Literatuursamenvattingen bij Psychopharmacology - UU

 

Literatuursamenvattingen bij Psychopharmacology - UU

Bundle items:
Samenvatting bij de 1e druk van Psychofarmacologie: de effecten van drugs en geneesmiddelen op het menselijk brein en gedrag van Kenemans

Samenvatting bij de 1e druk van Psychofarmacologie: de effecten van drugs en geneesmiddelen op het menselijk brein en gedrag van Kenemans


1. Inleiding psychofarmaca

Definitie

Psychofarmaca zijn alle stoffen die effect hebben op gedrag via de hersenen en de rest van het centraal zenuwstelsel. Stoffen kunnen invloed hebben op gedrag, omdat gedrag voortkomt uit signalen in de hersenen en deze signalen kunnen beïnvloed worden door chemische reacties met stoffen van buitenaf. De hersenen geven signalen door aan het ruggenmerg en het ruggenmerg geeft op zijn beurt signalen door aan spieren en organen. Het patroon van spieractiviteit, oftewel het gedrag, wordt dus uiteindelijk bepaald door reacties in de hersenen.

Er kan onderscheid gemaakt worden tussen twee categorieën psychofarmaca: genotmiddelen en geneesmiddelen. Genotmiddelen zijn psychofarmaca die mensen innemen vanwege het belonende effect ervan. Dit belonende effect kan verslavend werken: het middel wordt in hoge mate herhaald toegediend om het belonende effect te bereiken. Geneesmiddelen zijn psychofarmaca die gebruikt worden om problematisch gedrag te beïnvloeden. Problematisch gedrag houdt in dat er volgens de persoon zelf of anderen sprake is van disfunctioneren.

Signalen tussen zenuwcellen worden overgebracht via neurotransmitters. Er zijn ook andere stoffen die voor signaaloverdracht in het lichaam zorgen. Hormonen zijn specifieke stoffen die via de bloedbaan boodschappen overbrengen. Deze manier van signaaloverdracht is trager (enkele seconden) dan die van neurotransmitters (enkele milliseconden). Hormonen kunnen ook als psychofarmaca ingezet worden.

Inname

Psychofarmaca kunnen op verschillende manieren ingenomen worden:

  1. ......read more
Educational Institutions & Organizations: 
Activities abroad, study fields and work areas: 
BulletPoint samenvatting Psychofarmacologie: de effecten van drugs en geneesmiddelen op het menselijk brein en gedrag van Kenemans - 1e druk

BulletPoint samenvatting Psychofarmacologie: de effecten van drugs en geneesmiddelen op het menselijk brein en gedrag van Kenemans - 1e druk


1. Inleiding psychofarmaca

  • Psychofarmaca zijn alle stoffen die effect hebben op gedrag via de hersenen en de rest van het centraal zenuwstelsel.

  • Genotmiddelen zijn psychofarmaca die mensen innemen vanwege het belonende effect ervan. Dit belonende effect kan verslavend werken: het middel wordt in hoge mate herhaald toegediend om het belonende effect te bereiken. Geneesmiddelen zijn psychofarmaca die gebruikt worden om problematisch gedrag te beïnvloeden.

  • Psychofarmaca kunnen op verschillende manieren ingenomen worden, via voedsel, door middel van een pil, via de huid, via de mond, via de neus, roken en injecteren.

  • Een therapeutisch venster geeft aan wat de laagste dosering is om een gewenst effect te bereiken en wat de hoogste dosering is om te veel bijwerkingen te voorkomen. Er zijn individuele verschillen in de optimale dosering.

  • Verklarend onderzoek houdt in dat er naar de mechanismen achter de werking van psychofarmaca wordt gezocht. Voorspellend onderzoek houdt in dat er wordt onderzocht of de psychofarmaca effectief zijn.

  • Er zijn verschillende criteria van belang bij goed psychofarmacologisch onderzoek. Namelijk: placebocontrole, dubbelblind onderzoek, at random verdeling van participanten over condities, en een baselinemeting.

