Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>

TentamenTests bij de 14e druk van Essentials of Organizational Behavior van Robbins & Judge

Wat is organisatorisch gedrag? - Tentamens 1

 

Vragen

Vraag 1

Wat houdt Organisational Behaviour in?

Antwoordindicatie

Vraag 1

Het is een interdisciplinair veld gericht op het beter begrijpen van het managen van mensen op de werkvloer.

Wat zijn attitudes en hoe beïnvloeden ze gedrag? - Tentamens 2

 

Vragen

Vraag 1

Welke drie componenten verklaren iemands houding?

Vraag 2

Welke twee andere variabelen naast houding verklaren gedrag?

Antwoordindicatie

Vraag 1

Cognitieve component, affectieve component en gedragscomponent.

Vraag 2

Subjectieve norm en waargenomen gedragscontrole.

Wat is de rol van emoties in organisatorisch gedrag?- Tentamens 3

 

Vragen

Vraag 1

Wat is het verschil tussen emotie en affect?

Antwoordindicatie

Vraag 1

Emoties zijn complexe menselijke reacties op persoonlijke prestaties of tegenslagen. Affectie richt zich op het algemene gevoel mensen ervaren, het bevat zowel emoties als stemmingen.

Waarom is persoonlijkheid relevant in organisatorisch gedrag? - Tentamens 4

 

Vragen

Vraag 1

Wat voor verschillende soorten persoonlijkheden zijn er?

Vraag 2

Wat is het verschil tussen instrumentele waarden en terminale waarden?

Vraag 3

Schwartz meende dat waarden (values) in het basic value model in te delen waren op twee dimensies. Op welke twee dimensies zijn ze in te delen?

  1. Self-transcedence – self-enhancement ; openness to change – conservation
  2. Personal values – social values ; moral values – competence values
  3. Security – self direction ; achievement –benevolence
  4. Instrumental values – terminal values ; extrinsic values – intrinsic values

Vraag 4

Welke eigenschap is niet geassocieerd met extraversie?

  1. Assertief

  2. Spraakzaam

  3. Sociaal

  4. Zelfvertrouwen

Vraag 5

Op welke van de cultuurdimensies van Hofstede en Bond scoren de Verenigde Staten (en Nederland trouwens ook) zeer hoog?

  1. Uncertainty avoidance

  2. Power distance

  3. Masculinity

  4. Individualisme

Vraag 6

Wat is niet onderdeel van de Big Five persoonlijkheidsdimensies?

  1. Openheid voor ervaringen

  2. Optimisme

  3. Emotionele stabiliteit

  4. Anderen helpen (agreeableness)

Vraag 7

Piet zegt dat hij zich in de ene situatie heel anders kan gedragen dan in de andere situatie, alsof hij een andere persoon is. Wat is waar over Piet?

  1. Hij scoort laag op de dimensie consciousness

  2. Hij scoort laag op de dimensie self-monitoring

  3. Hij scoort hoog op de dimensie consciousness

  4. Hij scoort hoog op de dimensie self-monitoring

Antwoordindicatie

Vraag 1

Er zijn zestien verschillende persoonlijkheidstypen. De verschillen komen voort uit vier dimensies: extraversion-introversion, sensing-intuition, thinking-feeling, judging-perceiving.

Vraag 2

Instrumentele waarden gaan over gewenst gedrag om een doel te bereiken. Terminale waarden gaan over de gewenste doelen die een persoon wil bereiken.

Vraag 3

A. Self-transcedence – self-enhancement ; openness to change – conservation

Vraag 4

D. Zelfvertrouwen

Vraag 5

D. Individualisme

Vraag 6

B. Optimisme

Vraag 7

D. Hij scoort hoog op de dimensie self-monitoring

Wat zijn perceptuele processen? - Tentamens 5

 

Vragen

Vraag 1

Wat is perceptie?

Vraag 2

Wat zijn de vier biases waardoor we geobserveerd gedrag verkeerd geïnterpreteerd wordt?

Vraag 3

De term ‘availability’ (‘beschikbaarheid’) in de benaming ‘availability heuristic’ slaat op de beschikbaarheid van

  1. Informatie

  2. Feedback

  3. Beslissingscriteria

  4. Oplossingen

Vraag 4

Uit meta-analytische studies over ‘gender and leadership’ komt naar voren dat vrouwelijke leidinggevenden

  1. Net zo effectief zijn als mannelijke leidinggevenden.
  2. Het zelfde soort leiderschapsrollen pleegden te vervullen als mannelijke leidinggevenden
  1. Beide zijn juist

  2. Alleen I is juist

  3. Alleen II is juist

  4. Beide zijn onjuist

Antwoordindicatie

Vraag 1

Perceptie is een cognitief proces dat mogelijk maakt dat wij onze omgeving kunnen interpreteren en begrijpen.

