strafrecht - UL - Deeltentamen 2015

Vragen

Casus: pianoles

De 57-jarige Bernhard Rubinstein geeft al 5 jaar elke twee weken pianoles aan de 28-jarige volstrekt amuzikale Johan Pach in Den Haag. Bernhard probeert Johan stap voor stap de kunst van het pianospelen bij te brengen.

Na 5 jaar kan Johan echter nog geen ritme houden, en ook van de overige vaardigheden die een beginnend pianist zou moeten bezitten, is geen schijn van aanwezigheid. De tweewekelijkse pianolessen die ongeveer anderhalf uur in beslag nemen is Bernhard dan ook na een tijdje goed zat. Het stoort Bernhard ontzettend dat hij ondanks zijn uitstekende lessen geen enkele voortgang in het pianospelen bij Johan, onder anderen omdat Johan zelf heel tevreden lijkt te zijn met de kwaliteit van muzikale vaardigheden en de les elke twee weken als een groot pianist die net een staande ovatie van zijn publiek heeft gekregen de les uitloopt.

Op Prinsjesdag besluit de ‘virtuoos’ Johan met zijn pianospel geld te verdienen om zijn studieschuld af te betalen. Hij zet hij zijn keyboard op straat, en legt de kist waar zijn keyboard in zat op straat waar mensen hun geld in kunnen gooien als ze betoverd zijn door de meesterlijke kwaliteit van Johans pianospel.

Op de ochtend van Prinsjesdag loopt Bernhard een rondje door de binnenstad van Den Haag om de gouden koets voorbij te zien komen. Zodra hij zijn leerling Johan ziet slaat het schaamrood hem op de kaken. Tot overmaat van ramp begint Johan ook nog eens luidkeels atonaal te zingen bij zijn verschrikkelijke pianoconcert. Alle opgekropte woede van de afgelopen 5 jaar komt ineens naar boven bij Bernhard. Hij pakt de keyboardkoffer, gooit het weinige geld dat er in zat eruit, klapt hem dicht en deelt er één harde klap mee uit op het hoofd van Johan. Johan stort meteen neer, en overlijdt korte tijd daarna ten gevolge van het zware hersenletsel dat hij heeft opgelopen bij de klap met de koffer. Net als de meeste keyboardkoffers weegt deze (zonder keyboard) 3,5 kg en heeft een hard houten beschermlaag aan de buitenkant.

Als Bernhard diezelfde dag op het politiebureau in de verhoorkamer zit, in het bijzijn van zijn raadsman, hoort hij dat Johan is overleden. Hij schrikt zich duidelijk een ongeluk, en verklaart onder meer het volgende:

"Ik kon er niet meer naar luisteren. Al mijn woede kwam toen samen, en in die woede wilde ik hem een stevige klap geven. Ik wilde eigenlijk met name voorkomen dat hij nog verder zou spelen en meer mooie muziek zou verpesten, verder maakte het me allemaal niks uit. Ik wil u wel graag op het hart drukken dat mijn intentie nooit was om hem te laten overlijden, ik vind het verschrikkelijk dat hij het leven gelaten heeft. Ik ben mij ervan bewust dat je met een gemiddelde keyboardkoffer een stevige klap kunt uitdelen, maar ik heb er op dat

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Extra oefententamen 1

Materieel Strafrecht - UL - Extra oefententamen 1

Vragen

Casus: De ballonvaart

Op zaterdag 2 september 2014 is Maaike Vaart jarig. Van haar man (Mitchell) heeft ze een ballonvaart cadeau gekregen. De ballonvaart moest plaatsvinden in de buurt van de Zuid-Hollandse plaats Boskoop. Niet alleen Maaike behoorde tot de passagiers, ook Mitchell en hun beide kinderen (Charley en Jack) waren van de partij. De ballonvaart is geregeld bij het bedrijf Zuid-Hollandse Ballonvaart BV, dat wordt gerund door Menno Moors en Theo De Hemel.

