Artikelsamenvatting bij Conjectures and refutations: the growth of scientific knowledge van Popper - Chapter
Wat is het verschil tussen wetenschap en pseudowetenschap?
Men gaat er normaal gesproken vanuit dat de wetenschap verschilt van pseudowetenschap doordat er in de wetenschap gebruik gemaakt wordt van de empirische methode en in de pseudowetenschap niet. Pseudo-empirische methoden bevatten ook observaties en experimenten, maar zijn niet wetenschappelijk of empirisch te noemen.
Pseudo-empirische methoden
Pseudotheorieën gebruiken bewijs vanuit de realiteit. Observaties in de realiteit bevestigen de pseudotheorieën, waarbij elke nieuwe observatie wordt geïnterpreteerd op basis van de vorige observatie. De theorieën bouwen dus op elkaar. Vaak worden observaties op zo’n manier gebruikt, dat het de theorie alleen maar kan bevestigen.
Wat is falsifieerbaarheid?
De filosoof Karl Popper (1902 – 1994) trok op basis van deze informatie een aantal conclusies. Hij stelde dat het makkelijk is om confirmatie te vinden as je alleen naar confirmatie zoekt. Confirmatie van een theorie zou alleen mogen worden beschouwd als deze het resultaat is van risicovolle voorspellingen. Hij stelde tevens dat elke goede wetenschappelijke theorie iets verbiedt, en dat wanneer een theorie niet door een bepaalde gebeurtenis als onwaar kan worden verklaard, deze niet wetenschappelijk is. Elke serieuze test om een theorie te toetsen moet een poging zijn om de onjuistheid van die theorie aan te tonen. Dit stelt toetsbaarheid gelijk aan falsificeerbaarheid. Het bevestigende bewijs van een theorie mag alleen worden geaccepteerd wanneer deze het resultaat is van een gefaalde poging om de onjuistheid van de theorie aan te tonen. Tot slot concludeerde hij dat ondanks dat sommige theorieën als onjuist worden bevonden, deze alsnog door bepaalde volgers als waar worden beschouwd.
Wat is het probleem van demarcatie?
Dus, voor de wetenschappelijke status van een theorie is de falsifieerbaarheid van een theorie belangrijk. Is de theorie niet falsifieerbaar, dan is het niet wetenschappelijk. Echter, een theorie die niet wetenschappelijk is, is niet per direct onbelangrijk. De theorie wordt alleen niet gesteund door empirisch bewijs. Het probleem van demarcatie gaat over de vraag wat de grens is tussen wel en niet-wetenschap.
Wat is Ludwig Wittgensteins (1889 – 1951) criteria van meaningfulness?
Ludwig Wittgenstein was een filosoof die stelde dat elke betekenisvolle propositie logisch moet kunnen worden gereduceerd tot elementaire proposities. Dit criteria is echter volgens Popper zowel te klein als te breed, daar het alles wat kenmerkend is voor de wetenschap uitsluit terwijl het pseudo-wetenschappen, zoals de astrologie, niet uitsluit. Popper stelt dat wetenschappelijke wetten niet kunnen worden gereduceerd tot elementaire proposities, omdat wetenschappelijke weten niet kunnen worden gededuceerd uit een bepaald aantal observaties.
Wat is het probleem van inductie?
De psychologische theorie van de filosoof David Hume (1711 – 1776) dient als een verklaring voor het feit dat we in wetten geloven (in uitspraken over de geregeldheden of constant aan elkaar verbonden gebeurtenissen). Deze theorie stelt dat dit het gevolg is van onze gewoontes. Popper heeft drie kritiekpunten:
- Het typische resultaat van repetitie
- Het ontstaan van gewoonten
- Het karakter van ervaringen die kunnen worden beschreven als ‘geloven in een wet’
Op basis van observaties kan niets worden gezegd over datgene wat we nog niet hebben ervaren. Dat de zon tot nog toe elke dag is opgekomen, zegt nog niets over morgen. Theorieën kunnen daarom niet worden afgeleid uit observaties. Aan de hand van het criterium van falsifieerbaarheid hoeft de theorie dus nog niet te worden afgeschreven. Dus, zolang de zon blijft opkomen, is de theorie nog niet gefalsifieerd en hoeft deze nog niet te worden bestempeld als onjuist.
Inductie als repetitie
Popper beschouwt inductie als onlogisch en irrationeel. Hij stelt dat Hume’s psychologie gebaseerd is op herhaalde bevestigingen, welke acties doen veranderen in gewoontes en deze gewoontes in overtuigingen. Het zijn echter alleen repetities, en geen theorieën of wetten. Popper stelt op basis van Hume’s theorie dat het verkrijgen van kennis gedaan kan worden via een non-inductief proces, of via repetitie en inductie (en dus via een onlogische en irrationele procedure dat er voor zorgt dat alle kennis simpelweg overtuigingen zijn gebaseerd op gewoontes).
- 1242 keer gelezen
Add new contribution