Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen bij Circulatie 1, 2, 3 - UU - Studiebundel
- 2784 reads
Deze oefentoets bevat 40 vragen gevolgd door de antwoordsleutel bij het blok
Deze oefentoets bevat 40 vragen gevolgd door de antwoordsleutel
Hun vermogen een hoge druk te creëren in de betreffende lichaamsholte
De aanwezigheid van grote aponeurosen
De aanwezigheid van een in lengterichting verlopende spier
De vezelrichting van de drie elkaar overlappende spierlagen
De beschikbare vullingstijd te kort wordt
De cardiovasculaire centra het hartritme regelen
Het aantal spontane depolarisaties afneemt bij toenemend hartritme
De ion concentraties in de pacemaker cellen afnemen.
40 mg/ml
4 mg/ml
0,4 mg/ml
0,04 mg/ml
Het rechter ventrikel niet genoeg hydrostatitische druk kan leveren om het bloed snel genoeg door de longcapillairen te pompen.
De kracht van het linkerventikel zo groot is dat de hydrostatische druk in het gehele lichaam te hoog is.
Het linkerventrikel te slecht werkt waardoor stuwing van bloed in de longcirculatie optreedt.
De colloïd osmotische druk in de longcapillairen verlaagd is.
Voornamelijk tijdens de diastole
Voornamelijk tijdens de systole
In vergelijkbare mate tijdens de systole en de diastole
Voornamelijk aan het einde van de diastole
De AV-kleppen dicht en de halfmaanvormige kleppen dicht
De AV-kleppen open en de halfmaanvormige kleppen dicht
De AV-kleppen open en de halfmaanvormige kleppen open
De AV-kleppen dicht en de halfmaanvormige kleppen open
Wordt het potentiaalverschil over de celmembraan kleiner
Daalt de hartfrequentie
Wordt het interval tussen de atrium en ventrikelconcentratie langer
Wordt de duur van de P top langer
De cumulatieve “cross sectional area”oftewel totaal doorsnede van de capillairen is veel groter dan die van de arteriolen
De arteriolen kunnen in tegenstelling tot capillairen niet oprekken omdat ze door gladde spieren omhuld zijn
De cumulatieve lengte van arteriolen is groter dan die van de capillairen
In arteriolen is de bloedstroom laminair, in capillairen niet.
Norepinphrine op de a1 receptor
Acetylcholine op de a1 receptor
Norepinephrine op de β1 receptor
Acetylcholine op de β1 receptor
Angiotensine II
Toegenomen renale sympathische zenuwactiviteit
Astriaal natriuretisch peptide (ANP)
Aldosteron
Contractie van gladde spier rondom de arteriole als gevolg van toegenomen spierarbeid
Contractie van gladde spier rondom de arteriole als gevolg van toegenomen hydrostatische druk in het vat
Relaxatie van de gladde spier rondom de arteriole als gevolg van toegenomen temperatuur
Relaxatie van de gladde spier rondom de arteriole als gevolg van CO2 afname
De colloïd osmotische druk hoger is dan de hydrostatische druk
De hydrostratische druk hoger is dan de colloïd osmotische druk
De permeabiliteit groter is
De interstitiële druk hoger is dan de hydrostatische druk
De compliantie en elasticiteit (terugvering) van de aorta tijdens een systole
De compliantie en elasticiteit (terugvering) van de aorta tijdens de diastole
De compliantie tijdens de systole en de elasticiteit (terugvering) tijdens de diastole
De elasticiteit (terugvering) tijdens de systole en de compliantie tijdens de diastole
Nieren
Milt
Lever
Huid
Hersenen
PaO2↓
PaCO2↑
PH↓
a,b en c zijn alle juist
Veneus bloed
Liquor
Arterieel bloed
De zware spierarbeid van de ademspieren
Daling van de zuurstofspanning en saturatie van het arteriele bloed
Stijging van de koolzuurspanning in het arteriele bloed, deze stijging prikkelt het ademcentrum extra, waardoor kortademigheid wordt ervaren.