Vraag 2

Selectieve perceptie, halo effect, stereotypering en contrastering.

Vraag 3

A. Informatie

Vraag 4

B. Alleen I is juist

Wat is motivatie? - Tentamens 7

 

Vragen

Vraag 1

Wat zijn bronnen van self-efficacy?

Vraag 2

Wat is self-fulfilling prophecy?

Vraag 3

Wat is motivatie?

Vraag 4

Welke behoeftes zijn essentieel in de behoefte theorie van McClelland?

Vraag 5

Welke uitspraak over self-efficacy is het minst juist? Self-efficacy kan bevorderd worden door…

  1. Beloningen

  2. Gedragsmodellen

  3. Emotionele staat

  4. Eerdere ervaringen

Vraag 6

In de relatie tussen leidinggevende en medewerker, spreekt men van een Pygmalion-effect:

  1. De medewerker steeds meer in zijn/haar prestaties en gedragingen voldoet aan de verwachtingen van de leidinggevende

  2. Wanneer de verwachtingen van de leidinggevende over prestaties en gedrag van de medewerker steeds meer overeen komen met het de feitelijke prestaties en gedragingen van de medewerker

  3. De verwachtingen van de leidinggevende over prestaties en gedrag van de medewerker steeds extremer worden, in positieve dan wel negatieve zin. Daarbij gaan ze afwijken van de feitelijke prestaties en gedragingen van de medewerker.

  4. De medewerker steeds minder in zijn/haar prestaties en gedragingen voldoet aan de verwachtingen van de leidinggevende.

Vraag 7

Klaas rekent uit dat hij een 1 mag halen op zijn laatste proefwerk en dan nog een voldoende haalt voor het vak. Hij besluit daarom niet te gaan leren voor het proefwerk.

Welke inspannings-bepalende factor geldt er bij deze leerling?

  1. Equity

  2. Expectancy

  3. Valentie

  4. Instrumentaliteit

Vraag 8

Als Piet meer moet werken dan jij, om dezelfde beloning te krijgen als jij, ervaar jij dat voor jezelf als

  1. Positieve inequity

  2. Positieve equity

  3. Negatieve inequity

  4. Negatieve equity

Antwoordindicatie

Vraag 1

Eerdere ervaringen, gedragsmodellen, overtuiging van anderen en emotionele/fysieke staat.

Vraag 2

Verwachtingen van mensen hun bepalen gedrag en performance. Het gaat om hoe mensen zich gedragen om hun verwachtingen te laten uitkomen.

Vraag 3

Motivatie is het psychologische proces dat zorgt voor opwinding en sturing van doelgericht gedrag.

Vraag 4

Need voor achievement, need for power en need for affiliation.

Vraag 5

A. Beloningen

Vraag 6

A. De medewerker steeds meer in zijn/haar prestaties en gedragingen voldoet aan de verwachtingen van de leidinggevende

Vraag 7

D. Instrumentaliteit

Vraag 8

A. Positieve inequity

Hoe kunnen we kennis over motivatie toepassen? - Tentamens 8

 

Vragen

Vraag 1

Wat maakt niet deel uit van Organisationele Management?

  1. Taken zo veel mogelijk standaardiseren

  2. Medewerkers voldoende betalen

  3. Een taak in zo veel mogelijk deeltaken opsplitsen

  4. Medewerkers inspraak geven in de taak die ze moeten uitvoeren

Vraag 2

Het job characteristics model kan gezien worden als een toepassing van …

  1. De theory of planned behaviour (Ajzen)

  2. Scientific management (Taylor)

  3. Het basic human value model (Schwartz)

  4. Expectancy theory

Antwoordindicatie

Vraag 1

D. Medewerkers inspraak geven in de taak die ze moeten uitvoeren

Vraag 2

B. Scientific management (Taylor)

Wat is communicatie? - Tentamens 9

 

Vragen

Vraag 1

Wat zijn vier barrières voor effectieve communicatie?

Vraag 2

Wat is het verschil tussen hiërarchische communicatie en de grapevine?

Vraag 3

Wat is het verschil tussen hoge en lage context culturen?

Vraag 4

Een gesprek tussen een medewerker en zijn leidinggevende komt niet van de grond, doordat de medewerker, die slecht Engels spreekt, niet goed weet te verwoorden wat de oorzaak is van een vertraging. We hebben hier primair te maken met een:

  1. Sender barrier

  2. Encoder barrier

  3. Receiver barrie

  4. Decoding barrier

Antwoordindicatie

Vraag 1

Minimaal vier van deze: filteren, selectieve perceptie, informatieoverbelasting, emoties, taal, stilte, sociale angst en liegen.

Vraag 2

Hiërarchische communicatie is de uitwisseling van informatie tussen meerderen en werknemers, informatie uitgewisseld naar beneden toe van meerdere naar werknemer. De grapevine is het onofficiële communicatie systeem van de informele organisatie.

