TentamenTests bij Experimenteel en Correlationeel Onderzoek aan de Universiteit Leiden - 1
Vragen
Vraag 1
Het idee bestaat dat vrouwen minder drinken dan mannen. Er zijn 10 mannen en 10 vrouwen onderzocht en er is gemeten of ze meer dan 2 glazen alcohol per dag drinken (veel; (Y = 1)) of minder (weinig; (Y=0)). Dit zijn de resultaten
Vrouwen (X = 0) | Mannen (X = 1) | Totaal | |
Weinig (Y = 0) | 6 | 3 | 9 |
Veel (Y=1) | 4 | 7 | 11 |
Totaal | 10 | 10 | 20 |
Hoe groot is phi en hoe groot is chi-kwadraat voor deze situatie?
- -0.30 en 6
- -0.30 en 1.8
- 0.30 en 6
- 0.30 en 1.8
Vraag 2
Een verkeerspsycholoog heeft de volgende relatie tussen snelheid (X in km/h) en het aantal ongelukken in een jaar (Y) van motorrijders gevonden:
ŷ=1.0+0.05x
Je weet dat meneer Jansen gewoonlijk rijdt met een snelheid van 160 km per uur. Hoeveel ongelukken zal hij krijgen per jaar?
- 80
- 81
- 9
- 8
Vraag 3
In een groot onderzoek is een correlatie van 0.354 gevonden tussen kennis van de Nederlandse taal (X) en salaris (Y). Daarnaast weten we dat:
Rekenkundig gemiddelde = steekproef gemiddelde = 3
Sx = 2
Sy = de wortel van 2
Wat is de regressievergelijking als we Y uit X willen voorspellen?
- ŷ = 2.25 + 0.25X
- ŷ = 3.75 + 0.25X
- ŷ = 1.50 + 0.50X
- ŷ = 4.50 + 0.50X
Vraag 4
Een onderzoeker wil het wiskundecijfer (Y) voorspellen uit de cijfers voor Engels (X1) en Nederlands (X2). De onderzoeker verwacht een positief verband tussen Y en X1 en X2. Hij verzamelt van 10 kinderen uit een VWO-klas de cijfers voor deze vakken en voert een regressie-analyse uit. Die levert het onderstaande resultaat op:
Model | B | Std. Error | Beta | t | Significantie |
(Constant) | -1.926 | 2.725 | -0.707 | 0.503 | |
Engels | 1.269 | 0.436 | 0.805 | 2.907 | 0.023 |
Nederlands | -0.046 | 0.404 | -0.032 | -0.115 | 0.912 |
Piet scoort voor Engels en Nederlands beide een 6, wat is het voorspelde cijfer voor wiskunde van Piet?
- 5.064
- 5.412
- 9.264
- 9.864
Vraag 5
Een onderzoeker wil het wiskundecijfer (Y) voorspellen uit de cijfers voor Engels (X1) en Nederlands (X2). De onderzoeker verwacht een positief verband tussen Y en X1 en X2. Hij verzamelt van 10 kinderen uit een VWO-klas de cijfers voor deze vakken en voert een regressie-analyse uit. Die levert het onderstaande resultaat op:
Model | SS | DF | MS | F | Sig. |
Regression | 22.370 | 2 | 11.185 | 5.744 | 0.033 |
Residual | 13.630 | 7 | 1.947 | ||
Total | 36.000 | 9 |
Hoe groot is de proportie verklaarde variantie (VAF)?
- 0.379
- 0.609
- 0.621
- 0.100
Vraag 6
Een onderzoeker wil het wiskundecijfer (Y) voorspellen uit de cijfers voor Engels (X1) en Nederlands (X2). De onderzoeker verwacht een positief verband tussen Y en X1 en X2. Hij verzamelt van 10 kinderen uit een VWO-klas de cijfers voor deze vakken en voert een regressie-analyse uit. Die levert het onderstaande resultaat op:
Model | B | Std. Error | Beta | t | Significantie |
(Constant) | -1.926 | 2.725 | -0.707 | 0.503 | |
Engels | 1.269 | 0.436 | 0.805 | 2.907 | 0.023 |
Nederlands | -0.046 | 0.404 | -0.032 | -0.115 | 0.912 |
Zijn B1 en B2 significant als er eenzijdig getoetst wordt met alfa = 0.02?
- B1 en B2 zijn beide niet significant
- B1 wel, B2 niet
- B1 niet, B2 wel
- B1 en B2 zijn beide wel significant
Vraag 7
Een onderzoeker wil het wiskundecijfer (Y) voorspellen uit de cijfers voor Engels (X1) en Nederlands (X2). De onderzoeker verwacht een positief verband tussen Y en X1 en X2. Hij verzamelt van 10 kinderen uit een VWO-klas de cijfers voor deze vakken en voert een regressie-analyse uit. Die levert het onderstaande resultaat op:
Model | B | St.d Error | Beta | t | Significantie |
(Constant) | -1.926 | 2.725 | -0.707 | 0.503 | |
Engels | 1.269 | 0.436 | 0.805 | 2.907 | 0.023 |
Nederlands | -0.046 | 0.404 | -0.032 | -0.115 | 0.912 |
Wat is het aantal vrijheidsgraden van de t-toets?
