In dit hoofdstuk wordt de relatie tussen stress, eetlust en maagzweren besproken.
Wat is het verband tussen stress en voedselconsumptie?
Niet genoeg te eten of te drinken hebben is een stressfactor. Niet weten hoe aan een volgende maaltijd te komen, is een stressfactor en datzelfde geldt voor het bewust kiezen om niet te eten. Stress kan eetpatronen veranderen.
Stress leidt er bij twee derde deel van de mensen toe dat ze meer gaan eten (hyperfagisch) en bij een derde deel dat ze minder gaan eten (hypofagisch). Tijdens stress worden er verschillende hormonen uitgescheiden. Eén daarvan, CRH, onderdrukt de eetlust.
Het lichaam scheidt glucocorticoïden uit tijdens stress en deze stimuleren de eetlust echt. Dit is aangetoond in onderzoek met ratten. Het aparte is dat glucocorticoïden niet alleen de eetlust vergroten, maar specifiek ook de trek in voedsel waar veel zetmeel, suikers en vet inzitten.
Glucocorticoïden maken de hersenen minder gevoelig voor het hormoon leptine. Leptine zorgt voor een vermindering van eetlust. Door glucocorticoïden neemt de eetlust niet af, waardoor mensen meer eten.
Het lichaam scheidt in een paar seconden tijd CRH uit tijdens stress. Vervolgens wordt binnen vijftien seconden ATCH uitgescheiden. Het duurt wat langer voordat glucocorticoïden uitgescheiden worden. Als het CRH-gehalte hoog is en de glucocorticoïdengehalte laag, bevind iemand zich waarschijnlijk in de eerste paar minuten na de stressfactor en heeft diegene weinig eetlust. Wanneer zowel het CRH-gehalte als het glucocorticoïdengehalte hoog zijn, is er waarschijnlijk sprake van een aanhoudende stressfactor. Ook dan heeft iemand waarschijnlijk weinig eetlust. Als de glucocorticoïdengehalte hoog en de CRH-gehalte laag is, is een persoon waarschijnlijk aan het herstellen van de stressfactor. Diegene krijgt weer meer eetlust, zodat de energie en voedingsstoffen weer aangevuld kunnen worden. Glucocorticoïden zorgen dan voor het herstel van de stressreactie.
Als er sprake is van een kortdurende stressfactor (bijvoorbeeld tien minuten) is het CRH-gehalte ook gedurende een korte tijd erg hoog (ongeveer twaalf minuten). Het glucocorticoïdengehalte is in dit voorbeeld gedurende twee uur lang erg hoog. Twee uur is als volgt berekend: de pakweg 8 minuten van uitscheiding gedurende de stress plus de tijd die nodig is om de glucocorticoïden weer uit het lichaam te laten verdwijnen. In deze situatie wordt de eetlust verhoogd.
Wanneer een stressfactor echter dagen aanhoudt, is het CRH-gehalte en het glucocorticoïdengehalte ook dagenlang erg hoog, gevolgd door een aantal uur een hoog glucocorticoïdengehalte en een laag CRH-gehalte. De eetlust wordt dan onderdrukt. Het type stressfactor bepaalt dus of het nettoresultaat hyper- of hypofagie is.
Frequente psychologische stressfactoren gedurende de dag is een belangrijke reden waarom veel van de westerlingen hyperfagisch worden door stress.
Een andere variabele die hyperfagie of hypofagie voorspelt, is hoe het lichaam reageert op een bepaalde stressfactor. Bij de een gaat bijvoorbeeld het glucocorticoïdengehalte sneller omlaag dan bij de ander. Psychische en fysiologische factoren veroorzaken deze verschillen. De mensen die erg veel glucocorticoïden uitscheiden tijdens stress zijn vaak ook de mensen die hyperfagisch worden. Bovendien zijn er veel mensen die eten vanuit een emotionele behoefte.
De mensen die normaal terughoudend zijn in hun eetgedrag en hun best doen om niet teveel te eten, worden tijdens stress sneller hyperfagisch dan anderen. Dit komt doordat ze normaal al streng voor zichzelf zijn en ze vinden dat ze zichzelf tijdens deze stress wel een beetje mogen verwennen. Verder verschillen mensen ook in het opslaan van voedsel na een stressfactor met betrekking tot snelheid en plaats.
