Vraag 1
Als een persoon een verticale lijn moet zoeken te midden van schuine lijnen, dan …
… neemt de reactietijd toe naarmate er meer schuine lijnen zijn.
… neemt de reactietijd toe naarmate er meer verticale lijnen zijn.
… is de reactietijd afhankelijk van het aantal schuine lijnen.
Vraag 2
Het bestaan van patiënten met visuele-object-agnosie (deze mensen kunnen bijvoorbeeld objecten wel natekenen, maar niet herkennen) ondersteunt …
… Biedermans (1986) theorie van objectherkenning waarin het herkennen van gehele objecten een eindpunt is.
… Biedermans (1986) theorie van objectherkenning waarin het herkennen van delen van objecten een eindpunt is.
… Biedermans (1986) theorie van objectherkenning waarin het herkennen van de basisvorm objecten een eindpunt is.
Vraag 3
De herinnering aan je lunch bevindt zich in je … geheugen en je kennis over voorwerpen bevindt zich in je … geheugen.
episodisch; semantisch
kortetermijngeheugen; langetermijngeheugen
impliciet; expliciet
Vraag 4
Als je vanochtend op je fiets bent gekomen, is dat opgeslagen in je … geheugen, wat een fiets is opgeslagen in je … geheugen en hoe je erop moet fietsen in je … geheugen.
kortetermijngeheugen; langetermijngeheugen; impliciet
episodisch; semantisch; procedureel
kortetermijngeheugen; semantisch; impliciet
Vraag 5
Volgens Gray heeft de psychologische wetenschap de sterkste verbanden met twee andere wetenschapsvelden, namelijk …
… scheikunde en biologie.
… sociologie en natuurkunde.
… biologie en sociologie.
Vraag 6
Het gedrag van Clever Hans, een paard dat leek te kunnen rekenen, bleek voor een groot deel te kunnen worden toegeschreven aan …
… proefleider ziet wat hij wil zien (observer bias)
… interpretatiefouten (inferential bias)
… proefleider verwachtingen (observer-expectancy effects)
Vraag 7
Welke van onderstaande beweringen is waar?
Hypothesen ondersteunen feiten, hypothesen worden afgeleid uit theorieën.
Feiten ondersteunen hypothesen, hypothesen worden afgeleid uit theorieën.
Hypothesen ondersteunen feiten en worden afgeleid uit theorieën.
Vraag 8
Actiepotentialen van een specifiek neuron …
… verschillen in sterkte.
… zijn allemaal even sterk.
… nemen af in sterkte als er meerdere keren gevuurd wordt.
Vraag 9
Welke beschrijving past bij het fenomeen long term potentiation?
Als een postsynaptisch neuron vuurt vlak nadat een presynaptisch neuron heeft gevuurd, dan wordt de verbinding tussen de twee neuronen versterkt.
Als een postsynaptisch neuron vuurt vlak nadat een presynaptisch neuron heeft gevuurd, dan wordt de verbinding tussen de twee neuronen verzwakt.
Als een presynaptisch neuron vuurt vlak nadat een postsynaptisch neuron heeft gevuurd, dan wordt de verbinding tussen de twee neuronen verzwakt.
Vraag 10
Volgens de evolutietheorie is de uitspraak ‘wormen zijn even ver geëvolueerd als mensen’…
… waar.
… niet waar.
Vraag 11
Mannen zijn over het algemeen agressiever dan vrouwen. De evolutietheorie kan dit verschil verklaren en sommige advocaten gebruiken deze verklaring om aan te tonen dat hun mannelijke cliënt die dreigt te worden veroordeeld voor een agressief delict niet verantwoordelijk was voor zijn daden. Volgens Gray is de redenering van een dergelijke advocaat gebaseerd op de …
… regressie valkuil (regression fallacy).
… deterministische valkuil (deterministic fallacy).
… naturalistische valkuil (naturalistic fallacy).
Vraag 12
Bij lachtherapie gaat men er vanuit dat je gelukkiger wordt door te lachen. Volgens Ekmans gezichtsterugkoppelingstheorie (facial feedback theory) geldt hierbij dat …
… lachen het voelen van geluk mede veroorzaakt.
… de lachspieren door een snelle route via de frontale kwabben feedback geven op processen in een langzame route via de amygdala.
… emotie aanvankelijk losgekoppeld kan worden van de werkelijke gemoedstoestand, waarbij uiteindelijk de emotie ook ervaren wordt.
Vraag 13
Onderzoek bij apen laat zien dat verschillen in de hersenen tussen mannetjes en vrouwtjes die geassocieerd worden met seksueel gedrag, bepaald worden door de aanwezigheid of afwezigheid van … rond de …
dopamine; pubertijd.
testosteron; pubertijd.
testosteron; geboorte.
Vraag 14
Seksueel gedrag van mannen en vrouwen is complex, maar het is duidelijk dat leerprocessen hierbij een rol spelen. Basisonderdelen van leerprocessen bij seksueel gedrag kunnen soms goed onderzocht worden door middel van diermodellen. Mannetjesvissen van de blue gourami (bepaald soort vissen) kregen herhaaldelijk een lampje te zien waarna een vrouwtjesvis verscheen. Na deze training reageerden ze op het aangaan van het lampje door …
… onmiddellijk te zoeken naar een vrouwtjesvis.
… onmiddellijk naar het lampje toe te zwemmen.
… onmiddellijk amoureus te worden.
Vraag 15
Als bij apen de beloning voor bepaald gedrag wordt verlaagd van 5 bananen naar 2, dan gaan de apen …
… hetzelfde responderen als ratten die altijd maar 2 bananen kregen.
… meer responderen dan ratten die altijd maar 2 bananen kregen.
… zelfs minder responderen dan ratten die altijd maar 2 bananen kregen.
C
A
A
B
C
C
B
B
A
A
B
A
C
C
C
Add new contribution