Samenvatting Handelingsgerichte diagnostiek in het onderwijs - Pameijer en Beukering - 3e druk
- 1996 reads
In de strategiefase reflecteer je vanuit je rol als expert: wat betekenen de intakegegevens voor de keuze van het diagnostisch traject? Hierbij gebruik je de kennis uit verschillende bronnen: wetenschap, praktijkervaring, opvattingen, normen en waarden. De strategiefase kun je alleen doorlopen of samen met een collega of in een multidisciplinair team. Tijdens de intakefase ben je al bezig met het strategisch nadenken. De strategiefase kun je nooit overslaan. De kernvraag van de strategiefase: kunnen we meteen door naar fase 4 (integratie/aanbeveling) of is er nog onderzoek (fase 3) nodig?
Ook in deze fase lopen de stappen vaak door elkaar.
De intakefase heeft al veel informatie opgeleverd wat je in deze fase zoveel mogelijk probeert te objectiveren met concrete voorbeelden en een screeningsinstrument. Om tot een handzame beschrijving van de relevante informatie te komen, orden je deze in drie clusters: kenmerken van de leerling, kernmerken van de onderwijsleersituatie en kenmerken van de opvoedingssituatie. Hierdoor ontstaat een overzicht van de kenmerken die jij als diagnost beoordeelt als zijnde problematisch en ongunstig of juist positief en gunstig. Alleen de informatie uit het hier en nu wordt opgenomen, niet uit het verleden.
Kenmerken van de leerling zijn onder te brengen in een bestaand ordeningssysteem of in zelf ontwikkelde clusters. Het ordenen kan klinisch/psychiatrisch zoals met de DSM-5 of empirisch/statistisch zoals de ASEBA lijsten. Een diagnost kan ook zelf clusters ontwikkelen gebaseerd op kenmerken van de leerlingenpopulatie. Dit geeft een samenvattend overzicht van het functioneren van de leerling. Voorbeelden van clusters zijn leervoorwaarden en schoolse vaardigheden, werkhouding (taakgedrag, aandacht), cognitief functioneren (intelligentie, executief functioneren), sociaal-emotioneel functioneren en lichamelijk functioneren. Sommige gedragingen zijn in verschillende clusters onder te brengen. Het maakt niet uit in welk cluster, maar om het feit dat het wordt opgenomen in een cluster.
In de onderwijsleersituatie zijn bevorderende en belemmerende factoren te onderscheiden. Bij handelingsgericht werken zijn deze factoren opgenomen in vier clusters die verwijzen naar de kwaliteit van het lesgeven. De vier clusters zijn:
De informatie uit de intakefase over de opvoeding en het onderwijsondersteunend gedrag van ouders kunnen onderverdeeld worden in gunstige en ongunstige kenmerken. Er zijn drie rubrieken van onderwijsondersteunend gedrag die als clusters gebruikt kunnen worden:
De voorgeschiedenis van de leerling en zijn sociale omgeving is in de intakefase verzameld en besproken. Dit kan worden gehaald uit de groeps- en klassenplannen en de leerlingbespreking. Deze analyses kunnen voordelig zijn bij het diagnostisch proces, omdat ze inzicht geven in hoe lang de problemen aanhouden en wat mogelijke aanleidingen zijn. Dit voorkomt onnodig onderzoek.
Om al deze stappen in een duidelijk overzicht te krijgen, kan een intakeformulier of groeidocument ondersteuning bieden. Het overzicht blijft duidelijker wanneer er slechts trefwoorden gebruikt worden, zodat het overzicht beknopt blijft. Nu er een duidelijk overzicht is kan de mate van ernst bepaald worden: hoe erg het gedrag afwijkt van 'normaal' gedrag. Hierbij worden twaalf criteria gebruikt:
Aan het einde van stap 1 is er zicht op de aard en de ernst van de problematische situatie en op de positieve aspecten van de leerling, de onderwijsleer- en opvoedingssituatie.
Bij afronding van het intakegesprek zijn er één of meer vraagstellingen gevormd. Als deze vraagstelling nog niet te beantwoorden is, dan is er meer informatie nodig. Hiervoor ga je naar de onderzoeksfase om deze informatie doelgericht te verzamelen. Als deze vraagstelling al wel te beantwoorden is, hoef je geen informatie meer te verzamelen en sla je de onderzoeksfase over en ga je direct naar de integratie/aanbevelingsfase. We spreken dan van een verkort traject.
