Oefententamen 2012/2013: Burgerlijk Recht 3 - Rijksuniversiteit Groningen

Vragen

Vraag 1

Frederik BV, moet een deel van het Amsterdams Concertgebouw renoveren. Hij besteedt de opdracht uit aan onderaannemer Klassen BV. Deze besteedt de klus uit aan ZZP-er Cornelissen. Vast staat dat Frederik BV voor de uitvoering van de opdracht een bij de gevel passende bouwsteiger liet maken bij Steigermateriaal Hans BV. Frederik BV, eigenaar van de steiger, waarop het logo van Steigermateriaal Hans BV prijkt, stelt de steiger gratis ter beschikking aan onderaannemer Klassen BV. Deze stelt de steiger eveneens gratis ter beschikking aan de ZZP-er Cornelissen. Vast staat dat Frederik BV gedurende de uitvoering van het werk de veiligheidsinspectie over de steiger behield. Halverwege de opdracht valt ZZP-er Cornelissen van de steiger van vijf meter hoog en komt op zijn eigen aanhanger terecht, die naast de steiger stond geparkeerd. Hij loopt een kromme rug op. Vast komt te staan dat het ongeluk veroorzaakt is, omdat een veiligheidsklem aan de binnenzijde van het steigermateriaal ontbrak. Of op het moment waarop de steiger in het verkeer werd gebracht de veiligheidsklem wél aanwezig was, blijft onduidelijk. De advocaat van Cornelissen spreekt Steigermateriaal Hans BV aan voor de schade die Cornelissen lijdt. a. Kan hij met succes Steigermateriaal Hans BV aanspreken? Zo ja, op grond waarvan? Zo, neen waarom niet? Ga bij uw antwoord op beide schadeposten , te weten de letselschade en de zaakschade aan de aanhanger van Cornelissen, in. (Laat bij de beantwoording art. 6:162 buiten bespreking en concentreer u uitsluitend op de bepalingen van kwalitatieve aansprakelijkheid en/of risicoaansprakelijkheid). (6)

Variant op het voorgaande. Stel dat toch komt vast te staan dat de steiger door Steigermateriaal Hans BV deugdelijk in het verkeer was gebracht. Cornelissen spreekt Frederik BV aan voor de letselschade – laat de schade aan de bedrijfsauto hier buiten beschouwing – die hij lijdt en nog zal lijden. Frederik BV verweert zich daartegen door te stellen dat Cornelissen zélf de steiger voor de klus heeft gebruikt en dat er derhalve geen deugdelijke grondslag is om Frederik BV aan te spreken. b. Heeft de door Cornelissen tegen Frederik BV ingestelde vordering succes? Zo neen, waarom niet, zo ja op grond waarvan? (Laat bij uw bespreking art. 6:162 buiten bespreking en concentreer u uitsluitend op de bepalingen van kwalitatieve aansprakelijkheid en/of risicoaansprakelijkheid). (6)

Vraag 2

In zijn opstel Communautaire invloeden op het nationale stelsel van overheidsaansprakelijkheid (literatuurklapper), somt mr. R. Meijer de drie aansprakelijkheidsvoorwaarden in het Europese recht op. Formuleer die drie voorwaarden. Noem en bespreek tevens een arrest waarin die voorwaarden zijn geformuleerd.(8)

Vraag 3

Een Duitse ondernemer gebruikt bij het uitvoeren van een grote bouwklus niet alleen eigen ondergeschikt personeel, maar maakt tevens gebruik van zelfstandige hulppersonen (ZZP-ers). Een van zijn (eigen) leidinggevende ondergeschikten verzuimt op de bouwsteiger adequate veiligheidsmaatregelen te treffen; ten gevolge daarvan laat een ingehuurde ZZP-er een stuk staal naar beneden vallen, waardoor een hardlopende man wordt getroffen. Bestaat er in het Duitse recht een foutaansprakelijkheid of een risicoaansprakelijkheid voor ondergeschikte hulppersonen? En voor zelfstandige hulppersonen?

(bij dit onderdeel niet op de casus zelf ingaan). Beantwoord vervolgens de vraag of de getroffen hardloper met succes de Duitse ondernemer kan aanspreken? Zo neen, waarom niet? Zo ja, op grond waarvan? Beantwoord de vraag naar Duits recht. (8)

