Mens tot Cel HC27+28: Thorax- en longontwikkeling

HC27+28: Thorax- en longontwikkeling

Algemene informatie

  • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege?
    • In dit college wordt ingegaan op de ontwikkeling van de longen en het hart in hun eigen lichaamsholte. In het aansluitende college zullen wordt vervolgens stilgestaan bij de ontwikkeling van het (bloed)vaatstelsel, de foetale en neonatale bloedsomloop en het ontstaan van enkele aangeboren hart- en vaatafwijkingen.
  • Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?
    • Alle onderwerpen in dit college worden uitgebreid behandeld in de literatuur
  • Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
    • In dit college zijn geen recente ontwikkelingen in het vakgebied besproken
  • Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
    • Alles wat een docent meerdere keren herhaald, is zeer belangrijk voor het tentamen
  • Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen?
    • Er zijn geen mogelijke tentamenvragen behandeld tijdens het college

Prenatale versus postnatale circulatie

Een mens heeft normaal gesproken een gescheiden bloedcirculatie:
  1. Zuurstofarm bloed verzamelt zich in de rechterharthelft en gaat via de longslagader naar de longen
  2. In de longen vindt de gasuitwisseling plaats: bloed wordt zuurstofrijk
  3. Via de longader gaat het zuurstofrijke bloed naar de linkerharthelft
  4. Vanuit de aorta komt het bloed in de grote bloedsomloop

Prenatale circulatie:

De prenatale bloedcirculatie ziet er anders uit. Bloed van de moeder gaat vanuit de placenta naar het kind toe. Dit gebeurt via de navelstrengvenen: de vena umbilicalis. Vanuit de vena umbilicalis gaat het zuurstofrijke bloed richting het hart, vanuit hier wordt het bloed verdeeld over het hele lichaam van de foetus. Omdat de foetus niet ademt, is er geen gaswisseling.
 
De lever is een rijk doorbloed orgaan. Zuurstofrijk bloed gaat vanuit de vena umbilicalis eerst door de lever voordat het hart bereikt wordt. Als dit altijd gebeurde, zou er uiteindelijk onvoldoende zuurstofrijk bloed bij de hersenen komen, wat de ontwikkeling van het brein zou verstoren. Dit wordt opgelost door meerdere bypasses/shunts rondom en in de lever:
  • Ductus venosus: zorgt ervoor dat het bloed dat via de vena umbilicalis aankomt, direct aangesluist wordt naar de vena cava inferior → de lever wordt overgeslagen
    • De ductus venosus ligt dus ter hoogte van de lever
  • Foramen ovale: zorgt ervoor dat bloed vanuit het rechter atrium wordt doorgesluist naar het linker atrium → de rechterventrikel wordt overgeslagen
    • Een deel van het bloed gaat nog wel van het rechter atrium naar de rechterventrikel
  • Ductus botalli/arteriosus: zorgt ervoor dat bloed vanuit de rechterventrikel gelijk naar de aorta gaat → de kleine bloedsomloop wordt overgeslagen
Deze 3 shunts zorgen er dus voor dat het bloed zo zuurstofrijk mogelijk naar de aorta gaat, waardoor het zuurstofrijk in het hoofd kan komen.

Postnatale circulatie:

Het grootste verschil tussen pre- en postnatale circulatie is dat in de postnatale circulatie de longcirculatie actief is. Dit gebeurt als volgt:
  1. Na de geboorte daalt de longvatweerstand heel erg → longen worden doorbloed
  2. Het kind zit niet meer vast aan de placenta → embryonale shunts zijn niet meer nodig
    • Ductus venosus wordt een ligamentje (bindweefselstreng) → ligamentum venosum
    • Foramen ovale wordt door druk van de longcirculatie aan de linkerkant hoger → foramen ovale wordt afgesloten → wordt fossa ovale
      • De fossa ovale bestaat bij 70% van de mensen uit bindweefsel
    • Ductus botalli sluit doordat de bloedstroom van de truncus pulmonalis naar de aorta omkeert → ligamentum arteriosum/ligamentum van Botalli
      • Het ligamentum arteriosum is niet meer toegankelijk voor bloed

