Samenvattingen voor pedagogiek in Groningen

blogs, contributions, stories, summaries and tips

Table of related content to: Samenvattingen voor pedagogiek in Groningen
Intro

    Samenvattingen voor pedagogiek in Groningen

    WorldSupporter: for summaries, study notes, internships, projects and experiences abroad

    Summaries

    • For summaries and study assistance check below
    • For searching summaries and other contributions check below:

    Study assistance

    Study and gain experience abroad:

      

    More supporting content:
    Pedagogy and education: main content and contributions - Bundle

    Pedagogy and education: main content and contributions - Bundle

    Onderwijs en pedagogische wetenschappen: De beste studieboeken samengevat

    Onderwijs en pedagogische wetenschappen: De beste studieboeken samengevat

    Samenvattingen en studiehulp bij Onderwijs en pedagogische wetenschappen

    Inhoudsopgave

    • Kindermishandeling en Jeugdzorg: De beste studieboeken samengevat
    • Onderwijswetenschappen en Didactiek: De beste studieboeken samengevat
    • Opvoedkunde en gezinsopvoedkunde: De beste studieboeken samengevat
    • Algemene pedagogiek en geschiedenis: De beste studieboeken samengevat
    • Orthopedagogiek en Klinische pedagogiek: De beste studieboeken samengevat

    Over Onderwijs en pedagogische wetenschappen

    • Onderwijs is het proces van kennisoverdracht en vorming van individuen. Pedagogische wetenschappen bestuderen dit proces systematisch, waarbij ze zich richten op de theorieën en methoden achter effectief leren en ontwikkelen.
    Access: 
    Public
    Education and pedagogic sciences: The best scientific articles summarized

    Education and pedagogic sciences: The best scientific articles summarized

    Education and pedagogic sciences: The best scientific articles summarized

    Article summaries with Education and pedagogic sciences

    • For x+ summaries with articles for Education and pedagogic sciences, see the supporting content of this study guide

    Table of content

    • Child abuse and child protective services
    • Educational sciences and didactics
    • Family pedagogics and upbringing
    • General pedagogics and history of pedagogics
    • Orthopedagogy and clinical pedagogics
    • Professional skills in pedagogics
    • Social and critical pedagogics

    Related summaries and study assistance

    Access: 
    Public
    Education & pedagogic sciences: The best concepts summarized

    Education & pedagogic sciences: The best concepts summarized

    Education & pedagogic sciences: The best concepts summarized

     

    Table of contents

    • Education
    • Pedagogic Sciences
    • Child abuse
    • Child protective services
    • Educational sciences
    • Didactics
    • Family pedagogics
    • Upbringing
    • General pedagogics
    • History of pedagogics
    • Orthopedagogy
    • Clinical pedagogics
    • Professional skills in pedagogics
    • Social pedagogics
    • Critical pedagogics
    Access: 
    Public
    Pedagogy and education - Theme
    Pedagogiek en onderwijskunde: samenvattingen en studiehulp - Thema
    Startmagazine: Introduction to Statistics

    Startmagazine: Introduction to Statistics

    Image

    Introduction to Statistics: in short

    • Statistics comprises the arithmetic procedures to organize, sum up and interpret information. By means of statistics you can note information in a compact manner.
    • The aim of statistics is twofold: 1) organizing and summing up of information, in order to publish research results and 2) answering research questions, which are formed by
    ........Read more
    Onderwijs en pedagogische wetenschappen: De beste studieboeken samengevat

    Onderwijs en pedagogische wetenschappen: De beste studieboeken samengevat

    Samenvattingen en studiehulp bij Onderwijs en pedagogische wetenschappen

    Inhoudsopgave

    • Kindermishandeling en Jeugdzorg: De beste studieboeken samengevat
    • Onderwijswetenschappen en Didactiek: De beste studieboeken samengevat
    • Opvoedkunde en gezinsopvoedkunde: De beste studieboeken samengevat
    • Algemene pedagogiek en geschiedenis: De beste studieboeken samengevat
    • Orthopedagogiek en Klinische pedagogiek: De beste studieboeken samengevat

    Over Onderwijs en pedagogische wetenschappen

    • Onderwijs is het proces van kennisoverdracht en vorming van individuen. Pedagogische wetenschappen bestuderen dit proces systematisch, waarbij ze zich richten op de theorieën en methoden achter effectief leren en ontwikkelen.
    Access: 
    Public
    Search & Find within term: Samenvattingen voor pedagogiek in Groningen
    Displaying 1 - 1 of 1

    No results found.

    Search & Find: content of WorldSupporters
    Search & Find: terms and topics

    Search countries, goals, studies, topics or working fields

    Related topics and terms

    Relations of Samenvattingen voor pedagogiek in Groningen
    Parent relations of Samenvattingen voor pedagogiek in Groningen

    Selectie uit de vrij aanwezige materialen van de afgelopen jaren : opzoekbaar via de zoekfuncties op deze pagina

    Beschikbare studiematerialen op WorldSupporter voor de verschillende Bachelor 1 vakken van de afgelopen jaren

    • Boeksamenvatting bij Perspectieven op mens en opvoeding van Meijer
    • Boeksamenvatting bij Sociologie: Een inleiding van Elchardus
    • Boeksamenvatting bij de 7e druk van The Sociology of Education van Ballantine en Hammack
    • Boeksamenvatting bij de 2e druk van Onderwijskunde: Een kennisbasis voor professionals van Verloop en Lowyck
    • Samenvatting: Understanding Ethics. An introduction to Moral Theory (Tannsjo, Torbjorn) - 3e druk
    • Samenvatting What is this thing called Knowledge? - Pritchard (2e druk)
    • Beschikbare studiematerialen op WorldSupporter voor de verschillende Bachelor 1 vakken.
    • Onderzoeksmethoden - Scheepers e.a. - Boeksamenvatting 7e druk

    Beschikbare studiematerialen op WorldSupporter voor de verschillende Bachelor 2 vakken an de afgelopen jaren