2. Het zenuwstelsel

Educational Institutions & Organizations: 
Activities abroad, study fields and work areas: 
Psychopharmacology van Ettinger

Psychopharmacology van Ettinger

Deze samenvatting gaat over drie velden die samen zijn gebracht in het boek psychopharmacology: Psychologie, famacologie en biologie. In het eerste hoofdstuk wordt beschreven hoe neuronen werken (biologie). Hoofdstuk 2 en 7 gaan over de werking van medicijnen (farmacologie).  Hoofdstuk 2 gaat over de algemen werking en hoofdstuk 7 gaat over opiaten en verdovende middelen. In de andere hoofdstukken worden depressie (3), angst (4), verslavingen (8/10) en andere psychologische stoornissen behandelt en de bijbehorende medicijnen. Deze samenvatting geeft een globaal beeld van dit vakgebied, maar voor het goed begrijpen wordt er aangeraden het boek te lezen omdat hier veel details en afbeeldingen in staan die verhelderend zijn.

...read more
Bundle summary psychopharmacology chapters 1-4 & 7-10

Bundle summary psychopharmacology chapters 1-4 & 7-10

This bundle consists of the chapters 1 to 4 and 7 to 10 of the book 'Psychopharmacology' written by R. H. Ettinger, second edition. There are missing chapters, because you don't need to know these. This book will be examinated for the elective 'Pharmacological and biological approaches to clinical and health psychology'. There are also examination tickets linked where you can read what important is to know and what you don't have to learn.

Crossroads: activities
Follow the author: Psychology Supporter
This content is used in bundle:

Psychopharmacology: Summaries, lecture notes and practice exams - UU

Oefenvragen Psychofarmacologie: de effecten van drugs en geneesmiddelen op het menselijk brein en gedrag van Kenemans - 1e druk

Oefenvragen Psychofarmacologie: de effecten van drugs en geneesmiddelen op het menselijk brein en gedrag van Kenemans - 1e druk


Vragen

1. Inleiding psychofarmaca

  1. Rangschik alle mogelijke manieren om psychofarmaca in te nemen, in oplopende volgorde aan de hand van snelheid waarmee de stof wordt opgenomen in het bloed.

  2. Noem twee nadelen van een langdurig titratieproces bij de start van behandeling.

  3. Wat is het verschil tussen verklarend en voorspellend onderzoek?

  4. Wat is het doel van preklinisch onderzoek?

  5. Noem vier criteria waaraan goed psychofarmacologisch onderzoek moet voldoen.

2. Het zenuwstelsel

  1. Noem twee verschillen tussen MRI en postmortaal onderzoek naar de hersenen.

  2. Wat is het verschil tussen grijze en witte stof?

  3. Waar of niet waar:

  4. De pariëtaalkwab is onder andere belangrijk voor ruimtelijke waarneming.

  5. De temporaalkwab is onder andere belangrijk voor tastgewaarwording.

  6. Welke functies van het cerebellum zijn tot nu toe bekend?

  7. Waarom is de locus coerulus van belang bij de werking van psychofarmaca?

3. Neuronen

  1. Wat is een aminozuur?

  2. Hoe wordt een proteïne gevormd vanaf het DNA?

  3. Noem drie gevolgen van de rusttoestand van een neuron met betrekking tot ionen.

  4. Hoe verloopt een actiepotentiaal?

  5. Wat doet een natrium-kaliumpomp?

4. Neurotransmitters

  1. Uit welke drie onderdelen bestaat de synaps?

  2. Noem twee voorwaarden voor neurotransmissie.

  3. Wat is het verschil tussen excitatoire en inhibitoire potentialen?

  4. Hoe noem je een stof die een hoge affiniteit en een lage receptordoelmatigheid heeft?

  5. Wat is een allosterische receptor?

5. Psychofarmacologische principes

  1. Hoe kan het therapeutisch venster met een DRC in kaart gebracht worden?

  2. Geef een voorbeeld van een receptorinteractie.

  3. Wat is de juiste combinatie van begrippen:

a. Fysiologisch effect – affiniteit, biochemisch effect – doelmatigheid

b. Fysiologisch effect – neurotransmissie, biochemisch effect – depolarisatie

c. Fysiologisch effect – depolarisatie, biochemisch effect – neurotransmissie

d. Fysiologisch effect – doelmatigheid, biochemisch effect – affiniteit.