Kort overzicht embryologie

Het embryo begint als een kiemschijf met 3 embryonale lagen:
  • Ectoderm
    • Aan deze zijde bevindt zich de amnionholte
  • Mesoderm
    • Hierin ligt een hartbuisje: het toekomstige hart
      • Boven het hartbuisje ligt het septum transversum: draagt bij aan de vorming van het middenrif/diafragma
  • Endoderm
    • Aan deze zijde bevindt zich de dooierzak
Door craniaal-caudale en laterale kromming van het embryo veranderen deze onderdelen van positie:
  • De amnionholte komt “om het embryo heen” te liggen
  • Een deel van de dooierzak wordt ingestulpt en vormt de voordarm
  • Het hartbuisje en het septum transversum klappen om → liggen nu ter hoogte van de thorax
    • Het hartbuisje ligt dan bovenop het diafragma
    • Om het hartbuisje heen ligt de pericardholte (gevormd uit het intra-embryonale coeloom)

Longontwikkeling in de vroege embryologie

In de 4e week van de ontwikkeling heeft het intra-embryonale coeloom zich gevormd tot een hoefijzervormige ruimte die bestaat uit 5 delen:
  • Het middengedeelte vormt de toekomstige pericardholte
  • Aan weerszijden van het middengedeelte zijn twee de pericardio-peritoneale kanalen 
  • De peritoneale holte
De voordarm bestaat dus uit ingesloten dooierzakholte en is endodermaal omgeven door splanchnisch mesoderm. Uit de voordarm en het omliggende splanchnisch mesoderm ontstaan twee longknoppen, die lateraal uitgroeien in de pericardio-peritoneale kanalen → door vertakkingen ontwikkelen de longen:
  1. Eerst zijn de voorgangers van o.a. de luchtpijp en de oesophagus nog met elkaar verbonden → de voordarm moet gesplitst worden:
    • De tracheoesophageale septum scheidt de ventraal gelegen laryngotrachaele tube van de dorsaal gelegen voorganger van de oropharynx en oesophagus 
      • Trancheoesophageale septum = voorganger van de larynx, trachea, bronchiën en longen
      • Oropharynx = mond-keelholte
      • Oesophagus = slokdarm
    • De voordarm kan op verschillende manieren verkeerd gescheiden worden
      • Tracheoesophageale fistula is een doorgang tussen de trachea en de oesophagus
    • Uit het endoderm van de voordarm ontstaan de longen, larynx, trachea en bronchiën
    • Uit het splanchnische mesoderm ontstaat bindweefsel, glad spierweefsel en kraakbeen
    • Oesophagus atresie: de scheiding tussen slokdarm en luchtpijp is niet goed aangelegd
  2. De pleuraholtes ontstaan: de ruimtes die ontstaan zijn uit het intra-embryonale coeloom zijn eerst nog met elkaar verbonden, tijdens de ontwikkeling verandert dit:
    • Pleuropericardiale membranen groeien de pericardio-peritoneale kanalen in, waardoor zij gescheiden worden van de pericardholte → de pericardio-peritoneale kanalen worden de pleuraholten
      • Het coeloomepitheel dat tegen de long aanligt heet de viscerale pleura (longvlies)
      • Het coeloomepitheel dat tegen de thoraxwand aanligt heet pariëtale pleura (borstvlies)
    • De afgrenzing tussen pleuraholten en peritoneale holten wordt gevormd door de verplaatsing van het septum transversum tijdens de kromming van het embryo
  3. De linker- en rechterlong worden van elkaar gescheiden door het pleuro-pericardiale membraan → deze ontstaat als volgt:
    1. Doordat de longen groeien uit splanchnisch mesoderm wordt de lichaamswand opzij geduwd → er ontstaan pleuro-pericardiale plooien
    2. De pleuro-pericardiale plooien gaan zich reordeneren → groeien uit tot pleuro-pericardiale membranen
    3. Pleuro-pericardiale membranen groeien naar het midden toe
    4. Pleuro-pericardiale membranen fuseren met het mesenchym (verder ontwikkeld mesoderm)
    5. Pleuro-pericardiale membranen dragen bij aan tussenschotvorming → scheiden de linker en rechter long van elkaar
  4. De linker- en rechterlong zijn worden na scheiding beide omgeven door hun eigen pleuraholte
  5. De structuur en ontwikkeling van de rechter- en linkerlong is anders:
    • Rechterlong:
      • 3 longkwabben
      • Rechter bronchusboom is verticaler dan links
    • Linkerlong:
      • 2 longkwabben
      • Linker bronchusboom heeft een bocht
  6. De centrale ruimte tussen de pleuraholten vormt het mediastinum

