Vragen
Vraag 1
Iemand kiest geblinddoekt vier kerstkransjes uit een mand met oneindig veel kerstkransjes. De helft is melkchocolade, de andere helft puur. Hoe groot is de kans dat hij vier pure kerstkransjes kiest?
- 0.04
- 0.0625
- 0.25
- 0.5
Vraag 2
Twee (niet zo goede) vriendinnen, Maaike en Katrien, zijn een gokspelletje aan het spelen waarbij met één dobbelsteen wordt geworpen. Maaike wint ls het aantal ogen dat boven ligt even is (ongeacht wie er gooit), Katrien wint als het aantal ogen dat boven ligt oneven is. Hoe groot is de kans dat Maaike drie keer achter elkaar wint?
- 0.0046
- 0.1250
- 0.1667
- 0.5000
Vraag 3
Bekijk de volgende stellingen nauwkeurig:
- Als twee gebeurtenissen X en Y disjunct zijn, dan geldt p(X en Y) = p(X) + p (Y)
- Als twee gebeurtenissen X en Y onafhankelijk van elkaar zijn, dan geldt p(X en Y) = p(X) * p(Y)
- Alleen stelling I is juist
- Alleen stelling II is juist
- Beide stellingen zijn juist
- Beide stellingen zijn onjuist
Vraag 4
Een random variabele heeft de waarden 1, 2, 3 en 4. Bekend is dat p(1) = 0.4, p(2) = 0.3, p(3) = 0.2 en p(4) = 0.1. Wat zijn de verwachte waarde en de variantie van deze variabele?
- μ = 2.5; σ² = 4.0
- μ = 2.0; σ² = 1.0
- μ = 0.625; σ² = 1.33
- μ = 0.5; σ² = 0.33
Vraag 5
5000 studenten worden nieuw ingeschreven aan een universiteit in Ierland. Hiervan is 60% man. 400 studenten schrijven zich in bij de studie Taalwetenschap. Daaronder zijn 75 mannen. Twee vragen: 1) Wat is de gezamenlijke (joint) kans dat iemand vrouw is en Taalwetenschap gaat studeren p(V en Taal)?. 2) Wat is de voorwaardelijke (conditional) kans dat een man iets anders (dan Taalwetenschap) gaat studeren (p(And | M)?
- p(V en Taal) = 0.8125, p(And | M) = 0.1875
- p(V en Taal) = 0.8125, p(And | M) = 0.975
- p(V en Taal) = 0.065, p(And | M) = 0.1875
- p(V en Taal) = 0.065, p(And | M) = 0.975
Vraag 6
Uit een bevolkingsgroep van 5000 mensen trekt men twee steekproeven: steekproef 1 (n=400) en steekproef 2 (n=1600). Men meet in beide steekproeven een variabele A. Bij ieder van de twee steekproeven hoort een steekproevenverdeling van x. Welk van onderstaande uitspraken is juist?
- Bij steekproef II 2 is de σx groter dan de σ van de populatie.
- De σ van de populatie is kleiner dan de σx van steekproef 1.
- De σx is bij steekproef 2 kleiner dan bij steekproef 1.
- Bij steekproef 1 is σx 20 keer groter dan de σ van de populatie.
Vraag 7
Een uitzendbureau hanteert een IQ-test voor HAVO-leerlingen uit de hoogste klas. Deze test heeft een variantie van 225. De scores die hiermee worden verkregen zijn normaal verdeeld. Een steekproef van 25 leerlingen die zich bij het uitzendbureau voor advies heeft aangemeld, scoort op deze test gemiddeld 119. Wat is het 95% betrouwbaarheidsinterval van het populatiegemiddelde?
- 114.08 ≤ μ ≤ 123.92
- 101.36 ≤ μ ≤136.64
- 113.12 ≤ μ ≤ 124.88
- 30.80 ≤ μ ≤ 207.00
Vraag 8
Een jeugdpsychiater uit Tilburg doet een onderzoek bij een random steekproef van 25 Nederlandse jongeren. Hij doet dit onderzoek, omdat een collega stelt dat Franse jongeren gemiddeld 8.25 uur per week boeken lezen. De Tilburgse psychiater denkt dat dit gemiddelde in Nederland lager ligt. Hij vraagt dan ook aan de jongeren uit de steekproef hoeveel uur zij per week boeken lezen. Het steekproefgemiddelde blijkt 7.00 uur te zijn en de over deze gegevens berekende variantie s² = 4.829. Kun je H0 verwerpen wanneer je linkszijdig toetst met α = 0.05?
- Nee, P > 0.05
- Ja, 0.025 < P < 0.05
- Ja, 0.01 < P < 0.025
- Ja, P < 0.01
Vraag 9
Een test is zodanig genormeerd dat μ = 100. De populatievariantie is niet bekend. In een steekproef van 31 mensen vinden we x(gemiddeld) = 103 en s = 6.28. We onderzoeken de vraag of de mensen uit de populatie afkomstig zijn met een gemiddelde groter dan 100. Kan HH0 verworpen worden met α = 0.05?
