Hoofdstuk 7 - Hoe ziet de integratie/aanbevelingsfase eruit?

Wat kenmerkt de integratie/aanbevelingsfase?

De integratie/aanbevelingsfase volgt op de strategiefase óf de onderzoeksfase. In deze fase gaat het om het reflecteren van de informatie in de voorgaande fasen. Dit leidt tot een integratief beeld met één of meerdere aanbevelingen. In de adviesfase wordt dit besproken met de leerling, leraar en ouders. Zij kunnen zelf kiezen welke aanbevelingen voor hen het meest haalbaar en wenselijk is. Deze fase wordt ook wel pre-treatment assessment genoemd. 

Wat zijn de uitgangspunten van HGD in de integratie/aanbevelingsfase?

  • Doelgericht werken: integreren van de antwoorden op de onderzoeksvragen om vervolgens tot een aanbeveling te komen.
  • Transactioneel kader: er wordt aandacht besteed aan de factoren in de leerling, maar ook in zijn omgeving die een kern kunnen vormen voor de aanbeveling.
  • Onderwijs- en opvoedbehoeften van de leerling: vanuit de doelen van de leerling formuleer je een aanzet tot diens onderwijs- en opvoedbehoeften.
  • Ondersteuningsbehoeften van leraren en ouders: de aanzet van welke behoeften leraren en ouders nodig hebben om de leerling passend onderwijs of het kind de opvoeding die het nodig heeft te bieden.
  • Positieve aspecten van de leerling, onderwijsleer- en opvoedingssituatie: de positieve aspecten betrek je bij het formuleren van doelen.
  • Samenwerken: samen met leerling, leraren en ouders kom je tot een advies.
  • Systematiek en transparantie: de fase loopt systematisch in stappen om het niet overwegen van alternatieve aanbevelingen te vermijden. De werkwijze van de integratie/aanbevelingsfase verloopt in vijf stappen:
  1. Integratief beeld: wat is er aan de hand en hoe komt het?
  2. Formuleren van doelen: wat willen en wat kunnen we veranderen?
  3. Van doelen naar behoeften en één of meer aanbevelingen.
  4. Argumenten voor en tegen de aanbevelingen.
  5. Formuleren (en eventueel prioriteren) van de aanbevelingen.

Stap 1: Integratief beeld: wat is er aan de hand en hoe komt het?

Je formuleert een integratief beeld over deze leerling, met deze leraar, in deze groep, op deze school en van deze ouders. Het beeld beschrijft de huidige situatie en hoe deze is ontstaan of in stand wordt gehouden. Het geeft antwoord op de onderkennende en verklarende onderzoeksvragen waarin de hypothesen worden opgenomen of verworpen. De hypothesen vermeld je met suggesties voor verder onderzoek. Zo ontstaat een samenhangend geheel van uitspraken voor het ontstaan en voortbestaan van de unieke situatie rondom de leerling en kan hier de aanbeveling op gericht worden. Het integratieve beeld moet aansluiten bij de voorgaande fasen en moet betekenis hebben voor de betrokkenen. 

Een verklarend beeld: causale verbanden of samenhang?

De factoren die de situatie van de leerling beïnvloeden kunnen een causale relatie (factor A veroorzaakt factor B) of een samenhangende relatie (de factoren A en B versterken elkaar en factor C beschermt hiertegen). Vanuit de voorgaande fasen is het meer duidelijk welke factoren bevorderend werken en welke factoren belemmerend werken en hun samenhang. Factoren binnen een cirkel beïnvloeden elkaar onderling, maar de cirkels beïnvloeden elkaar ook wederzijds: de pijlen gaan in twee richtingen. De aanbeveling richt zich op het veranderen van problematische factoren en het versterken van bevorderende factoren.

Stap 2: Formuleren van doelen: wat willen en wat kunnen we veranderen?

