HC 3 Normen, rol en macht

Normen

  • Behoefte aan accurate info --> informationele invloed
  • Behoefte aan sociale validatie --> normatieve invloed

Informationele invloed vanuit een minderheid is vaak latent = Minderheid kan moeilijk normatieve invloed uitoefenen, daarom moeten ze komen met argumenten. Kost meer tijd om door te dringen (via centrale route van informatie-verwerking). Komt indirect binnen en later tot uiting (op de gang, bij de koffieautomaat) --> Als de beïnvloede persoon minder bang is voor sociale afwijzing door de meerderheid. Maar de informationele invloed van de minderheid beklijft vaak beter en langer.

  • Descriptieve normen: wat de meeste mensen feitelijk doen. Gewoon hoe mensen doen. 
  • Injuctieve normen: wat mensen zouden moeten doen in een bepaalde situatie.
  • Prescriptief: wat je wel zou moeten doen
  • Proscriptief: wat je niet zou moeten doen 

Onbedoeld effect van campagne met descriptieve norm-informatie

Campagne die bijvoorbeeld pleit dat de meeste mensen het zo doen --> idee van mensen: ik blijf doen wat de meeste mensen ook doen, (in lijn met descriptieve norm: OK zijn). Ook al is het niet wat ik zou moeten doen (tegen de injunctieve norm in). (Waarom zou ik het anders moeten doen dan de meeste mensen)

Pluralistic ignorance: ik zou wel een van de weinige zijn, dus ik doe het niet --> veronderstellen dat je een van de weinigen bent die anders denkt.

Rol

Normen gelden voor alle groepsleden, maar soms meer voor anderen.

Mogelijkheden voor onafhankelijke (eigenwijze) opstelling in de taakgroep?

  1. positie in sociaal/communicatienetwerk
  2. rolverdeling
  3. statusverdeling

Social Network Analysis (SNA): positie van elk groepslid tov andere groepsleden.

  • Mate van centraliteit: het aantal connecties tussen leden;
  • Outdegree: het aantal connecties die je legt met anderen;
  • Indegree: het aantal connecties die je ontvangt van anderen;
  • Betweenness: de positie in een netwerk naast anderen paren;
  • Closeness: de afstand van een individu tov anderen. 

Positie in communicatienetwerk (patroon van informatieoverdracht en informatieuitwisseling dat beschrijft wie het meeste communiceert met wie en in welke mate)

  • Gedecentraliseerd netwerk: een centrale positie waaruit de informatie wordt verstuurd naar anderen. De hub is de persoon die de centrale communicatieverwerking uitvoert;
  • Gecentraliseerd netwerk: alle kanalen zijn gelijk, de een is net zo centraal als de ander.

Mate van centralisatie is bepalend voor de efficiëntie

  • Efficiënte afhankelijkheid van taakcomplexiteit --> Complexe take beter in een gedecentraliseerde netwerk (=slimmer)
  • Tevredenheid in perifere posities lager 

Rolverdeling:

Soms hoort een rol bij een positie/functie (is ongeacht de persoon)

  • Rol biedt soms mogelijkheid om groepsnormen te doorbreken en soms zelfs groepsnorm te wijzingen
  • Rol ligt veelal niet vast: rol-ambiguïteit, rol-stress
    • Intra-rol conflict: hoe moet je je in een rol gedragen, gaat soms tegen je idee van een rol in
    • Inter-rol conflict: je bent heel veel rollen (vader, man, broer, oom), je gedraagt je anders binnen een andere rol

Statusverdeling

In taakgroepen hangen statusverschillen meestal meer samen met verschillen in een ieders taakgerichtheid dan een iets relatiegerichtheid.

Zie slides voor een schematische weergave van de Expection States Theory.

Diffuse karakteristieken: bijv: man of vrouw/ bril of geen bril --> heeft niets te maken met (bijvoorbeeld) of je goed bent in het schrijven van een paper.

Hoe actiever je participeert, hoe hoger je wordt geacht (hogere status)

Status geeft je ruimte om de groep te beïnvloeden --> je wordt de volgende keer gekozen --> positieve spiraal

Idiosyncratisch krediet: biedt ruimte voor onafhankelijk (eigenwijs) optreden in de taakgroep --> niet voor jezelf, maar wanneer je het voor anderen doet. 

EST suggereert voor mensen in een negatieve spiraal: iets doen wat bijdraagt aan de groep (goed voor ons allen; doe het voor de groep)

EST

  • Gaat over coöperatieve taakgroepen (tov een andere groep)
  • Statuskenmerken van een persoon sterk afhankelijk van groepstaak/doel: wat/wie heb je nodig voor een groepssucces?
    • Diffuus/specifiek
    • Positief/negatief

Wanneer lichaamslengte bepalend is voor iemand status binnen een taakgroep, dan getuigt dat van onwenselijke vooroordelen. --> ja, maar soms niet (bijv basketbal)

Macht

Machtsbronnen meer invloed van persoon B op persoon A

  • Naarmate A zich meer aangetrokken voelt tot B (pos waarde, tevreden, R>CL)
  • Naarmate A minder alternatieven heeft voor uitwisseling met B (afhankelijk, R>CLalt)

Beloningsmacht (reward power): het vermogen om anderen te beïnvloeden op basis van iemand controle over de verspreiding van beloningen.

