Staatsrecht 2 - Recht - RUG - B2 - Oefenbundel
- 2879 keer gelezen
Beschrijf welke rol individuele burgers volgens Rousseau hebben bij de vaststelling van wetten in een staat die op het sociale contract gebaseerd is.
Aan de Nederlandse Grondwetten van 1814 en 1815 ligt niet de theorie van de volkssoevereiniteit ten grondslag. Geef hiervoor een historische verklaring.
Verschilt de verplichting van wethouders tot het afleggen van verantwoording aan de gemeenteraad van de verplichting van ministers tot het afleggen van verantwoording aan de Staten-Generaal? Motiveer uw antwoord.
Volgens het Handboek van het Nederlandse staatsrecht is “een zekere tweesporigheid” bij de interpretatie van de Nederlandse Grondwet ontstaan: de bevoegdheid tot bindende uitleg van grondwetsbepalingen is niet exclusief opgedragen aan één maar aan meerdere staatsorganen. Geef een constitutionele verklaring voor die tweesporigheid en geef nauwkeurig aan welke staatsorganen tot bindende grondwetsinterpretatie bevoegd zijn.
Op 11 maart jongstleden oordeelde de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag over de relatie tussen de Wet bewaarplicht telecommunicatiegegevens en de artikelen 7 en 8 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. In het vonnis overwoog de rechter onder meer het volgende:
Vooropgesteld wordt dat de vordering zich richt tegen de Staat als wetgever en strekt tot het buiten toepassing doen verklaren van een deel van een wet in formele zin. De burgerlijke rechter kan (onderdelen van) een wet in formele zin in kort geding slechts buiten toepassing verklaren indien en voor zover deze onmiskenbaar onverbindend is wegens strijd met eenieder verbindende bepalingen van verdragen en besluiten van volkenrechtelijke organisaties. Bron: ECLI:NL:RBDHA:2015:2498
Hoe verhoudt deze overweging zich tot de redenering van de Hoge Raad in het arrest Rusttijden (HR 2 november 2004)?
In de aanloop naar de zomervakantie stoort Paulus de Waard, gemeenteraadslid in de gemeente Nuenen, Gerwen en Nederwetten (Noord-Brabant) zich aan het grote aantal langdurig op de openbare weg gestalde caravans, vouwwagens en campers. Hij stelt voor dat de gemeenteraad in de algemene plaatselijke verordening zal bepalen dat het verboden is “om een woonwagen, kampeerwagen, caravan, camper of ander dergelijk voertuig dat voor recreatie althans voor andere dan verkeersdoeleinden wordt gebruikt, langer dan gedurende drie achtereenvolgende dagen binnen de bebouwde kom op de openbare weg te plaatsen of te hebben”. Dit verbod zou het nodeloos ontsieren van het straatbeeld moeten tegengaan. De Nuenense burgemeester Dethleffs denkt dat de gemeenteraad tot het stellen van de door De Waard geopperde voorschriften niet bevoegd is. Dethleffs wijst er op dat het Reglement verkeerstekens en verkeersregels 1990, de op de Wegenverkeerswet 1994 steunende algemene maatregel van bestuur die beoogt de verkeersveiligheid te regelen, al regels bevat over parkeren. In een dergelijk geval kan, zo stelt de burgemeester, de gemeenteraad daar niet ook nog eens regels over maken. Deelt u de kritiek van de burgemeester?
Is het de Nederlandse rechter toegestaan een wet in formele zin buiten toepassing te laten als toepassing ervan niet verenigbaar is met ongeschreven volkenrecht? Leg nauwkeurig uit waarom (niet).
Mexico is geen verdragspartij bij het Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (EVRM). Een toerist die enkel de Mexicaanse nationaliteit heeft verblijft voor vakantiedoeleinden in Groningen. Hij heeft vernomen dat, terwijl hij ‘s avonds in ander dan echtelijk gezelschap door de binnenstad liep, van hem cameraopnames zijn gemaakt. Hij meent dat de burgemeester van Groningen, bij de uitoefening van de hem bij gemeentelijke verordening op grond van art. 151c Gemeentewet toebedeelde bevoegdheden, zijn recht op respect voor zijn privéleven in de zin van het EVRM heeft geschonden. De burgemeester stelt dat de toerist, als niet Nederlander, geen aanspraak kan maken op bescherming van het EVRM. Kan de klacht van deze toerist over de burgemeester van Groningen, hoewel de toerist Mexicaan is, worden voorgelegd aan het Europees Hof voor de Rechten van de Mens? Zo ja, onder welke voorwaarden? Zo neen, waarom niet?
