Leyla Sahin/Turkije (Case 44774/98) - Arrest

Leyla Sahin/Turkije (EHRM 10-11-2005, Zaak 44774/98)

Casus

Leyla Sahin was in 1998 vijfdejaars geneeskunde aan de universiteit van Istanbul. In dat jaar werd er een besluit van de universiteit uitgevaardigd, waarin onder meer stond dat studenten met hoofddoekjes op niet meer toegelaten zouden worden tot de universiteit. Toen Sahin toch met een hoofddoekje op colleges verscheen werd zij geschorst. Tegen deze schorsing beklaagt Sahin zich bij het Hof in Straatsburg. Zij betoogt dat het verbod op het dragen van een Islamitische hoofddoek in strijd is met de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging zoals neergelegd in art. 9 EVRM. Turkije bestrijdt dit, het vindt dat de beperking op de vrijheid van godsdienst rechtmatig is.

Hof

Het Hof bekijkt eerst of de door Turkije verboden gedraging wel onder het in art. 9 lid 1 bepaalde valt, of er sprake is van een inbreuk op de godsdienstvrijheid. Het Hof doet hier geen uitspraak over, maar gaat gewoon door met lid 1, onder de aanname dat de verboden gedraging onder de reikwijdte van art. 9 lid 1 valt. Dit arrest geeft dus geen duidelijkheid of het willen dragen van een hoofddoekje onder de vrijheid van godsdienst valt.

Daarna gaat het hof naar de drie eisen van het tweede lid kijken. De beperking op het grondrechtmoet voorzien zijn bij wet, een legitiem doel hebben en noodzakelijk zijn in een democratische samenleving. Met de eerste twee eisen is het Hof snel klaar: de beperking was zowel voorzienbaar als beschikbaar (eisen van forseeability en accessibility) en een aantal legitieme doelen, waaronder het overeind houden van de seculiere staat in Turkije, werden gediend door de beperking. Het gaat er, zoals gebruikelijk bij het uitspraken van het Europese Hof, of de beperking noodzakelijk was in een democratische samenleving. Bij de belangenafweging (tussen de algemene belangen van de staat en de individuele belangen van een burger) speelt de zgn. margin of appreciation (zie ook oa. de Sunday Times zaak) een grote rol. Het hof laat, met het oog op de verschillende opvattingen in verschillende landen binnen Europa, aan staten een zekere mate van vrijheid om zelf te bepalen of de beperking op een verdragsgrondrecht toegestaan is of niet (r.o. 101). Hoe groot die marge is, verschilt per geval. Bij morele kwesties zoals het onderhavige is de marge vrij groot, omdat juist morele opvattingen erg verschillen per land (r.o. 102). Aan Turkije wordt de vrijheid gelaten om zelf te bepalen of de beperking op de godsdienstvrijheid op het gebied van hoofddoekjes is toegestaan. Daarom vindt het Hof dat er geen sprake is van een schending van art. 9 EVRM.

Er wordt wel gezegd dat deze uitspraak vooral een politieke uitspraak is: men wil Turkije niet dwars zitten met zijn streven om de seculiere staat te handhaven. Turkije doet er immers alles aan om de door Atatürk gestichte seculiere Turkse Republiek te handhaven. Daarom is dit onderwerp zeer gevoelig (dit blijkt ook uit een andere uitspraak van het Europese Hof: Welvaartspartij vs Turkije).

 

Image

Access: 
Public

Image

Join WorldSupporter!
This content is related to:
Welvaartspartij vs Turkije - Arrest
Arresten en jurisprudentie: uittreksels en studiehulp - Thema

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org
Submenu: Summaries & Activities
Follow the author: Law Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
Search a summary, study help or student organization