    • SPSS Hulp: verzameling samenvattingen, uitleg en gebruiksinstructies
    • Samenvatting bij Kinder- en Jeugdpsychiatrie: onderzoek en diagnostiek van Verheij en Verhulst
    • Samenvatting bij Kinder- en Jeugdpsychiatrie: behandeling en begeleiding van Verheij en Verhulst
    • Samenvatting: Voor het goede doel, werken met hulpverleningsdoelen in de jeugdzorg van Yperen & Van der Steege
    • Boeksamenvatting bij de 7e druk van Children with disabilities van Batshaw
    • Boeksamenvatting bij de 8e druk van Diagnostiek van technisch lezen en aanvankelijk spellen van Struiksma
    • Samenvatting Zorg om dyslexie - Verhoeven et al - 1e druk
    • Boeksamenvatting - In verzekerde bewaring. Honderdvijftig jaar kinderen, ouders en kinderopvang - Vandenbroeck - 2009
    Het Nederlandse voortgezet onderwijs - Artikel over de geschiedenis en revolutie ervan
    Pedagogische wetenschappen, Rijksuniversiteit Groningen jaar 1

    Pedagogische wetenschappen, Rijksuniversiteit Groningen jaar 1

    Study Notes bij Inleiding Pedagogiek B1 - RUG (2015-2016)

    Study Notes bij Inleiding Pedagogiek B1 - RUG (2015-2016)

    Collegeaantekeningen gebaseerd op 2015-2016, ook te gebruiken bij andere studiejaren.

    College 1

    Pedagogische wetenschappen is een alledaagse wetenschap, mensen worden beïnvloed door hun dagelijkse omgeving. Hierdoor heeft pedagogiek veel te maken met factoren die in de samenleving een rol spelen, zoals social media of het overheidsbeleid in een land. Wat voor jou heel vanzelfsprekend is, hoeft voor een buitenlander helemaal niet vanzelfsprekend te zijn. De omgeving die om een kind heen is, heeft veel invloed op het gedrag en op de opvatting van een kind.

    Het is daarom belangrijk dat men kijkt naar wat er in de praktijk echt nodig is. De praktijk moet niet zomaar geaccepteerd worden, er moet kritisch naar gekeken worden. Dit kan door middel van een brede sociaalwetenschappelijke analyse, maar er kan ook gekeken worden het lange-termijn perspectief: Hoe is iets tot stand gekomen? Bestaande theorieën en ideeën over pedagogiek moeten goed en kritisch bekeken worden.

    De definitie van pedagogiek kan verschillend beschreven worden. Het wordt opvoedingskunst genoemd, oftewel iets doen en bezig zijn met opvoeding, maar het wordt ook wel leer van de opvoeding genoemd, kennis tot je nemen over opvoeding. Over de definitie van een pedagoog worden ook verschillende dingen gezegd, het kan iemand zijn die alles al weet, maar juist ook iemand die bezig is met het bestuderen van en leren over pedagogiek. Binnen pedagogische wetenschappen is er kennis beschikbaar die gaat óver de opvoeding, maar ook kennis die ten dienste van opvoeding is.

    Kennis kan objectief en neutraal zijn, maar ook normatief. Normatieve informatie is waarde geladen, je laat je handelen sturen door kennis en normen die je hebt. Als er in een onderzoek is vastgesteld dat een kind sneller leert door het te straffen door middel van het kind slaan met een stok, kan jij je afvragen of je deze kennis moet toepassen in de praktijk. Het is inderdaad een snelle en effectieve methode, maar door je eigen normen zou je dit niet in de praktijk uitvoeren. Kennis staat soms tegenover normen en waarden. Waardegeladenheid is voor iedereen verschillend, wat iemand een goede opvoeding vindt, wordt beïnvloed door zijn opvatting over hoe opvoeding volgens hem hoort te zijn. Per persoon kan de mening over goede opvoeding verschillen door invloeden van het geloof, door invloed van een mensbeeld en door invloed van maatschappelijke idealen. Meningen en opvattingen interpreteren is riskant, hier hangen consequenties aan, omdat dingen anders bedoelt kunnen zijn dan dat de interpretatie beweert.

    Pedagogiek is een wetenschap vol handelingen, met als doel de praktijk te verbeteren. Instellingen die vormen van leren, educatie en training verzorgen wil men blijven verbeteren. Met pedagogiek wordt er niet alleen maar gekeken

    .....read more
    Access: 
    Public
    Boeksamenvatting bij de 7e druk van The Sociology of Education van Ballantine en Hammack

    Boeksamenvatting bij de 7e druk van The Sociology of Education van Ballantine en Hammack

    Hoofdstuk 1. De sociologie van onderwijs: een uniek perspectief voor het begrijpen van scholen

    Kwesties binnen het onderwijs gaan onder andere over hoe academische prestatie verbeterd kan worden, welke morele en religieuze overtuigingen doorgegeven moeten worden en in hoeverre technologie een bijdrage levert. Het zijn morele, politieke en religieuze vraagstukken.

    Onderwijs (education) is een proces wat je hele leven lang plaatsvindt. Het gaat om leren op school, leren door ervaring, leren in een landelijke of stedelijke omgeving, industrieel of niet industrieel, voor jong en voor oud. De sociologie van onderwijs kijkt naar hoe je om moet gaan met deze kwesties, wat voor regelingen er getroffen worden die effect hebben op de scholen, en wat precies goed werkt binnen het onderwijs. Samenvattend: sociologie kijkt niet naar wat goed of fout is, maar hoe het onderwijs er voor staat en wat voor consequenties bepaalde regelingen hebben op het onderwijs.

    Sociologie en onderwijs

    Sociologie bekijkt hoe mensen in kleine en grote groepen met elkaar omgaan. Er zijn hierin verschillende takken te onderscheiden:

    1. Onderzoek naar instellingen in de samenleving en de kenmerken ervan.

    2. Onderzoek naar processen.

    3. Onderzoek naar de interacties tussen mensen en groepen.

    De structuur van een samenleving bestaat uit terugkerende patronen van gedrag en relaties en brengt de behoeftes van mensen in kaart. Dit kan opgedeeld worden in zes domeinen: familie, religie, onderwijs, politiek, economie en gezondheid.