De Algemene Plaatselijke Verordening (APV) van de gemeente Uden bepaalt onder meer dat het verboden is om zonder vergunning van het college een seksinrichting te exploiteren. Van de exploitant en de beheerder eist de APV dat ze “niet in enig opzicht van slecht levensgedrag” zijn. In het geval de beheerder en de exploitant niet aan die eis voldoen, wordt een vergunning voor de exploitatie van een seksinrichting geweigerd. De afgegeven vergunningen hebben een beperkte geldigheidsduur. In 2004 heeft het college de door een exploitant van een seksinrichting gevraagde verlenging van de vergunning geweigerd, omdat gebleken is dat de exploitant meerdere strafbare feiten heeft gepleegd. De exploitant heeft tegen deze weigering rechtsmiddelen aangewend. Op 24 maart 2006 oordeelde de bevoegde rechtbank onder meer:
De rechtbank is van oordeel dat [de APV] een beperking van de vrije arbeidskeuze van de exploitant of beheerder van de seksinrichting inhoudt, welke ingevolge artikel 19, derde lid, van de Grondwet alleen is toegestaan indien deze beperking bij of krachtens de wet is gesteld. Artikel 151a van de Gemeentewet verleent de gemeenteraad naar het oordeel van de rechtbank slechts in algemene termen verordenende bevoegdheid inzake de bedrijfsmatige exploitatie van een seksinrichting en kan derhalve niet worden aangemerkt als een specifieke wetsbepaling als door artikel 19, derde lid, van de Grondwet vereist om een beperking van de vrije arbeidskeuze mogelijk te maken. De rechtbank is dan ook van oordeel dat voornoemde APV-bepaling verbindende kracht mist wegens strijd met artikel 19, derde lid, van de Grondwet. Bron: ECLI:NL:RBSHE:2006:AV8180
Hoe verhoudt dit oordeel zich tot de bij de grondwetsherziening van 1983 aanvaarde beperkingensystematiek? Bespreek in uw antwoord wat die systematiek inhoudt.
Naar aanleiding van de intocht van Sinterklaas in Amsterdam in 2013 zijn enkele juridische procedures gevoerd. De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in november 2014 uitspraak gedaan over de beroepen die waren ingesteld tegen de beslissing van de burgemeester om de voor deze intocht benodigde evenementenvergunning te verlenen. Appellanten stelden zich (samengevat) op het standpunt dat de burgemeester de intocht had moeten verbieden, nu deze discriminatoire kenmerken zou hebben. Is de burgemeester, gelet op de toepasselijke bepalingen van de Grondwet en de Wet openbare manifestaties, bevoegd de intocht op de door appellanten aangevoerde gronden te verbieden?
Wetten behoren volgens Rousseau het product van de algemene wil te zijn. De taak van individuele burgers is het om deze wetten zelf, in de volksvergadering vast te stellen. Uiteraard houdt dit ook in dat zij moeten beoordelen of voorgelegde wetsvoorstellen conform de algemene wil zijn.
De Nederlandse constitutionele monarchie is deels een reactie op de Franse tijd en het bewind van onder meer Robespierre en Napoleon. De Franse Revolutie had geleid tot bloederige excessen en Europese oorlogen. Volgens velen in Nederland was er een rechtstreeks verband met de democratische inslag van de Franse Revolutie.
Wethouders zijn op grond van 169 lid 1 Gem.wet individueel en collectief verantwoording schuldig over hen collectief gevoerde bestuur (collegialiteitsbeginsel). Nederlandse ministers zijn verantwoording schuldig voor het algemeen regeringsbeleid en overigens verantwoording schuldig voor het door hen individueel gevoerde bestuur. Dit op basis van art. 42 lid 2 en 45 Gw./de homogeniteitsregel.
