Week 5 hoorcollege 2: Nederland en de internationale rechtsorde
- Onderwerp van dit college:
Nederland als onderdeel van de internationale rechtsorde
Het sluiten van verdragen
artikel 93 en 94 GW
Eeniederverbindendheid
- Doelen:
1. Begrijpen hoe een verdrag tot stand komt, hoe verdragen voor burgers rechten en plichten kunnen meebrengen en hoe verdragsbepalingen zich verhouden tot het nationale recht.
2. De staatsrechtelijke verhoudingen binnen het koninkrijk, de belangrijkste koninkrijksorganen. Verdragen: Internationale overeenkomst tussen volkenrechtelijke rechtssubjecten (staten) kunnen uitleggen welke bevoegdheden op koninkrijksniveau en welke op landsniveau liggen.
Nederland als onderdeel van de internationale rechtsorde
Er zijn verschillende organisaties waar Nederland deel van uit maakt. Nederland wordt door verdragen en lidmaatschappen beperkt in haar handelen.
Organisaties zijn bijvoorbeeld de Verenigde Naties, de Raad van Europa, de NAVO en de EU. Al deze organisaties hebben eigen belangrijke verdragen die beperkend kunnen werken ten opzichte van haar leden.
VN:
Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBPR/BuPO) 1966)
Internationaal verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten (IVESCR) (1966)
Raad van Europa
Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) (1950)
Europees sociaal Handvest (ESH) (1961/1996)
NAVO
NAVO-verdrag (1949)
EU (Wat in deze samenvatting staat, geldt NIET voor de Europese Unie)
De internationale rechtsorde
Artikel 90 Grondwet omvat het primaat van de regering; dit artikel bepaalt dat de regering de ontwikkeling van de internationale rechtsorde bevordert. Uit artikel 91 lid 1 GW blijkt dat het koninkrijk niet aan verdragen wordt gebonden zonder goedkeuring van de Staten-Generaal. Zowel de regering als de Staten-Generaal zijn dus van belang.
Voor het oprichten van een verdrag moet er een stappenplan worden gevolgd;
Ten eerste moet er overeenstemming over de inhoud zijn. Er wordt over het algemeen door diplomatieke afgevaardigden onderhandeld. De politieke leiders komen vaak pas voor de ondertekening van de inhoud. Zij zijn meer voor het plaatje.
Daarna volgt het sluiten van het verdrag. Er wordt ondertekend door de regering of namens de regering. Er moet wel worden goedgekeurd door de Staten-Generaal. (art. 91 lid 1 GW). Daarom wordt er vaak ondertekend onder voorbehoud van goedkeuring of getekend met een bekrachtigingsclausule. Dan treedt het verdrag pas in werking als het bekrachtigd is.
De derde stap is de goedkeuring door het parlement. Dit kan zowel uitdrukkelijk als stilzwijgend. Uitdrukkelijk geschiedt door middel van een goedkeuringswet. Een aparte wet om goed te keuren. Stilzwijgend gebeurd volgens de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking van verdragen, na een bepaalde termijn.
De vierde stap is de bekrachtiging ofwel de rectificatie door de regering.
De vijfde stap is dan de inwerkingtreding. Dat hoeft niet voor elk land hetzelfde te zijn.
De goedkeuringsprocedure:
De goedkeuringsprocedure staat beschreven in een aantal artikelen. Zo staat in artikel 2 Rijkswet (g&bv) dat verdragen zo spoedig mogelijk door de regering naar de SG moeten worden gestuurd. Uit artikel 3 Rijkswet blijkt dat goedkeuring zowel stilzwijgend als uitdrukkelijk kan plaatsvinden. Uit artikel 4 dat uitdrukkelijke goedkeuring bij wet dient plaats te vinden. Uit artikel 5 dat stilzwijgend plaatsvindt na 30 dagen tenzij tenminste 1/5e leden van de Kamers om uitdrukkelijke goedkeuring vraagt. Uit artikel 7 Rijkswet blijkt wanneer goedkeuring niet is vereist.
Wanneer een verdrag afwijkt van de Grondwet moet de goedkeuring met ten minste 2/3e van het aantal uitgebrachte stemmen plaatsvinden. (art. 91 lid 3 GW.) Uit artikel 6 Rijkswet (g&bv) blijkt dat er dan dus uitdrukkelijk moet worden goedgekeurd.
Kun je rechten en plichten ontlenen aan verdragen?
Deze vraag kan op twee manieren worden beantwoord. De klassieke weg zou een nee opleveren. Er is volgens de klassieke weg een overeenkomst tussen staten. De burgers zijn hierbij geen partij. Het moet dan dus eerst worden getransformeerd in nationaal recht. (Dualistisch stelsel/Transformatieler)
De andere manier zou wel een Ja opleveren. Het verdrag geldt voor een grotere rechtsorde waarvan zowel de staten als burgers lid zijn. Omzetting zou daarmee niet nodig zijn. (Monistisch stelsel/incorporatiestelsel)
Uit art. 93 GW: Bepalingen van verdragen en besluiten van volkenrechtelijke organen, die naar inhoud ieder kunnen verbinden, hebben verbindende kracht na bekendmaking.
Nederland heeft een gematigd monistisch stelsel met betrekking tot eenieder verbindende bepaling.
Wanneer is er dan sprake van een eenieder verbindende bepaling?