    Processen (het “actieve” gedeelte van de samenleving) zorgt ervoor dat structuren tot leven komen. Socialisatie is het proces waarbij mensen leren hoe ze in een samenleving passen en hoe ze zich moeten gedragen. Stratificatie (stratification) is een proces wat bepaalt in welke sociale structuur mensen passen. Verandering is een proces dat constant aanwezig is en ervoor zorgt dat organisaties zich constant moeten aanpassen. Leren is een proces wat formeel plaatsvindt (op school) en informeel (via familie, vrienden, media).

    De sociologie van onderwijs probeert onderwijssystemen te begrijpen. Het gaat om de interacties tussen docent en student, maar ook over de grotere onderwijssystemen van landen. Sociologen geven inzicht over het schoolbeleid door middel van systematisch onderzoek. Het doel van de sociologen is om te kijken naar allerlei (ook controversiële) toepassingen voor het onderwijs om het onderwijssysteem te begrijpen.

    Verschillende groepen die te maken hebben met onderwijssociologie

    Onderwijzers en andere professionals. Er wordt verwacht dat tussen 2008 en 2018 de meeste vacatures voor mensen met een bachelor vrij zullen komen in de lagere school. Mensen met een opleiding

    .....read more
    Access: 
    Public
    Boeksamenvatting bij Sociologie: Een inleiding van Elchardus

    Boeksamenvatting bij Sociologie: Een inleiding van Elchardus

    1. De sociologische verzuchting

    Een poging tot een definitie van het woord sociologie

    Het is erg lastig om een definitie van sociologie te geven. Toch zijn er wel pogingen gedaan. Hieronder een aantal citaten uit het boek: ‘Sociologie. Een inleiding van M. Elchardus – pagina 6’.

    Sociologie is de studie van het menselijke, sociale leven, van menselijke groepen en maatschappijen. Het is een overweldigende en dwingende onderneming omdat het over ons eigen handelen als sociale wezens gaat. De sociologie heeft een zeer breed belangstellingsveld, gaande van de analyse kortstondige ontmoetingen van mensen op straat tot onderzoek naar globale sociale processen”.(Giddens, 2001:2)

    Sociologie is ‘de wetenschap die zich bezighoudt met het analyseren, beschrijven en verklaren van: 1. Het gedrag van en tussen mensen voor zover dat beïnvloed wordt door het feit dat zij in bepaalde verhoudingen tot elkaar staan; en van 2. De daaruit voortgekomen – min of meer vaste – gedragspatronen, structuren en bindende opvattingen in hun ontstaan, voortbestaan en veranderen”. (De Jager en Mok, 1978:21)

    De sociologie is… de wetenschap van de enigszins stabiele structuren en processen van sociale aard”. (Van Doorn en Lammers, 1967:24)

    De sociologie is de wetenschap die de totale verschijnselen bestudeert in het geheel van hun aspecten en hun beweging, door deze onder te brengen in gedialectiseerde typen, hetzij microsociale, dan wel op groepen of op de gehele maatschappij betrekking hebbende typen, welke bezig zijn zich te vormen en tot ontbinding te geraken”. (Gurvitch, 1968:52)

    Bovengenoemde citaten zijn allemaal afkomstig uit succesvolle handboeken. Voor iemand die niet weet wat sociologie is zeggen deze begrippen niet zoveel. Degenen die wel weten wat sociologie inhoudt zullen merken dat deze begrippen oppervlakkig en niet volledig zijn. Vakmensen zijn het met elkaar eens over het feit dat het erg moeilijk is om een definitie te vinden voor sociologie.

    Max Weber (1864-1920) omschreef de sociologie als volgt: “… wetenschappelijke poging om het sociale handelen te begrijpen, met de bedoeling op die manier tot een causale verklaring voor het verloop van de effecten van dat handelen te komen”. Op deze verklaring zijn wel twee opmerkingen te geven. Ten eerste noemt Weber de taak van de sociologie ook als iets wat al taak is van de psychologie, de antropologie en de politicologie......read more

    Access: 
    Public
    Samenvatting: Understanding Ethics. An introduction to Moral Theory (Tannsjo, Torbjorn) - 3e druk

    Samenvatting: Understanding Ethics. An introduction to Moral Theory (Tannsjo, Torbjorn) - 3e druk

    Hoofdstuk 1. Normatieve ethiek en praktische problemen

    Terugkijkend naar de 19de eeuw met een moreel kritische blik word je al snel een beetje verdrietig. Aan het begin van de eeuw leek men ervan overtuigd dat er een ongeschreven wet was betreffende moreel acceptabel gedrag. Aan het eind van de eeuw bleek daar echter weinig van over. Niet alleen hebben politiek leiders en invloedrijke personen, met hun achterban, misdaden gepleegd en openlijke gruweldaden verricht tegen de gehele mensheid maar daarnaast zijn er zoveel 'gewone' burgers geweest die hier stilzwijgend naar gekeken hebben zonder een poging te doen het tegen te gaan. Je zou bijna denken dat er sprake was van morele blindheid.

    Bestond er wel een morele code? Of waren de geaccepteerde normen en waarden toentertijd zo verschillend van nu dat wat wij als misdaad zien voor hun meer op gerechtigdheid leek? Het is moeilijk vast te stellen of men 100 jaar geleden onwetend was of gewoon een andere instelling had. Het is makkelijk om het verleden te bekritiseren, maar hoe zit het eigenlijk met het heden? Vinden er in onze hedendaagse samenleving nog steeds praktijken plaats die eigenlijk, moreel gezien, niet door de beugel kunnen? Hier zijn drie voorbeelden van verschrikkelijke situaties die zich al langere tijd relatief onopgemerkt voordoen.

    • Onze (het menselijk wezen) onderdrukking van andere wezens (dieren).

    • Onze (het menselijk wezen) bijdrage aan de verwoesting van onze leefomgeving, denk hierbij bijvoorbeeld aan het broeikaseffect.

    • Onze (het rijke gedeelte van de wereld) tolerantie ten opzichte van hongersnood en armoede in de armere delen van de wereld.

