Oefententamens Vennootschappen en Rechtspersonen (UU - Recht B2)
- 3825 keer gelezen
Jansen en van Stockel zijn beherende vennoten van taxibedrijf MetStijl CV. Verbruggen is commanditair vennoot. De vertegenwoordigingsbevoegdheid van Jansen is in de vennootschapsovereenkomst beperkt tot het verrichten van rechtshandelingen waarmee een bedrag is gemoeid van maximaal € 20.000. Alles is op de juiste manier ingeschreven in het handelsregister. Jansen en Verbruggen kopen gezamenlijk handelend op 4 januari 2017 namens MetStijl CV een bestelauto voor een bedrag van €25.000 van TopAuto BV. Wanneer de bestelauto ten kantore van de CV wordt afgeleverd, zijn niet alleen alle vennoten aanwezig, maar ook de buurman die kantoor houdt naast de CV. De bestelauto blijkt precies de auto te zijn die buurman zoekt. Hij wil de auto graag overnemen van de CV voor € 30.000 en dit gebeurt ook op de correcte manier. Op 1 februari 2017 treedt Jansen uit als beherend vennoot en treedt Grijpstra toe als beherend vennoot. De vennootschapsovereenkomst bevat een voortzettingsbeding. Op 1 maart 2017 heeft TopAuto BV nog steeds geen betaling gekregen. De uittreding van Jansen en de toetreding van Grijpstra zijn ingeschreven in het handelsregister.
Wie kan/kunnen door TopAuto BV aangesproken worden voor het onbetaalde bedrag van € 25.000?
Ga ervan uit dat MetStijl CV is gebonden aan de koopovereenkomst met TopAuto BV. Op 1 april 2017 is de rekening van TopAuto BV nog steeds niet betaald. TopAuto BV spreekt van Stockel aan tot betaling van de auto. Van Stockel laat weten dat TopAuto BV zich beter kan verhalen op één van de anderen omdat hij, van Stockel, al een dermate grote schuld heeft aan Boersma, een goede vriend van hem, dat hij niet ook nog TopAuto BV kan betalen. De schuld aan Boersma is een schuld uit een aan van Stockel door Boersma verstrekte lening; van Stockel heeft het geleende geld besteed aan vakanties en luxe goederen voor privégebruik. TopAuto BV legt aan u als deskundige de volgende vraag voor: wie heeft een sterkere positie om de vordering op van Stockel persoonlijk te verhalen: TopAuto BV als zaakscrediteur van MetStijl CV, of Boersma?
Leg aan TopAuto BV uit hoe dit zit.
Mevrouw Dekker drijft de onderneming ‘Juweeltjes’ en verkoopt sieraden uit Afrika. Op 1 augustus 2016 verkoopt mevrouw Dekker haar onderneming met grote winst aan Juultje van Dijk en Jordi van Berkel, die de onderneming gezamenlijk voortzetten in de vorm van een vennootschap onder firma. In het vennootschapscontract worden geen van de wet afwijkende afspraken opgenomen en ‘Juweeltjes’ VOF wordt ingeschreven in het handelsregister. Op 3 augustus 2016 bestelt Juultje bij Mode BV voor een bedrag van € 1.250 aan promotiemateriaal voor de modetrends van 2017, zonder dat Jordi hiervan op de hoogte is. Ga er van uit dat Juultje het promotiemateriaal bij de aanschaf direct heeft betaald van haar eigen privé bankrekening.
Kan Juultje het door haar betaalde bedrag met kans op succes verhalen op het vennootschapsvermogen en/of op de andere vennoot?
De heer van Veen, mevrouw Walraven en de heer Zandvliet willen onder de naam ‘De Tuinkabouter’ een samenwerkingsverband aangaan. Het samenwerkingsverband willen zij aangaan om gezamenlijk winst te behalen door siertuinen voor particulieren aan te leggen. De heer van Veen heeft veel verstand van financiën. Mevrouw Walraven heeft technische kennis. De heer Zandvliet zal alleen op aanwijzing van mevrouw Walraven uitvoerende werkzaamheden verrichten. Het samenwerkingsverband is niet ingeschreven in het handelsregister. In het samenwerkingscontract is o.a. het volgende opgenomen:
De ondergetekenden:
verklaren dat zij met elkaar per 14 februari 2016 een samenwerkingsverband onder de naam ‘De Tuinkabouter’ zijn aangegaan, welke zal worden geregeerd door de navolgende bepalingen:
(...)
Artikel 2
Het doel van de samenwerking is het aanleggen van siertuinen en het verlenen van aanverwante diensten.
(...)
Artikel 4
(...)
De heer van Veen stelt dat de samenwerking is te kwalificeren als een vennootschap onder firma. Hoe beoordeelt u deze stelling van de heer van Veen?