Menno Moors is eigenaar van een ballon en in het bezit van alle benodigde vergunningen om ballon te mogen varen. Onderdeel van de cursus voorafgaand aan het mogen varen met een ballon is kennismaking met de geldende regelgeving, waaronder de Regeling vluchtuitvoering ballonnen. Deze regeling vereist onder meer dat een ballonvaarder een minimaal aantal vluchten moet hebben gevaren, alvorens passagiers aan boord te mogen nemen. Bij gebreke daarvan kan de vergunning worden ingetrokken, maar dat gebeurt in de regel zelden. Door het matige zomerweer had Menno nog niet genoeg vaartervaring opgedaan.

Theo De Hemel helpt onder andere bij het startklaar maken van de ballon. Over het gebrek aan vaartervaring werd tussen Menno en Theo niet gesproken. Het was bij beide bekend. Er werd van uitgegaan dat die onervarenheid vanzelf zou verdwijnen. Veel varen was het devies. 2 september 2014 was een uitgelezen vaartdag. De gemeente Alphen aan den Rijn (waar Boskoop onder valt) had Menno vrij snel een vergunning die dag te mogen varen gegeven. De gemeente controleert een aanvraag vrijwel altijd oppervlakkig en zo ook deze keer. Met de toestemming op zak, belt Menno Mitchell Vaart en deelt hem mede dat de ballonvaart aan het begin van de avond zou plaatsvinden. Mitchell en zijn gezin spoedden zich naar de plaats van vertrek. Tijdens het gereed maken van de ballon ontdekt Theo dat het startgewicht niet klopte. Tevens merkt Theo dat Menno een passagier te veel meeneemt. Theo maakt Menno hierop attent. Menno weigert aan de grond te blijven, terwijl hij daartoe wel verplicht is op grond van het vlieghandboek. ‘Kijk eens hoe mooi weer het is. Eindelijk. Laat me lekker varen. Ik maak me niet druk over het gewicht’, aldus Menno. Het argument van Theo dat hij verplicht is het startgewicht te bepalen op grond van het vlieghandboek weet Menno evenmin te overtuigen. ‘Het zal wel loslopen’, aldus opnieuw Menno. Ook het overschrijden van het maximaal aantal mee te voeren passagiers wuift Menno weg: ‘Eentje meer of minder zal niet uitmaken.’

Theo laat na er verder op in te gaan en de ballon wordt voor vertrek gereed gemaakt. Vlak voor de afvaart mogen Maaike, Mitchell en de kinderen instappen. Daarna stijgt de ballon op. Zo´n vijftig minuten na vertrek zet Menno de landing in. Recht voor hem ligt een veld dat goed als landingszone dienst kan doen. Het weiland ligt bij het dorpje Nieuwkoop, gemeente Alphen aan

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Extra oefententamen 2

Materieel Strafrecht - UL - Extra oefententamen 2

Vragen

Casus ‘De Koelcel’

Natuurslager Mees is een klein bedrijf dat gevestigd is in Boskoop, in de gemeente Alphen aan den Rijn.

Mees is als natuurslager gespecialiseerd in het biologisch slachten en is ook aangesloten bij de verenigingen EetGezond en VERS. Moos Mees is de oudste van de zesde generatie van de familie Mees, en is de eigenaar van Mees . Verder zijn er twee werknemers voor de schappen en het magazijn, genaamd Jacob De Hond en Jenny Helstra. Daarnaast is er nog een administratief medewerkster, Fanny van Troost.

Voor het opslaan van vlees beschikt het bedrijf onder meer over een omvangrijke koelcel, waar het vlees in een zeer koude omgeving wordt opgeslagen. Jacob en Jenny lopen geregeld met dozen vol vleesvlees de koelcel in en uit. De schuifdeur van de koelcel heeft een veiligheidsknop, die ervoor moet zorgen dat de deur ook van binnenuit te openen is. De knop is echter al geruime tijd defect, en Jenny heeft al meermalen tegen Moos Mees gezegd dat hij de knop moet laten repareren. Moos schuift dat echter steeds voor zich uit.