    We zien bijna dagelijks afbeeldingen op televisie of het internet van kinderen die zwaar ondervoed zijn, of langzaam dood aan het gaan zijn als gevolg van een besmettelijke ziekte. Toch doen we vrij weinig om deze mensen te helpen. Betekent dit dat we immoreel bezig zijn? Neem nou bijvoorbeeld een man die elke dag naar zijn werk gaat, zijn studie afgerond heeft, zorgt voor de mensen om hem heen en braaf zijn belasting afdraagt. Houdt deze man zich aan de morele code? Of overtreedt hij deze? Dit voorbeeld noemen we ook wel een praktische vraag.

    Een praktische vraag wordt beantwoord met een handeling, deze handeling is afhankelijk van wat je besluit te doen met je leven. We worden continu geconfronteerd met dergelijke praktische vragen. Wat moeten we met de rest van ons leven doen? Een jonge vrouw is zwanger, moet ze het houden of zou een abortus beter zijn? Praktische vragen hoeven niet van individuele aard te zijn, vaak is het een vraag waar we collectief mee te maken krijgen. Maar hoe moeten we nu

    .....read more
    Access: 
    Public
    Notes Inleiding in de Sociologie, RUG, jaar 1

    Notes Inleiding in de Sociologie, RUG, jaar 1

    Aantekeningen bij de hoorcolleges uit 2015/2016.

    College 1

    Sociologen kijken naar het gedrag van mensen en de maatschappelijke invloeden hierop. Het is voornamelijk interessant welke invloed de maatschappij heeft op de keuzes van mensen. Het gaat niet alleen om een individu, maar vooral om het individu in een groep. Hierbij is het opvallend dat er bepaalde patronen zijn, een sociale orde. Deze sociale orde houdt puur waarneembare patronen / ordening en de inrichting van de maatschappij in.

    Het onderwijs heeft invloed op de maatschappij en andersom geldt hetzelfde.

    Stratificatie: de samenleving bestaat uit verschillende lagen, deze zijn opgedeeld door middel van verschillende indicatoren, zoals sekse of opleidingsniveau. Er is een bepaalde ongelijkheid tussen deze lagen. Door sociale mobiliteit kan men bijvoorbeeld gaan klimmen, een hogere opleiding volgen dan dat de ouders deden.

    Verzuchting kan uitgelegd worden als het heel moeilijk eens kunnen worden van sociologen over hun vakgebied, of als het ontstaan van de sociologie, namelijk door verwondering en belangstelling voor de maatschappij.

    150 jaar geleden kende men de samenleving slecht, maar door ontwikkelingen in de maatschappij is dat gaan veranderen:

    1. Industrialisatie = de kracht van het werk komt niet langer van mensen of dieren, maar van machines. Dit heeft een grote impact op de samenleving gehad, er werden fabrieken gebouwd, mensen gingen massaal naar de steden verhuizen en er ontstonden arbeiderswijken. Dit zorgt voor een belang naar kennis over deze situatie en de gevolgen.

    2. Modernisering = het omslaan van de gelaagdheid in de samenleving. Eerst bestond de maatschappij uit drie verschillende standen, nu wordt de samenleving meer egalitair, mede door het onderwijs.

      Er wordt niet alleen informatie verzameld, maar men gaat ook interpreteren: wat vinden we van de resultaten en wat willen we hiermee gaan doen?

    Men is het vaak niet eens over de definitie van sociologie, waardoor er heel algemene, brede definities worden opgesteld, zo breed, dat ze vaak nietszeggend zijn. Een werkdefinitie is beter en zal na de uitbreiding van de sociologie eventueel meer worden afgebakend.

    Waar sociologen het wel over eens zijn is het volgende:

    • De discussie over de sociale orde in de samenleving.

    • Dingen die een socioloog doet en moet kunnen.

    • Twee manieren van kijken naar de basis van de maatschappij.

    Contingentie staat voor variatie en voor keuzevrijheid waarbij er nog van alles mogelijk is. De samenleving had dus ook een andere vorm kunnen aannemen. Bij het voorbeeld van de hogere onderwijssystemen is er te zien dat er heel verschillende invullingen aan het systeem gegeven kunnen worden.

    De keuzes en manieren van doen zijn niet volledig willekeurig zo gegaan, het is voor een socioloog interessant wat de invloed van de samenleving op deze keuzes is geweest. Hierbij.....read more

    Access: 
    Public
    Notes Inleiding in de onderwijskunde, RUG jaar 1

    Notes Inleiding in de onderwijskunde, RUG jaar 1

    Aantekeningen bij de hoorcolleges uit 2015/2016.

    College 1

    De definities van de Van Dale of van Wikipedia zijn te beperkt, het gaat over het vergaren en toepassen van wetenschappelijke kennis. Hierbij is het belangrijk om de verschillende niveaus van de samenleving telkens in het oog te houden, de verbanden tussen de verschillende hoofdstukken zijn hiermee in een schema te plaatsten:

    1. De maatschappij, het beleid dat gevoerd wordt.

    2. De leraren zelf in opleiding en de organisatie op scholen.

    3. Onder het leren vinden in een leerling veel processen plaats.

    Onderwijskundigen richten zich op het verbeteren. Er wordt naar gestreefd dat degenen die minder goed presteren, ook goed gaan presteren. Bij een falend systeem werkt dit niet goed en er wordt vaak naar andere landen gekeken om te zien wanneer en hoe dit mis gaat.

    PISA is een toets van wiskunde, lezen en natuurvakken die in verschillende landen onder 15-jarigen wordt gehouden. De minister die gaat over het beleid van het onderwijs, moet zich verantwoorden over de scores die Nederland hierop behaald. Er wordt in Nederland minder aandacht besteed aan wiskunde en taal, waardoor er meer bezig kan worden gegaan met andere vakken, bijvoorbeeld meer culturele vakken. Vanuit de overheid is er bedacht dat er meer aandacht moet gaan naar de al goed presterende leerlingen, zodat de beste prestaties steeds beter worden. De slechtste leerlingen van Nederland presteren beter dan de slechtste leerlingen uit andere landen, dit komt doordat er in Nederland minder grote verschillen bestaan tussen leerlingen.