- Nee, P > 0.05
- Ja, 0.025 < P < 0.05
- Ja, 0.01 < P < 0.025
- D.
Vraag 10
De steekproef uit de vorige opgave bevatte dertien mannen (x=105.5 en s=6.4) en achttien vrouwen (x=101.2 en s=6.2). Het verschil tussen deze standaarddeviaties is zo klein dat de onderzoekers veronderstellen dat σ1 = σ2. Als we toetsen of vrouwen en mannen verschillen in hun scores, wat is dan de waarde van de toetsstatistiek en het aantal vrijheidsgraden?
- 4.3, df = 12
- 4.3, df = 29
- 1.88, df = 12
- 1.88, df = 29
Vraag 11
Een statistiekdocent wil nagaan of alle studenten die het onderzoekspracticum gevolgd hebben betere resultaten behalen voor zijn vak dan studenten die het practicum niet hebben gevolgd. Uit beide groepen neemt hij tien leerlingen die aan twee aan twee overeenkomen voor wat betreft vooropleiding, geslacht en leeftijd (groep A: geen practicum, groep B: wel practicum). Beide groepen doen een statistiektest. Dit leidt tot de volgende resultaten:
Paar | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 |
A | 13 | 3 | 4 | 7 | 10 | 11 | 12 | 15 | 9 | 8 |
B | 15 | 3 | 5 | 11 | 9 | 11 | 13 | 19 | 7 | 5 |
Hij toets H0: μ = 0, waarbij μ = μa – μb. Wat is de waarde van de toetsstatistiek?
- -1.5456
- -0.8182
- 0.8182
- 1.5456
Vraag 12
Twee motor-examinatoren nemen een steekproef van dertig geslaagde kandidaten en kijken hoeveel rijles zij hebben gehad. De een heeft namelijk het idee dat een kandidaat gemiddeld 98 uur rijles nodig heeft om het examen te kunnen halen, terwijl de andere examinator denkt dat dit gemiddelde 110 uur bedraagt. Beide examinatoren gaan uit van dezelfde variantie: 576. Men neemt aan dat het aantal uren rijles normaal verdeeld is. De waarde van α is 0.01 en men stelt H0: μ = 98 en Ha: μ = 110. Bepaal grafisch de kans dat de nulhypothese onterecht gehandhaafd wordt bij een éénzijdige toets.
- 0.88
- 0.66
- 0.34
- 0.12
Vraag 13
Op een hogeschool wil het bestuur weten of de verhouding 17-/18-jarigen onder de studenten van studie A en studie B van elkaar verschillen. Op basis van een steekproef stelt het bestuur vast dat de proportie 17-jarigen van studie A 0.40 en van studie B 0.52 bedraagt. In beide gevallen zijn honderd studenten onderzocht. Toets de nulhypothese met de chi-kwadraattoets. Wat is de waarde van de toetsstatistiek?
- 3.601
- 2.899
- 1.703
- 0.245
Vraag 14
Een professor bekijkt de samenhang tussen de slaapduur en het resultaat op een tentamen (beide variabelen hebben drie categorieën). De professor heeft vijftien studenten onderzocht en vindt een X² van 1.3. Met hoeveel vrijheidsgraden moet de professor toetsen?
- 1
- 4
- 9
- 14
Vraag 15
Bij 67 mannen wordt de relatie tussen groenteconsumptie en interesse in voedseldocumentaires onderzocht.
PAIRED SAMPLES STATISTICS
Mean | N | Std. Deviation | Std. Error Mean | ||
Pair 1 | Groenteconsumptie | 67 | 1.56 | .19 | |
Interesse in voedseldocumentaires | 4.78 | 67 | 1.61 | .20 |
PAIRED SAMPLES CORRELATIONS
N | Correlation | Sig | ||
Pair 1 | Groenteconsumptie | 67 | -.006 | .964 |
Interesse in voedseldocumentaires | 67 | -.006 | .964 |
PAIRED SAMPLES TEST
Paired Differences | Paired Differences | Paired Differences | |||||||
95% CI of the difference | 95% CI of the difference | ||||||||
Mean | Std. Deviation | Std. Error Mean | lower | upper | t | df | Sig (2-tailed) | ||
Pair 1 | Groenteconsumptie Interesse in voedseldocumentaires | -.24 | 2.25 | .27 | -.79 | .31 | .869 | 66 | .388 |
Het analyseren levert bovenstaande data op (SPSS-uitvoer). Wat is de conclusie die je op basis van deze uitvoer kunt trekken? Toets eventuele hypotheses met α is 0.05.
- De paired sampels t-toets geeft hier ongeveer dezelfde resultaten als een (niet correcte) independent sampels t-toets; het verschil tussen beide gemiddelden is niet significant afwijkend van 0.
- De paired sampels t-toets geeft hier sterk afwijkende resultaten van een (niet correcte) independent samples t-toets; het verschil tussen beide gemiddelden is niet significant afwijkend van 0.
