Artikelsamenvatting bij Why do youth participate in climate activism? A mixed-methods investigation of the #FridaysforFuture climate protests van Haugestad et al. - Chapter

Waar gaat dit artikel over?

Er is een opkomst van de milieu jeugdbeweging “#FridaysForFuture”. Deze beweging heeft het doel om mensen te stimuleren om in actie te komen tegen klimaatverandering door middel van protesten. In Noorwegen is dit een soort paradox: de olie-industrie levert het meeste geld op. Tegelijkertijd is het ook slecht voor het klimaat. Het is daarom interessant om te onderzoeken waarom jongeren meedoen aan deze protesten. Dat wordt in dit artikel onderzocht door middel van een combinatie van zo wel kwantitatieve als kwalitatieve methoden.

Wat is de psychologie achter collectieve klimaatactie?

Veel onderzoek binnen de psychologie naar klimaatactie zijn gebaseerd op de sociale identiteitstheorie. Volgens deze theorie streven mensen ernaar om een positieve zelfidentiteit te behouden en te creëren door zich te identificeren met bepaalde groepen. Collectieve acties, zoals een collectief protest zijn kunnen dan ook met behulp van deze theorie verklaard worden. Volgens het Sociale Identiteitsmodel van Collectieve Actie (SIMCA) kan een collectieve actie ontstaan nadat mensen zich identificeren met een groep, als zij voelen dat deze groep onrechtmatig wordt behandeld, en als zij denken dat de groep deze situatie kan veranderen (wat efficacy wordt genoemd). Deze theorie stelt ook dat een gepolitiseerde sociale identiteit een groter effect heeft op collectieve actie dan een algemene sociale identiteit. Een gepolitiseerde identiteit houdt in dat individuen hun groepsidentiteit integreren met de politieke en structurele positie van de groep binnen de maatschappij. Daarnaast stellen sommige onderzoekers dat het lid zijn van een groep percepties kan veranderen, dus dat men door lid te zijn van een groep eerder onrechtmatigheid zal opmerken en sterkere overtuigingen over groeps-efficacy zal hebben. Het kan ook zo zijn dat hogere onrechtmatigheid en sterkere overtuigingen van groeps-efficacy leiden tot een hogere identificatie met de groep. Wanneer dit model toegepast wordt op de Noorweegse Paradox zijn er een aantal problemen. Zo kan klimaatverandering zo wel negatieve als positieve gevolgen hebben voor een groep. Daarom stellen sommige onderzoekers voor om het ‘onrechtmatigheidsperspectief’ te vervangen door ‘collectieve emoties’. Volgens dit model kan collectieve actie worden voorspeld door een interactie tussen groepsgebaseerde en individuele emoties, sociale normen, collectieve efficacy overtuigingen en in-groep identificatie. Een variabele zal gedrag eerder beïnvloeden wanneer er een matige tot hoge score is op alle variabelen en niet alleen op één variabele.

Wat houdt het huidige onderzoek in?

Het doel van dit onderzoek is om de psychologische processen die leiden tot dat jongeren meedoen bij de #FFF beweging te onderzoeken. Dit wordt gedaan in twee studies.

Wat hield de eerste studie in?

Voor deze studie namen twee onderzoekers deel aan de protesten tussen Maart en November 2019 in Oslo. Er werd etnografische data zoals interviews, aantekeningen van de protest dynamieken en systematische opnames van spraak verzameld. Er werden ook semigestructureerde interviews afgenomen. Het doel van deze interviews was om de motieven van mensen om mee te doen aan de protesten, de beoogde doelen en de mogelijke consequenties van het wel/niet meedoen aan de protesten in kaart te brengen. De onderzoeksvraag was dus: Wat motiveert Noorweegse jongeren om te protesteren tegen politieke inactiviteit tegen klimaatsverandering?

Wat was de gebruikte methode?

Er waren twee steekproeven. De eerste steekproef bestond uit 6 mannen en 13 vrouwen, tussen de leeftijden van 13 en 29 jaar. Alle participanten moesten ten minste aan één protest hebben meegedaan, al hadden de meeste participanten aan veel meer protesten meegedaan. Participanten werden geworven door middel van direct contact tijdens demonstraties en er was ook sprake van een sneeuwbalsteekproef. De tweede steekproef bestond uit 24 mannen en 50 vrouwen met wie er interviews werden gehouden. De meeste participanten waren middelbare scholieren. Het project volgde de richtlijnen van Het Noorweegse Nationale Onderzoekscommissie.

