Oefententamens - Inleiding staats- en bestuursrecht - B1 - Rechten - UU
- 6399 reads
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Na 25 jaar bij een ijszaak gewerkt te hebben, besluit Yvonne voor zichzelf te beginnen. Yvonne wil haar zaak vestigen in de gemeente Veenendaal. Yvonne raadpleegt de website van de gemeente Veenendaal voor de vereiste vergunningen. Krachtens de APV dient ze een exploitatievergunning te hebben. Yvonne besluit een vergunning aan te vragen. Na vijf weken ontvangt ze de exploitatievergunning maar aan deze vergunning is wel een voorwaarde verbonden: de ijszaak mag niet op zondag open zijn.
Beoordeel of het verlenen van de exploitatievergunning een besluit in de zin van de Awb is.
Hoewel Yvonne tevreden is met het verkrijgen van de vergunning, is ze niet blij met de voorwaarde die aan de vergunning is gesteld. Yvonne heeft ondervonden dat veel mensen op zondag een ijsje gaan halen. Yvonne vreest dat ze veel omzet misloopt als haar zaak op zondag niet open mag zijn. Yvonnes bezwaarschrift wordt ongegrond verklaard.
Is het voor Yvonne mogelijk om een procedure te beginnen bij de burgerlijke rechter tegen het besluit op bezwaar met deze vergunningsvoorwaarde?
In Nederland is de trias politica niet volledig doorgevoerd. De rechter is namelijk evenzeer onafhankelijk als afhankelijk.
Leg uit waarom de rechterlijke macht onafhankelijk is van de andere machten en illustreer dit met een bepaling uit de Grondwet.
Leg uit waarom de rechter tevens afhankelijk is van de uitvoerende macht. Gebruik in je antwoord een bepaling uit de Grondwet.
Andries Krekel is lid van een klein gezelschap dat een orthodoxe leer aanhangt. De leden van dit gezelschap menen dat andere religies niet de ware zijn. Krekel publiceert samen met twee andere leden een artikel waarin ze verschillende religies beledigen. Dit artikel is alleen op de website van het gezelschap gepubliceerd. Het Openbaar Ministerie vervolgt Krekel en de twee anderen nadat enkele geloofsgemeenschappen een klacht hebben ingediend. De rechter verplicht Krekel conform artikel 137c Sr tot het betalen van een boete van 175 euro. Krekel besluit om naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens te stappen. Dit doet hij pas nadat alle nationale rechtsmiddelen zijn uitgeput. Volgens Krekel zijn artikelen 9 en 10 EVRM geschonden. Mocht artikel 10 EVRM worden beperkt? Bij het beantwoorden van deze vraag kan ervan uit worden gegaan dat de uitingen van Krekel onder de reikwijdte van artikel 10 EVRM vallen en dat artikel 10 EVRM door het opleggen van de boete is beperkt.
In maart 2012 berichtten de media over de schadelijke gevolgen van energiedrankjes door de grote hoeveelheid suiker die deze producten bevatten. Als gevolg van de grote commotie besluit de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport een wetsvoorstel op te stellen. Er bestaat immers nog geen wettelijke regeling die de maximum hoeveelheid suiker per energiedrankje vaststelt. Intussen maakt de minister bekend dat de regering een tijdelijke regeling zal invoeren. Door deze tijdelijke regelingen mogen energiedrankjes niet meer dan een bepaalde hoeveelheid suiker bevatten. Volgens een Tweede Kamerlid is de regeling, met oog op de Grondwet, een blaffende hond die niet bijt. Wat wil dit Kamerlid hiermee aangeven?
De exploitatievergunning is een besluit conform artikel 1:3 lid 1 Awb. Allereerst gaat het om een schriftelijke beslissing, namelijk het verlenen van de vergunning. Verder is het besluit genomen door een bestuursorgaan, in dit geval het college van burgemeester en wethouders. Gebruik hierbij artikel 1:1 lid 1 onder a Awb, artikel 6 Gemeentewet en artikel 2:1 lid 1 BW. Ten slotte is er sprake van een publiekrechtelijke rechtshandeling. De verlening van de vergunning is immers gegrond op de APV. De vergunning heeft bovendien een rechtsgevolg, omdat de exploitatie van de ijszaak door de vergunning is toegestaan.
