College-aantekeningen bij Cognitieve Psychologie aan de Universiteit Leiden - 2017/2018

Deze sheetnotes 2017/2018 zijn een update & aanvulling op de collegeaantekeningen 2014/2015 en geven gezamenlijk een goed beeld van de besproken onderwerpen tijdens de hoorcolleges van het vak Cognitieve Psychologie.

Week 1

Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges ten opzichte van voorgaande jaren?

  • De aantekeningen van voorgaande jaren bij college 1 komen inhoudelijk overeen met het huidige studiejaar. 
  • Het pandemoniummodel wordt dit jaar niet uitgebreid besproken, alleen kort genoemd. De vergelijking met duiveltjes, die de voorgaande jaren werd gemaakt, is niet terug gekomen in het huidige college.
  • Er wordt dit jaar meer aandacht besteed aan de perception-for-action van Gibson. Gibson stelt dat we ons niet moeten afvragen hoe perceptie werkt, maar ons moeten richten op het doel van perceptie. Perceptie zorgt ervoor dat we met de wereld kunnen interacteren. Volgens Gibson heeft een object affordances. Affordances: de functie van het object (bijvoorbeeld: een theekopje - een oortje van het kopje nodigt uit om het te pakken). Dit heeft ook te maken met oppertunities for action.
  • Taak-irrelevante, maar 'affordance-rijke' stimuli leiden tot activatie in dorsale hersengebieden en trekken aandacht in taak (gereflecteerd in kortere reactietijd). Achtergrond kennis (top-down invloed) is dus niet nodig voor perceptie: het object bevat genoeg informatie!

Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?

  • Er werden geen nieuwe onderwerpen besproken.

Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

  • Er wordt niet gesproken over nieuwe ontwikkelingen.

Wat is belangrijk voor het tentamen?

  • De docent gaf aan dat het erg belangrijk is om de vier benaderingen van de cognitieve psychologie te kennen en in perspectief te kunnen plaatsen. 

Week 2

Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges ten opzichte van voorgaande jaren?

  • De aantekeningen van voorgaande jaren bij college 2 komen inhoudelijk overeen met het huidige studiejaar.
  • Waarom is aandacht belangrijk? Het binding-problem geeft hierop antwoord: het heeft te maken met het koppelen van features ("bouwstenen"). Je ziet bijvoorbeeld niet een stuur, een bel, twee wielen en een frame; maar een fiets.
  • Aandacht is beperkt! Onder sommige omstandigheden worden zelfs grote veranderingen niet opgemerkt, dit fenomeen wordt change blindness genoemd.
    • Change blindness betekent letterlijk blind zijn voor verandering.
    • Knipper-paradigma: Twee plaatjes, die maar een klein beetje van elkaar verschillen, worden afgewisseld met een masker. Dit wordt getoond totdat verschil wordt in de plaatjes opgemerkt.
  • Attentional blink: soms wordt ook relevante informatie onderdrukt. Een voorbeeld is de attentional blink.
    • Paradigma - Rapid Serial Visual Processing (RSVP): zeer snelle seriële presentatie van stimuli. De taak is om twee targets (letters of cijfers, bijvoorbeeld) te herkennen in een reeks distractors. Voorbeeld: herken twee letters in een reeks van cijfers.

Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?

  • Er werden geen nieuwe onderwerpen besproken.

Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

  • Er wordt niet gesproken over nieuwe ontwikkelingen.

Wat is belangrijk voor het tentamen?

  • Ken het verschil tussen exogeen en endogeen.
  • Weet wat early selection is.
  • Ken de Feature Intergration Theory (FIT) van Treisman.
  • Ken het verschil tussen automatisch en gecontroleerd.

Week 3

Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges ten opzichte van voorgaande jaren?