Een handelingsgerichte diagnost heeft een optimistische, maar ook een realistische basishouding. De richtlijn is: wees optimistisch, leg de lat hoog, formuleer ambitieuze doelen en wenselijke aanbevelingen. Pas in de adviesfase wordt de haalbaarheid besproken van de doelen: hoe maken we de gewenste situatie haalbaar? Eerst moet duidelijk worden wat we willen veranderen (wat zou je willen bereiken?). Daarbij moet er gekeken worden naar wat er veranderd kán worden. Je moet zicht hebben in de veranderingsmogelijkheden van de leerling. 

Wat is te veranderen, te beïnvloeden of te verbeteren?

Kenmerken van de leerling die te versterken zijn, zijn bijvoorbeeld motivatie, concentratievermogen, leren, sociale competenties en impulsbeheersing. De gevolgen van een ernstige leerstoornis, zoals dyslexie, zijn deels te beïnvloeden met een intensivering van het onderwijsaanbod (extra instructie, meer leer- en oefentijd). Nauwelijks te veranderen leerling kenmerken betreffen een lichamelijke of verstandelijke beperking. De leerling, leraar en ouders kunnen wel leren hier beter mee om te gaan. 

De onderwijsleersituatie is te veranderen door het gedrag van de leraar aan te passen. Dit verschilt echter per leraar en per gedraging hoe gemakkelijk dit gaat. Het zijn de competenties en eigenschappen van de leraar die bepalen hoe realistisch de onderwijsdoelen voor een specifieke leerling zijn en hoe hoog de lat gelegd kan worden. Gedurende het gehele diagnostische traject wordt voor de leraar meer duidelijk welke sterke punten hij heeft en welke punten verbeterd kunnen worden. 

De opvoedingssituatie is van groot belang op het gedrag van het kind op school. Het is belangrijk dat ouders betrokken zijn bij het onderwijs, supervisie houden en ambitieuze verwachtingen hebben. Op deze punten kunnen ouders hun opvoedingsstijl verbeteren. Echter zijn er ook kenmerken van ouders die moeilijk te veranderen zijn, zoals hun opleiding, lage SES, werkeloosheid, verstandelijke of lichamelijke beperking of drugs- of alcoholmisbruik. In dat geval moet er gericht worden op het versterken van de bevorderende factoren die als buffer werken voor de risicofactoren. 

Welke typen doelen zijn er?

Als diagnost formuleer je eerst wenselijke doelen en dan pas haalbare doelen. Er zijn twee typen doelen: doelen op lange termijn en doelen op korte termijn. Deze doelen hangen samen. 

Welke aandachtspunten zijn er bij het formuleren van doelen?

Onderwijs-, opvoed- en ondersteuningsbehoeften vertrekken vanuit een doel: wat heeft deze leerling, leraar of ouder nodig om een bepaald doel te behalen? Bij het formuleren van doelen, met name kortetermijndoelen, gelden vier aandachtspunten:

  1. Formuleer de kortetermijndoelen zo SMARTI mogelijk: Specifiek, Meetbaar, Aanvaardbaar of Ambitieus, Realistisch, Tijdsgebonden en Inspirerend.
  2. Formuleer doelen zodanig dat betrokkenen ze, gezien hun mogelijkheden, taal, voorkennis, opleiding en achtergrond, daadwerkelijk begrijpen.
  3. Formuleer doelen positief en oplossingsgericht.
  4. Houd de doelen eenvoudig en overzichtelijk: Keep It Short & Simple (KISS). 

Stap 3: Hoe ga je van een doelen naar behoeften en één of meer aanbevelingen?