De laatste keer dat Jenny in het bijzijn van Moos en Jacob de defecte knop ter sprake bracht, en zei dat het toch wel heel gevaarlijk was om opgesloten te raken, was Moos' reactie: “Het bedrijf kan zich een dure reparatie helemaal niet veroorloven. Het geld groeit me niet op de rug! Jullie moeten maar gewoon opletten dat er niemand in de koelcel zit als je de deur achter je dicht doet. Als jullie nu eindelijk eens wat harder zouden werken zouden we wat meer verdienen, en dan kan ik misschien wel naar dit soort luxeproblemen kijken. Bovendien, als je niet wat sneller opschiet kun je je biezen pakken. Voor jou tien anderen! En dat geldt ook voor jou, Jacob.” Jacob is het met Moos eens dat Jenny niet zo moeilijk moet doen. Als Moos buiten gehoorsafstand is, zegt hij tegen Jenny: “Wat een onzin kun jij uitkramen zeg. Als je de koelcel in gaat, moet je gewoon snel weer wegwezen en opletten dat iemand anders de deur niet dicht doet. Daarnaast moet je eens wat meer opschieten met dat vlees. Je hoort toch wat Moos zegt: gewoon eens een keertje hard doorwerken voor de verandering.”

Op vrijdagmiddag 29 augustus 2014 is Jacob bezig om dozen vol vleesvlees de koelcel in te tillen. Terwijl hij steeds teruggaat om een nieuwe doos te pakken laat hij de schuifdeur van de koelcel openstaan. Als hij even weg is komt Fanny het magazijn binnen en gaat de koelcel in, omdat ze wil tellen hoeveel dozen met vlees er staan opgeslagen. Voor de boekhouding van het bedrijf is het nodig om precies te weten hoeveel vlees er aan het eind van het boekjaar in voorraad is. Fanny komt daarom maar één keer per jaar in de koelcel,

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Extra oefententamen 3

Materieel Strafrecht - UL - Extra oefententamen 3

Vragen

Casus ‘Het Boze Schaap’

In Glanerbrug, een klein Overijssels dorpje in de buurt van Enschede, bevindt zich al jaren een goedlopend Italiaans restaurant, ‘Toscana’ geheten. Het is het enige restaurant van het dorp, totdat zich eind 2013 in de buurt van ‘Toscana’ nog een restaurant vestigt: ‘Het Boze Schaap’.

Dit restaurant is gevestigd in een vrijstaand pand, net buiten de bebouwde kom, aan een drukke provinciale weg. Het beschikt over ruim voldoende parkeergelegenheid en een schitterend interieur. Al snel blijkt de aantrekkingskracht van dit restaurant op de dorpelingen groot. Tessa, de eigenaresse van het Italiaanse restaurant, ziet met lede ogen aan hoe haar klandizie steeds verder afneemt. Tegelijkertijd komt haar ter ore dat de eigenaar van het nieuwe restaurant, Dennis, allerlei lasterpraatjes over haar en haar producten verspreidt.

De afnemende klandizie bezorgt Tessa flinke hoofdbrekens. Als de terugloop zich doorzet, zal het immers niet lang duren voordat zij haar met zoveel liefde en doorzettingsvermogen opgebouwde restaurant zal moeten opdoeken. Ook persoonlijk klikt het niet tussen de beide restauranteigenaren. Langzaamaan groeit bij Tessa dan ook de overtuiging dat deze concurrent moet worden uitgeschakeld. Goedschiks of kwaadschiks. Als blijkt dat aanpassingen in het menu, speciale (prijs-)acties en evenementen niets uithalen en haar het water tot na aan de lippen staat, besluit ze over te gaan tot drastischer maatregelen.

Zou Het Boze Schaap het overleven als het een aantal weken of maanden dicht zou moeten?, zo vraagt zij zich af. Met deze gedachte in het achterhoofd benadert Tessa Jos en Edward. Beide heren zijn lokaal bekende drugsgebruikers en om die reden zitten zij eigenlijk altijd in geldnood. Ze wil, zo zegt ze tegen Jos en Edward, dat zij ‘Het Boze Schaap’ in de as leggen. De wijze waarop maakt haar niet zo veel uit, als er maar geen sporen worden achtergelaten. Als beloning zullen zij ieder € 500,- ontvangen. Jos en Edward beloven het karweitje naar behoren uit te voeren.

Jos stelt Edward voor om een molotovcocktail te maken en die bij het restaurant naar binnen te gooien. Uit zijn krakersverleden weet hij nog wel hoe een molotovcocktail moet worden gemaakt.