Welke thema’s werden er gevonden?

Uit de interviews kwamen drie thema’s naar voren.

 Thema 1: Onderhandelingsverantwoordelijkheid voor klimaatverandering

Volgens participanten is klimaatverandering een complex proces dat ontstaat als gevolg van technologische en economische vooruitgang. Ook is dit niet de schuld van één persoon of één organisatie, het is de schuld van iedereen. Volgens de participanten is het nodig dat de overheid komt met maatregelen omdat zij meer macht hebben.

Volgens de participanten is klimaatverandering het gevolg van een veranderende samenleving. Het is ieders verantwoordelijkheid, de verantwoordelijkheid is dus gedeeld. Er is dus een verschil tussen verantwoordelijkheid voor het veroorzaken van klimaatverandering en verantwoordelijkheid voor het oplossen van klimaatverandering. Voordat er verandering kan plaatsvinden is het echter wel van belang dat men zich verantwoordelijk voelt voor klimaatverandering. Echter hoeft dit niet individueel te gebeuren. Het is ook niet het doel van de participanten om met de vingers te wijzen. Het gaat erom dat het probleem wordt opgelost.

Thema 2: Er moet tijdig actie worden ondernomen om de toekomst redden.

Veel participanten gaven aan dat zij het gevoel hebben dat zij hun toekomstplannen wellicht niet meer kunnen uitvoeren omdat zij geen kinderen willen laten opgroeien in een wereld zoals die nu is. Ook wijzen zij op de negatieve gevolgen van klimaatsverandering en refereren zij naar statistieken die aangeven dat er echt tijdige actie nodig is om negatieve gevolgen te voorkomen.

Thema 3: Een gedeelde identiteit is een motief voor het protesteren.

De participanten zien zichzelf als een onderdeel van een collectief dat strijdt voor verandering. Zij noemen zichzelf “de toekomst”. Ook benoemen zij dat zij de jongeren zijn en dat de negatieve gevolgen in de toekomst vooral hun zullen raken. Zij voelen zich echter geen onderdeel van een politiek debat, omdat zij nog geen 18 zijn en nog niet kunnen stemmen. Daarnaast gaven zij aan dat de demonstraties hielpen om hun vrienden en familieleden te overtuigen en dat het politici liet zien dat jongeren zich echt zorgen maken over klimaatverandering. Het meedoen aan de demonstratie zorgde voor positieve gevoelens en participanten voelden zich gelukkig door mee te doen.

Wat hield de tweede studie in?

In de tweede studie onderzochten de onderzoekers of de concepten die in studie 1 werden geïdentificeerd ook statistisch gezien voorspellers zijn van collectieve actie. Hiervoor werd een vragenlijst ontwikkeld en deze werd verspreid in middelbare scholen. Er werden drie hypothesen getest:

  1. Groepsidentificatie is positief gerelateerd aan groeps-efficacy, participatieve efficacy, en waargenomen sociale participatie normen
  2. Groeps-efficacy, participatieve efficacy, waargenomen sociale participatie normen en groepsidentificatie zullen positief gerelateerd zijn aan intenties om in de toekomst weer mee te doen aan protesten.
  3. Er zullen drie indirecte effecten zijn, zoals dat de relatie tussen groepsidentificatie en de intentie om in de toekomst weer deel te nemen aan protesten gemedieerd zijn door groeps-efficacy, participatieve efficacy en waargenomen sociale participatie normen.

De concepten van oorzakelijke verantwoordelijkheid en verantwoordelijkheid voor oplossing zoals die naar voren kwamen in thema 1 zijn ook onderzocht als mogelijke voorspellers van collectieve actie. Ook een collectief schuldgevoel werd meegenomen als mogelijke voorspeller in plaats van emoties zoals woede, omdat het bleek dat het hebben van een schuldgevoel een belangrijke voorspeller is voor participatie in collectieve acties. Vanuit thema 2 is waargenomen bedreiging meegenomen, zoals dat de jongeren bang zijn om hun toekomst in duigen te zien vallen. Daarnaast bleek het dat veel demonstraten vrouwelijk waren en politiek liberale aanhangers zijn. Daarnaast werd er waargenomen dat veel demonstraten een hoge socio-economische positie hadden. Deze variabelen waren dus ook meegenomen in het uiteindelijke model en was de verwachting dat het zijn van een vrouw, liberaal zijn, en het hebben van een hogere socio-economische positie positief gerelateerd zijn aan een politieke identiteit en daardoor aan sterkere intenties om mee te doen aan klimaatdemonstraties.