Hoe werkt de opslag van voedingsstoffen?
Tijdens stress wordt de opgeslagen energie aangewend om je spieren genoeg energie te geven voor de stressreactie. Na de stressfactor is het noodzakelijk om deze voorraden weer aan te vullen. Glucocorticoïden sturen vetcellen aan om enzymen te maken die de circulerende voedingsstoffen weer omzetten in hun opslagvormen.
Het lichaam slaat vet vooral in de (onder)buik op als dit vooral door glucocorticoïden gebeurt. Deze mensen zullen sneller een rond figuur krijgen (appelvormig) en hun buikomvang is groter dan de omvang van de billen. Glucocorticoïden hebben dit effect alleen als ook het insulinegehalte hoog is. Een hoog niveau van glucocorticoïden en insuline vindt plaats in de herstelfase na stress. Mensen met vetopslag vooral in de onderbuik hebben een groter risico op het metabool syndroom dan mensen die vet vooral bij hun billen opslaan (peervormig). ‘Appels’ hebben een buik die groter is dan hun heupen en bij ‘peren’ zijn de heupen groter dan de buik.
Als iemand bij een bepaalde stressfactor dus meer glucocorticoïden uitscheidt dan de meeste andere mensen bij eenzelfde soort stressfactor, heeft diegene een grotere eetlust tijdens het herstel van de stressreactie, slaat diegene het vet meer op in de (onder)buik en daardoor loopt diegene meer kans op het metabool syndroom en op hart- en vaatziekten.
Welke rol spelen ingewanden in het verteringsproces?
Voedsel komt het allereerst in het maag-darmkanaal. Het voedsel wordt zowel chemisch, door bepaalde hormonen, als mechanisch door de spieren, afgebroken en omgezet in voedingsstoffen. De maagwanden trekken zich samen, waardoor het voedsel met kracht heen en weer geslingerd wordt en uit elkaar valt in zuren en enzymen. De dunne darm maakt peristaltische bewegingen, waardoor het vermalen voedsel omlaag zakt.
Aan het begin en eind van ieder orgaan zitten circulaire spieren, sphincters, die open en dicht kunnen, zodat het voedsel pas omlaag kan zakken als de vorige fase geheel is afgerond. Bovendien moet er regelmatig water aan het proces worden toegevoegd om ervoor te zorgen dat het geen droge brij wordt in de ingewanden. Dit gebeurt in de mond, de maag en de dunne darm. Daarna gaat het naar de dikke darm, waar het water er weer uitgehaald wordt en weer in de bloedstroom terechtkomt. Dit hele proces kost veel energie. Daarom wordt het tijdens stress snel stopgezet.
Het parasympatische zenuwstelsel gaat weer aan en de spijsvertering gaat weer verder na een stressreactie. Voordat het voedsel de dunne darm bereikt, zorgen de andere organen er al voor dat het voedsel is opgedeeld in samengestelde delen, zodat de dunne darm alleen nog de voedingsstoffen eruit hoeft te halen en ze in de bloedstroom hoeft te brengen. De overgebleven delen worden door de dikke darm omgezet in ontlasting.
Het sympatische zenuwstelsel stopt de activiteiten van de maag en de dunne darm tijdens een stressreactie, terwijl het die van de dikke darm juist stimuleert. Doordat de voedselresten erg snel door de dunne darm worden geduwd, is er niet genoeg tijd om al het water er weer uit te halen. Daardoor krijg je vaak diarree bij een grote stressfactor.
Wat is het verband tussen stress en maag-darmstoornissen?
Er zijn twee soorten maag-darmstoornissen:
- organische en functionele maag-darmstoornissen. Bij organische maag-darmstoornissen kunnen de doktoren iets vinden wat niet goed functioneert.
- Bij functionele maag-darmstoornissen werkt er ook iets niet goed, maar de doktoren kunnen niets vinden. Deze stoornissen zijn zeer gevoelig voor stress. Een voorbeeld van zo’n stoornis is het irritable bowel syndrome (IBS). De patiënt heeft last van buikpijn wat met name door ontlasting verdwijnt.
