Oefententamens Vennootschappen en Rechtspersonen (UU - Recht B2)
- 3825 keer gelezen
De stichting "Goed voor Ixia" heeft veel gelden verkregen uit publieke acties. Het bestuur van de stichting bestaat uit vijf personen en deze staan onder toezicht van een Raad van Toezicht. Roos is binnen het bestuur belast met de financiën en stelt, na advies van een bank, aan het bestuur voor het grootste deel van het vermogen te beleggen in derivaten, een weliswaar risicodragende belegging, maar met een zeer hoog rendement. In het bestuur heeft Perl zo haar bedenkingen en zij laat dit binnen het bestuur ook weten, maar uiteindelijk besluit het bestuur om op deze wijze te gaan beleggen. In een kort briefje wordt ook de Raad van Toezicht nog geïnformeerd over het besluit, maar niemand van de leden van de Raad van Toezicht reageert op deze informatie. De belegging in derivaten loopt volledig uit de hand en de stichting "Goed voor Ixia" lijdt enorme verliezen.
Zijn de leden van het bestuur en de Raad van Toezicht aansprakelijk te stellen op grond van artikel 2:9 BW?
Wie zouden eventueel een actie op grond van artikel 2:9 BW kunnen instellen?
Stel dat de leden van het bestuur en de Raad van Toezicht aangesproken zouden kunnen worden op grond van art 2:9 BW, zouden zij zich dan kunnen disculperen?
Hilda Walter woont in een chalet op Bungalowpark De Bonte Specht BV in Voorthuizen. Zij is met alle andere eigenaars van de chalets van het bungalowpark lid van Belangenvereniging De Bonte Specht. Hilda is voorzitter van de belangenvereniging. Het bestuur van Bungalowpark De Bonte Specht BV heeft aangegeven naar de belangenvereniging dat het park een overeenkomst wil sluiten met de belangenvereniging om de onderhoudskosten van het park ten laste van de bewoners te laten komen. Hilda Walter vraagt uw advies. Zij wil eigenlijk niet dat de belangenvereniging weer verantwoordelijk wordt voor de inning van de kosten bij de leden, maar laat dit liever over aan het park. Kan het bestuur van de vereniging een overeenkomst sluiten met Bungalowpark De Bonte Specht BV ten laste van de individuele leden zodat de onderhoudskosten rechtstreeks doorbelast kunnen worden door het bungalowpark bij de bewoners/leden van de vereniging? Zo nee, waarom niet? Zo ja, onder welke voorwaarden kan dit?
Om het onderhoud door de bewoners zelf te stimuleren wil de belangenvereniging goede tuingereedschappen aanschaffen en de kosten van de aanschaf doorberekenen aan de leden. Kan het bestuur deze kosten doorberekenen aan de leden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, onder welke voorwaarden kan dit?
Het bestuur van de vereniging "De Vrolijke Carnavalsvierder" bestaat uit een voorzitter, een penningmeester en een secretaris. In september van elk jaar kiest de ledenvergadering uit haar midden een Prins Carnaval. De prins maakt geen deel uit van het bestuur. Behalve het bestuur kent de vereniging een raad van commissarissen. De vereniging is opgericht bij notariële akte en is ingeschreven in het handelsregister. Het carnaval is in aantocht. Bij het zien van de schitterende praalwagens, steekt het vijftig jaar oude Prinsenkostuum van Prins Karel V wel wat schamel af. In de statuten van de vereniging is over vertegenwoordiging het volgende bepaald: "De vereniging wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door de voorzitter en de penningmeester gezamenlijk handelend."
De voorzitter bestelt bij de plaatselijke kleermaker namens de vereniging een nieuw kostuum voor de prins voor €550. Is de vereniging aan de overeenkomst met de kleermaker gebonden?
In de statuten is bepaald: "De vereniging wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door hetzij twee gezamenlijk handelende bestuurders, hetzij prins carnaval. Voor het aangaan van overeenkomsten die het bedrag van €450 te boven gaan, is voorafgaande goedkeuring van de raad van commissarissen nodig."
Is de vereniging gebonden aan de overeenkomst met de kleermaker als het kostuum besteld wordt door de voorzitter samen met de penningmeester zonder de statutair voorgeschreven voorafgaande goedkeuring?
Is de vereniging gebonden aan de overeenkomst met de kleermaker als het kostuum besteld wordt door prins carnaval zonder de statutair voorgeschreven voorafgaande goedkeuring?