Ontwikkeling van het diafragma

Het diafragma scheidt uiteindelijk de thoraxholten en de peritoneale holte van elkaar. Het diafragma bestaat uit vier structuren:
  • Septum transversum
    • Ontstaat uit een craniaal mesodermgebied dat zich bij de lengtekromming van het embryo caudaal van de hartaanleg tegen de voordarm aanlegt
    • Vormt het centrale pezige gedeelte (centrum tendineum) van het diaphragma
  • Mesenterium van de oesophagus (mesenchym)
  • Pleuroperitoneale membranen
    • Fuseren de andere structuren
    • Scheiden de pleuraholtes met de peritoneale holtes
    • Vormt na de geboorte maar een klein deel van het diafragma
    • Bij defecte pleuroperitoneale membranen ontstaat een gat in het diafragma → congeniatele hernia diafragmatica
      • Hierbij kunnen er darmen groeien in de thorax
  • Spier-ingroei vanuit de lichaamswand
    • Vormt het perifere spiergedeelte van het diaphragma

Het hart

Het eerste teken van hartontwikkeling is terug te vinden in de 3e week van de ontwikkeling. Er is een endotheelbuis (hartbuis) die is ontstaan uit cardiogeen mesoderm. Dit buisje heeft een in- en een uitstroomdeel:
  • Het instroomdeel zit aan de caudale kant en is verbonden met het veneuze deel → sinus venosus

  • Het uitstroomdeel zit aan de craniale kant en is verbonden met het arteriële deel → ventrale aorta

De hartbuis neemt al snel een “S” vorm aan in een proces dat “looping” wordt genoemd. Het hartbuisje bestaat dan uit:

  • Binnenwand: endocard

  • Cardiac jelly

  • Buitenkant: myocard (hartspieren)

    • Wordt gevormd uit het omringende mesoderm

    • Klopt al in dit stadium

Het hart zit vast aan mesoderm. Later komt de epicard als buitenste laag om het hart te liggen. Achter het hart ligt mesenchym: dit heet ook wel second heartfield. 

Op een gegeven moment gaat cardiac jelly zich concentreren: er ontstaan endocardkussens. Deze gaan zitten op de overgangen van de toekomstige boezems en kamers, en op de overgangen van de kamers en grote vaten. Endocardkussens spelen dus een rol bij klepvorming en septatie. 

Boezemseptatie:

Tijdens de ontwikkeling van het hart is er eest één groot gemeenschappelijk atrium. De linker- en rechteratrium ontstaan door tussenkomst van een tussenschot. Hierbij spelen 4 onderdelen een rol:

  • Septum primum: de eerste aanleg van een atriumseptum

    • Structuur die vanaf het dak van het atrium naar beneden groeit richting het kussentje → sluit niet helemaal

    • Er blijft een opening tussen de kussens en het septum primum: het osteum primum

  • Osteum primum: sluit op een gegeven moment

  • Osteum secundum: een gat dat ontstaat in het septum primum, nadat de osteum primum is gesloten

    • Ontstaat door apoptoseverschijnselen 

    • Blijft tijdens de hele foetale fase open

  • Septum secundum: een 2e septum ontstaat

    • Groeit aan de rechterkant van het septum primum

    • Septum secundum gaat deels het osteum secundum overlappen

    • Sluit deels af, er kan nog wel bloed langs

    • Onderkant van septum secundum en osteum secundum samen wordt foramen ovale 

Het foramen ovale bestaat dus uit de onderrand van het septum secundum en de osteum secundum. Na de geboorte sluit het foramen ovale doordat de druk aan de linkerkant hoger wordt: 2 septumcomponenten worden tegen elkaar aangeduwd waardoor het foramen ovale dichtgaat → de fossa ovale ontstaat.

Er kunnen meerdere dingen misgaan bij het vormen van de atria:

  • Atrium septum defect type I: osteum primum is niet goed gesloten

    • Kan gesloten worden door een catheter in de lies aan te brengen

  • Atrium septum defect type II: osteum secundum is niet goed gesloten

Ventrikelseptatie:

Septatie van de ventrikels mag niet te snel plaatsvinden. Er moet eerst een verbinding tussen het rechteratrium en de rechterventrikel ontstaan → de tricus pidalisklep

Als septatie tussen de ventrikels te snel gebeurt, botst het bloed tegen een septum. Er moet eerst remodelering plaatsvinden. Als dit niet gebeurt, blijft er een gaatje in het hart. 

