Je vertrek voorbereiden of je verzekering afsluiten bij studie, stage of onderzoek in het buitenland
Study or work abroad? check your insurance options with The JoHo Foundation
Deze samenvatting is gebaseerd op het studiejaar 2013-2014.
Het boek Hoofdstukken vermogensrecht van J.H. Nieuwenhuis wordt gebruikt bij het vak Inleiding Burgerlijk Recht aan de Universiteit Leiden. Het boek bevat dan ook alle basiskennis van het burgerlijk recht voor eerstejaars studenten. Aan de hand van alle belangrijke artikelen uit het Burgerlijk wetboek en de belangrijkste jurisprudentie kunnen studenten zich de stof eigen maken. Het vermogensrecht omvat verschillende onderwerpen. Het eigendoms- en vorderingsrecht met al haar bijzonderheden en uitzonderingen wordt bijvoorbeeld uitgebreid besproken. Daarnaast wordt er uitgelegd hoe een overeenkomst tot stand komt en welke factoren daarbij belangrijk zijn. Het verschil tussen handelingsbekwaamheid en beschikkingsbevoegdheid wordt uiteengezet en alle mogelijke titelgebreken zoals nietigheid en vernietigbaarheid. De gevolgen van het niet nakomen van een overeenkomst en het plegen van een onrechtmatige daad wordt ook uitvoerig besproken. Bovendien wordt de vraag beantwoord wie in welke omstandigheden aansprakelijk is. Dit is namelijk niet altijd zo voor de hand liggend door het bestaan van risicoaansprakelijkheid, medeschuld en eigen schuld. Een onderdeel van het vermogensrecht is ook het beperkte recht. De beperkte rechten die zekerheid bieden aan een schuldeiser, pand en hypotheek, worden besproken. En wat gebeurt er met deze rechten in geval van een faillissement? Preferentie, prioriteit, separatisme en parate executie zijn veelvoorkomende komen termen in een faillissement en worden in dit boek duidelijk uitgelegd. Ten slotte wordt een ander belangrijk onderwerp belicht in het vermogensrecht: de overdracht. Het overdragen van registergoederen, roerende zaken en onroerende zaken is namelijk verbonden aan bepaalde vereisten en formaliteiten.
Het privaat, oftewel het burgerlijk recht, is onderverdeeld in twee rechtsgebieden: het personen- en familierecht en het vermogensrecht. Het vermogensrecht in objectieve zin bestaat uit regels. Deze regels hebben weer betrekking op het
.....read moreGoederen= alle zaken en vermogensrechten.(3:1)
Zaken = voor de menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten. (3:2)
Alle zaken zijn goederen.
Een zakelijk recht rust op een zaak.
Een persoonlijk recht tegen een bepaald persoon.
Absoluut recht = een recht dat ten opzicht van iedereen te handhaven is. (eigendom)
Relatieve rechten = rechten die gelden tussen twee of eventueel meer personen.
Individualiseringsbeginsel = Je moet de zaak kunnen onderscheiden van zijn soort. Als ik een briefje van 10 aan mijn vriendin geef en zij heeft er nog drie dan is mijn briefje niet meer te onderscheiden. Heeft die van mij echter veel scheuren; dan is duidelijk welk briefje van €10,- van mij is.
Eenheidsbeginsel = alle delen tezamen maken het één geheel. Denk aan een fiets, een aquarium of bijvoorbeeld een bed. (bed = frame, matras en lattenbodem maken het een bed.)
Waardoor ontstaat een overeenkomst?
Middels aanbod en aanvaarding 6:217.
Een wilsrecht is het recht om door aanvaarding een overeenkomst tot stand te laten komen..
Wat zijn de uitzonderingen bij het aangaan van een obligatoire overeenkomst?
Een aanbod kan worden ingetrokken tot de aanvaarding hierdoor komt geen overeenkomst tot stand.
Hierop gelden twee uitzonderingen.
1. Bij een vrijblijvend aanbod mag na de aanvaarding nog ingetrokken worden mits dit onverwijld gebeurd.
2. Bij een onherroepelijk aanbod kan er pas na de aangegeven termijn het aanbod ingetrokken worden. Een aanbod kan na aanvaarding niet zomaar ingetrokken worden.