  • De aantekeningen van voorgaande jaren bij college 3 zijn nog goed bruikbaar. Maar bepaalde onderwerpen worden in het huidige hoorcollege beter uitgelegd, dan in de collegeaantekeningen terug te lezen is. 
  • Er wordt extra aandacht besteeds aan ADHD en blindheid (anders dan blindsight). 
  • Extra voorbeelden komen aan bod bij synethesie:
    • Bouba-Kiki effect (waarbij klank wordt gekoppeld aan het "karakter" van een object),
    • McCollough effect (waarbij de perceptie van kleur niet klopt met de werkelijkheid).
  • Blindsight: er wordt in het college van 2018 uitleg gegeven hoe men weet dat blindsight echt iets is. Patiënten met blindsight zeggen geen stimuli waar te nemen die aan ze worden gepresenteerd. Maar wanneer ze worden gevraagd om te kiezen uit twee mogelijke antwoorden kiezen ze boven kansniveau het correcte antwoord. Ze zijn niet bewust dat ze iets waarnemen, maar geven toch boven kansniveau het juiste antwoord, wat impliceert dat ze het wel degelijk lijken waar te nemen. Deze conclusie werd getrokken bij het Weiskrantz's experiment.
    • Scotoma: (kleine of grote) beschadiging van de visuele cortex. Zit deze beschadiging aan de rechterzijde, dan ontstaat blindheid in het linker visuele veld.
  • Spatieel neglect: stimuli die niet worden waargenomen door de patiënt aan een specifieke lichaamskant (links of rechts). Gerelateerde verschijnselen, oorzaken en worden behandeld in therapie. Tekenen van neglect zijn ook gevonden in kinderen met ADHD en bij gezonde proefpersonen na slaapdeprivatie. Daarbij vooral linkszijdig neglect.
  • Therapieën voor neglect, door middel van:
    • nekspierstimulatie om heroriëntatie te stimuleren (hoofd heroriënteren),
    • adaptatie aan rechtbuigende prismalenzen (beeld wordt een beetje gebogen naar een kant),
    • compititieverklaring: de linker hemisfeer "duwt" aandacht naar rechts, rechter hemisfeer naar links. Linkszijdig neglect wordt mogelijk veroorzaakt door een sterke linker hemisfeer (dit gaat vaak samen met anosognosie: ontkenning van de stoornis). 
  • Visuele agnosie: dubbele dissociatie, er is moeite met het herkennen van objecten.
    • Prosopagnosie is een gerelateerde stoornis van Visuele agnosie, mensen met prosopagnosie hebben moeite met het herkennen van gezichten, soms zelfs hun eigen gezicht.
    • Syndroom van Capgras: De overtuiging (waan) dat de partner of een vriend of familielid, is vervangen door een identiek uitziende dubbelganger. Tegenovergestelde van posopagnosie: er is hier wel een expliciete herkenning, maar geen impliciete herkenning. Dus: correcte identificatie, maar verstoorde emotionele respons.
      • Confabulatie: deze persoon ziet eruit als mijn partner, maar ik ervaar niet dezelfde gevoelens, dan moet het dus iemand anders zijn (een dubbelganger).
    • Syndroom van Fregoli: waan waarbij de patiënt denkt dat verschillende mensen in feite een en dezelfde persoon zijn die vermomd of van uiterlijk veranderd is. Dit is vaak paranoïde van aard, omdat de patiënt denkt achtervolgd te worden door deze persoon. 

Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?

  • ADHD en blindheid 

Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

  • Er wordt niet gesproken over nieuwe ontwikkelingen.

Wat is belangrijk voor het tentamen?

  • De volgende begrippen zijn belangrijk om te kennen:
    • Synethesie
    • Blindsight
    • Unilatereel spacieel neglect 
    • Visuele agnosie 
    • Prosopagnosie

Week 4

Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges ten opzichte van voorgaande jaren?