Het is vrij eenvoudig, zo zegt hij desgevraagd. Je hebt een fles nodig en als lont een lap stof. De fles moet worden gevuld met een mengsel van benzine of kerosine met (motor)olie. De olie, zo zegt hij, heb je nodig omdat het mengsel daardoor beter blijft plakken en het zo de werking van de brandbom verhoogt. Het is niet moeilijk voor Jos en Mario om de ingrediënten voor een molotovcocktail bij elkaar te krijgen. Met alle benodigdheden in de kofferbak van de auto die ze van Tessa mochten lenen, besluit Mario op een middag polshoogte te nemen bij Het Boze Schaap. Verschillende keren passeert hij op de provinciale weg het restaurant om de beste vluchtroute te kiezen. Het valt hem op dat er

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht - UL - Extra oefententamen 4

Materieel Strafrecht - UL - Extra oefententamen 4

Vragen

Casus ‘Hello Kitty’

Omdat Quirine, de dochter van Harry, helemaal weg is van Hello Kitty, besluiten Harry en zijn vrouw op een dag Quirine mee te nemen naar de tijdelijke Hello Kitty tentoonstelling in het SieboldHuis in Leiden. Het is voor het eerst in jaren dat Harry in een museum komt en terwijl Quirine zich samen met haar moeder vergaapt aan de Hello Kitty prullaria, loopt Harry langs de prachtige vaste collectie aan Japanse kunst. Nu is Harry geen groot kunstliefhebber, wel heeft hij een goed oog voor buitenkansjes. Al slenterend langs de vitrines met Japanse etsen valt hem al snel op dat de beveiliging van deze vitrines niet optimaal is. Veel meer dan een eenvoudig cilinderslot per vitrine en een camera in de hoek van elke zaal kan Harry zo snel niet vinden. Nieuwsgierig als hij is begint Harry zo onopvallend mogelijk de beveiliging van het pand als geheel onder de loep te nemen. Al snel constateert hij dat de achterkant van het pand aan een binnenplaatsje grenst, welk binnenplaatsje op zijn beurt grenst aan de achtertuinen van verschillende woningen naast en achter het SieboldHuis. Dit biedt naar het oordeel van Harry de nodige perspectieven. Wanneer vervolgens ook nog eens blijkt dat het raam van de herentoiletten op het binnenplaatsje uitkomt, is het enthousiasme van Harry niet meer te temperen.

Thuisgekomen belt hij zijn broer Bertus om hem zijn bevindingen te vertellen. Hoewel Harry en Bertus al een tijdje op het rechte pad zijn, begint er ook bij Bertus iets te kriebelen wanneer hij het verhaal van zijn broer hoort. De broers hebben een rijk crimineel verleden van vooral woninginbraken, maar de laatste jaren, sinds ze zogezegd ‘aan de vrouw zijn’, doen ze het wat rustiger aan. Toch besluiten Harry en Bertus dat het tijd is voor een laatste kunstje. Ze besluiten binnenkort met zijn tweeën in te breken in het SieboldHuis om vervolgens zoveel mogelijk etsen, landkaarten en andere waardevolle spullen mee te nemen. Hierbij zullen zij gebruik maken van het binnenplaatsje en het raampje van de herentoiletten. Via de poort naast cocktailbar Flamengo moet het een koud kunstje zijn om via een paar tuinen naar het binnenplaatsje van het SieboldHuis te klimmen.

Zo gezegd zo gedaan. Op de dag van de inbraak gaat Bertus, vergezeld van zijn dochter Treesje, naar het SieboldHuis. Terwijl ditmaal Treesje zich vergaapt aan de Hello Kitty prullaria brengt Bertus een bezoekje aan het herentoilet en zet daar het toiletraampje op een kiertje. Diezelfde middag belt Harry zijn oude vriend Cas – die tevens taxichauffeur is – met de vraag of hij Harry en Bertus die nacht om ongeveer één uur bij cocktailbar Flamengo wil afzetten en ze ongeveer een half uurtje later weer naar huis wil rijden. Harry vertelt dat zij die avond na sluitingstijd een afspraak hebben met de barman van Flamengo, omdat

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Promotions
special isis de wereld in

Waag jij binnenkort de sprong naar het buitenland? Verzeker jezelf van een goede ervaring met de JoHo Special ISIS verzekering

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Check the related and most recent topics and summaries:
Activity abroad, study field of working area:
Institutions, jobs and organizations:
Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
1841