Het integratieve beeld geeft aan wat er kan veranderen: de doelen voor de leerling, onderwijsleer- en opvoedingssituatie. In deze stap bedenk je hoe die gewenste verandering te realiseren is: wie heeft wat nodig om de doelen te behalen? Je formuleert alvast een aanzet tot de gewenste aanpak wat in de adviesfase verder uitgewerkt wordt naar een aanpak die wenselijk en haalbaar is. Je begint bij de leerling:

  • Van kortetermijndoelen en onderwijsbehoeften van de leerling naar kortetermijndoelen en ondersteuningsbehoeften van diens leraar.
  • Van kortetermijndoelen en opvoedbehoeften van het kind naar kortetermijndoelen en ondersteuningsbehoeften van diens ouders.

Hulpzinnen kunnen helpen bij het formuleren van behoeften. Formuleer eerst een klein snel doel: wat zie/hoor je als dit doel behaald is? Kies daarna één of meer hulpzinnen die, gezien het doel, van toepassing zijn. Geef vervolgens per geselecteerde hulpzin een globale inhoudelijke aanzet. Houd het beperkt en overzichtelijk. Voorbeelden zijn:

  • Om het doel ... te behalen, heeft deze leerling nodig: instructie die... opdracht of taken die... leeromgeving die...  begeleiding bij... ouders die... leraar die... 
  • Als leraar wil ik bereiken dat ...(doel). Zelf doe ik al... Verder heb ik nodig: attitude/houding die... kennis... inzicht in... vaardigheden om...
  • Voor het doel..., heeft dit kind nodig: een omgeving waarin... uitleg die... hulp of ondersteuning bij... feedback op... een ouder die... vrienden die...
  • Als ouder wil ik bereiken dat ...(doel). Zelf kan ik al... Verder heb ik nodig: houding die... kennis van... inzicht in... vaardigheden om... 

Verschillende bronnen zijn ter inspiratie te benutten bij de inhoudelijke uitwerking van de hulpzinnen, zoals wetenschappelijke handboeken (voorbeelden zijn: Interventie bij onderwijsleerproblemen, Groepsplan Gedrag, Inspiratielijsten voor onderwijsbehoeften). Wanneer je in de onderzoeksfase al inzicht hebt gekregen in de aanpak van de leraar of ouder, kun je in de adviesfase bespreken welke onderdelen al goed worden toegepast en welke onderdelen nog toegepast moeten worden.

Soms heb je een sterke voorkeur voor één aanbeveling, je bent dan vooringenomen en zoekt alleen naar argumenten die deze aanbeveling ten goede komen. De kans is aanwezig dat je daardoor een effectievere aanbeveling onthoudt, dus is het belangrijk om altijd systematisch alternatieve aanbevelingen te overwegen. 

Intermezzo: Wat zijn effectieve aanbevelingen in onderwijs en jeugdhulp?

Eenzelfde doel is met verschillende aanbevelingen te bereiken waarbij de ene effectiever is dan de andere. Er moet gekozen worden voor de aanbeveling waarvan de effectiviteit wetenschappelijk is aangetoond. HGD hecht waarde aan evidence-based werken: het combineren van bewijs uit wetenschappelijk onderzoek met erkende praktijkkennis en voorkeuren van degenen voor wie de aanbeveling bestemd is. 

Wat is effectief onderwijs?

Effectief onderwijs wordt gekenmerkt door een hoge kwaliteit van het onderwijs en doelmatigheid van de leerlingbegeleiding. Twee analyses spelen de hoofdrol wanneer het gaat om effectief onderwijs, die van Marzano (2017) en die van Hattie (2009; 2013). 

Marzano stelt dat 80% van het schoolsucces bepaald wordt door kenmerken van de leerling en zijn thuissituatie en 20% door scholen. Binnen die 20% wordt tweederde deel bepaald door de leraar en eenderde door inspanningen van school. Als leraren lesgeven naar de onderwijsbehoeften van leerlingen, dan bevorderen ze hun leerprestaties aanzienlijk. Kenmerken van effectieve leraren zijn: het gebruik van effectieve onderwijstechnieken, goed klassenmanagement en positieve relaties met leerlingen. Ze behandelen niet alle leerlingen hetzelfde, maar passen verschillende aanpakken toe. 