Een geestelijke stoornis staat niet in de weg bij het aangaan van een obligatoire overeenkomst
Gerechtvaardigd vertrouwen kan maken dat er toch een overeenkomst tot stand is gekomen ondanks dat de wil om een overeenkomst aan te gaan ontbreekt.
Binnen artikel 3:40BW bestaan er drie mogelijkheden voor een ongeoorloofde overeenkomst:
1. Het is verboden om een overeenkomst te sluiten;
2. Ze inhoud van de overeenkomst is niet geoorloofd ;
3. De strekking van de overeenkomst is niet geoorloofd .
Het verschil tussen het herroepen en intrekken een aanbod.
herroepen van een aanbod = Er is een aanbod tot stand gekomen.
intrekken van het aanbod = Er wordt voorkomen dat een aanbod
Burgerlijk recht valt uiteen in vermogensrecht en personen & familierecht. . In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op het vermogensrecht. Het vermogensrecht is het geheel van regels die betrekking hebben op de (subjectieve) vermogensrechten (bijvoorbeeld eigendom van een auto). Vermogensrechten worden omschreven in artikel 3:6 BW, voldoet het niet aan die omschrijving, dan is het zeer waarschijnlijk geen vermogensrecht.
Het vermogen bestaat uit goederen. Volgens artikel 3:1 BW zijn goederen alle zaken en alle vermogensrechten. Volgens artikel 3:2 BW zijn zaken voor de menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten Alle zaken zijn goederen, maar andersom is dit niet het geval.. Een vermogensrecht is namelijk wel een goed maar geen zaak. Dan heb je ook nog registergoederen. Registergoederen zijn, volgens art. 3:10 BW, goederen die voor overdracht of vestiging inschrijving in het openbare register nodig hebben. Register goederen zijn onroerende zaken (art. 3:89 BW), Sommige roerende zaken en sommige vermogensrechten.
De twee hoofdvormen van het vermogensrecht zijn eigendom en vorderingsrechten. Een vorderingsrecht is relatief. Het is een rechtsbetrekking tussen de schuldeiser en schuldenaar. Het geldt enkel tussen de contractspartijen. Eigendom is een absoluut recht, het kan gehandhaafd worden tegen iedereen. Dit absoluut karakter heeft twee kenmerken: exclusiviteit en gevolg (droit de suite). Het is een exclusief recht, omdat de eigenaar niet hoeft te dulden dat een ander van de zaak gebruik maakt. Eigendom heeft gevolg, omdat het eigendomsrecht de zaak volgt, ook als zij over gaat op andere personen.
Het verschil tussen een zakelijk recht (art. 3:2 BW ) en een persoonlijk recht; is dat een zakelijk recht op een zaak rust en een persoonlijk recht tegen een bepaald persoon. Volgens artikel 5:1 BW is een eigendom een zakelijk recht. Het is immers te vinden in hoofdstuk 5 van het BW. Een vorderingsrecht is juist een persoonlijk recht.
Zakelijke rechten verschillen van persoonlijke rechten. Zo onderwerpen zakelijke rechtenzich aan 2 beginselen:
- Individualisering= het eigendom moet onderscheid kunnen maken in zijn soort. Is het niet te onderscheiden, dan kan het ook mogelijk niet iemands eigendom geweest kunnen zijn. Ofwel: eigendom uitsluitend naar soort en hoeveelheid bepaalde zaken is niet mogelijk.
- Eenheidsbeginsel= alle onderdelen maken samen één geheel. De afzonderlijke delen maken gezamenlijk een zaak.(bijvoorbeeld: zadel, wiel en stuur = fiets).
