Bestuursrecht 2: College aantekeningen - Rechten RUG B2
- 1853 reads
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?
Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?
Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Wat is belangrijk voor het tentamen?
Dit college gaat over aansprakelijkheid van de overheid. Zowel bij rechtmatig als bij onrechtmatig overheidshandelen kan de overheid aansprakelijk gesteld worden voor geleden schade. In dit college werd verteld dat meer dan de helft van de verplichte jurisprudentie voorkomt in collegeweek 4.
Er zijn wettelijke bevoegdheden die bedoeld zijn om inbreuk te maken op rechten van burgers. Denk hierbij aan ontneming van onroerende goederen, vernietiging of gedogen. In de gevallen dat er een inbreuk wordt gemaakt door de overheid op grond van een wettelijke bevoegdheid wordt alle geleden schade vergoed.
Daarnaast is er de rechtmatige overheidsdaad die schade meebrengt als ongewenst neveneffect van het uitvoeren van taken en bevoegdheden in het algemeen belang. Een voorbeeld daarvan is het afsluiten van een straat voor werkzaamheden. In deze gevallen is er meestal een “tegemoetkoming” voor de geleden schade. Die tegemoetkoming wordt dan een compensatie genoemd.
In het burgerlijk recht wordt aansprakelijkheid geregeld in art. 6:162 BW. De overheid kan daarmee aansprakelijk gesteld worden omdat het gelijkheidsbeginsel wordt geschonden als een beperkte groep burgers schade wordt berokkend die niet behoort tot het normaal maatschappelijke risico. Dit is uitgewerkt in het arrest Leffers / Staat.
In het bestuursrecht bestaat aansprakelijkheid voor een onrechtmatige daad op grond van het beginsel van “égalité devant les charges publiques”, in andere woorden, gelijkheid voor de publieke lasten. Dit is uitgewerkt in het arrest Van Vlodrop.
Er is ook nog nadeelcompensatie op grond van een bijzondere wet. Dat houdt in dat de verplichting tot nadeelcompensatie is vastgelegd in een wettelijke regeling.
Verder is er soms nadeelcompensatie op grond van een beleidsregel (of verordening). Zie hierbij het arrest Metroschade Rotterdam. De verplichting tot nadeelcompensatie is dan neergelegd in een beleidsregel (of verordening). In dat geval moet een belanghebbende vragen om een besluit van het bestuursorgaan om nadeelcompensatie op grond van de beleidsregel of verordening.
Tot slot is er de buitenwettelijke nadeelcompensatie. Standaardjurisprudentie hierbij is het arrest Paul Krugerburg II. Daarin werd het “onzelfstandig nadeelcompensatiebesluit” ontwikkeld. Die wordt zo genoemd omdat er in dat besluit zowel de vergunning als de nadeelcompensatie wordt geregeld. In zo’n geval gaat een burger in beroep tegen het nadeel veroorzakende besluit, omdat in dat besluit niet of te weinig nadeelcompensatie is toegekend.
Aan het onzelfstandig nadeelcompensatiebesluit kleven een aantal nadelen.
Allereerst moet er worden geprocedeerd tegen het besluit, ook al vindt iedereen dat het besluit rechtmatig is uitgevoerd en uitgevoerd zou moeten worden.
Verder weten burgers op het moment van procederen vaak nog niet wat de geleden schade precies is of zal zijn. Ook is er geen duidelijke grondslag voor de verplichting om nadeel te compenseren.
Onder andere door die nadelen is er nu ook een zelfstandig nadeelcompensatiebesluit. Lees hierbij het uitspraak Van Vlodrop. Daarin erkent de Hoge Raad het égalitébeginsel. De bevoegdheid is dan gebaseerd op dat égalitébeginsel. Er is hier dus een beginsel bedacht, waarna daar een bevoegdheid aan gekoppeld werd. Hierdoor hoeft de burger niet meer te procederen tegen het nadeel veroorzakende besluit. De belanghebbende vraagt het bestuursorgaan hierbij om nadeelcompensatie.