Ga ervan uit dat sprake is van een vennootschap onder firma tussen de drie genoemde vennoten. Na een jaar staat vast dat een winst van € 60.000 verdeeld kan worden. Mevrouw Walraven vreest conflicten over de verdeling van de winst tussen haar medevennoten. Aangezien zij het nog steeds met zowel de heer van Veen als de heer Zandvliet goed kan vinden, wordt op haar voorstel op 12 december 2016 het volgende artikel toegevoegd aan het vennootschapscontract:
Artikel 10
Ter berekening van de netto-winst worden van de bruto-inkomsten afgetrokken alle verliezen, bedrijfskosten, afschrijvingen en rentevergoedingen. Geen winst zal geacht worden te zijn gemaakt, indien enig verlies over vorige jaren niet zal zijn
ingehaald.
Vennoot sub 2 bepaalt tot welk percentage van de winst elk der vennoten gerechtigd is.
Op welke wijze zal de winst verdeeld worden op 14 februari 2017?
Jansen was niet de bevoegd de CV te vertegenwoordigen (art. 17 lid 2 K); ook Verbruggen was als commanditair vennoot niet bevoegd de CV te vertegenwoordigen. De auto wordt echter meteen met winst doorverkocht, waardoor er sprake is van baattrekking (art. 7A:1681 BW) en de CV wordt gebonden. Tevens is aan te nemen dat de CV gebonden is te op grond van art. 3:69 BW; er is sprake van bekrachtiging nu de overige vennoten de auto doorverkopen. Jansen en van Stockel zijn als beherend vennoten hoofdelijk aansprakelijk (art. 18 K). Verbruggen gedraagt zich als beherend vennoot en is daarom ook hoofdelijk aansprakelijk (art. 20 lid 2 jo 21 K) voor alle verbintenissen van de CV. Van de uitzondering van Lunchroom De Katterug is geen sprake, want X wist niet dat hij met een commandiet te maken had. Jansen is weliswaar uitgetreden als beherend vennoot, maar zijn aansprakelijkheid blijft bestaan (art. 18 K). Ook Grijpstra is als toegetreden vennoot hoofdelijk aansprakelijk (HR Carlande). Omdat de CV gebonden is, kan TopAuto zich verhalen op het afgescheiden vermogen van de CV.
De BV is weliswaar zaakscrediteur (zie vraag 1), maar wat betreft verhaal op een vennoot persoonlijk gelijk te stellen met een privé-crediteur. Ten aanzien van het privévermogen van van Stockel hebben zij dus gelijke rechten.
Hoewel het in casu gaat om een VOF gelden voor dit geval de regels van de maatschap (1 K en/of 15 K). Het is in dit verband van belang onderscheid te maken tussen beheers- en beschikkingshandelingen. De handeling valt hoogstwaarschijnlijk aan te merken als beheershandeling omdat de handeling samenhangt met de normale dagelijkse gang van zaken; een organisatie die sieraden verkoopt zal regelmatig promotiemateriaal nodig hebben. Hiertoe worden de vennoten geacht elkaar over en weer de bevoegdheid te hebben verleend en deze handeling komt voor rekening van de maatschap (art. 7A:1676 sub 1 BW). Derhalve kan Juultje het bedrag voor rekening van de maatschap laten komen dan wel dit verhalen bij Jordi.
Om het samenwerkingsverband te kwalificeren als een VOF zal sprake moeten zijn van een maatschap tot uitoefening van een bedrijf onder een gemeenschappelijke naam (art. 16 K). Van een maatschap is sprake (art. 7A:1655 BW) als voldaan is aan de volgende vereisten. Er moet een overeenkomst zijn (in casu aanwezig), inbreng door elk der vennoten (zie art. 4 contract), oogmerk om voordeel te behalen en te delen (aanwezig: zie de zinssnede ‘om gezamenlijk winst te behalen’) en gelijkwaardige samenwerking (HR Dierenartsenpraktijk). Op dit laatste punt is er wellicht twijfel; mogelijk omdat de casus vermeldt dat de heer Zandvliet louter op aanwijzing van Walraven werkzaamheden zal uitvoeren. Maar er bestaat in ieder geval een VOF tussen van Veen en Walraven. Het gaat in casu om uitoefening van een bedrijf (aanleggen van siertuinen voor particulieren) onder gemeenschappelijke naam (in casu ‘De Tuinkabouter’). NB inschrijving in het handelsregister is geen oprichtingsvereiste (art. 23 K).
O.g.v. art. 7A:1671 lid 1 BW jo. 1 en/of 15 K is een beding als in artikel 10 derde zin van het vennootschapscontract verboden. Volgens lid 2 van artikel 7A:1671 lid 2 BW wordt een dergelijk beding als ongeschreven beschouwd en dienen de vennoten voor de winstverdeling de regel uit artikel 7A:1670 BW te gebruiken. Iedere vennoot krijgt een deel van de winst naar rato van zijn/haar inbreng (art. 7A:1670 lid 1 BW). De inbreng van Zandvliet wordt volgens lid 2 van dit artikel gelijk gesteld aan de inbreng van Walraven. De verdelingsverhouding is dus als volgt: 4 (van Veen): 1 (Walraven): 1 (Zandvliet). van Veen krijgt dus € 40.000, Walraven € 10.000 en Zandvliet € 10.000.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Voorbeeld tentamens Vennootschappen en Rechtspersonen zoals gegeven aan de Universiteit Utrecht (bachelor 2)
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
2687 |
Add new contribution