Society and culture - Theme
- 2594 reads
Vraag 1
Welke factoren spelen een rol bij gedrag?
Alleen erfelijke factoren.
Alleen omgevingsfactoren.
Zowel erfelijke factoren als omgevingsfactoren.
Erfelijke en omgevingsfactoren spelen geen rol.
Vraag 2
Zet de vier fasen van een leerproces in de juiste volgorde:
Bewust en bekwaam – onbewust en onbekwaam – bewust en onbekwaam – onbewust en bekwaam
Om welke redenen is reflectie voor beroepsbeoefenaren niet van belang?
Hulpverlening is complex.
Zelfreflectie helpt de hulpverlener alert te blijven op ontwikkelingen in het werkveld.
Hulpverleners zijn kwetsbaar.
Aan deze zelfreflectie kunnen ze in de privésituatie ook nog wat overhouden.
Is de volgende stelling juist of onjuist?
Reflectievaardigheden zijn alleen vereist in beroepen en functies waarbij hulpverlening een rol speelt.
Wat houdt een metacognitief niveau in?
Hoe kan beroepsdimensie worden gedefinieerd? En de persoonsdimensie?
Uit welke fasen bestaat het spiraalmodel van reflectie?
Welke van onderstaande vragen hoort niet bij het spiraalmodel van reflectie?
Wat is er precies gebeurd?
Waarom is dat gebeurd?
Wat vond ik belangrijk in die situatie?
Welke leerwensen/voornemens volgen hier voor mij uit?
Waar staat het ABC-model voor?
Wat zijn de drie tussenfasen in het kernmodel van reflectie?
Welke stelling is juist?
I. De drie verschillende beheersingsniveaus van reflectie zijn statisch van elkaar te onderscheiden
II. Voor zowel de tussenfase en de gevorderde fase van reflecteren is een beroepscontext nodig
Stelling I is juist, stelling II is onjuist.
Stelling II is juist, stelling I is onjuist.
Beide stellingen zijn juist.
Beide stellingen zijn onjuist.
Wat zijn de drie verschillende manieren van verslaggeving met betrekking tot reflectie? En hoe verschillen die van elkaar?
Zet de fasen van brainstormen in de juiste volgorde:
Reactie – brainstorm – probleemverheldering – afronding - inbreng
Vul de missende woorden in:
Een (1)…… is een persoonlijke eigenschap die een uitdrukking vormt van jouw persoonlijkheid. Als je in die eigenschap doorschiet, is dat je (2)……. Hiervan kun je leren door het om te zetten in een (3) …… (het positief tegenovergestelde). Als je hier weer in doorschiet, wordt de eigenschap een (4)…….
(1) Valkuil – (2) eigenschap – (3) allergie - (4) uitdaging
(1) Eigenschap – (2) valkuil – (3) uitdaging – (4) allergie
(1) Eigenschap – (2) uitdaging – (3) valkuil - (4) allergie
(1) Valkuil – (2) uitdaging – (3) eigenschap – (4) allergie
Wat zijn de tien voorwaarden om te kunnen reflecteren?
Welke van onderstaande stellingen is juist?
I. Bij een professionele attitude staan acceptatie, inlevingsvermogen, respect en een empathische houding centraal.
II. Je verslag moet duidelijk over je eigen leerervaring gaan, en je mag deze dan ook in de ik-vorm schrijven
Stelling I is juist, stelling II is onjuist.
Stelling II is juist, stelling I is onjuist.
Beide stellingen zijn juist.
Beide stellingen zijn onjuist.
Wat is het verschil tussen I-profs en R-profs?
Wat is de definitie van een moraal?
Een esthetische en persoonlijke betekenis van iets.
Een toestand of manier van handelen die men moet proberen te behalen of na te streven.
De praktische filosofie die zich uitspreekt over wat goed en kwaad is.
Het heersende idee van wat goed en kwaad is.
Welke twee hoofdvragen vormen de basis voor het transfermodel van Kastrup Jensen?