  • De aantekeningen van voorgaande jaren bij college 4 komen inhoudelijk overeen met het huidige studiejaar.
  • In het college worden verschillende metaforen gebruikt om het werkgeheugen uit te leggen. 
    • The computer metafoor: het idee van James werd geïmpliceerd in computers
      • Content availiable for operations = Cache memory 
      • Everything that had to be retrieved to make coputations = hard disk 
    • Camera metafoor (bij het nemen van een foto): informatie real-time, resultaat naar opslagplaats, als je het wilt bekijken moet je het ophalen. 
  • Dual task-methodology: Aantonen dat twee systemen onafhankelijk van elkaar zijn (er is geen duidelijke definitie, meer een uitleg) 
    • Er worden op twee manieren verschillende taken uitgevoerd:
      • Wanneer een eerste taak die gebruik maakt van een specifiek subsysteem, wordt geïnterfereerd door een tweede taak die gebruik maakt van hetzelfde subsysteem,
      • Wanneer een eerste taak niet wordt geïnterfereerd door een tweede taak als deze gebruik maakt van een ander subsysteem.
  • Vergelijkbaar met dubble dissociation: twee patienten die beide een andere stoornis hebben, waardoor er bewijs voor onafhankelijke systemen kan worden gevonden.
    • Voorbeeld: een patient waarbij het LTM niet meer werkt, maar het STM wel en een patient waarbij het STM niet meer werkt, maar het LTM wel. Het combineren van deze bevindingen wordt het duidelijk dat een systeem kan blijven fucntioneren als de ander beschadigd is. 
  • Het Central Executive (CE) is de homunculus die ons gedrag controleert en bepaalt.

Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?

  • Er werden geen nieuwe onderwerpen besproken.

Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

  • Recent developments (wordt benoemd, maar niet uitgelegd):

    • CE as a ‘control’ system
    • Consciousness
    • Language

Wat is belangrijk voor het tentamen?

  • Wordt niet aangegeven

Week 5

Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges ten opzichte van voorgaande jaren?

  • De aantekeningen van voorgaande jaren bij college 5 komen inhoudelijk overeen met het huidige studiejaar.
  • Toevoeging over het maken van (cognitieve) templates: 
    • Barlett: We maken een globaal schema (template) van complexe evenementen. De structuur (template) stellen we samen uit al bestaande kennis. Dankzij je achtergrondkennis bouw je een template op. Vervolgens sla je het template op en ontdoe je het van kleine details. Als je het moet ophalen dan maak je een reconstructie, je maakt dan een template met de bestaande informatie. Je kan ook fouten maken, bijvoorbeeld een versie die niet helemaal klopt met het origineel. Meestal is dit geen probleem, soms wel. Herinneren is het maken van een reconstructie (met waarschijnlijk fouten!) van de originele situatie waarbij we gebruik maken van general knowledge.
    • Bransford en Johnson (ook bekend als het ballon verhaal): het onthouden van een vaag verhaal zonder context is erg moeilijk. Je wilt een template maken, maar het verhaal is te abstract, je hebt geen achtergrond kennis. Je wilt een kloppende template maken. Krijg je vervolgens een plaatje (of andere achtergrond) te zien bij het verhaal, dan is het ineens veel beter te onthouden omdat een template maken dan wel te doen is.
  • Spelfout in de aantekeningen van voorgaande jaren: RIT moet RIF zijn.

Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?

  • Er werden geen nieuwe onderwerpen besproken.

Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

  • Er wordt niet gesproken over nieuwe ontwikkelingen.

Wat is belangrijk voor het tentamen?

  • Alles wat besproken wordt is belangrijk, maar voornamelijk de drie grote onderzoekers, namelijk
    • Ebbinghaus,
    • Bartlett en
    • Hebb
  • De bijbehorende theorieën moet je goed kennen.

Week 6

Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges ten opzichte van voorgaande jaren?

  • De aantekeningen van voorgaande jaren bij college 6 komen inhoudelijk overeen met het huidige studiejaar.
  • Bij schade aan de de neocortex is er meer semantisch geheugenverlies en verlies van algemene kennis. Vaak geeft dit ook stoornissen in de perceptie en met taal. 
  • Bij schade aan de hippocampus is er sprake van meer episodische geheugenverlies.

Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?

  • Er werden geen nieuwe onderwerpen besproken.

Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

  • Onderzoek naar slaap op het consolideren van herinneringen wordt benoemd, maar niet verder uitgelegd. 

Wat is belangrijk voor het tentamen?

  • De hypothese voor amnesie is een belangrijk onderwerp om te kennen voor tentamen, er zal veel aandacht aan worden besteedt. 

Week 7

Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?

Er zijn geen veranderingen in het hoorcollege, wel zijn er een aantal extra punten besproken.