Het is belangrijk om te kunnen bepalen wanneer er sprake is van een appellabel zelfstandig nadeelcompensatiebesluit.
Wanneer is de reactie van een bestuursorgaan op een aanvraag om nadeelcompensatie een besluit? Als het nadeel is veroorzaakt in het kader van de uitoefening van een aan het publiekrecht ontleende bevoegdheid, de eis van materiële connexiteit.
Wanneer is dat nadeelcompensatiebesluit appellabel? Als de nadeelveroorzakende handeling voor de aanvrager appellabel was, de eis van processuele connexiteit.
Er kleven een aantal voordelen en nadelen aan het zelfstandig nadeelcompensatiebesluit.
Over nadeelcompensatie hoeft niet direct te worden beslist in het nadeelveroorzakende besluit. Dit is een voordeel voor het bestuur.
Procederen hoeft niet tegen het nadeelveroorzakende besluit zelf. De burger vraagt een besluit over nadeelcompensatie en kan daarmee wachten tot de schade duidelijk is. Het is daarom een voordeel voor de burger.
Als het bestuur wel over nadeelcompensatie beslist in het nadeelveroorzakende besluit moet je daartegen procederen.
Dan de procedurele kant van het afdwingen van nadeelcompensatie. Het hangt er vanaf of er geprocedeerd moet worden bij de bestuursrechter of de burgerlijk rechter.
Als de oorzaak van het nadeel een appellabele handeling van het bestuur is, kan de burger hiertegen procederen bij de bestuursrechter.
Als de oorzaak van het nadeel een niet appellabele handeling is, moet er daarom geprocedeerd worden bij de burgerlijke rechter.
Het evenredigheidsbeginsel van art. 3:4 Awb dient als een kapstok voor beroep op het égalitébeginsel. Het égalitébeginsel ligt mede ten grondslag aan art. 3:4 lid 2 Awb.
Beide beginselen vergen een verschillende afweging. Bij het evenredigheidsbeginsel wordt er een afweging gemaakt tussen het doel en het middel. Is de manier waarop de overheid een doel heeft bereikt niet onevenredig geweest met dat doel? Bij het égalitébeginsel wordt er een afweging gemaakt over de lastenverdeling tussen burgers. Is de ene burger niet veel erger benadeeld dan de andere burger?
Voorwaarden voor het égalitébeginsel zijn dat het nadeel is veroorzaakt door een in het algemeen belang genomen, rechtmatig, besluit. In het bestuursrecht wordt meestal aangenomen dat alle besluiten in het algemeen belang genomen worden. Een andere voorwaarde is dat er een causaal verband is tussen het overheidshandelen en het nadeel. Tot slot moet het nadeel veroorzaakt zijn door de uitoefening van een bevoegdheid met beleidsvrijheid, of in ieder geval waarbij een bewuste keuze is gemaakt. Bij de uitoefening van een gebonden bevoegdheid zal dus nooit sprake zijn van nadeelcompensatie.
De kern van het égalitébeginsel is dus dat de overheid is gehouden tot de compensatie van onevenredige schade als gevolg van haar optreden ter behartiging van het algemeen belang. Die schade moet op twee manieren onevenredig zijn:
Abnormale last – in dat geval is het een last die buiten het normale maatschappelijke risico valt.
Speciale last – in dat geval drukt de last slechts op een beperkte groep burgers. Er is geen vaste maatstaf om te bepalen met welke groep burgers vergeleken moeten worden.
Die twee kanten brengen met zich mee dat de overheid niet voor elke handeling aansprakelijk is. Zo moet elke straat wel eens afgesloten worden om bijvoorbeeld de riolering te onderhouden. Het levert misschien schade op, maar geen abnormale last.
Inhoud van deze bundel
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1915 |
Add new contribution