In de statuten van stichting "Stichting Utrecht Cultuurstad" is het doel van de stichting als volgt omschreven:
Artikel 2. De stichting heeft ten doel de bevordering van het culturele en sociale leven in de stad Utrecht.' De stichting heeft een bestuur, bestaande uit drie leden, en een directeur, die geen deel uitmaakt van het bestuur.'
In de statuten is in artikel 12 de volgende bepaling opgenomen omtrent de vertegenwoordiging van de stichting:
Artikel 12
1. De stichting wordt vertegenwoordigd door ofwel: a. de voorzitter van het bestuur tezamen met een van de andere leden van het bestuur; ofwel b. de directeur.
2. Bij de aankoop van onroerend goed is voorafgaande toestemming nodig van het bestuur en het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Utrecht.'
De voorzitter en secretaris van de stichting kopen namens de stichting na een besluit van het bestuur een pand aan het Janskerkhof.
Is de stichting gebonden aan de koopovereenkomst?
Op 30 mei 2011 is Stichting Secure opgericht door Secure Limited (hierna: SL), een naar Engels recht opgerichte vennootschap. Het doel van de stichting het administreren en uitgeven van gebruikerslicenties voor de door SL ontworpen software. De stichting is vennootschapsbelasting verschuldigd. Bij de oprichting is advocaat Jansen tot enig bestuurder benoemd. De statuten zijn op verzoek van de oprichter (SL) zo beknopt mogelijk gehouden; alleen de volgens art 2:286 BW voorgeschreven hoogst noodzakelijke bepalingen zijn opgenomen. Direct na de oprichting heeft Jansen een door de SL opgestelde brief voor akkoord getekend waarin opgenomen is dat bestuurder Jansen geen enkele beslissing zal nemen zonder instemming van SL, en dat hij op eerste verzoek van SL zijn positie als bestuurder ter beschikking stelt. In januari 2013 ontvangt bestuurder Jansen van de bank van SL een brief met het verzoek mee te werken aan een financiële reorganisatie van het Secure concern. Van de stichting wordt verlangd dat zij zich als borg verbindt voor SL. Jansen stuurt de namens de stichting getekende borgstelling terug aan de bank. Enkele weken later blijkt dat de financiële positie van SL op het moment van ondertekening van de borgstelling al zeer zwak was. De bank roept de borgstelling in. Dat gaat de financiële krachten van de stichting verre te boven. Jansen die donkere wolken boven zijn hoofd ziet samenpakken, schrijft een brief aan de bank. Hij stelt zich namens de stichting op het standpunt dat de stichting niet aan de overeenkomst gebonden is.
Welke argumenten zal hij kunnen aanvoeren?
De stichting kan nadat de borgstelling is ingeroepen niet meer aan haar financiële verplichtingen voldoen en gaat failliet. De curator is van mening dat Jansen er maar een potje van heeft gemaakt; hij is ernstig tekort geschoten in de vervulling van zijn bestuurstaak. De curator van de stichting wil advocaat Jansen als bestuurder aanspreken.
Op welk wetsartikel moet hij zijn vordering baseren? Bespreek de kans van slagen van de vordering.
De Blije Beer is een sportclub waarin allerlei vormen van fitness aangeboden worden. De club heeft een eigen gebouw met alle faciliteiten. Enig bestuurder van de vereniging De Blije Beer is het lid van de vereniging Joanna. De vereniging telt 150 leden. In de statuten zijn geen van de wet afwijkende bepalingen opgenomen. Een van de leden, Milton, heeft sinds enige tijd onenigheid met het bestuur van de vereniging. Milton heeft ontdekt dat de vereniging veel geld in kas heeft en hij wil dat de contributie verlaagd wordt. Joanna wil daar echter niets van weten. Op een zeker moment blijkt bij een controle door de kascommissie dat Joanna een groot deel van de inhoud van de kas van de vereniging (€ 50.000) verduisterd heeft. Joanna is inmiddels met onbekende bestemming vertrokken. De overige leden van de vereniging zijn ziedend. Zij willen dit bedrag zo snel mogelijk terug zien te krijgen Wie kan namens de vereniging het bedrag dat Joanna heeft verduisterd terugvorderen en op grond van welke bepaling(en) van boek 2 BW kan dit?
Kan de algemene vergadering van de vereniging bijeen worden geroepen bij afwezigheid van Joanna? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe dient dit te geschieden?