(Beginselen van de democratische rechtsstaat – Hoofdstuk 4. Legaliteitsbeginsel, paragraaf 4.3.3)
De burgerlijke rechter is krachtens artikel 112 lid 1 Gw en de objectum litisleer bevoegd als de eiser aanvoert dat hij in een burgerlijk recht is geschonden. De objectum litisleer komt aan de orde in het arrest Guldemond/Noordwijkerhout. De burgerlijke rechter is dus bevoegd als Yvonne beweert dat het besluit op bezwaar niet rechtmatig is jegens haar. De vordering daarentegen zal door de burgerlijke rechter niet-ontvankelijk worden verklaard. Er staat namelijk een met voldoende waarborgen omklede bestuursrechtelijke rechtsgang open. Dit blijkt uit het arrest Ambtenarenwet II. De verlening van de vergunning is een besluit. Krachtens artikel 8:1 Awb staat tegen de vergunningverlening beroep open bij de bestuursrechter. Er kan dus worden gesteld dat de burgerlijke rechter bevoegd is. De burgerlijke rechter zal echter de vordering niet-ontvankelijk verklaren. Yvonne moet de vordering instellen bij de bestuursrechter.
(Beginselen van de democratische rechtsstaat – Hoofdstuk 7. Controle door de rechter, paragraaf 7.1.2)
Rechters worden bij koninklijk besluit voor het leven benoemd. De regering kan een rechter dus niet ontslaan na een uitspraak die haar niet bevalt. Artikel 117 lid 1 Gw dient bij dit antwoord te worden genoemd.
(Beginselen van de democratische rechtsstaat – Hoofdstuk 5. De machtsverdeling, paragraaf 5.4.2)
In dit antwoord dien je artikel 117 lid 1 Gw te gebruiken. Uit dit artikel blijkt dat de leden van de rechterlijke macht bij koninklijk besluit voor het leven worden benoemd. Een koninklijk besluit is een besluit van de regering. De regering is de uitvoerende macht. De rechters zijn dientengevolge voor de benoeming afhankelijk van de regering, de uitvoerende macht. Het noemen van artikel 116 Gw is onjuist, omdat deze bepaling de afhankelijkheid van de wetgevende macht aangeeft. Afgezien van het feit dat de regering zowel de uitvoerende als wetgevende macht is, worden wetten niet vastgesteld door de uitvoerende macht.
(Beginselen van de democratische rechtsstaat – Hoofdstuk 5. De machtsverdeling, paragraaf 5.4.2)
Om deze vraag te kunnen beantwoorden dien je te kijken naar de beperkingssystematiek van het EVRM (zie hiervoor EHRM Sunday Times). Ten eerste moet je beoordelen of de beperking bij de wet is voorzien. In casu is de beperking bij de wet voorzien, namelijk artikel 137c Sr. Ten tweede dient te worden gekeken of er sprake is van een legitiem doel. Er kan worden gesteld dat het legitieme doel in de casus het beschermen van de rechten van anderen/ openbare orde is. Ten slotte moet je bepalen of de beperking noodzakelijk is. Hierbij dient een afweging te worden gemaakt. In deze afweging moet minstens worden genoemd dat het bedrag van de boete gering is en dat het artikel alleen kan worden geraadpleegd op de website van het gezelschap.
(Beginselen van de democratische rechtsstaat – Hoofdstuk 6. De grondrechten, paragraaf 6.7)
Uit de casus blijkt dat er nog geen wet in formele zin bestaat dat betrekking heeft op de hoeveelheid suiker in energiedrankjes. De regeling die door de minister is aangekondigd, wordt door de regering opgesteld. Deze regeling betreft een zelfstandige algemene maatregel van bestuur, omdat de regeling geen formeel wettelijke grondslag heeft (artikel 89 lid 1 Gw). Vanuit grondwettelijk oogpunt is de regeling geoorloofd. Krachtens artikel 89 lid 1 Gw daarentegen mag zo'n regeling geen door straffen te handhaven bepalingen bevatten. Deze bepalingen moeten een formeel wettelijke grondslag hebben en wetten in formele zin bepalen de op te leggen straffen. Aangezien de normen in de regeling niet door straffen gehandhaafd worden, is de regeling in principe krachteloos vanwege het ontbreken van een straf. De regeling is derhalve een blaffende hond die niet bijt.
(Beginselen van de democratische rechtsstaat – Hoofdstuk 4. Legaliteitsbeginsel, paragraaf 4.4.4)
Deze bundel bevat oefenmaterialen te gebruiken bij het vak Inleiding Staats- en Bestuursrecht aan de Universiteit Utrecht.
Deze bundel bevat oefenmaterialen te gebruiken bij het vak Inleiding Staats- en Bestuursrecht aan de Universiteit Utrecht.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1908 |
Add new contribution