Hattie stelt dat er vijf kenmerken zijn die bijdragen aan succesvol leren: kenmerken van de leerling (50%), de leraar (30%), de ouders, thuis en omgeving (4%), de school (7%) en de klasgenoten (6%). Hattie stelde effectieve acties en interventies op van meest effectief naar minst effectief. Hierbij vermeldt hij dat de interventies niet boven de passie van het vak en liefde voor de kinderen gesteld moeten worden. 

Wat zijn effectieve interventies in de jeugdhulp?

De onderzochte jeugdzorginterventies zijn gemiddeld effectief, maar dit gaat vaak over de onderzoeksinterventies (kortdurend, voor een niet-complexe doelgroep, aangeboden door een getrainde behandelaar) en minder om de interventies voor in de praktijk. De interventies die in de praktijik uitgevoerd worden tonen kleine tot matige effecten. Deze effecten zijn ook nog afhankelijk van de professionaliteit van de behandelaar en de klik tussen behandelaar en cliënt. In de Databank Effectieve Jeugdinterventies van het NJI vind je recente kennis over de effectiviteit van jeugdhulp. 

Stap 4: Welke argumenten zijn er voor en tegen de aanbevelingen?

De aanbevelingen zijn zo veel mogelijk gebaseerd op kennis uit effectiviteitsonderzoek. De interventie vermeldt de voorwaarden waaraan de leerling moet voldoen om voldoende succesvol te zijn. Deze indicaties zijn meestal ontleend aan het theoretisch concept dat eraan ten grondslag ligt. Alleen wanneer een indicatie aanwezig is, is de kans op effectiviteit groot. Wanneer een indicatie niet aanwezig is, spreken we van contra-indicatie. Indicaties zijn daarom te hanteren als argumenten voor een specifieke aanbeveling, contra-indicaties als argumenten ertegen. Vrijwel iedere aanbeveling heeft zowel voordelen als nadelen. Het gaat om het afwegen tussen de voor- en nadelen op de aanbeveling gepast is.

Hoe ga je van wenselijk naar haalbaar?

Dat wat in het algemeen succesvol is, hoeft in een specifiek geval niet te werken. De betrokkenen moeten de aanbeveling zien zitten en ervoor willen gaan. Ook moet de mogelijkheid er zijn om de aanbeveling uit te voeren. Hiervoor maak je een inschatting van de haalbaarheid op basis van informatie uit eerdere fasen: in de intakefase zijn de wensen en verwachtingen besproken, in de strategiefase de voorkeuren en in de onderzoeksfase nogmaals de voorkeuren en afkeuren. Deze informatie gebruik je om argumenten voor en tegen de specifieke aanbeveling te bedenken. Een belangrijk argument betreft de bereidheid en de mogelijkheid van betrokkenen om zich in te zetten. Ook ouders moeten de aanbeveling als nuttig ervaren. 

Een interventie die succesvol was in het verleden is mogelijk nu weer succesvol. Door de positieve ervaringen is er vertrouwen dat het nu weer werkt. Daarom is het van belang dat je informatie krijgt over voorgaande interventies. Bij het inventariseren van de mogelijke argumenten voor en tegen een aanbeveling bereid je je alvast voor op de adviesfase. 

Stap 5: Hoe formuleer je de aanbevelingen?

Met behulp van de argumenten zal je de aanbevelingen voor de leerling en diens onderwijs- en leersituatie bespreken met de betrokkenen. Hierbij ben je transparant en noem je alle voor- en tegenargumenten en ook welke afweging je gemaakt hebt. Als er meerdere aanbevelingen zijn, kun je deze ordenen van maximaal wenselijk tot minimaal noodzakelijk. Deze ordening geeft de grenzen aan in de adviesfase.  

Image

Access: 
Public

Image

Join WorldSupporter!
Search a summary

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Britt van Dongen
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
3998