Tussen de toekomstige ventrikels zit een plooitje: de primaire plooi. Deze plooi komt op twee manieren steeds hoger in de ventrikels te liggen:

  • Stuwing: door de uitgroei van de ventrikels wordt hij omhooggestuwd

  • Actieve proliferatie: de plooi groeit zelf ook

Daarna vindt remodelering plaats: er blijft een interventriculair foramen. Dit is nodig omdat de tricus pidalisklep en de aorta hun definitieve positie nog niet bereikt hebben. Uiteindelijk sluit de interventriculaire foramen door fusie van kussens die liggen in het AV-kanaal (atrioventriculaire kanaal) en in de outflow tracti (verbindingen tussen de ventrikels en de longslagaders, en de ventrikels en de aorta).

Door expansie van het atrioventriculaire kanaal gaat het rechter atrium uiteindelijk boven de rechterventrikel liggen.

Scheiding grote vaten:

De aorta en truncus pulmonalis zijn eerst samen één grote buis. Bij het scheiden van de aorta en truncus pulmonalis spelen de neurale lijstcellen een rol:

  • Migreren naar de arteriële pool van het hart

  • Zenden signalen uit om een septum tussen de aorta en truncus pulmonalis te maken

Uiteindelijk komt de truncus pulmonalis voorin te liggen en de aorta achterin. Ook is er een gescheiden pulmonalisklep en aortaklep.

Het scheiden van de vaten en de ventrikels gaat niet altijd goed. Common arterial trunk/persistent truncus arteriosus is een zeldzame hartafwijking. Deze bestaat uit een combinatie van twee afwijkingen:

  • Een grote opening tussen de twee ventrikels

  • Slechts één bloedvat dat het hart verlaat

    • Dit bloedvat vertrekt vanuit beide kamers

    • Vanuit dit bloedvat ontspringen zowel aorta als longslagader → het bloed wordt gemengd

Kieuwboogarteriën:

Het vasculaire systeem evalueert van een symmetrisch systeem naar een asymmetrisch systeem. Zo gaat de aorta is splitsen. Uiteindelijk gaat de aortaboog zich vertakken in:

  • Arteria subclavia sinistra

  • Arteria carotis communis sinistra

  • Arteria brachiocephalicus

    • Arteria subclavia dextra

    • Arteria carotis communis dextra

Hierbij spelen de kieuwboogarteriën een rol. Deze ontspringen vanuit de aortazak. Er zijn 6 paar kieuwboogarteriën, waarvan de 3e, 4een 6e kieuwbogen van belang zijn: 

  • 3e kieuwboogarteriën: vormen de arteria carotis communis → een belangrijk gebied van de hersenen

  • Linker 4e kieuwboogarterie: vormt de verbinding tussen de aortaboog en de arteria carotis communis

  • Rechter 4e kieuwboogarterie: vormt de arteria subclavia dextra

  • Linker 6e kieuwboogarterie: vormt de ductus botalli → verbinding tussen de truncus pulmonalis en de aortaboog

Ontwikkeling van de hartkleppen:

De kleppen hebben in het hart een belangrijke rol. Deze ontstaan uit de “kussens” die tussen de atria en ventrikels zijn ontstaan nadat de gelei tussen het endocard en epicard zich heeft gedifferentieerd. Deze kussens worden later in de ontwikkeling omgebouwd tot vier klepsystemen:

  • Semilunaire klep

  • Mitralisklep

  • Tricuspidalis klep

Geleidingssysteem:

Geleidingssystemen zijn hartspieren, die zich anders hebben gedifferentieerd. Het geleidingssysteem verzorgt de contractie van de hartspier. Deze zijn ontstaan uit het myocard.

Access: 
Public
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Promotions
Image

Op zoek naar een uitdagende job die past bij je studie? Word studentmanager bij JoHo !

Werkzaamheden: o.a.

  • Het werven, aansturen en contact onderhouden met auteurs, studie-assistenten en het lokale studentennetwerk.
  • Het helpen bij samenstellen van de studiematerialen
  • PR & communicatie werkzaamheden

Interesse? Reageer of informeer

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Check the related and most recent topics and summaries:
Activity abroad, study field of working area:
Institutions, jobs and organizations:
Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
1811