Vraag 3

Hoge-context houdt in dat mensen zich vooral richten op non-verbale en subtiele situationele aanwijzingen bij communicatie. Lage-context houdt in dat mensen heel erg letten op de woorden die mensen zeggen en de context is hierdoor minder belangrijk.

Vraag 4

A. Sender barrier

Wat zijn groepen? - Tentamens 10

 

Vragen

Vraag 1

Verschillende groepen onafhankelijk van elkaar aan hetzelfde probleem laten werken is een hulpmiddel ter preventie van

  1. Groepsprocessen verlies

  2. Social loafing

  3. Groupthink

  4. Intra-groep competitie

Antwoordindicatie

Vraag 1

C. Groupthink

Wat is kenmerkend voor leiders? - Tentamens 12

 

Vragen

Vraag 1

Wat is het verschil tussen traits theories en behavioural theories?

Vraag 2

Welke power base is het meest verwant aan charismatisch leiderschap?

  1. Reward power

  2. Legitimate power

  3. Referent power

  4. Expert power

Vraag 3

De resultaten van de Ohio-onderzoeken naar leiderschap leidden tot het onderscheid van ‘initiating structure’ en ‘consideration’. Dit is een onderscheid van

  1. Gedragsdimensies

  2. Leiderschap-needs

  3. Leiderschap-traits

  4. Behavioural styles

Antwoordindicatie

Vraag 1

Traits theories geloven dat leiderschapseigenschappen aangeboren zijn en behavioural theories geloven dat leiders gemaakt worden en niet zo geboren worden.

Vraag 2

C. Referent power

Vraag 3

A. Gedragsdimensies

Hoe zit het met macht en politiek in organisaties? - Tentamens 13

 

Vragen

Vraag 1

Wat zijn twee voorbeelden van impression management?

Antwoordindicatie

Vraag 1

Twee van deze: actie vermijden, schuld vermijden, verandering vermijden, conformeren, gunsten, excuus, spijtbetuiging, zelf-promotie, verbetering, vleierij en gewaarmerking.

Wat is conflict in organisaties? - Tentamens 14

 

Vragen

Vraag 1

Wat is het verschil tussen distributive en integrative overleg?

Antwoordindicatie

Vraag 1

Distributive wil zeggen dat er een traditionele win-verlies denkwijze aanwezig is. Integrative overleg heeft een progressieve win-win denkwijze.

Wat is organisatiestructuur en design? - Tentamens 15

 

Vragen

Vraag 1

Wat is een voordeel van unity of command?

Vraag 2

Wat is het verschil tussen mechanistische en organische organisaties?

Antwoordindicatie

Vraag 1

Unity of command betekent dat elke werknemer alleen maar aan één manager verslag moet uitbrengen. Als men aan meer managers verslag zou uitbrengen, dan kan de organisatie inefficiënt worden doordat er conflicterende bevelen zijn.

Vraag 2

Mechanistische organisaties zijn rigide bureaucratieën met strenge regels, top-down communicatie en smal gedefinieerde taken. Organische organisaties zijn flexibel en bestaan uit individuen met meerdere talenten die verschillende taken uitvoeren.

Hoe kan een organisatie cultuur worden gecreëerd en onderhouden? - Tentamens 16

 

Vragen

Vraag 1

Wat is het verschil tussen klimaat en cultuur?

Vraag 2

De organisatiecultuur vervult een aantal functies. Welke van de onderstaande hoort daar niet bij?

  1. Het geeft de leden een organisationele identiteit.

  2. Het maakt de gemeenschappelijke betrokkenheid bij de organisatie mogelijk (het faciliteert het).

  3. Het bepaalt de machtsverhoudingen binnen de organisatie (power-balance).

  4. Het bevordert de stabiliteit van het sociale systeem van de organisatie.

Antwoordindicatie

Vraag 1

Cultuur verandert niet snel gaat over de onderliggende waarden en aannames. Klimaat verandert snel en is afhankelijk van de situaties, gevoelens en gedrag van betrokkenen van de organisatie.

Vraag 2

A. Het geeft de leden een organisationele identiteit.

Hoe kan verandering worden bereikt in organisaties? - Tentamens 17

 

Vragen

Vraag 1

Wat zijn de drie fasen van Lewins' model voor geplande veranderingen?

Vraag 2

Het idee van unfreezing-changing-refreezing komt van

  1. Festinger

  2. Kotter

  3. Weick

  4. Lewin

Antwoordindicatie

Vraag 1

Unfreezing, changing, refreezing.

Vraag 2

D. Lewin

 

Image

Access: 
Public

Image

This content refers to .....
Psychology and behavorial sciences - Theme

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Activity abroad, study field of working area:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Follow the author: Vintage Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
955