NVOG richtlijn - Geneeskunde - Anovulatie


Volgens de WHO bestaat een ovulatoire cyclus tussen de zesentwintig en zesendertig dagen. Bij oligomenorroe is er sprake van vaginale bloedingen met meer dan vijfendertig dagen en minder dan zes maanden. Bij amenorroe is er sprake van vaginale bloedingen die langer dan zes maanden aanhouden. Hierbij is er sprake van een anovulatie. Anovulatie betekent dat een eisprong in de vruchtbare levensfase niet plaatsvindt. Met behulp van ovulatie-inductie wordt er geprobeerd om een ovulatie en zwangerschap te bewerkstelligen. Dit wordt via een medicamenteuze behandeling bewerkstelligd. Het doel van deze behandeling heeft het verkrijgen van mono-ovulatie. Met mono-ovulatie wordt een normale corpus, luteum en endometriumfunctie bedoeld. Ovulatie-inductie gaat gepaard met een kinderwens.

Oligomenorroe en amenorroe kan worden onderverdeeld op grond van tijdstip van ontstaan, de lokalisatie in de hypothalamus-hypofyse-ovarium as en het type afwijking. Daarnaast is het mogelijk om een onderverdeling te maken via de WHO criteria. Hierbij wordt het serum FSH en oestradiol bepaald waarna de patient geclassificeerd kan worden. Hieronder zal de classificatie worden besproken:

WHO classificatie - categorie 1

Centrale oorzaak. Het hormonaal profiel bestaat uit hypogonadotroop, hypooestrogeen. De oorzaken hiervan kunnen stress, gewichtsdaling of overmatige fysieke inspanning zijn. In de meeste gevallen is er sprake van amenorroe. Als er sprake is van ondergewicht kan herstel van het normale lichaamsgewicht er toe leiden dat de cyclusstoornis zich hersteld. Als dit niet het geval is, kan er pulsatiel GnRH worden afgegeven. Als GnRH niet zinvol is, kunnen gonadotrofinen worden gegeven.

WHO classificatie - categorie 2

Disbalans tussen de hypofyse-ovarium as. Het hormoon profiel bestaat uit normogonadotroop, normooestrogeen. Hierbij kan er sprake zijn van oligomenorroe en amenorroe. Hieronder vallen ook patiënten met het polycysteus-ovarium-syndroom (PCOS). Voor deze categorie is aanvullend hormonaal onderzoek geïndiceerd. Bij deze patiënten is er sprake van anovulatie, kenmerken van hyperandrogonisme en echoscopische polycysteuze ovaria. De meest voorkomende oorzaken zijn overgewicht, overmatige beharing (hirsutisme), verlaagde insulinegevoeligheid en polycysteuze ovaria. Bij deze groep patiënten geeft de ovulatie-inductie therapie een minder hoge succeskans en een verhoogd risico op complicaties zoals OHSS en meerlingzwangerschap.

De behandeling bestaat uit het toedienen van anti-oestrogenen (waaronder clomifeencitraat). De werking hiervan lijkt te berusten op het feit dat het leidt tot verhoogde endogene gonadotrofineafgifte.

Als gevolg hiervan treedt er remming op van oestrogeenterugkoppeling op de hypothalamus-hypofyse as. Er zijn insulinesensitiviteit-bevorderende middelen, metformine, die volgens sommige studies een correctie van hyperinsulinemie cyclus kan geven. Het resultaat hiervan zou een regelmatige menstruele cyclus zijn en tot spontane ovulatie leiden. Hier is nog niet genoeg evidence voor.

WHO classificatie - categorie 3

Ovariële oorzaak. Het hormoon profiel bestaat uit hypergonadotroop, hypooestrogeen. Bij deze patiënten wordt er gesproken van prematuur ovarieel falen (POF). Bij POF is er sprake van een vervroegde overgang. POF kan ontstaan door chromosomale of genetische factoren of door bestraling en chemotherapie.

De WHO classificatie categorie 2 komt het vaakst voor. In 5-10 % van de gevallen is er sprake van anovulatie door een verhoging van prolactine. Bij verhoogde prolactine spiegels kan het FSH als E2 gehalte verlaagd zijn of normale waarden hebben. Hyperprolactinemie kan ontstaan door medicatie of door gevolg van primaire hypothyreoïdie. De behandeling van categorie is erg effectief en heeft een kleine kans op het krijgen van complicaties. Een medicamenteuze behandeling voor categorie 2 blijkt ook effectief te zijn. Alleen een medicamenteuze behandeling voor WHO categorie 3 blijkt niet zinvol te zijn.

De behandeling van oligomenorroe en amenorroe kan een verhoging geven van meerlingzwangerschap en ovariële hyperstimulatie. Doordat er tijdens de behandeling de ovariumrespons goed in de gaten wordt gehouden, worden deze complicaties en risico’s verkleind.

Diagnostiek

Het diagnostisch onderzoek begint met het doorlopen van een oriënterend fertiliteitsonderzoek (OFO) indien dit van toepassing is. Hierbij wordt er gekeken naar de leeftijd van de vrouw, de cyclus, familieanamnese, BMI, hirsutisme, gewichtsverandering, medicatie en operatieve ingrepen. Ook moet er een recente semenanalyse van de man beschikbaar zijn. Eventueel kan er nog een Chlamydia-antistofserologie worden uitgevoerd.

Bloedonderzoek

Bij het hormonaal bloedonderzoek wordt onder andere het FSH, E2 en prolactine in het serum gemeten. Als aanvullend onderzoek kan er eventueel het vrije testosteron worden gemeten. Bepaling van TSH is nuttig als er wordt gedacht aan een schildklierfunctie afwijking. Een progesteron bepaling kan van belang zijn bij de opsporing van ovulaties en voor de interpretatie van het LH gehalte. Eventueel kunnen er nog specifieke orgaan functietesten worden uitgevoerd. Een voorbeeld hiervan is de dexamethasonsupressie en ACTH stimulatietest. Deze kunnen worden uitgevoerd wanneer androgene hormonen sterk verhoogd zijn. Eventueel kan er nog echoscopische diagnostiek worden uitgevoerd. Hierbij wordt er gekeken naar de ovariummorfologie. Er kan sprake zijn van polycysteuze ovaria als uiting van het polycysteus ovarium-syndroom (PCOS).

De helft van de patiënten in WHO-II classificatie hebben overgewicht. Bij de WHO-I staat juist ondergewicht op de voorgrond. Patiënten in de WHO-II met overgewicht moeten eerst proberen om af te vallen door middel van lifestyle veranderingen. Bij vrouwen met een BMI hoger dan 32, waarbij er sprake is van morbide obesitas, wordt ovulatie-inductie afgeraden. Er is hierbij namelijk weinig kans op succes en geeft verhoogde risico’s op complicaties.

Access: 
Public
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Check how to use summaries on WorldSupporter.org


Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
1115