  • Onderzoek naar denken
  • Wordt uitgevoerd door central executive. Er zijn twee soorten visies/vragen op het denken:
    • Denken als een systeem (One unitary executive function)
    • Denken een combinatie van verschillende systemen (subsystemen) (several processes)
  • Model 1: CE is fractionated: verschillende processen.(bekendste frame-work)
  • 4 subsystemen in PFC CE:
    • Initiating (superior medial): beginnen met denken, aanvang maken met oplossen van een probleem 
    • Tasksetting (left lateral): het maken van nieuwe stimulus respons relaties; beoordelingen maken van de taak
    • Monitoring (right lateral):aanpassen, opzoeken en corrigeren van fouten; verloopt alles gelijk
    • Attention (inferior medial): hou je de aandacht vast 
  • Nadeel van een model die uitgaat van subsystemen: homunculus probleem, welk subsysteem zorgt ervoor dat deze subsystemen samenwerken.
  • Model 2: Unity (one unitary executive function) of executive functions: verschillende vaardigheden (shifting, updating/monitoring, inhibiting) komen samen in intelligentie. Voordeel: homunculus is geïntegreerd.Nadeel: model is minder precies, minder info over welke onderdelen bijdragen
  • Toevoeging gedeelte inductief en deductief redeneren: er zijn cruciale verschillen tussen de twee vormen van redeneren. 
    • Deductief redeneren is gebaseerd op hypothesetoetsing
    • Inductief redeneren is meer gevormd op hypothesevorming
  • The frontal cortex, thinking and the 'executive' functions: Denken is nodig voor cognitieve en sociale problemen en om communicatieve doelen te bereiken.
    • Cognitieve functies van denken:
      • 1. Monitoring (long-term) goals. 
      • 2. Stimulating actions,and mental 'observation' of their results
      • --> denken als een interne dialoog (gesprek met jezelfvoeren (evolutie van de prefrontale cortex)
  •  
    • Social functie van denken: andermans gedrag begrijpen
      • 3. Theory of mind (ToM):de vaardigheid om onze eigen mentale state (gedachtes, gevoelens) te attribueren aan andere mensen. (Sally-Anne Test)
  •  
    • Communicatieve functie van denken:
      • 4. Taal: je moet regie en overzicht houden over de stroom van woordjes, je moet selectief kunnen ophalen wat er eerder in de zin heeft gestaan (terug naar het juiste gedeelte van de zin)

Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?

  • Geen

Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

  • Geen

Wat is belangrijk voor het tentamen?

  • Er wordt niet specifiek benoemd wat er belangrijk is voor het tentamen. 

Week 8

Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?

  • De college aantekeningen komen nog goed overeen met de hoorcolleges van dit jaar. 
  • Volgens de hoorcolleges van dit jaar bestaat de Nederlandse taal uit 44 fonemen.
  • Toevoeing fonemen: allofoon zijn verschillende realisaties van dezelfde foneem door bijvoorbeeld het geslacht van de spreker of de context. 
  • Toevoeging lezen: factoren die effect hebben op leessnelheid (woordherkenning):
    • Woordfrequentie: hoe vaker een woord voorkomt, hoe sneller je het kan lezen 
    • Age of acquisition: de leeftijd waarop je een bepaald woord hebt geleerd
    • Woordlengte: korte woorden sneller te lezen, dan langer
    • Regelmatigheid in uitspraak: regelmatige woorden sneller te lezen 
    • Als een woord meer lijkt op andere woorden (buren): het aantal woorden dat afgeleid kan worden als je een letter veranderd, hoe meer woorden je van een woord kan maken, hoe moeilijker te lezen 

Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?

  • geen 

Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

  • geen

Wat is belangrijk voor het tentamen?

  • Er is niet specifiek benoemd wat belangrijk is voor het tentamen. Wel wordt er aangeraden om goed te kijken naar wat wel en niet tentamenstof is (veel hoef je namelijk niet te lezen). 

Image

Access: 
Public

Image

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Institutions, jobs and organizations:
Activity abroad, study field of working area:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Psychology Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
2549 1