Kan de algemene vergadering van een vereniging besluiten nemen buiten vergadering? Zo ja, kan dit in casu ook bij afwezigheid van Joanna?
Bij Stichting Ziekenhuis van het Noorden werken 545 mensen. Het bestuur van de stichting is voornemens een duurzame samenwerking aan te gaan met het Laurentius Ziekenhuis. De stichting heeft een wettelijk verplichte ondernemingsraad.
Op welke wijze is het bestuur van de stichting gehouden de ondernemingsraad te betrekken bij het voorgenomen besluit? En wat kan de ondernemingsraad doen wanneer het bestuur de ondernemingsraad niet als zodanig heeft betrokken bij het voorgenomen besluit?
Art. 2:9 BW is van toepassing op bestuurders en de leden van de Raad van Toezicht kunnen tot het bestuur behoren. Het dagelijks bestuur moet dan worden geleid door een college dat verantwoording aan de Raad van Toezicht verschuldigd is en slechts in opdracht van deze raad met het dagelijks bestuur is belast. Het gaat hier om een grote beslissing die niet als opdracht door de raad aan het bestuur is gegeven, ze stellen de raad van hun plannen met slechts een briefje op de hoogte. De raad lijkt niet een groot gezag te hebben over de bestuurders en dus zijn de leden van de raad niet aansprakelijk te stellen op grond van art. 2:9 BW. Het bestuur echter wel, elke bestuurder is voor het geheel aansprakelijk terzake van onbehoorlijk bestuur, wat in casu aan de hand is, Perl is misschien niet nalatig geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen van dit onbehoorlijke bestuur af te wenden. Ze moet dan wel aftreden als ze er verder niets aan kon doen. In beginsel geldt art. 2:9 BW niet voor raad van toezicht, behalve als ze misschien feitelijke bestuurders zijn. In een nieuwe wetsvoorontwerp wordt de raad van toezicht wel aansprakelijk, behoorlijke invulling van zijn taak vereist.
Een belanghebbende. De rechtspersoon (bestuur, want vertegenwoordigd rechtspersoon) of in geval van faillissement, de curator.
Nee, ze hebben niet gereageerd, ze hebben geen actie ondernomen de gevolgen af te wenden of te verminderen en ze zijn niet afgetreden.
Handelen voor leden: art 2:46 BW. Verplichtingen kunnen aangegaan worden als het in de statuten uitdrukkelijk is bepaald (bestuur vertegenwoordigd vereniging, bevoegdheid is onbeperkt en onvoorwaardelijk, zie art. 2:45 lid 3 BW voorzover uit de wet niet anders voortvloeit).
Handelen voor leden: art. 2:46 BW, verplichtingen aangaan als het in de statuten uitdrukkelijk is bepaald. Dit kan ook bij informele verenigingen, als de statuten op schrift staan.
Volgens art. 2:45 lid 1 BW vertegenwoordigt het bestuur de vereniging. Volgens lid 2 kunnen de statuten bepalen dat een bestuurder alleen mag vertegenwoordigen met de medewerking van een ander, dat is in casu het geval (twee-handtekeningen-clausule). Dit heeft externe werking, als het is ingeschreven in het handelsregister en de rechtspersoon (de vereniging) kan dit dus tegenwerpen aan de derde (kleermaker). De vereniging is dus niet gebonden aan de overeenkomst (bestuurder is altijd vertegenwoordigingsbevoegdheid, tenzij de wet tegendeel bepaalt) (twee-handtekeningen-clausule is dus opgenomen in de wet, 2:45 lid 2 BW).
1) Wie zijn er bevoegd? (bestuur)
2) Omvang vertegenwoordigingsbevoegdheid? (onbeperkt en onvoorwaardelijk, tenzij wettelijke basis, werkt extern mits ingeschreven)
De voorzitter is zelf wel aan te spreken op basis van art. 3:70 BW, schakelbepaling art. 3:78/79 BW, art. 2:6 lid 2 BW en 25 Hrw.
Ja, het statutaire voorschrift dat zegt dat er goedkeuring nodig is van de raad in dit geval, heeft slechts werking als interne instructie. De vereniging kan dus geen beroep doen op de onbevoegdheid van de bestuurders tegenover een wederpartij. De vereniging is dus gebonden aan de overeenkomst met de kleermaker.