Grondwetsinterpretatie is maar ten dele een taak voor de Nederlandse rechter: zowel het toetsingsverbod van art. 120 Grondwet als de aard van het constitutionele recht (political question) brengen mee dat sommige interpretatievragen niet voor rechterlijke beoordeling open staan. In plaats daarvan oordeelt de wetgever (regering en Staten-Generaal) over de grondwettigheid van wetgeving.
De voorrang van EU-recht wordt in het vonnis gegrond op art. 94 Gw. In Rusttijden heeft de Hoge Raad evenwel overwogen dat art. 94 voor de voorrang van EU-recht niet relevant is (r.o. 3.6). Van terughoudendheid en reflectie op de trias politica is daarin dan ook geen sprake.
De kritiek van de burgemeester snijdt geen hout; de raad is bevoegd het door De Waard geopperde voorschrift vast te stellen. Het motief van de APV-bepaling is een andere is dan dat van de WVW/het RVV. Mitsdien is sprake van oneigenlijke aanvulling. Ook in het geval van eigenlijke aanvulling zou de raad bevoegd zijn: ingevolge art. 121 Gemeentewet houdt een gemeenteraad immers de bevoegdheid om aanvullende regels te stellen over onderwerpen die al geregeld zijn in een oudere wet, amvb of provinciale verordening, mits de gemeentelijke norm niet strijdt met die hogere normen. Van belang is nog dat de WVW niet uitputtend is. Dat blijkt uit art. 2a Wegenverkeerswet.
Nee. Ingevolge art. 94 Grondwet vinden binnen het Koninkrijk toepasselijke wettelijke voorschriften geen toepassing voor zover dat onverenigbaar zou zijn met een ieder verbindende bepalingen van verdragen en van besluiten van volkenrechtelijke organisaties. De Grondwet verleent zulke voorrang aan bepaalde geschreven volkenrechtelijke normen. A contrario volgt hieruit dat wetten in formele zin wel/ook door de rechter moeten worden toegepast indien die toepassing niet verenigbaar is met normen van ongeschreven volkenrecht.
De klacht kan worden voorgelegd aan het EHRM, mits alle nationale rechtsmiddelen zijn uitgeput en niet meer dan zes maanden zijn verstreken na de definitieve nationale beslissing (art. 35, eerste lid EVRM). Dat de klager niet de nationaliteit heeft van een van de verdragsluitende partijen doet niet ter zake nu art. 1 van het EVRM garandeert dat verdragsluitende partijen een ieder die onder haar rechtsmacht ressorteren moeten beschermen.
De leer van de bijzondere beperkingen laat inperkingen van grondrechten enkel toe voor zover de tekst van de grondwetsbepaling daartoe houvast bied. De wetgever zal daarvan enkel doelbewust van de mogelijkheid tot beperking gebruik kunnen maken. De uitspraak van de rechtbank is uitstekend te rijmen met die in1983 omarmde leer: de rechtbank overweegt dat art. 151a Gemeentewet weliswaar een grondslag biedt voor het stellen van voorschriften inzake seksinrichtingen, maar dat de wetgever met dit voorschrijft niet heeft willen teruggrijpen op de mogelijkheid tot beperking van het recht op vrije arbeidskeuze. Art. 151a Gemeentewet was, zo meende de rechtbank, niet de wet die strekte tot beperking van art. 19, derde lid Grondwet.
Daartoe is de burgemeester niet bevoegd. Bij de uitoefening van de aan de burgemeester toebedeelde bevoegdheden die verband houden met openbare manifestaties kan hij niet de inhoud van te organiseren evenementen of zijn oordeel over de toelaatbaarheid daarvan betrekken (art. 7 en 9 Grondwet, art. 2 en 5, derde lid Wom). De ABRvS overwoog in de hier bedoelde uitspraak: “Dat die bevoegdheid van de burgemeester aldus beperkt is hangt nauw samen met het constitutionele uitgangspunt dat decentrale bestuursorganen bij het toepassen van dergelijke bevoegdheden niet dienen te treden in een beoordeling van de inhoudelijke toelaatbaarheid van publieke uitingen”.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Oefenmaterialen te gebruiken bij het vak Staatsrecht 2 aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Oefenmaterialen te gebruiken bij het vak Staatsrecht 2 aan de Rijksuniversiteit Groningen.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
2315 |
Add new contribution