Verzuring van de beenspieren, daardoor stijgt de zuurgraag van het bloed, het ademcentrum wordt extra geprikkeld
Een toename van de dode ruimte ventilatie tijdens de inspanning
Een toename van ventilatie perfusie mismatch tijdens de inspanning
Een toename van shunting tijdens de inspanning
Een adequate recruitment en distensie van de pulmonale vaten tijdens de inspanning
10%
20%
35%
40%
≤40 msec
40-70 msec
70-100 msec
> 100 msec
I, II en III zijn alle juist
I is onjuist, II en III zijn juist
I en II zijn juist, III is onjuist
I is juist, II en III zijn onjuist
Toegenomen nierdoorbloeding (RBF) en toegenomen glomerulaire filtratie snelheid (GFR)
Toegenomen RBF en afgenomen GFR
Afgenomen RBF en afgenomen GFR
Afgenomen RBF en toegenomen GFR
Collageen
Fibrinogeen
Albumine
Globuline
Wordt kleiner
Wordt groter
Blijft gelijk
De hartfrequentie
De geleiding van het atrium naar het ventrikel
De contractiliteit van het myocard
De ligging van het hart
Vooral naar de longbasis blijven gaan
Vooral naar de middengedeeltes van de long gaan
Vooral naar de longtop gaan
Zich uniformer over de long verdelen
De polsgolf is het verschil in arteriële en veneuze druk
De polsgolf is het verschil in systolische en diastolische druk
De polsgolf is de hoeveelheid bloed dat per hartslag in de perifere circulatie komt
d. de polsgolf is de drukgolf die over het vat naar de periferie loopt
Endotheelcellen en gladde spiercellen
Fibroblasten en mesotheelcellen
Slijmbekercellen en collageen
Elastine en bloedplaatjes
Aanwezigheid van antidiuretisch hormoon
Ophoping van ureum in het interstitium van het niermerg
Resorptie van Na in het dikke opstijgende been van de lis van Henle
a, b en c zijn juist
Schot tussen twee opeenvolgende sarcomeren in een spiervezel
Arterioveneuze shunt
Verstevigd grensvlak van opeenvolgende hartspiercellen
Wordt het potentiaalverschil over de celmembraan kleiner
Daalt de hartfrequentie
Wordt het interval tussen de atrium en ventrikelcontractie langer
Wordt de duur van de P-top langer
Proximale tubulus
Dunne afdalende deel van de lis van Henle
Dunne opstijgende deel van de lis van Henle
Vasa recta
Linker long
Rechter long
Beide longen
6 liter
10 liter
30 liter
60 liter
Kleiner dan 25%
Precies 25%
Groter dan 25%
0,5 liter
1,0 liter
2,0 liter
4,0 liter
16 liter
Afleiding aVR heeft een negatief QRS complex
Afleiding aVL heeft een negatief QRS complex
Afleiding Einthoven III heeft een negatief QRS complex
Afleiding Einthoven I heeft een positief QRS complex
Een positief QRS complex van ongeveer 8 hokjes in aVR
Een positief QRS complex van ongeveer 3 hokjes in Einthoven I
Een positief QRS complex van ongeveer 14 hokjes in aVF
Een positief QRS comples van ongeveer 7 hokjes in aVL
Het If kanaal zal meer Na+ en Ca++, en minder K+ ionen doorlaten
De drempelwaarde van If zal negatiever worden
Het If kanaal laat minder depolariserende ionen door
Het If kanaal wordt onmiddelijk geinternaliseerd
0 mg/min
10 000 mg/min
20 000 mg/min
18 000 mg/min
11.000 mg/min
21 000 mg/min
9 000 mg/min
1 000 mg/min
d
b
d
a
d
a
c
b
d
a
a
d
b
b
b
d
a
a
d
c
b
b
c
a
c
d
d
a
d
c
b
a
c
c
a
d
b
c
a
g
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Bevat collegeaantekeningen, oefenmateriaal e.d. bij het blokken van verschillende universiteiten van de afgelopen studiejaren. Gebaseerd op vergelijkbare onderwerpen
In deze bundel zijn de oefenmaterialen samengevoegd voor het vak Circulatie 1 voor de Bachelor Geneeskunde aan de Universiteit Utrecht.
Heb je zelf samenvattingen en oefenmaterialen? Deel ze met je medestudenten!
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
3523 |
Add new contribution