    Van het onderwijs kunnen er verschillende aspecten beschreven worden:

    • Onderwijs moet in een instelling plaatsvinden, waarbij er gehouden moet worden aan wetten en regels. Online cursussen worden onderwijs genoemd, maar het is geen instelling.

    • De organisatie is via een vast systeem en wordt bewust gedaan.

    • Er moeten mensen in het onderwijs werken die de juiste opleiding hebben.

    • Het bekend worden in de maatschappij gebeurd via de school, het begint klein, maar de manieren van de omgang die worden aangeleerd, worden steeds meer en breder.

    Differentiatie

    Het onderwijs moet zorgen voor differentiëren. Hierbij gaat het om het verzorgen van een goede aanpak, waarbij er een goede plek is voor de leerling in het onderwijs. Er moet sprake zijn van een juist type onderwijs of opleiding en er moet gezorgd worden voor het de juiste moeilijkheidsgraad van het onderwijs.

    • Differentiatie wordt in de praktijk niet echt toegepast, voor iedereen zijn er dezelfde toetsen en iedereen krijgt eenzelfde manier van instructies. Het is onzeker of er wel onderscheid kan worden gemaakt in onder andere niveaus.

    Hoe meer er geïnvesteerd wordt, des te meer krijg je ervoor terug. Dit is.....read more

    Access: 
    Public
    Notes Geschiedenis opvoeding & onderwijs - RUG jaar 1

    Notes Geschiedenis opvoeding & onderwijs - RUG jaar 1

    Aantekeningen bij de hoorcolleges uit 2015/2016.

    College 1

    Verschillende soorten teksten als bronnen:

    1. Prescriptief: er wordt aan de lezer een norm voorgehouden, dit moet niet voor waar aangenomen worden. Er worden adviezen of moralen voorgehouden die uitgevoerd zouden moeten worden volgens de bron.

    2. Descriptief: pas vanaf de 19e eeuw kwam er vanaf de overheid interesse in statistieken, dus vanaf die periode zijn er steeds meer dingen (jaarlijks) gemeten.

    3. Egodocumenten: wat men over zichzelf schreef, ervaringen of gevoelens geschreven in dagboeken, brieven of autobiografieën.

    4. Literaire fictie: voornamelijk het realistische genre is waardevol, bijvoorbeeld door de dingen die docenten vroeger opschreven, weten we nu hoe men toen leefde.

    Afbeeldingen als bronnen:

    1. Men moet niet alles voor waar aannemen wat er op een afbeelding te zien is. Er is een genre waarin juist alles tegenovergesteld aan de waarheid wordt weergegeven, dit is het omgekeerde genre van de vroeg moderne tijd.

    2. Vaak bevatten de afbeeldingen een les of boodschap die geleerd kon worden, bijvoorbeeld hoe kinderen opgevoed zouden moeten worden.

    Eén van de schilderijen laat veel spelende kinderen zien, maar alle activiteiten hebben andere betekenissen. Zo staat het vliegeren voor hoogmoed, omdat dit het omgekeerde genre is, betekend dit dat een kind juist niet hoogmoedig moet zijn. Het touwtjespringen staat voor volharding, dit is wel een positieve eigenschap.

    Allerlei elementen uit de schilderijen bevatten symbolische betekenissen. De afbeeldingen laten zien wat men in die tijd dacht over verschillende bevolkingsgroepen, onder andere door wie er geschilderd werden in een bepaalde tijd.

    Evolutionisten: grote verandering

    De verschillende argumenten beweren allemaal dat de kindertijd net is ontstaan, hiervoor was het er nog niet. Daarnaast is het gezin rond de kinderen als een warmtevol en emotioneel gezin gaan ontwikkelen.

    Revisionisten: revisie betekend herziening (tegen de evolutionisten)

    Zij beweren juist dat er in de middeleeuwen ook al sprake was van kinderen die op de opvoeding waren aangewezen.

    Tussen beiden is er een verschil in de bronnen die gebruikt worden. Evolutionisten maken vooral gebruik van moralistische teksten, revisionisten maken gebruik van egodocumenten.

    Philip Ariès is een evolutionist

    • Het kind is kwetsbaar en te vormen tot een deugdzaam mens.

    • De vorming van kinderen is in eerste instantie in het onderwijs te bereiken, hier is een andere relatie tussen kind en volwassene dan thuis.

    • Kinderen moesten leren en studeren, hierbij hoort het gedragen volgens de regels en het leren van discipline.

    Sentiment de l’enfance = het gevoel voor het kind.

    Sentiment de la famille = het gevoel voor het gezin.

    Als bronnen worden onder andere.....read more

    Access: 
    Public
    Notes Theoretische Pedagogiek, Jaar 1, RUG

    Notes Theoretische Pedagogiek, Jaar 1, RUG

    Collegeaantekeningen gebaseerd op 2015-2016, ook te gebruiken bij andere studiejaren. Een college was komen te vervallen wegens weersomstandigheden, bij dit college zijn geen aantekeningen beschikbaar.

    College 1

    Pedagogiek is praktisch, omdat het gaat over dingen doen en over handelen in bepaalde situaties. Het theoretische deel is meer abstract en men wil situaties goed verwoorden en de goede concepten gebruiken in een logisch verband. Er wordt een conceptuele benadering gebruikt, dit wil zeggen dat er gekeken wordt naar de betekenis en definities van begrippen.

    ‘Clarity before commitment’ wil zeggen dat alles eerst helder en duidelijk geformuleerd moet zijn, voordat je ergens in meegaat. Dit wordt toegepast op onderwerpen die relevant zijn voor de pedagogiek, zoals opvoeding, vorming en ontwikkeling. Er wordt gekeken op welke manier dit een rol speelt in visies over onderwerpen zoals opvoeding. Redeneren uit een visie bedoelt men mee dat je vanuit een kader of beeld van een visie kan denken, en op deze manier de consequenties kan zien.

    Analytische filosofie is het geïnteresseerd zijn in de betekenis van heel alledaagse begrippen en concepten, bijvoorbeeld: wat betekend het als je iets begrijpt? Door middel van de filosofen worden er verschillende posities en visies naar voren gebracht. Hierbij gaat het om de betekenissen, uitvoeringen van begrippen en begripsverwarring met verwante begrippen. Het boek wordt geschreven alsof er ‘hardop’ wordt nagedacht, op deze manier wil de schrijver laten zien dat er meerdere visies zijn en deze worden tegen elkaar af gezet.