Bestraffingsmacht (coercive power): het vermogen om anderen te binvloeden op basis van iemands vermogen om individuen die niet gehoorzamen te straffen of te bedreigen. (pesten) 

Legitieme macht (legitimate power): het vermogen om anderen te beïnvloeden, gebaseerd op iemand legitieme aanspraak op een positie of rol. De bezitter heeft het recht om gehoorzaamheid te verwachten en te eisen. Het is verkregen macht. --> Milgram's experiment: iemand in een witte jas heeft veel macht 

Referentie macht (referent power): het vermogen om anderen te beïnvloeden op basis van de identificatie, aantrekking of respect voor de machthebber. Bijvoorbeeld: charisma (popsterren). 

Deskundigheidsmacht (expert power): het vermogen om anderen te beïnvloeden, gebaseerd op de overtuiging van ondergeschikten dat de machthouder superieure vaardigheden en capaciteiten bezit. De machthebber hoeft dit niet te bezitten, als mensen dat maar denken. 

Informatiemacht (informational power): het vermogen om anderen te beïnvloeden door gebruik te maken van informatieve bronnen zoals discussies, overtuiging of feitelijke data. Door deze macht kan iemand ervoor zorgen dat sommige mensen wel de informatie krijgen en anderen niet. 

Beloning/deskundigheid/informatie positie

Iets positiefs verschaffen of iets negatiefs wegnemen

3 voorwaarden:

  1. Positieve waarde 
  2. Afhankelijkheid
  3. Geloofwaardigheid --> de beloning moet geloofwaardig zijn, niet de persoon

Informatie negatief/bestraffing

Iets negatiefs verschaffen of iets positiefs wegnemen

3 voorwaarden:

  1. Negatieve waarde 
  2. Afhankelijkheid --> geen alternatief, je kunt het niet ontlopen
  3. Geloofwaardigheid --> de dreiging moet geloofwaardig zijn, niet de persoon

Beloningsmacht: Gedrag van anderen beïnvloeden door hen iets positiefs te beloven wat waardevol voor hen is/waarvoor zij van jou afhankelijk zijn/wat in hun ogen geloofwaardig is

Iets positiefs onthouden of wegnemen = dreigen/straffen

Bestraffingsmacht: Gedrag van anderen beïnvloeden door met iets negatiefs te dreigen war zij negatief waarderen, vrezen/waarvoor zij van jou afhankelijk zijn (dwz hetgeen zij niet kunnen ontlopen)/wat in hun ogen geloofwaardig is.

Iets negatiefs onthouden/wegnemen = belonen

Verschuiven van macht

Verschuivingen in

  • Waarde (wat men waardeert/wat men vreest)
  • Minder/meer afhankelijkheid van Ralph/Jack
  • Geloofwaardigheid van belofte/dreigement (niet geloofwaardigheid van de persoon)

Machtstactieken

 

Direct sterk

Indirect zwak (?)

Rationeel

Bilateraal

Coöperatief

Probleemoplossend

  • Overtuigen
  • Onderhandelen
  • Belonen
  • Instrueren

Situatie manipulatie

  • Regels/voorschrift
  • Omgeving herinrichten 
  • Selectieve info
  • Beroep op normen/regels

Non-rationeel

Unilateraal

Competitief

Confronteren

  • Voldongen feit
  • Dreigen met straf
  • Eisen
  • Op strepen staan

Psychologische manipulatie

  • In gunst komen 
  • Inspelen op gevoelens
  • Bedrog
  • Ontwijken 

Effecten van wel/geen macht

Approach - inhibition theory

Machthebbershebben een approach

  • Positieve emotie, (over)optimisme, kansen zoeken, doorzettingsvermogen, risicobereidheid, immoreel gedrag
  • Minder empathie, geen begrip voor de situatie van ondergeschikten, zelfgenoegzaam, machtsafstand vergroten 

Machtelozenhebben inhibition

  • Negatieve emoties,  reactief gedrag, zelfbescherming, ontwijking van negatieve uitkomsten, motivatieverlies

Macht kent grenzen

Confronterende machtstactiekenleiden slechts tot gehoorzaamheid, vergen vervolgens dus supervisie, zij na succesvol gebruik verslavend, zijn competitief benadrukken ondergeschiktheid van de ander(en), die daarom op zoek gaan naar alternatieven om minder afhankelijk van de machthebber er worden. 

--> ondermijning van voorwaarde 'afhankelijkheid'

Confronterende machtstactieken 'slijten'

Dat bekent niet dat confronterende machtstechnieken nooit zijn toegestaan, maar gebruik ze zeker niet te lang! Doorbreek je gewoonte van confronterend machtsgebruik dat tot nu toe succesvol bleek. Zet het daarmee verkregen krediet in voor het gebruik van coöperatieve machtstactieken

Image

Access: 
Public

Image

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

UPDATE

Ik heb mijn aantekeningen verder aangevuld met informatie uit de literatuur (termen/theorieën). De aantekeningen zijn nu iets duidelijker!

Succes met studeren!

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: CAWortman
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
2609 1