  1. Wat is het verschil tussen farmacodynamiek en farmacokinetiek?

  2. Hoe kan het dat iemands reactie op een stof afhankelijk is van of diegene de stof al eerder heeft gebruikt?

6. Stimulantia

  1. Geef een verklaring voor de stimulerende werking van cafeïne.

  2. Wat is de waarschijnlijke verklaring voor het verslavende effect van nicotine?

  3. Waarom is methylfenidaat niet zo verslavend als cocaïne?

  4. Welke stof ontstaat als alcohol en cocaïne samen worden ingenomen?

a. Dextroamfetamine

b. Cocaethylene

c. Noradrenaline

d. Methylen edioxymetamfetamine

  1. Wat is een cognitive enhancer?

7. Antidepressiva en stemmingsstabilisatoren

  1. Wat is het effect van chronische stress op neurotrofinen?

  2. Welke twee neurotransmitters spelen een belangrijke rol bij depressieve stoornissen?

  3. .....read more
Access: 
Public
Begrippenlijst Psychofarmacologie: de effecten van drugs en geneesmiddelen op het menselijk brein en gedrag van Kenemans - 1e druk

Begrippenlijst Psychofarmacologie: de effecten van drugs en geneesmiddelen op het menselijk brein en gedrag van Kenemans - 1e druk


1. Inleiding psychofarmaca

Psychofarmaca: alle stoffen die effect hebben op gedrag via de hersenen en de rest van het centraal zenuwstelsel

Genotmiddelen: psychofarmaca die mensen innemen vanwege het belonende effect ervan

Geneesmiddelen: psychofarmaca die gebruikt worden om problematisch gedrag te beïnvloeden

Neurotransmitters: stoffen die verantwoordelijk zijn voor signaaloverdracht tussen zenuwcellen

Hormonen: stoffen die verantwoordelijk zijn voor signaaloverdracht via het bloed

Extended release: een manier van verpakking van een pil, waarbij de stof langzaam in het bloed opgenomen wordt, de waarde meer constant blijft en het effect langer aanhoudt

Bijwerkingen: ongewenste effecten van een psychofarmacon

Therapeutisch venster: de laagste en hoogste dosering van een psychofarmacon aan de hand van de afweging tussen gewenste effecten en bijwerkingen

Tolerantie: afname van het effect van een stof door chronische toediening

Verklarend onderzoek: onderzoek naar de mechanismen achter de werking van psychofarmaca

Voorspellend onderzoek: onderzoek naar de effectiviteit van psychofarmaca

Placebocontrole: het gebruiken van een controlegroep die een placebo krijgt toegediend zonder het werkzame psychofarmacon

Dubbelblind onderzoek: patiënten en onderzoeker weten geen van allen wie in de controlegroep zit en wie in de experimentele groep

Placebo-effect: een effect dat niet door het werkzame middel in het medicijn veroorzaakt wordt, maar door een verwachting op basis van de toediening

Baselinemeting: voormeting van de afhankelijke variabelen

Odds-ratio: de kans dat een verschijnsel voorkomt als gevolg van toediening van een psychofarmacon, bepaald door de verhouding van het verschijnsel in een groep die het medicijn krijgt ten opzichte van het verschijnsel in een groep die het medicijn niet krijgt

2. Het zenuwstelsel

Centraal zenuwstelsel: de hersenen en het ruggenmerg

Perifeer zenuwstelsel: alle zenuwcellen in de rest van het lichaam

Somatisch zenuwstelsel: deel van het perifere zenuwstelsel dat bewust aangestuurd wordt