Stamplijst Hoofdstukken Vermogensrecht
A |
|
|
|
Absoluut recht: | een recht dat gehandhaafd kan worden tegen iedereen. Een absoluut recht heeft zaaksgevolg en is exclusief. Eigendom is een absoluut recht. |
|
|
Abstracte schadevaststelling: | schadevaststelling waarbij gekeken wordt naar de vermogensvermindering die normaal gesproken in soortgelijke gevallen voorkomt. Dit is de wijze waarop de Nederlandse rechter in principe schade vaststelt. Zie art. 6:97 BW. |
|
|
Alternatieve causaliteit: | Als er verschillende veroorzakers kunnen zijn van een bepaalde schade maar niet kan worden vastgesteld welke persoon of welk bedrijf werkelijk voor de schade verantwoordelijk is. Speciale regeling uitgewerkt in art. 6:99 BW. |
|
|
B |
|
|
|
Beperkt recht: | Uit het eigendomsrecht kan de eigenaar bepaalde bevoegdheden afsplitsen en verlenen aan een ander. Deze afgesplitste bevoegdheden zijn beperkte rechten. Een voorbeeld is het recht op gebruik en bewoning van een huis. |
|
|
Betaling: | het voldoen van de weder prestatie. Binnen het BW betekent het dus meer dan enkel het ‘betalen’ van geld. |
|
|
Bezit: | is het houden van een goed voor zichzelf. |
|
|
C |
|
|
|
Cedent: | diegene die de vordering overdraagt. |
|
|
Cessie: | het overdragen van een vordering. |
|
|
Cessus: | is de schuldenaar; diegene die het geld in eerste instantie geleend heeft aan de cedent. |
|
|
Concrete schadevaststelling: | schadevaststelling naar de omstandigheden van het geval. Wordt binnen de Nederlandse rechtspraak in beginsel niet gehanteerd. |
|
|
Concurrente vorderingen: | vorderingen die bij faillissement geen voorrang genieten. |
|
|
Correctie Langemeijer: | Indien een handeling niet onrechtmatig is omdat de overtreden wet niet strekt tot het beschermen van de betrokken partij kan de wetsovertreding wel meespelen in de afweging of de wederpartij maatschappelijk onbetamelijk heeft gehandeld. |
|
|
E |
|
|
|
Eigenlijke dwaling: | een fundamenteel misverstand. Kan juridisch worden opgelost |
Het burgerlijk recht bevat 2 onderdelen: personen en familierecht enerzijds en vermogensrecht anderzijds.
Het vermogen bestaat uit goederen. Goederen zijn alle zaken en alle vermogensrechten (art. 3:1 BW). Zaken zijn de voor de menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten (art. 3:2 BW). Iedere zaak is een goed, maar niet iedere goed is een zaak. Een vermogensrecht is wel een goed maar geen zaak.
Registergoederen zijn goederen voor welke overdracht of vestiging inschrijving in het openbare register noodzakelijk is (art. 3:10 BW). Alle onroerende zaken zijn registergoederen (art.3:89 BW). Sommige roerende zaken zijn ook registergoederen. Dit geldt ook voor sommige vermogensrechten.
Een vorderingrecht is relatief. Het is een rechtsbetrekking tussen de schuldeiser en schuldenaar. Eigendom is een absoluut recht, het kan gehandhaafd worden tegen iedereen. Het is ook een exclusief recht en het blijft op de zaak rusten ook al raakt zij in handen van anderen.
Een zakelijk recht is een recht op een zaak (art. 3:2 BW). Een persoonlijk recht is een aanspraak tegen een bepaalde persoon. Eigendom is een zakelijkrecht (art. 5:1 BW). Zakelijke rechten verschillen van persoonlijke rechten. Zakelijke rechten onderwerpen zich aan 2 beginselen:
Bij de vestiging van beperkte rechten moet de eigenaar een keuze maken tussen gebruiksrechten en zekerheidsrechten.
Een andere belangrijke keuze die de eigenaar moet maken is de keuze tussen
Beperkt recht uitsluitend gevestigd op een zaak en beperkt recht niet alleen gevestigd op een zaak, maar ook op een vermogensrecht.
Er geldt een prioriteit van het oudste beperkte recht en gelijkwaardigheid van vorderingsrechten
Een zaak kan belast zijn met meer dan een beperkt recht, soms komt het nimmer tot een conflict tussen beide beperkte rechten. Komt het wel tot conflict dan gaat het oudere beperkte recht voor.
Bij faillissement wordt het vermogen van de failliet te gelde gemaakt om de schuldeisers zoveel mogelijk te voldoen. Heb je een beperkt recht op een zaak die aan de failliet toebehoort, dan zal je zeker veel hinder ondervinden. De zaak zal verkocht worden tengevolge van het absolute karakter.