Uit het spoorwegstakingsarrest blijkt dat de inhoud van de bepaling zelf beslissend is. De vraag in dit arrest was; ‘Moet Nederland een nationale regeling treffen of kan het zonder meer gelden?”
Rookverbod-arrest: Is het artikel zo duidelijk en onvoorwaardelijk dat het rechtstreeks kan worden toegepast?
Uit artikel 94 Grondwet blijkt dat eenieder verbindende bepalingen van verdragen en besluiten van volkenrechtelijke organisaties voor het nationale recht gaan.
Europees Nederland als onderdeel van het Koninkrijk der Nederlanden
Het Koninkrijk der Nederlanden steekt sinds 10-10-10 ingewikkeld in elkaar. Onder het Koninkrijk der Nederlanden vallen vier landen. Nederland, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten. Onder Nederland zelf vallen dan de BES-eilanden. Dat zijn Bonaire, Sint-Eustatius en Saba
Het Koninkrijk der Nederlanden lijkt nog het meest op een federatie. Het geheel heeft een Grondwet waarin staat wie waar overgaat. De meeste organen van het koninkrijk liggen in Nederland zelf. Ze worden veelal aangevuld door afgevaardigden uit de andere landen.
De grondwet van ons koninkrijk is het statuut. Uit artikel 5 lid 2 blijkt dat de grondwet het statuut in acht neemt. Uit lid 1 blijkt dat, wanneer het statuut niet compleet is, er voor zaken met betrekking tot organen en bevoegdheden in de Nederlandse Grondwet gekeken moet worden.
Uit artikel 41 Statuut blijkt dat er bij een federatie in de Grondwet moet worden gekeken wie welke bevoegdheid heeft. In het statuut staat waar het (in een lijstje in artikel 3 Statuut) waar het koninkrijk toe bevoegd is. De rest staat open voor landsaangelegenheden.
Verdere bevoegdheden, naast artikel 3 Statuut staan bevoegdheden in artikel 43 lid 2 Statuut.
De organen van het koninkrijk zijn; de koning (art. 2 Statuut). De Koning is het Hoofd van alle landen afzonderlijk en van het koninkrijk. De Koning wordt vertegenwoordigd (behalve in Nederland zelf) door een gouverneur (art. 2 lid 2 Statuut). De ministerraad van het Koninkrijk (art. 7 Statuut) bestaat uit voornamelijk Nederlandse ministers benoemd door de koning en uit gevolmachtigden uit Aruba, Curaçao en Sint-Maarten. Daarnaast is er een Raad van State van het koninkrijk (art. 13 Statuut) Ook dit is grotendeels de Nederlandse Raad van State met inbreng van andere landen.
De Staten-Generaal is gewoon de Nederlandse Staten-Generaal met wat aanvulling. Het verschil met dit orgaan met de andere organen is dat dit echt de Nederlandse Staten-Generaal wordt genoemd. Bij de andere organen is het benoemd als een apart orgaan.
De wijziging van het Statuut blijkt uit artikel 15-21 Statuut. De betrokken organen zijn de koning, de ministers van het Koninkrijk en de Nederlandse Staten-Generaal (met inbreng van andere landen.)
Omdat dit natuurlijk niet helemaal eerlijk lijkt ten opzichte van de andere landen blijkt uit lid 2 van een soort Vetorecht. Andere landen moeten per sé instemmen.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Contributions: posts
Spotlight: topics
Online access to all summaries, study notes en practice exams
- Check out: Register with JoHo WorldSupporter: starting page (EN)
- Check out: Aanmelden bij JoHo WorldSupporter - startpagina (NL)
How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?
- For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
- For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
- For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
- For compiling your own materials and contributions with relevant study help
- For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.
Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
- Use the summaries home pages for your study or field of study
- Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
- Use and follow your (study) organization
- by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
- this option is only available through partner organizations
- Check or follow authors or other WorldSupporters
- Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
- Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
- Check out: Why and how to add a WorldSupporter contributions
- JoHo members: JoHo WorldSupporter members can share content directly and have access to all content: Join JoHo and become a JoHo member
- Non-members: When you are not a member you do not have full access, but if you want to share your own content with others you can fill out the contact form
Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance
Main summaries home pages:
- Business organization and economics - Communication and marketing -International relations and international organizations - IT, logistics and technology - Law and administration - Leisure, sports and tourism - Medicine and healthcare - Pedagogy and educational science - Psychology and behavioral sciences - Society, culture and arts - Statistics and research
- Summaries: the best textbooks summarized per field of study
- Summaries: the best scientific articles summarized per field of study
- Summaries: the best definitions, descriptions and lists of terms per field of study
- Exams: home page for exams, exam tips and study tips
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
- Studies: Bedrijfskunde en economie, communicatie en marketing, geneeskunde en gezondheidszorg, internationale studies en betrekkingen, IT, Logistiek en technologie, maatschappij, cultuur en sociale studies, pedagogiek en onderwijskunde, rechten en bestuurskunde, statistiek, onderzoeksmethoden en SPSS
- Studie instellingen: Maatschappij: ISW in Utrecht - Pedagogiek: Groningen, Leiden , Utrecht - Psychologie: Amsterdam, Leiden, Nijmegen, Twente, Utrecht - Recht: Arresten en jurisprudentie, Groningen, Leiden
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1325 |
Add new contribution