Vraag 4

De uit Blaricum afkomstige bloemenkwekster Marie-Clair geeft opdracht aan aannemer Roest Rust Nooit (RRN) BV om haar schuur te verbouwen. RRN BV schakelt voor een onderdeel van die klus het elektrobedrijf Volta en Ampera BV in. Werknemers van zowel RRN BV als van Volta en Ampera BV zijn op een zonnige dag aan het einde van de klus gezamenlijk in de schuur bezig. Op die dag zijn twee werknemers van RRN BV aan hun middaglunch bezig. Zij eten hun boterhammen in de tuin op en zitten daarbij op houten krukken. De stoelen staan op een glooiend stuk land en dus een beetje scheef. Tussen de beide etende werknemers staat nog een lege kruk. Op dát moment komt Kees Spanninga, een werknemer van Volt en Ampera BV de schuur uitlopen om zich bij de twee werknemers van RRN BV te voegen. Hij loopt op de lege kruk af. Vóór hij evenwel gaat zitten, geeft hij geheel onverwacht zijn buurman Leo een schouderduw. Leo, die op dat moment net in zijn broodtrommeltje keek, verwachtte die duw niet en valt met stoel en al om en komt met zijn schouder op een steen terecht. Hij breekt zijn schouder en uiteindelijk raakt hij blijvend arbeidsongeschikt. Leo wenst de schade die hij lijdt te verhalen.

  1. Hij spreekt zowel Spanninga als Volta en Ampera BV aan. Spanninga verweert zich door te stellen dat zulke ongelukken nu eenmaal gebeuren, maar niet tot aansprakelijkheid van hem leiden. Volt en Ampera BV verweert zich door te stellen dat het ongeluk buiten de opgedragen werksfeer valt. Beoordeel of beide vorderingen kans van slagen hebben; betrek bij uw antwoord beide verweren (6)

Variant op het voorgaande. Stel, dat Leo kweekster Marie-Clair wenst aan te spreken voor de door hem opgelopen letselschade. Leo legt aan zijn vordering art. 6:171 ten grondslag.

  1. Heeft een dergelijke vordering kans van slagen? (6)

Vraag 5

Karel Jansen (24 jaar oud) en zijn broer Leonard Jansen (18 jaar), verliezen in de zomer van 2011 hun beide ouders door een auto ongeluk. Hun ouders hadden een ongevallenverzekering afgesloten, ten gevolge waarvan beide broers elk een bedrag van € 75.000 krijgen uitgekeerd. Ook erven zij ieder € 25.000. Karel heeft een goed betaalde baan, en hij besluit de komende vijf jaar de kosten voor onderhoud en studie van Leonard voor zijn rekening te nemen, zodat Karel het bedrag van de ongevallenverzekering en het geërfde bedrag kan reserveren voor de toekomst. Echter, alsof de duvel er mee speelt, is op 2 april 2012 Karel betrokken bij een verkeersongeval aan de gevolgen waarvan hij de dag erna overlijdt. Leonard erft het aanvankelijk door Karel geërfde bedrag van €25.000.

Leonard spreekt de (WAM-verzekeraar van de ) automobilist die het ongeval heeft veroorzaakt aan tot schadevergoeding omdat hij de toelage van Karel voor de kosten van onderhoud en studie moet missen. Deze echter brengt naar voren dat bij het bepalen van het op grond van art. 6:108 lid 1 sub b BW te betalen bedrag rekening moet worden gehouden met het feit dat het vermogen van Leonard de bovengenoemde €75.000,- plus de beide genoemde bedragen van €25.000. bevat. De advocaat van Leonard bestrijdt dit. Wie heeft gelijk? (6).

Vraag 6

Leg in eigen woorden de kern uit van de wettelijke regeling verhaalsrechten weer, zoals neergelegd in art. 6:197 BW. (6)

Vraag 7

Komkommerverdelingsbedrijf Krommer BV heeft (onder meer) een perceel grond aan de kust achter de duinen in gebruik. Dit perceel is omringd door velden waarop door een aantal grote bedrijven bonen worden gekweekt. Wanneer de komkommerplanten op het terrein achter de duinen plotseling verwelken, blijkt de oorzaak te liggen in een bestrijdingsmiddel dat gebruikt wordt in de bonenteelt. Volgens voorschrift mag dit alleen worden ingezet via een soort drainagesysteem omdat verspreiding door sproeien gevaar oplevert voor het milieu in de naaste omgeving; reeds een kleine hoeveelheid is funest. Een aantal bonentelers zet – hoewel dit niet wettelijk is toegestaan – echter hiervoor een vliegtuigje van het bedrijf Brianair BV in dat via een sproeimechanisme in enkele minuten de klus klaart. Krommer BV stelt een schadevordering in tegen Kidneybonen BV, het enige Nederlandse bedrijf van de bonenbedrijven waarvan vaststaat dat het Brianair BV heeft ingeschakeld. De reden hiervan is dat zij van de andere – buitenlandse – bedrijven moeilijk de vestigingsplaats kan achterhalen en er ook niet zeker is welk van deze bedrijven van de diensten van Brainair BV heeft gebruik gemaakt. Kidneybonen BV stelt zich op het standpunt dat Krommer BV moet stellen – en dat komt vast te staan – wie tot de kring van de aansprakelijke personen behoort, zodat vaststaat wie betrokken kunnen worden bij een eventueel onderling verhaal.