In het BW zijn er drie verschillende secties.....read more
A |
|
Absoluut recht: | een recht dat gehandhaafd kan worden tegen iedereen. Een absoluut recht heeft zaaksgevolg en is exclusief. Eigendom is een absoluut recht. |
Abstracte schadevaststelling: | schadevaststelling waarbij gekeken wordt naar de vermogensvermindering die normaal gesproken in soortgelijke gevallen voorkomt. Dit is de wijze waarop de Nederlandse rechter in principe schade vaststelt. Zie art. 6:97 BW. |
Alternatieve causaliteit: | Als er verschillende veroorzakers kunnen zijn van een bepaalde schade maar niet kan worden vastgesteld welke persoon of welk bedrijf werkelijk voor de schade verantwoordelijk is. Speciale regeling uitgewerkt in art. 6:99 BW. |
|
|
B |
|
Beperkt recht: | Uit het eigendomsrecht kan de eigenaar bepaalde bevoegdheden afsplitsen en verlenen aan een ander. Deze afgesplitste bevoegdheden zijn beperkte rechten. Een voorbeeld is het recht op gebruik en bewoning van een huis. |
Betaling: | het voldoen van de weder prestatie. Binnen het BW betekent het dus meer dan enkel het ‘betalen’ van geld. |
Bezit: | is het houden van een goed voor zichzelf. |
|
|
C |
|
Cedent: | diegene die de vordering overdraagt. |
Cessie: | het overdragen van een vordering. |
Cessus: | is de schuldenaar; diegene die het geld in eerste instantie geleend heeft aan de cedent. |
Concrete schadevaststelling: | schadevaststelling naar de omstandigheden van het geval. Wordt binnen de Nederlandse rechtspraak in beginsel niet gehanteerd. |
Concurrente vorderingen: | vorderingen die bij faillissement geen voorrang genieten. |
Correctie Langemeijer: | Indien een handeling niet onrechtmatig is omdat de overtreden wet niet strekt tot het beschermen van de betrokken partij kan de wetsovertreding wel meespelen in de afweging of de wederpartij maatschappelijk onbetamelijk heeft gehandeld. |
|
|
E |
|
Eigenlijke dwaling: | een fundamenteel misverstand. Kan juridisch worden opgelost met een beroep op het speciale artikel voor dwaling. (art. 6:228 BW) |
Executoriale |
Deze samenvatting is gebaseerd op het studiejaar 2013-2014.
A |
|
|
|
Absoluut recht: | een recht dat gehandhaafd kan worden tegen iedereen. Een absoluut recht heeft zaaksgevolg en is exclusief. Eigendom is een absoluut recht. |
|
|
Abstracte schadevaststelling: | schadevaststelling waarbij gekeken wordt naar de vermogensvermindering die normaal gesproken in soortgelijke gevallen voorkomt. Dit is de wijze waarop de Nederlandse rechter in principe schade vaststelt. Zie art. 6:97 BW. |
|
|
Alternatieve causaliteit: | Als er verschillende veroorzakers kunnen zijn van een bepaalde schade maar niet kan worden vastgesteld welke persoon of welk bedrijf werkelijk voor de schade verantwoordelijk is. Speciale regeling uitgewerkt in art. 6:99 BW. |
|
|
B |
|
|
|
Beperkt recht: | Uit het eigendomsrecht kan de eigenaar bepaalde bevoegdheden afsplitsen en verlenen aan een ander. Deze afgesplitste bevoegdheden zijn beperkte rechten. Een voorbeeld is het recht op gebruik en bewoning van een huis. |
|
|
Betaling: | het voldoen van de weder prestatie. Binnen het BW betekent het dus meer dan enkel het ‘betalen’ van geld. |
|
|
Bezit: | is het houden van een goed voor zichzelf. |
|
|
C |
|
|
|
Cedent: | diegene die de vordering overdraagt. |
|
|
Cessie: | het overdragen van een vordering. |
|
|
Cessus: | is de schuldenaar; diegene die het geld in eerste instantie geleend heeft aan de cedent. |
|
|
Concrete schadevaststelling: | schadevaststelling naar de omstandigheden van het geval. Wordt binnen de Nederlandse rechtspraak in beginsel niet gehanteerd. |
|
|
Concurrente vorderingen: | vorderingen die bij faillissement geen voorrang genieten. |
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
Je vertrek voorbereiden of je verzekering afsluiten bij studie, stage of onderzoek in het buitenland
Study or work abroad? check your insurance options with The JoHo Foundation
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
Add new contribution