Met deze vraag voorkom je energie en tijd te investeren in een onderzoek dat uiteindelijk irrelevant of overbodig blijkt, omdat de vraagstelling al te beantwoorden is met de beschikbare informatie. Per vraagtype maak je een verschillende afweging:
Wanneer onderzoek nodig is, moeten er hypothesen geformuleerd worden, de relevante hypothesen geselecteerd worden en omgezet worden in onderzoeksvragen.
Een hypothese is een toetsbare wetenschappelijk gefundeerde veronderstelling - met een mate van waarschijnlijkheid - over de aard van een situatie of over de factoren die een rol spelen bij het ontstaan, in stand houden, veranderen, verbeteren en/of oplossen van de situatie. De mate van waarschijnlijkheid varieert van zeer onwaarschijnlijk tot hoogstwaarschijnlijk. Het formuleren van hypothesen maakt duidelijk welke vermoedens je hebt en maakt het diagnostisch proces inzichtelijk. Er zijn verschillende typen hypothesen, passend bij de vijf vraagstellingstypen:
Ideeën voor hypothesen ontstaan in de intakefase en de strategiefase. Wetenschappelijke kennis, praktijkervaring, normen en waarden spelen hierbij een rol. Bij het formuleren van hypothesen gelden zeven richtlijnen:
Je toetst niet alle denkbare hypothese, maar maakt een selectie op basis van relevantie. Wanneer het toetsen van de hypothese de besluitvorming beïnvloedt, selecteer je deze. Zo ontstaan een doelgerichte informatieverzameling met als motto 'weten om te adviseren'. Je doet géén onderzoek tenzij de gegevens noodzakelijk zijn voor het doen van aanbevelingen. Het is belangrijk om steeds na te gaan waarom en met welk doel je de hypothese selecteert. HGD beoogt de situatie rondom een leerling te verbeteren, daarom hebben hypothesen die een moeilijk situatie verklaren en die relevant zijn voor het oplossen hiervan de voorkeur. Onderkennen en verklaren staan in dienst van veranderen en adviseren: wat is de implicatie van de onderkenning of verklaring voor de advisering? Als-dan redeneringen kunnen hierbij ondersteunen. Als we weten dat..., dan betekent dit voor de advisering dat...
De geselecteerde hypothesen worden omgezet in onderzoeksvragen: van de bewerende vorm naar de vragende vorm. Wanneer een hypothese meerdere begrippen bevat, moet voor elk begrip apart een onderzoeksvraag geformuleerd worden.
Bij de afronding van de strategiefase check je de consistentie met de intakefase: zijn de gegevens uit de intake benut? Hierbij kan je een schema benutten die de relatie tussen intakefase en strategiefase in kaart brengt. Er zijn drie verschillende soorten vragen in de intake- en strategiefase:
Het is van belang dat de onderzoeksvraag aansluit bij de vraag van de leerling, leraar en ouders.
Je bespreekt het diagnostisch traject met de leerling, school en ouders: we gaan door naar de onderzoeksfase of de integratie/aanbevelingsfase. Je bespreekt de vragen, stemt elkaars meningen en voorkeuren af en spreekt af hoe nu verder. Het traject kun je op twee momenten bespreken: aan het einde van de intakefase of aan het einde van de strategiefase. Wanneer de casus naar de onderzoeksfase gaat, bespreek je de onderzoeksvragen en niet de hypothesen. Hierbij kun je ingaan op de als-dan redenering, zodat voor de betrokkenen duidelijk is waarom we iets onderzoeken en wat de implicaties zijn voor de advisering. Pas wanneer iedereen instemt, kan het onderzoek van start gaan. Hoe eerder je met betrokkenen op hetzelfde spoor zit, hoe beter. Wanneer ze de onderzoeksvraag accepteren, zullen ze ook sneller het antwoord accepteren. Bij het bespreken van het traject is het van belang dat de begrippen wisselwerking en afstemming benut worden.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
In dit bundel vind je de samenvattingen per hoofdstuk van het boek Handelingsgerichte Diagnostiek in het Onderwijs van Pameijer en Van Beukering (3e druk).
Ben je geïnteresseerd in Handelingsgerichte Diagnostiek in het Onderwijs en wil je toegang krijgen tot alle
...There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
3152 | 1 |
goeie samenvatting Roos Heeringa contributed on 04-03-2021 14:50
Hey Britt! Wat chill dat je hoofdstuk 5 heb samen gevat! Alles is heel duidelijk en ook heel fijn dat je de belangrijke termen en punten in bulletpoints hebt gedaan, dat is zeker heel behulpzaam tijdens het studeren. Ik denk dat je alle relevante punten hier wel heb behandeld, zie ik dat goed?
Add new contribution