    Opvoeding kan op verschillende manieren omschreven of gebruikt worden als begrip. Alledaags wordt het vaak gezien als de band tussen kinderen en hun ouder, fatsoen bijbrengen, volgens sommigen is het ook een taak van de school om op te voeden. Opvoeding kan mislopen, dan is er bijsturing of heropvoeding nodig, en het africhten van een huisdier kan ook worden gezien als opvoeding, en mensen kunnen ook veel waarde hechten aan het bespelen van een instrument of het beoefenen van een sport.

    Het doel van de opvoeding is dat het leidt tot persoonsvorming. Een mens is een biologische soort, de mens. Het verschil met een persoon is, dat een persoon ontwikkeld is, door een opvoeding of scholing. Je bent meer dan gewoon de biologische soort mens. Ontwikkeld zijn is ook weer een onduidelijk begrip, maar het gaat er vooral om dat je niet alleen bezig bent met overleven en nuttig zijn, maar dat je ook bezig bent met je vorming als persoon. Zowel de hogere vormen (cultuur en scholing) als de basale dingen zijn belangrijk bij de persoonsvorming. Er is duidelijkheid nodig.

    Opvoeding is een proces waarin er iets gebeurt, hierbij zijn er drie elementen:

    1. De

    .....read more
    Access: 
    Public
    Notes Inleiding Orthopedagogiek, Jaar 1, RUG

    Notes Inleiding Orthopedagogiek, Jaar 1, RUG

    Collegeaantekeningen gebaseerd op 2015-2016, ook te gebruiken bij andere studiejaren.

    College 1

    Er worden twee boeken voor dit vak gebruikt, het handboek gaat voornamelijk over de toegepaste orthopedagogiek en het boek van Orthopedagogiek; ontwikkelingen, theorieën en modellen is vooral de theoretische kant.

    Bij orthopedagogiek gaat het over interacties tussen mensen, bijvoorbeeld tussen het kind en de opvoeder. Er kan ook een probleem ontstaan in de interactie met de omgeving van het kind, hoe meer het misloopt in die communicatie, des te meer problematiek. Een orthopedagoog komt vaak in beeld als de opvoeding niet meer vanzelfsprekend verloopt. Vaak is er daarvoor al geprobeerd om tips te krijgen over hoe men het beste met de opvoeding bezig kan gaan, maar als dit niet werkt is er hulp van buitenaf nodig.

    Orthopedagogiek heeft overlap met verschillende gebieden, maar is nu erkend als losstaand beroep in Nederland en Vlaanderen. Er zijn namelijk wel duidelijke verschillen te zien in bijvoorbeeld de psychologie, waar juist naar het individuele kind en zijn ontwikkeling wordt gekeken, en bij de orthopedagogiek, waar men juist op de context focust. De verandering moet niet plaatsvinden in de persoon, maar de omgeving (context) moet veranderen. Bijvoorbeeld de manier waarop de moeder over de beperking van haar kind denkt en hoe ze met het kind omgaat.

    Rechttrekken wordt mee bedoeld dat het probleem rechtgetrokken wordt, of dat het verholpen wordt. In plaats van alleen kinderen, zijn er ook gebieden binnen de orthopedagogiek die ook met volwassenen werken. Het is een handelingswetenschap, omdat men veel bezig is met de toepassing van interventies, de problemen aanpakken, de situatie veranderen of verbeteren. Het probleem wordt in kaart gebracht en daar wordt wat aan gedaan.

    Normen hebben te maken met een maatschappelijk kader van regels over hoe kinderen in een cultuur opgevoed moeten worden. Deze normen zijn per cultuur verschillend, maar met de tijd kunnen de normen ook veranderen. Vroeger mochten kinderen nog een tik krijgen van hun docent, tegenwoordig wordt dat gezien als een kind slaan en kan het zelfs onder kindermishandeling vallen.

    Cultuur-historische normen: andere landen hebben andere kaders, deze zijn erg relatief en veranderlijk. De kaders kunnen te maken hebben met de omgang van mensen, verwachtingen van de maatschappij, welzijn en SES.

    Handelingsverlegenheid houdt in dat men niet goed weet hoe er met een situatie moet worden omgegaan. Het doel is om mensen handelingsbekwaam te maken. Zo kunnen ze signalen herkennen en weten ze hoe ze om moeten gaan met de situatie.

    Het vakgebied is op de afwijkingen bij het kind gericht, hoe kan dit worden opgelost? Vroeger was het voornamelijk een beschrijvende studie, tegenwoordig zijn er ook

    .....read more
    Access: 
    Public
    Notes Inleiding in de Filosofie, RUG jaar 1

    Notes Inleiding in de Filosofie, RUG jaar 1

    Aantekeningen bij de colleges uit 2015/2016

    College 1

    Filosofie bevat verschillende onderwerpen:

    1. Logica: theorieën over de kwaliteit van argumentaties en redeneringen.

    Alleen het denken is nodig om een oplossing te kunnen bedenken, hierbij is het niet nodig om te weten hoe de werkelijkheid eruit ziet. Het is niet altijd te zeggen dat 1+1=2, want als twee druppels bij elkaar worden geteld, is dit samen een grote druppel en geen twee. Logisch gezien is er soms een opstapeling van bewijs, terwijl het empirisch niet klopt.

    1. Ethiek: wat goed of rechtvaardig is.

    Het gaat om wat wel of niet mag, wat wel of niet hoort. Pedagogen wordt van verwacht dat zij van kinderen houden, het is onduidelijk waarom dit de verwachting is. Vaak wordt er ook gezegd dat je evenveel van je kinderen moet houden, in de praktijk heeft iedereen wel een voorkeur voor de een of de ander. Het gaat bij ethiek om het rechtvaardigen van kwesties.

    1. Epistemologie: wat ware kennis is.

    Niet alle kennis is échte kennis. Er is een verschil in gelijk krijgen of iets weten. Er zijn verschillende soorten kennis, men vraagt zich af wat de waarheid en kennis is. Dit is het eerste onderwerp dat in dit en in de volgende colleges behandeld wordt.