- 7
- 8
- 9
- Er is niet genoeg informatie om deze vraag te beantwoorden
Vraag 8
Uit een onderzoek met 60 werknemers is gebleken dat wanneer Job Performance (JP) wordt voorspeld uit Employment Test (ET), we de volgende regressievergelijking vinden:
1.598 + .214 x ET
Stelling I: Se wordt ook wel de standard error of estimate genoemd en geeft de spreiding van de residuen weer
Stelling II: Se squared = MSe
- Beide stellingen zijn juist
- Alleen stelling I is juist
- Alleen stelling II is juist
- Beide stellingen zijn onjuist
Vraag 9
Voor het uitvoeren van een ANOVA zijn bepaalde voorwaarden. Wat zijn die voorwaarden?
- De binnengroepsvariantie mag niet teveel verschillen van de tussengroepsvariantie, de onafhankelijke variabele moet normaal verdeeld zijn, en personen zijn onafhankelijk van elkaar
- De binnengroepsvariantie mag niet teveel verschillen van de tussengroepsvariantie en de errortermen moeten normaal verdeeld zijn
- De varianties in de verschillende condities mogen niet teveel verschillen, de onafhankelijke variabele moet normaal verdeeld zijn en de observaties zijn onafhankelijk
- De varianties in de verschillende condities mogen niet teveel verschillen en de errortermen moeten normaal verdeeld en onafhankelijk zijn
Vraag 10
We onderzoeken de invloed van 3 verschillende antipsychotica op mate van angst en vinden de volgende gemiddelden en standaarddeviaties:
Conditie | Xi | Ni | Si |
1 | 3.4 | 1.7 | 7 |
2 | 2.8 | 1.5 | 7 |
3 | 4.5 | 2.1 | 7 |
Voer de ANOVA uit, kan H0 verworpen worden met alfa = 0.05?
- Nee, P > 0.05
- Ja, 0.025 < P < 0.05
- Ja, 0.01 < P < 0.025
- Ja, P < 0.01
Vraag 11
We onderzoeken de invloed van 3 verschillende antipsychotica op mate van angst. De mate van angst wordt gemeten door middel van een vragenlijst, waarbij een hoge score duidt op veel angst. De onderzoeker vermoed dat conditie A betere resultaten oplevert dan andere condities. Daarnaast verwacht hij dat conditie B slechtere resultaten oplevert dan conditie C. Wat zijn de correcte alternatieve hypothesen bij deze vermoedens?
- Vermoeden 1: Ua – Ub – Uc < 0 Vermoeden 2: Ub – Uc > 0
- Vermoeden 1: Ua – Ub – Uc < 0 Vermoeden 2: Ub – Uc < 0
- Vermoeden 1: 2Ua – Ub – Uc < 0 Vermoeden 2: Ub – Uc > 0
- Vermoeden 1: 2Ua – Ub – Uc > 0Vermoeden 2: Ub – Uc < 0
Vraag 12
B1 | B2 | B3 | Gem. | |
A1 | 3 | 7 | 5 | 5 |
A2 | 4 | 5 | 6 | 5 |
Gem. | 3.5 | 6 | 5.5 | 5 |
Gemiddelden van een 2 x 3 factorieel experiment met 5 proefpersonen per cel zijn gegeven:
Als SSE = 132.4 en we toetsen het hoofdeffect van B, kan de nulhypothese dan verworpen worden?
- Nee, P > 0.05
- Ja, 0.025 < P </= 0.05
- Ja, 0.01 < P </= 0.025
- Ja, P < 0.01
Vraag 13
We willen de sterkte van een verband tussen een factor met 3 categorieën en de responsvariabelekunnen vergelijken over een aantal onderzoeken waarin ook nog andere – en per onderzoek verschillende – factoren een rol spelen. Wat is hiervoor de meest geschikte maat?
- r square
- punt biseriele correlatie squared
- n squared
- n squared partial
Antwoordindicatie
1. D
2. C
Toelichting: 1.0 + 0.05 * 160 = 9
3. A
4. B
Toelichting: -1.926 + 1.269 x 6 + -0.046 x 6 = 5.412
5. C
Toelichting: 22.370 / 36.000 = 0.621
6. B
Toelichting: eenzijdige toetsing, dus p-waardes mogen door 2 gedeeld worden
7. A
Toelichting: n – p – 1 = 10 – 2 – 1
8. A
9. D
10. A
11. C
12. A
13. D
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Contributions: posts
Spotlight: topics
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
Add new contribution