Wat waren de gebruikte methoden in studie 2?

In totaal waren er 362 participanten met een leeftijd tussen de 16 en 22 jaar. De data werden verzameld bij vier middelbare scholen in Oslo tijdens hoorcolleges of pauzes. Ook werd de vragenlijst online gedistribueerd door middel van een sneeuwbalsteekproef op social media. De data werden verzameld tussen 3 en 28 Februari 2020. Alleen de participanten die alle vragen hadden beantwoord werden opgenomen in de analyse. Alle vragen konden op een 7 puntsschaal beantwoord worden waarin 1 staat voor sterk mee oneens en een 7 staat voor sterk mee eens. Participanten werden gevraagd naar hun leeftijd, gender, etniciteit, eerdere lidmaatschappen in politieke organisaties. Sociaal kapitaal werd gemeten door te vragen naar het aantal boeken in een huishouden. Ook werd participanten gevraagd naar of zij dachten dat klimaatverandering een natuurlijk proces is of dat het wordt veroorzaakt door mensen. Daarnaast werd causale verantwoordelijkheid gemeten, dus de mate waarin participanten geloofden dat organisaties of bepaalde landen verantwoordelijk zijn voor de klimaatverandering. Ook werd herstelverantwoordelijkheid gemeten, dus wie er verantwoordelijk is voor het oplossen van de problemen. Ten slotte werden percepties op bedreigingen voor het milieu, collectief schuld, existentiële bedreiging, activist identificatie, groeps-efficacy en participatie-efficacy gemeten.

Wat kan er worden geconcludeerd uit studie 2?

De resultaten van het onderzoek toonden aan dat het SIMCA-model een passend model is om deelname aan demonstraties te meten. Er was dus voldoende bewijs voor Hypothese 1. Er was gedeeltelijk bewijs voor Hypothese 2, waarbij alleen participatie efficacy niet significant gerelateerd was aan intenties om in de toekomst weer deel te nemen aan demonstraties. Van de extra variabelen die waren meegenomen in de analyse bleken collectieve schuld, waargenomen bedreigingen voor het milieu, georganiseerde milieubewustzijn, een politiek liberale oriëntatie, het aantal bijgewoonde demonstraties en sociaal kapitaal indirect gerelateerd aan de intentie om te protesteren doordat het positief gerelateerd was aan groepsidentificatie. Georganiseerde milieubewustzijn, een politiek liberale oriëntatie en eerdere deelname aan demonstraties waren positief gerelateerd aan een intentie om te demonstreren. Existentiële bedreiging, causale verantwoordelijkheid, herstelverantwoordelijkheid, het geloof in een antropogene klimaatverandering, etniciteit en gender waren niet gerelateerd aan groepsidentificatie. Het uitbreiden van het SIMCA-model was dus succesvol.

Wat kan er worden geconcludeerd uit beide studies?

Het doel van dit onderzoek was om inzicht te verkrijgen in de processen die ervoor zorgen dat jongeren meedoen aan demonstraties. Er werd gevonden dat een gepolitiseerde sociale identiteit, percepties van milieubedreigingen en gedeelde verantwoordelijkheid (collectieve schuld) belangrijke aspecten zijn van jongeren hun keuze om deel te nemen aan een demonstratie. Omdat jongeren nog niet oud genoeg zijn om te stemmen zien zij protesteren soms als de enige manier om verandering teweeg te brengen.

Access: 
Public

Image

Click & Go to more related summaries or chapters:

Samenvattingen bij de voorgeschreven artikelen van Identiteit en de diverse mens 21/22 (UU)

Samenvattingen bij de voorgeschreven artikelen van Identiteit en de diverse mens 21/22 (UU)

Summaries and supporting content: 
Access: 
Public

Samenvattingen bij de voorgeschreven artikelen van Identiteit en de diverse mens 22/23 (UU)

Samenvattingen bij de voorgeschreven artikelen van Identiteit en de diverse mens 22/23 (UU)

Summaries and supporting content: 
Access: 
Public
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
990