Van mens tot cel: TentamenTests - Studiebundel
- 2351 keer gelezen
A: interfase
B: profase
C: anafase
D: cytokinese
A: longkanker
B: cystic fibrosis
C: psoriasis
D: alzheimer
A: 0%
B: 25%
C: 50%
D: 100%.
A: multifactoriële overerving
B: autosomaal dominante overerving
C: autosomaal recessieve overerving
D: mitochondriële overerving.
A: een zus van mevrouw A heeft een zoontje met Duchenne spierdystrofie
B: een broer van meneer B heeft een zoontje met Duchenne spierdystrofie
C: een broer van mevrouw A heeft een zoontje met Duchenne spierdystrofie
D: een zus van meneer B heeft een zoontje met Duchenne spierdystrofie.
A: zijn testen voor tienduizenden genetische aandoeningen beschikbaar gekomen
B: is prenatale diagnostiek voor tienduizenden genetische aandoeningen beschikbaar gekomen
C: richt genomics onderzoek zich op de functie van tienduizenden genen
D: is de functie van tienduizenden genen bekend geworden.
A: replicatie, translatie, transcriptie
B: replicatie, transcriptie, translatie
C: translatie, transcriptie, replicatie
D: transcriptie, translatie, replicatie.
A: autosomaal dominant
B: autosomaal recessief
C: geslachtsgebonden dominant
D: geslachtsgebonden recessief.
A: het gaat waarschijnlijk om een nieuwe mutatie, het herhalingsrisico is iets verhoogd
B: de ouders zijn waarschijnlijk beide drager, het herhalingsrisico is 25%
C: aangezien niemand in de familie de aandoening heeft, gaat het hier niet om een erfelijke variant, er is dus geen verhoogd herhalingsrisico
D: er moet hier sprake zijn van non-paterniteit (de biologische vader is niet de echtgenoot).
A: de rol van veel van de genen betrokken bij deze groep aandoeningen is bekend
B: de meeste gevallen worden veroorzaakt door high-risk genen
C: de herhalingsrisico’s voor broers, zussen en kinderen zijn 25 tot 50%
D: vanwege hun hoge frequentie zijn ze van groot belang voor de volksgezondheid.
A: Het cytoplasma valt van de gedeelde celkern uiteen in twee delen met een eigen kern
B. de celkern wordt gedeeld
C: het gerepliceerde DNA wordt naar de polen van beide dochtercellen getransporteerd
D: het DNA wordt gerepliceerd.
A: zonen zijn altijd ziek, dochters altijd drager
B: zonen zijn altijd niet ziek, dochters 50% drager
C: zonen 50% ziek, dochters altijd drager
D: zonen 50% ziek, dochters 50% drager.
A: de patient is heterozygoot voor het gendefect
B: de patient is homozygoot voor het gendefect
C: de patient heeft een polygene ziekte
D: de patient heeft een multifactoriele ziekte
A: de replicatievork is asymmetrisch doordat het twee DNA polymerase moleculen bevat die structureel verschillen
B: de fouten marge van DNA replicatie wordt gereduceerd door de “proeflees” activiteit van het DNA polymerase en de DNA repair enzymen
C: in de afwezigheid van DNA repair zijn genen instabiel
D: geen van de afwijkende basen die gevormd worden door deaminering komt onder normale omstandigheden voor
A: cel-RER-ribosoom-eiwit
B: cel-eiwit-RER-ribosoom
C: cel-ribosoom-RER-eiwit
D: cel-RER-eiwit-ribosoom.
A: actine
B: microtubuli
C: intermediaire filamenten
D: desmosomen
A: erfelijk en resulteert in een verstoorde herkenning van cellen in het immuunsysteem
B: niet erfelijk en resulteert in een verstoorde herkenning van cellen in het
immuunsysteem
C: erfelijk en resulteert in een verstoord membraan transport
D: niet erfelijk en resulteert in een verstoord membraan transport.
A: profase
B: metafase
C: anafase
D: telofase
A: G1 fase
B: B fase
C: G2 fase
D: M fase
A: RNA polymerase
B: GTP-bindende eiwitten
C: DNA-bindende eiwitten
D: DNAses.
A: apoptose is reversibel, necrose niet
B: necrose is reversibel, apoptose niet
C: apoptose en necrose zijn beide reversibel
D: apoptose en necrose zijn beide irreversibel (niet reversibel).
A: minder dan 3%
B: tussen 5 en 10%
C: tussen 10 en 15%
D: tussen 15 en 20%.
A: beëindiging van translatie van het mRNA
B: een aminozuur substitutie
C: GEEN eiwitproductie
D: GEEN effect op de productie van een genproduct.
A: in het eiwit-coderend gedeelte van gen X
B: in het transcriptie-regulerende gedeelte van gen X
C: in een intron van gen X
D: direct na gen X.
A: Afbraak van cellulair materiaal.
B: Eiwitsynthese
C: Vorming van secretiegranula
D: Productie van ATP
A: Anafase
B: Profase
C: Telofase
D: Metafase
A: S-fase
B: G1-fase
C: G0-fase
D: M-fase
E: G2-fase
A: DNA
B: histonen
C: non-histoneiwitten
D: RNA
A: ATP
B: enzymen
C: fosfolipiden
D: RNA
A: S-fase
B: G0-fase
C: G1-fase
D: G2-fase
E: M-fase
1: A
2: B
3: A
4: A
5: A
6: C
7: D
8: B
9: A
10: D
11: A
12: D
13: B
14: A
15: A
16: B
17: C
18: D
19: D
20: C
21: D
22: A
23: D
24: A
25: A
26: D
27: C
28: D
29: C
30: D
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Bevat al het oefenmateriaal voor van Mens tot Cel, Geneeskunde, UL, jaar 1.
In deze bundel worden oude en oefententamens gedeeld voor het vak Van mens tot cel voor de opleiding Geneeskunde aan de Universiteit Leiden.
Voor een compleet overzicht van de door JoHo WorldSupporter aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen...
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
2663 |
Add new contribution