C. Zowel erfelijke factoren als omgevingsfactoren.
Onbewust en onbekwaam - bewust en onbekwaam - bewust en bekwaam - onbewust en bekwaam
D. Reflecteren op eigen handelen is belangrijk omdat hulpverleners kwetsbaar zijn, hulpverlening complex is, hulpverleners onder druk staan, zelfreflectie helpt alert te blijven op ontwikkelingen in het werkveld en het ontwikkelen van een open attitude, en het tenslotte bijdraagt aan het beter in stand zijn om het beroep uit te oefenen. Natuurlijk hebben ze er in de privésituatie ook iets aan, maar dat is niet de reden dat reflectie voor beroepsbeoefenaren van belang is.
Onjuist. Reflectievaardigheden zijn vereist in alle beroepen en functies waarin sprake is van direct contact met anderen en waarbij dit contact de kwaliteit van de dienstverlening bepaalt (relatieafhankelijkheid).
Om te kunnen reflecteren moet je abstract kunnen denken: nadenken over een situatie die niet zintuiglijk waarneembaar is. Die vaardigheid ligt op het metacognitieve niveau: een niveau boven dat van het handelen in de situatie zelf.
Beroepsdimensie is de term die wordt gebruikt voor de eisen die het uitoefenen van een specifiek(e) beroep of functie stelt. De term persoonsdimensie betreft de gedragspatronen en de vaardigheden bij een zich ontwikkelende persoon die dit beroep of deze functie uitoefent.
Het spiraalmodel voor reflectie heeft vijf fasen: (1) handelen/ervaring opdoen (in een bepaalde situatie); (2) terugblikken (op die betekenisvolle situatie); (3) formuleren van essentiële aspecten (wat was voor jou belangrijk?); (4) alternatieven ontwikkelen en kiezen (hoe handel je een volgende keer?); (5) uitproberen (van die keuze)
B. Waarom is dat gebeurd?
Het ABC-model is een mini-stappenplan voor reflectie: wat was er Aan de orde voor jou, wat is daar Belangrijk aan en welke Conclusies kun je daaruit trekken?
Fase 1+: bewustwording (gevoelssignaal + selectie van de situatie); Fase 2+: geconstateerde consequenties, gericht op het verleden; Fase 3+: mogelijke consequenties (op toekomst gericht) / beslismoment.
B. Stelling II is juist, stelling I is onjuist.
In een logboek verwoord je je beleving en je persoonlijke betekenis van gebeurtenissen. Het kan helpen bij het schrijven van een sterkte-zwakteanalyse of reflectieverslag. In een sterkte-zwakteanalyse bekijk je de geleerde/getrainde vaardigheden en je analyseert daarvan jouw sterke en zwakke kanten. Een reflectieverslag is het meest uitgebreid, je doorloopt namelijk alle fasen van de reflectiespiraal.
Brainstorm verloopt via de volgende fasen: inbreng, probleemverheldering, brainstorm, reactie, afronding.
B. (1) Eigenschap – (2) valkuil – (3) uitdaging – (4) allergie
Er zijn tien voorwaarden nodig om te kunnen reflecteren: rust, tijd, concentratie, aandacht, vermogen tot abstractie, analyseren, een lerende houding, moed en durf, confronteren, wilskracht en ook nieuwsgierigheid.
C. Beide stellingen zijn juist.
De I-profs zijn hoofdzakelijk nieuwkomers in het vak en werken vooral vernieuwend en improviserend. Zij bezitten kennis die up-to-date is maar beschikken nog niet over veel werkervaring. Dit in tegenstelling tot de R-profs, die gekenmerkt worden door routinematig werken en jarenlange ervaring in het werkveld. De I-profs kunnen R-profs worden naarmate zij langer actief zijn in het beroep, maar sommige professionals blijven in een ‘sterfase’ hangen, waarbij ze zowel de jarenlange ervaring van de R-prof hebben, maar tevens de vernieuwende blik van de I-profs.
D. Het heersende idee van wat goed en kwaad is.
De twee hoofdvragen binnen dit model zijn ‘Wat is de betekenis van het theoretische concept voor de uitvoering in de praktijk?’ en ‘Hoe kan ik het eigen handelen optimaliseren op basis van de theorie?’. Het transfermodel kan gebruikt worden om te reflecteren op het eigen of andermans handelen binnen het bedrijfsleven. Het verband tussen de praktijk en de theorie wordt middels dit model expliciet gemaakt.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
973 | 1 |
Add new contribution