Onderzoeken hebben uitgewezen, dat grote, chronische stressfactoren het risico op symptomen van IBS vergroten en de symptomen van al bestaande IBS verergeren. Mensen met IBS ervaren waarschijnlijk meer stressfactoren. De stoornis kan echter ook te maken hebben met overgevoeligheid van de maag en darmen voor stress. Ook kan stress ervoor zorgen dat iemand minder pijn in de huid en de spieren voelen, maar in de ingewanden. Verder is ook het sympatische zenuwstelsel overactief bij mensen met IBS. Dit zenuwstelsel zorgt voor de samentrekkingen van de darmen tijdens stress. De pijn van de darmen kan bovendien het sympatische zenuwstelsel nog meer activeren, waardoor er een vicieuze cirkel ontstaat.
Traumatische stress op jonge leeftijd vergroot het risico om op volwassen leeftijd IBS te krijgen. Er zijn echter ook tegenstanders van het verband tussen stress en IBS. Voor prospectieve onderzoeken kan het moeilijk zijn om een verband aan te tonen, omdat de stressfactor soms pas op latere leeftijd doorwerkt. Dit is onder meer te zien bij het effect van een trauma in de kindertijd op het ontwikkelen van IBS als volwassene. Bovendien wordt IBS waarschijnlijk veroorzaakt door verschillende dingen en heeft stress alleen op een deel daarvan invloed.
Wat zijn zweren?
Een zweer is een gat in de wand van een orgaan. Er bestaan onder andere de volgende zweren:
- Spijsverteringszweren (peptic ulcers). Dit zijn zweren die in de maag of verwante organen beginnen.
- Maagzweren (gastric ulcers). Deze zweren zitten in de maag zelf.
- Slokdarmzweren (esophagenal ulcers). Dit zijn zweren die iets boven de maag liggen.
- Twaalfvingerige darmzweren (duodenal ulcers). Deze zweren bevinden zich aan de rand van de maag en de dunne darm.
De twaalfvingerige darmzweren worden door leken gezien als de ziekten die het grootste verband hebben met stress. De meeste clinici zijn het erover eens dat er een subtype van deze zweren is dat zeer snel gevormd kan worden bij mensen die blootgesteld worden aan een zeer grote stressfactor.
Een eeuw geleden dacht men echter dat alle maagzweren een gevolg waren van een dieet, stress of genen. De revolutie kwam in 1983 met de ontdekking van een bacterie die ‘heliobacter pylori’ heet. Marshall ontdekte dat de bacterie voorkwam in de maag van mensen met twaalfvingerige zweren en gastritis. Marshall en Warren hebben ook aangetoond dat microbiële medicijnen de zweren vrijwel geheel kunnen verwijderen.
Waarschijnlijk wordt 85 tot 100% van de maagzweren in Westerse populaties veroorzaakt door de bacterie. Toch kunnen zweren niet alleen het gevolg zijn van de heliobacter, want slechts 10% van de mensen die geïnfecteerd zijn met deze bacterie krijgt maagzweren. Een risicofactor met betrekking tot de levensstijl kan zorgen voor een groter risico op een maagzweer. Stress draagt echter ook bij aan het krijgen van dergelijke zweren. Talloze onderzoeken hebben aangetoond dat zweren aan de twaalfvingerige darm vaker voorkomen bij mensen die angstig of depressief zijn of aan vele stressfactoren blootgesteld worden die een grote invloed hebben op het leven.
Hoe ontstaan maagzuren?
In je maag zitten hydrochlorische zuren. Zij breken samen met het samentrekken van de maag het voedsel af. Om de maag te beschermen tegen deze agressieve zuren zitten er veel lagen tegen de maagwand die bedekt zijn met een laag slijm. Ook wordt er bicarbonaat, een soort zuiveringszout, uitgescheiden om de maagzuren te neutraliseren.
Tijdens de stressreactie worden er minder zuren uitgescheiden en wordt het beschermende laagje van de maagwand wat dunner. Dit kan dan geen kwaad, omdat tijdens de stressreactie het parasympatische systeem stopt en er nauwelijks iets hoeft te verteren.
