Deze samenvatting is gebaseerd op collegejaar 2012-2013.
Neuroscience
Neuroscience is een combinatie van neuroanatomie, neurologie, neuropathologie, neuropharmacologie, gedragsstudies en cel biologie.
Een aantal belangrijke termen zijn:
- Mediaal/Lateraal – naar het midden/naar de zijkant
- Anterior/Posterior – voorkant (van het brein)/achterkant (van het brein)
- Rostraal/Caudaal – boven het mesenchephalon: voorkant/achterkant brein. In en onder het mesenchephalon: naar de cerebrale cortex/naar het sacrale eind
- Ventraal/Dorsaal – boven het mesenchephalon: bovenkant brein/onderkant brein. Caudaal van mesenchephalon: voorkant/achterkant lichaam.
- Superior/Inferior – boven/onder
- CNS – centraal zenuwstelsel, dus brein en ruggenmerg. Dit is beschermd door drie lagen: meninges. Het CNS heeft ventrikels: holtes gevuld met vocht.
- PNS – perifeer zenuwstelsel, de spinale en craniale zenuwen buiten het CNS
- Ipsilateraal/contralateraal – aan de zelfde kant/aan de andere kant
- Commissura – verbinding tussen hersenhelften
- Decussatie – kruising van commissura
- Neuron – functioneel deel van het zenuwstelsel. Heeft een dendriet waarmee signalen worden opgevangen en een axon waarmee signalen worden uitgezonden.
- Ganglion – groep neuronen in het CNS met vergelijkbaar uiterlijk, informatiebron, target en functie
- Tract – groep axonen met dezelfde target(s)
- Witte massa – delen van het CNS die gemyeliniseerd zijn (axonen)
- Grijze massa – delen van het CNS die ongemyeliniseerd zijn (vooral neuronen).
- Autonoom zenuwstelsel – innerveert vooral glad spierweefsel en klieren
- Somatisch zenuwstelsel – innerveert vooral dwarsgestreept spierweefsel en huidsensoren
Het ruggenmerg is een dunne structuur die vanaf het brein afdaalt. Het is in vijf delen verdeeld met elk een hoeveelheid spinale zenuwen: cervicaal (8), thoracaal (12), lumbaal (5), sacraal (5) en coccygeaal (1). Vanwege de extremiteiten zijn delen van het cervicale en lumbale ruggenmerg verdikt.
Het brein kent een stam, cerebellum en cerebrale hemisferen. De stam bestaat uit een medulla (rostraal van het ruggenmerg), pons (rostraal van de medulla) en een mesenchephalon (rostraal van de pons). Het cerebellum ligt dorsaal van de pons en zit met drie vezelgroepen, de peduncles, aan de breinstam vast; De cerebrale hemisferen bevatten de cerebrale cortex, corpus callosum, dienchephalon, basale ganglia, limbische structuur en interne capsule. Bij de meeste motorische en sensorische functies bestuurt de linkerkant van het brein de rechterkant van het lichaam en andersom. Op het laterale oppervlak van het brein bevindein zich de frontale, parientale, temporale en een deel van de occipitale kwab. Deze worden door fissuren, de sulci, onderscheiden. De verhogingen die door deze sulci ontstaan heten gyri. De cortex heeft zijn neuronen aan de buitenkant en de (zenuw)vezels aan de binnenkant. De vezels verbinden de kwabben met elkaar.
Hersenkwabben
De frontale kwab is de grootste kwab. Het heeft als posteriore grens de centrale sulcus en reikt tot de frontale punt van het brein. In het mediale vlak strekt het uit tot de corpus callosum. Het posteriore deel.....read more
Add new contribution