    Onderwerpen kunnen ook met elkaar gecombineerd worden, een paar voorbeelden:

    • Logica en ethiek: Rechten van dove kinderen, zij worden als hulpbehoevend bestempeld, maar dit is niet logisch, omdat het van de context, het perspectief en de gestelde eisen afhangt.

    • Logica en ethiek: Vanaf achttien jaar mag je stemmen, maar wat zijn de redenen om deze grens op achttien jaar te stellen? Empirisch gezien kan het niet worden aangetoond dat men voor hun achttiende geen kennis hebben en daarna opeens wel. De ongelijkheid in het stemmen is niet rechtvaardig en niet helemaal logisch.

    • Logica en ethiek: Jehova’s die een strenge overtuiging van hun geloof hebben, kunnen het verbieden om bloedtransfusie te krijgen, dit is erg lastig voor medici, helemaal als het gaat om kinderen die onder invloed zijn van hun ouders.

    Twee soorten kennis:

    1. Procedureel = “kunnis”, iets kunnen doen, de vaardigheid.

    2. Propositioneel = (bevat) gedachten.

    In een voorbeeld. Frans kunnen spreken is procedurele kennis, het kennen van iemand die Frans heet, is propositionele kennis. Weten dat er water uit de kraan komt als je de kraan opendraait is propositionele kennis, het daadwerkelijk kunnen opendraaien van de kraan is procedureel.

    Dit onderscheid maakt de schrijver van het boek, maar eigenlijk is het onderscheid niet altijd zo goed.....read more

    Access: 
    Public
    Oefententamens bij M&T II-1 Grondslagen van Onderzoek - RUG

    Oefententamens bij M&T II-1 Grondslagen van Onderzoek - RUG

    Oefententamens inclusief antwoorden voor M&T II-1: Grondslagen van Onderzoek.

    • Gebaseerd op tentamens van 2013-2014 en daarvoor

    Vragen Oefententamen 1

    1. Welke stelling omtrent effectonderzoeken in de gedragswetenschappen is waar?

      1. Effectonderzoek in de gedragswetenschappen is niet complex, maar wel heel duur.

      2. Tegenwoordig sluit de hulpverleningspraktijk vaak goed aan op het ideale onderzoeksmodel.

      3. Onderzoekers zijn het wel eens over de toe te passen methoden en technieken, maar effectonderzoek in de wetenschap is heel complex.

      4. Effectonderzoek in de gedragswetenschappen is heel complex en onderzoekers zijn het niet altijd eens over de toe te passen methoden en technieken.

    1. Het aantonen van verschillend gebruik van dezelfde term in één theorie wijst erop dat er iets schort aan de theorie. Op welke formuleringseis heeft dit mankement betrekking?

      1. Economisch principe

      2. Logische consistentie

      3. Toetsbaarheid

      4. Empirische referenties.

    1. Welke stelling omtrent de effecten van hulpverleningsprogramma’s is waar?

      1. Van slechts een fractie van de aangeboden programma’s is het effect wetenschappelijk bewezen.

      2. Van de meeste programma’s is wetenschappelijk bewezen dat zij niet effectief zijn.

      3. Van deze programma’s is wetenschappelijk bewezen dat zij over het algemeen geen negatieve effecten sorteren.

      4. De meeste programma’s zijn wetenschappelijk bewezen effectief, maar het is onbekend of die effecten van blijvende aard zijn.

    1. In welke fase van de empirische cyclus valt de keuze voor welbepaald meetinstrument om bijvoorbeeld verbale intelligentie te meten?

      1. Inductie

      2. Observatie

      3. Toetsing

      4. Deductie.

    1. Het wetenschappelijk forum omvat de Groot als …

      1. De verzameling van alle ter zake kundige wetenschapsbeoefenaars.

      2. Alle wetenschappelijke tijdschriftreacties.

      3. Promotiecommissies die proefschriften moeten beoordelen.

      4. Een commissie die wetenschappelijke onderzoeksaanvragen beoordeelt.

    1. In ‘Effectonderzoeken in de gedragswetenschappen’ wordt onder gedragswetenschappen verstaan rationele activiteiten ter zake deskundigen, gericht op overeenstemming, waarbij met behulp van empirisch onderzoek zich wordt verkregen op gedrag en beleving. Welke stelling over gedrag in de in het boek gehanteerde definitie is waar?

      1. Essentieel bij de definitie van gedrag is dat ook het niet-waarneembare en niet-registreerbare inbegrepen is, zodat ook beleving onder de definitie valt.

      2. Essentieel bij de definitie van gedrag is dat het alleen via zelfreportage waarneembaar en registreerbaar is, net als de beleving.

      3. Essentieel bij de definitie van gedrag is dat de nadruk wordt gelegd op registratie en waarneming, terwijl ook beleving onder de definitie kan vallen, voor zover deze beleving waarneembaar is.

      4. Essentieel bij de definitie van gedrag is

    .....read more
    Access: 
    Public
    Pedagogische wetenschappen, Rijksuniversiteit Groningen jaar 3

    Pedagogische wetenschappen, Rijksuniversiteit Groningen jaar 3

    Boeksamenvatting bij de 8e druk van Diagnostiek van technisch lezen en aanvankelijk spellen van Struiksma

    Boeksamenvatting bij de 8e druk van Diagnostiek van technisch lezen en aanvankelijk spellen van Struiksma

    Inleiding - Chapter 1

    Technisch lezen is een middel om toegang te krijgen tot informatie, als alles goed gaat. Op het moment dat er problemen optreden bij het technisch lezen kan dit het belangrijkste doel van onderwijs worden. Zonder goede leesvaardigheid zal de leerling in alles achterblijven, van begrijpend lezen tot kennisverwerving bij de zaakvakken en rekenen.

    Het zwaartepunt voor technisch lezen ligt in de groepen drie tot en met zes. Op het moment dat een kind in de bovenbouw zit zal het voldoende technische leesvaardigheden moeten bezitten. In de bovenbouw is het nog maar moeilijk om een leesachterstand weg te werken.