Autonoom zenuwstelsel: deel van het perifere zenuwstelsel dat automatisch functioneert

Sympathisch zenuwstelsel: deel van het zenuwstelsel dat betrokken is bij actieve toestand

Parasympathisch zenuwstelsel: deel van het autonome zenuwstelsel dat betrokken is bij rusttoestand

Magnetic Resonance Imaging (MRI): beeldvormingstechniek waarbij de hersenstructuur virtueel geconstrueerd wordt door middel van de energie van waterstofprotonen

Gyri: windingen in de cortex

Sulci en fissuren: gleuven en groeven in de cortex

Grijze stof: donkergekleurd hersenweefsel dat bestaat uit cellichamen, korte uitlopers en andere typen hersencellen

Soma’s: cellichamen

Mediale fissuur: fissuur in het midden van de cortex

Fissuur van Sylvius: fissuur die de mediale van de laterale delen in de cortex onderscheidt

Hemisfeer: hersenhelft

Corpus callosum: verbinding tussen de corticale hemisferen

Occipitaalkwab: gebied aan de achterkant van.....read more

Access: 
Public
Examination tickets psychopharmacology

Examination tickets psychopharmacology

Chapter 1 – How does the human nervous system function?

  • You have to understand how the nervous system works, but you don’t have to learn all the details by hard. You have to understand the processes and the names of different areas (cell body, dendrites, axons).
  • You must know how depolarization and hyper polarization work for example, but not the details of numbers or stuff like that.
  • The different kinds of synapses, receptors and hormones are important and their function.

Chapter 2 – What is being studied in psychopharmacology?

  • You have to know in what ways medication can be administered and some pros and cons of the different forms.
  • What metabolism and tolerance is and the different forms of tolerance.
  • What downregulation is.

Chapter 3 – What does the pharmacological approach to depression looks like?

  • Don’t learn the diagnostic criteria of a disorder by hard, but you have to know some characteristics of the disorder.
  • The monoamine hypothesis is very important.
  • Different kinds of antidepressants and their pros and cons, but not the side effects in detail.

Chapter 4 – What does the pharmacological approach to anxiety looks like?

  • In global, you have to know what happens in the brain when you feel anxious. But you don’t have to know what happens in each brain region and what it is called.
  • You have to know the differences between a panic disorder and a generalized anxiety disorder and you must know what OCD and PTSD are.
  • The different kinds of medicines to treat anxiety and some of their pros and cons.

Chapter 7 – What are the effects of opiate and sedation?

  • What opiates are is important, but not the different kinds of receptors for opiates and where they are located. You only have to know that there are different kinds of receptors in different brain areas.
  • Which treatments there are for opiates.

Chapter 8 – What changes in neurobiology in substance abuse and addiction?

  • You have to understand the difference between an addiction and dependence.
  • When you have a disorder and when you don’t and how this can be treated.
  • The relationship between reward systems in the brain and drug reward systems.
  • You have to know that there are changes in the brain because of drugs, but you don’t have to know this in detail. 

    Chapter 9 – What is the pharmacology of psychoactive drugs?

  • You don’t have to remember the full process of producing cocaine or the other drugs explained in this chapter.
  • You do have to know that there are multiple forms of it and you have to understand mechanisms of cocaine. The same is with the other drugs.
  • Chapter 10 – What is the effect of

.....read more
Access: 
Public
Samenvattingen en studiehulp voor Psychologie Bachelor 2 & 3 aan de Universiteit Utrecht - - Jaargang 2022/2023

Samenvattingen en studiehulp voor Psychologie Bachelor 2 & 3 aan de Universiteit Utrecht - - Jaargang 2022/2023

Image

In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor de opleiding Psychologie, jaar 2&3 aan de Universiteit Utrecht

Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor dit vak ga je naar de Samenvattingen Shop Psychologie - UU B2/3 op JoHo.org

Samenvattingen en studiehulp voor Psychologie aan de Universiteit Utrecht
Contributions, Comments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
731
Last updated
01-08-2023