Iemand heeft een grotere kan op zweren als diegene iets eet na een grote stressfactor. Er zijn dan namelijk nog niet genoeg eigen zuren en de maagwand is dunner. De verdedigingsmechanismen zijn daarmee nog niet goed geactiveerd om de vorming van zweren goed tegen te houden.
De herstelperiode kan dus heel schadelijk zijn. Daarom is het voor de ontwikkeling van zweren erger om vele korte perioden van stress te hebben, dan een lange periode van stress, omdat tijdens de lange periode het parasympatische systeem constant uitgeschakeld is.
Door een stressfactor kunnen er kleine infarcten in de maag ontstaan, waardoor er dood weefsel ontstaat. Dood weefsel is de bouwstof van zweren. Er zijn twee oorzaken van deze afsterving:
- Tijdens een stressfactor komt er minder bloed bij de darmen. Als er minder bloed stroomt, worden er minder zuren weggespoeld.
- In het lichaam ontstaan ook gevaarlijke zuurstofradicalen. De darmen maken onder normale omstandigheden afval-eters aan die beschermen tegen deze zuurstofradicalen. Tijdens een periode van chronische stress stoppen de darmen met het aanmaken van deze afvaleters. Na de stressfactor wordt de bloedtoevoer naar de darmen weer normaal, terwijl de darmen nog te weinig afvaleters hebben. Daardoor kunnen de zuurstofradicalen cellen in de maagwand vernietigen.
Tijdens stress verslechter het immuunsysteem, waardoor de bacterie helicobacter zich sneller kan vermenigvuldigen. Ook ontstaan er normaal gesproken in het lichaam kleine zweren, die het lichaam verhelpt door middel van chemische prostaatklieren (prostaglandine). Tijdens stress wordt de uitscheiding van deze prostaatklieren gestopt, waardoor deze kleine zweren uit kunnen groeien tot grote maagzweren.
Om redenen die niet bekend zijn, zorgt stress ervoor dat de maag zich in een langzaam ritme samentrekt. Eveneens is het onbekend hoe het komt dat dit de kans vergroot op maagzweren. Een mogelijke oorzaak is dat tijdens de samentrekkingen de bloedtoevoer naar de maag verstoord is, waardoor hier een tekort aan bloed ontstaat. Hier is echter niet veel bewijs voor. Een ander idee is dat de samentrekkingen de maagwand beschadigen.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Contributions: posts
Spotlight: topics
Online access to all summaries, study notes en practice exams
- Check out: Register with JoHo WorldSupporter: starting page (EN)
- Check out: Aanmelden bij JoHo WorldSupporter - startpagina (NL)
How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?
- For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
- For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
- For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
- For compiling your own materials and contributions with relevant study help
- For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.
Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
- Use the summaries home pages for your study or field of study
- Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
- Use and follow your (study) organization
- by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
- this option is only available through partner organizations
- Check or follow authors or other WorldSupporters
- Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
- Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
- Check out: Why and how to add a WorldSupporter contributions
- JoHo members: JoHo WorldSupporter members can share content directly and have access to all content: Join JoHo and become a JoHo member
- Non-members: When you are not a member you do not have full access, but if you want to share your own content with others you can fill out the contact form
Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance
Main summaries home pages:
- Business organization and economics - Communication and marketing -International relations and international organizations - IT, logistics and technology - Law and administration - Leisure, sports and tourism - Medicine and healthcare - Pedagogy and educational science - Psychology and behavioral sciences - Society, culture and arts - Statistics and research
- Summaries: the best textbooks summarized per field of study
- Summaries: the best scientific articles summarized per field of study
- Summaries: the best definitions, descriptions and lists of terms per field of study
- Exams: home page for exams, exam tips and study tips
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
- Studies: Bedrijfskunde en economie, communicatie en marketing, geneeskunde en gezondheidszorg, internationale studies en betrekkingen, IT, Logistiek en technologie, maatschappij, cultuur en sociale studies, pedagogiek en onderwijskunde, rechten en bestuurskunde, statistiek, onderzoeksmethoden en SPSS
- Studie instellingen: Maatschappij: ISW in Utrecht - Pedagogiek: Groningen, Leiden , Utrecht - Psychologie: Amsterdam, Leiden, Nijmegen, Twente, Utrecht - Recht: Arresten en jurisprudentie, Groningen, Leiden
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1346 |
Add new contribution