- De paired sampels t-toets geeft hier ongeveer dezelfde resultaten als een (niet correcte) independent sampels t-toets; het verschil tussen beide gemiddelden is significant afwijkend van 0.
- De paired sampels t-toets geeft hier sterk afwijkende resultaten van een (niet correcte) independent samples t-toets; het verschil tussen beide gemiddelden is significant afwijkend van 0.
Antwoordindicatie
Vraag 1
B
Toelichting: We hebben hier te maken met onafhankelijke gebeurtenissen. De uitkomst van de trekking van het eerste eitje heeft geen invloed op de uitkomst van de volgende trekkingen. De kans dat onafhankelijke gebeurtenissen gelijktijdig plaatsvinden is het produkt van de individuele kansen op deze gebeurtenissen. p(vier pure eitjes) = p(.5) * p(.5) * p(.5) * p(.5) = 0.0625
Vraag 2
B
Toelichting: Net zoals bij vraag 1 hebben we hier te maken met onafhankelijke gebeurtenissen. De kans dat onafhankelijke gebeurtenissen gelijktijdig plaatsvinden is het produkt van de individuele kansen op deze gebeurtenissen. Jan wint als er een 2, 4 of 6 wordt gegooid. p(Jan) = 0.5.
De kans dat Jan drie maal achterelkaar wint is dus p(drie maal Jan) = p(.5) * p(.5) * p(.5) = 0.1250
Vraag 3
B
Toelichting: Stelling I (onjuist): Wanneer een gebeurtenis A de andere gebeurtenis B uitsluit, zijn deze twee gebeurtenissen disjunct. De gebeurtenissen worden dan ook wel wederzijds uitsluitend genoemd. Een persoon kan niet zowel A (in januari geboren zijn) als B (in februari geboren zijn). Bij disjuncte gebeurtenissen is de kans dat A en B tegelijk voorkomen: p(A en B) gelijk aan 0.
Stelling II (juist): Als twee gebeurtenissen A en B onafhankelijk zijn is de kans dat A en B gelijktijdig plaatsvinden p(A en B) gelijk aan het produkt van de individuele kansen op deze gebeurtenissen. p(A en B) = p(A) * p(B)
Vraag 4
B – µ = 2.0; σ2 = 1.0
Vraag 5
D – p(V en Psy) = 0.065; (p(And | M) = 0.975
Vraag 6
C – De σx¯ is bij steekproef II kleiner dan bij steekproef I.
Vraag 7
C – 113.12 ≤ µ ≤ 124.88
Vraag 8
D – a, P ≤ 0.01
Vraag 9
D – Ja, P ≤ 0.01
Vraag 10
D – 1.88; df = 29
Vraag 11
B – -0.8182
Vraag 12
C – 0.34
Vraag 13
B – 2.899
Vraag 14
B – 4
Vraag 15
A – De paired samples t-toets geeft hier ongeveer dezelfde resultaten als een (niet correcte) independent samples t-toets; het verschil tussen de beide gemiddelden is niet significant afwijkend van 0
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Contributions: posts
Spotlight: topics
Online access to all summaries, study notes en practice exams
- Check out: Register with JoHo WorldSupporter: starting page (EN)
- Check out: Aanmelden bij JoHo WorldSupporter - startpagina (NL)
How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?
- For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
- For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
- For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
- For compiling your own materials and contributions with relevant study help
- For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.
Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
- Use the summaries home pages for your study or field of study
- Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
- Use and follow your (study) organization
- by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
- this option is only available through partner organizations
- Check or follow authors or other WorldSupporters
- Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
- Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
- Check out: Why and how to add a WorldSupporter contributions
- JoHo members: JoHo WorldSupporter members can share content directly and have access to all content: Join JoHo and become a JoHo member
- Non-members: When you are not a member you do not have full access, but if you want to share your own content with others you can fill out the contact form
Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance
Main summaries home pages:
- Business organization and economics - Communication and marketing -International relations and international organizations - IT, logistics and technology - Law and administration - Leisure, sports and tourism - Medicine and healthcare - Pedagogy and educational science - Psychology and behavioral sciences - Society, culture and arts - Statistics and research
- Summaries: the best textbooks summarized per field of study
- Summaries: the best scientific articles summarized per field of study
- Summaries: the best definitions, descriptions and lists of terms per field of study
- Exams: home page for exams, exam tips and study tips
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
- Studies: Bedrijfskunde en economie, communicatie en marketing, geneeskunde en gezondheidszorg, internationale studies en betrekkingen, IT, Logistiek en technologie, maatschappij, cultuur en sociale studies, pedagogiek en onderwijskunde, rechten en bestuurskunde, statistiek, onderzoeksmethoden en SPSS
- Studie instellingen: Maatschappij: ISW in Utrecht - Pedagogiek: Groningen, Leiden , Utrecht - Psychologie: Amsterdam, Leiden, Nijmegen, Twente, Utrecht - Recht: Arresten en jurisprudentie, Groningen, Leiden
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
3151 |
Add new contribution