Hij mag niet meer uit geven dan 450 euro. De prins is dus onbevoegd en hier kan de vereniging zich met succes op beroepen en dit leidt dus niet tot binding van de vereniging aan de overeenkomst. Art. 2:45 lid 1 BW stelt het bestuur bevoegd, art. 2:45 lid 4 anderen. Onvoorwaardelijk en onbeperkt gaat dan niet in, hij moet zich dus houden aan de regels. De prins is aansprakelijk via 3:70 jo 79 BW.
Uit art. 2:291 lid 2 BW volgt dat het bestuur alleen bevoegd is tot de aankoop van registergoederen als dit uit de statuten voortvloeit. In casu volgt dit niet uit de statuten, de voorzitter en de secretaris zijn dus wettelijk niet bevoegd tot het doen van deze aankoop en dit kan door de stichting aan derden worden tegengeworpen. Art. 2:292 BW: vertegenwoordiging. Er blijkt uit de casus niet dat de voorzitter en de secretaris toestemming hebben gekregen van de derde bestuurder en het college van B&W. Deze beperking in de bevoegdheid zorgt ervoor dat de wettelijke hoofdregel weer geldt en dat dus deze beperking in de bevoegdheid door de stichting kan worden tegengeworpen aan derden. Is er schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid? Nee, de bestuurders niet afzonderlijk tot vertegenwoordiging bevoegd.
Art. 2:291 lid 2 BW. Aangezien de statuten zo beknopt mogelijk zijn gehouden, zal er niet in staan dat het bestuur bevoegd is de stichting als borg te verbinden of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander te verbinden. Dit is een wettelijke beperking en heeft dus externe werking waardoor het kan worden ingeroepen door Jansen tegenover de bank. Er is geen sprake van bekrachtiging, want er is niemand bevoegd, art. 2:292 lid 3 BW. Borgstelling valt niet onder het doel van de Stichting, dus Jansen kan zich beroepen op doeloverschrijding, art. 2:7 BW. Alleen de stichting kan doeloverschrijding aanvoeren en zichzelf binden.
De stichting betaald vennootschapsbelasting en dus is volgens art. 2:300a BW art. 2:138 BW van toepassing.
Er moet sprake zijn van kennelijk onbehoorlijke taakvervulling door het bestuur in de periode van drie jaar voorafgaande aan het faillissement.
Aannemelijk moet zijn dat de onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak is van het faillissement.
De onbehoorlijke taakvervulling van het bestuur moet verwijtbaar zijn aan de bestuurder die persoonlijk wordt aangesproken.
Heeft Jansen onbehoorlijk gehandeld door borg te gaan staan voor SL? Dit is volgens de casus een belangrijke oorzaak van het faillissement. Jansen wordt veronderstelt verwijtbaar te zijn, hoewel hij misschien teveel gepushed is door SL. De curator kan art. 2:9 BW gebruiken en art. 6:162 BW. Volgens het arrest Aansprakelijkheid is het bestuur van de stichting verwijtbaar, want het heeft zich te afhankelijk opgesteld.
Art. 2:47 BW: de algemene vergadering kan personen aanwijzen voor vertegenwoordiging bij belangenstrijd, zie ook art. 2:9 BW. Let op: art. 2:47 BW wordt gewijzigd in nieuwe wetsvoorstel, 9 lid 3. Intern, vernietiging, tegenstrijdig belang. Art. 2:9 BW: interne aansprakelijkheid bestuur tegen vereniging, 2:37 lid 6, ALV is bevoegd om Joanna ontslaan, want de benoeming geschiedt ook door de ALV, lid 2.
Art. 2:41 lid 2 en lid 3 BW. Lid 2: schriftelijk verzoek aan bestuur door leden met 1/10 van de stemmacht. Lid 3: Joanna is afwezig dus na 14 dagen kunnen verzoekers zelf overgaan tot de bijeenroeping.
Art. 2:40 lid 2 BW: bij een eenstemmig besluit, al zijn deze niet in een vergadering bijeen, mits met voorkennis van het bestuur. Dus niet bij afwezigheid van Joanna, ze gaat er als lid niet mee instemmen.
Art. 25 lid 1 sub b Wet op Ondernemingsraad. Bestuur moet advies vragen, indien dit niet gebeurt, dan kan beroep ingesteld worden op grond van art. 26 of 36 bij de Ondernemingskamer.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Voorbeeld tentamens Vennootschappen en Rechtspersonen zoals gegeven aan de Universiteit Utrecht (bachelor 2)
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
2285 |
Add new contribution