    Uit onderzoek blijkt dat zo’n 14 procent in groep vier onder de maat leest. Dit heeft niets te maken met etnische of sociale achtergrond van de leerlingen. Ook heeft het niets met de school te maken.

    Wanneer is er sprake van uitval en wanneer is er sprake van achterstand?

    In de beleidsredactie heeft de Onderwijsinspectie het volgende gezegd; “er is behoefte aan referentieniveaus en leerstandaarden voor de basisvaardigheden op verschillende momenten in het onderwijstraject van elke leerling, met daarbij behorende toetsen”. Met het referentieniveau wordt de leerstof bedoeld waarvan we als samenleving vinden dat leerlingen die op een bepaald moment moeten beheersen. Dat oordeel staat niet los van wat we weten op basis van toetsgegevens uit het leerlingvolgsysteem over het vaardigheidsniveau van groepen leerlingen. Tegelijkertijd is dat wat LVS-toetsen meten, een weerslag van de inhouden van het gebruikelijke curriculum. Het curriculum is op zijn beurt weer een neerslag van wat we met elkaar vinden dat leerlingen op een bepaald niveau moeten kunnen. En zo is de cirkel weer rond.

    De term referentieniveau wordt gereserveerd voor een inhoudelijk gedefinieerd eindresultaat. Een leerstandaard is de weg er naartoe, het is dus een ordening van concrete tussendoelen die de leerlijn vormen.

    Het begrip leerstandaard wordt door de Onderwijsraad al gebruikt in 1999. De raad pleitte voor een voldoende en een minimum standaard. De voldoende standaard is het niveau dat de school met driekwart van haar leerlingen wil bereiken. Voor de leerlingen die dit niet halen geldt de minimum standaard. In 2009 is de gevorderde standaard toegevoegd, dit gaat om de 25% van de beste leerlingen. De minimum standaard is vervangen door de basisstandaard.

    Geoperationaliseerde standaarden mogen door de scholen zelf bepaald worden, al worden vaak de technisch lezen genormeerde toetsen van het CITO-leerlingvolgsysteem voor de hand. Dit systeem werkt met een niveau-indeling gebaseerd op de letters A t/m E.

    • Niveau A: goed tot zeer goed, de 25% hoogst scorende leerlingen.

    • Niveau B: ruim voldoende tot goed, de 25% net boven het gemiddelde.

    • Niveau C: matig tot voldoende, de

    .....read more
    Access: 
    Public
    Boeksamenvatting bij de 1e druk van Interventies in het onderwijs: Leerproblemen van Taal en Snelling

    Boeksamenvatting bij de 1e druk van Interventies in het onderwijs: Leerproblemen van Taal en Snelling

    Deze samenvatting is gebaseerd op de eerste druk uit 2009 en bevat de eerste drie hoofdstukken.

    1. Een cyclisch model van interventie

    1.1 Invloed op leerlingen is een tweerichtingsverkeer: leerlingen beïnvloeden hun omgeving en de omgeving beïnvloed leerlingen. Bij interventies om het leren te bevorderen moet dus niet alleen de leerling, maar ook de schoolse omgeving worden betrokken.

    Het speciaal onderwijs is in vier clusters verdeeld. In het boek worden alleen cluster 1 en cluster 4 besproken:

    • Cluster 1: visueel gehandicapte kinderen of kinderen met een meervoudige handicap waaronder een visuele handicap

    • Cluster 4: kinderen met ernstige gedragsstoornissen. De ernst moet worden vastgesteld met de DSM. Tegenwoordig krijgen meer kinderen dit label dan vroeger. Hierdoor kan wel de schoolse situatie beter worden aangepast op het gedrag van de kinderen.

    Door de samenwerking tussen ‘normale’ scholen en scholen voor speciaal onderwijs wordt de groep kinderen die geen onderwijs op maat krijgt steeds kleiner.

    Het schoolniveau gaat over de school van de betreffende leerling. Vragen op schoolniveau gelden dus alleen voor die school. Dit is in contrast met het bovenschoolse niveau: dit is meer gericht op het beleid en werkt samen met de overheid. Het klasniveau gaat over de klas van de betreffende leerling én de leerkracht die daarbij hoort. Leerlingen functioneren in een schoolse setting binnen al deze niveaus.

    1.2 Een schoolpsycholoog heeft verschillende taken, zoals het vroeg signaleren van achterstanden en teambuilding. Bekijk tabel 1.1 op pagina 13 voor preventie en probleemoplossen. De regulatieve cyclus die leidend is voor het boek bestaat uit verschillende fasen die hieronder besproken worden.

    De eerste fase van preventie heet probleemsignalering. Daarna komt de indicering/advisering, vervolgens een vorm van behandeling. De preventie wordt afgesloten met evaluatie. Binnen elk niveau (paragraaf 1.1) zijn deze fasen van toepassing. Het verschil tussen probleemsignalering en diagnostiek is genuanceerd: bij probleemsignalering gaat het om eventuele risico’s, bij diagnostiek om al aanwezige problemen. Het lastige aan preventie is dat een aanwezig probleem een duidelijke basis geeft voor interventie, terwijl eventuele risico’s een veel minder stevige basis zijn.

    De onderkennende en verklarende diagnostiek omvat het vaststellen van persoonlijke eigenschappen, vermogens en prestaties én het vaststellen van belemmerende en bevorderende omstandigheden. Om diagnostiek uit te kunnen voeren spelen ouders een belangrijke rol, zeker wanneer het kind nog geen zestien jaar oud is. Vanaf twaalf jarige leeftijd worden de wensen van het kind meegenomen, vanaf zestien jaar mag het kind zelf beslissen om deel te nemen.

    Diagnostiek wordt uitgevoerd aan de hand van hypothesen. Deze hypothesen zijn opgesteld aan de hand van een theorie over het probleem en de omstandigheden. De gebruikte testen zijn kwalitatief gecontroleerd door de COTAN. Naast testen wordt ook gebruik gemaakt van observaties en interviews.

    De vraag van de diagnostiek is.....read more

    Access: 
    Public

    Spotlight

    Selected Worldsupporter pages in relation with the topic