  1. Heeft de door Krommer BV ingestelde vordering kans van slagen? Betrek bij uw antwoord het door Kidneybonen BV gevoerde verweer. (6)

Vlak naast de velden van Kidneybonen BV is eveneens gelegen een perceel van schorsneerumkweker Schorsrum BV. Wanneer de jonge aanplant van Schorsrum BV schimmel vertoont, vordert het bedrijf schadevergoeding van Kidneybonen BV omdat Schorsrum BV van oordeel is dat de oorzaak van de schimmel in het door Kidneybonen BV gebruikte bestrijdingsmiddel ligt . Kidneybonen BV brengt echter naar voren, dat Schorsrum BV zal moeten aantonen dat de schimmel is veroorzaakt door de minieme hoeveelheid door Brainair BV verspreide bestrijdingsmiddel. De oorzaak daarvan kan, aldus Kidneybonen BV, heel goed ergens anders in liggen (bijvoorbeeld in de ondeugdelijkheid van de door Schorsrum BV gebruikte meststoffen). De juridische afdeling van Schorsrum BV legt u de vraag voor of in dit geval wellicht de toepassing van de zg. omkeringsregel Schorsrum BV zal kunnen helpen.

  1. Zal de omkeringsregel in dit geval toepassing kunnen vinden? Betrek daarbij de vereisten die volgens rechtspraak van de Hoge Raad in het algemeen voor de toepassing van de omkeringsregel gelden.(6).

Variant op het voorgaande.

Stel, dat er in de betreffende gemeente niet drie bonentelers zijn, maar slechts twee: Kidneybonen BV en Frijoles BV. Frijoles BV houdt zich – anders dan Kidneybonen BV – wel aan de milieuvoorschriften en heeft daardoor aanzienlijk hogere productiekosten, reden waarom zij haar producten voor een hogere prijs verkoopt. De omzet van Kidneybonen BV is gedurende ruim een jaar groter dan die van Frijoles BV en haar winst is, mede omdat zij geen kosten maakt wegens de milieuvereisten, veel hoger dan die van Kidneybonen BV . Wanneer de betreffende inspectie achter de handelwijze van Kidneybonen BV komt en maatregelen neemt, houdt ook Kidneybonen BV zich in het vervolg aan de milieuvoorschriften. Frijoles BV stelt zich op het standpunt dat Kidneybonen BV (een deel van) de winst die zij heeft genoten gedurende het jaar dat zij de milieuvoorschriften overtrad aan haar moet afdragen en wendt zich daarom tot de rechter. Beantwoord naar aanleiding van deze casus de volgende vragen:

  1. Is de rechter verplicht een dergelijke vordering toe te wijzen als aan de wettelijke voorwaarden daarvoor is voldaan of gaat het om een discretionaire bevoegdheid van de rechter? Dient Frijoles BV concreet nadeel aan te tonen (bijvoorbeeld dat een order voor zijn neus is weggekaapt door Kidneybonen BV) of is het voldoende dat aanwezigheid van enige vorm van schade aannemelijk is ? (6)

Antwoordindicatie

Vraag 1

  1. De steiger is een product in de zin van art. 6: 185 e.v. Steigermateriaal Hans BV is daarvoor ex art. 6:185 jo.186 BW aansprakelijk. In de casus is de status van producent gegeven (verwijzing naar het bedrijfslogo). Zie ook art.6:187 lid 2 BW. Nu de producent niet aannemelijk kan maken dat de steiger deugdelijk in het verkeer is gebracht, blijft de bezitter buiten beeld . Dát is de strekking van de regeling, zoals geformuleerd in art. 6: 173 lid 2 BW. Velen verloren dat uit het oog. De letselschade die gevorderd wordt valt binnen de reikwijdte van art. 6:190; de schade aan de bedrijfsauto niet. Zie art. 6:190 lid 1 sub b. Wie dat niet precies vermeldde verloor hier punten.
  2. Frederik BV is bezitter van de steiger. De steiger heeft onmiskenbaar een gebrek, terwijl deze in de casus van onderdeel 1b deugdelijk in het verkeer is gebracht. Derhalve is art. 6: 173 lid 1 BW – beter nog – art.6: 181 lid 1 BW van toepassing; het gaat om bedrijfsmatig gebruik! Toch moet de student nog een spa dieper gaan steken om alle punten te verweren. Hij moet namelijk bij de bespreking van het door Frederik BV gevoerde verweer opnieuw ingaan op art. 6:181 BW en zich de vraag stellen wie nu het profijt heeft van de steiger. Hij zal derhalve het licht van het Loretta-arrest over dit onderdeel van de casus moeten laten schijnen; in dat geval is het goed verdedigbaar dat Frederik BV als bedrijfsmatige gebruiker van de steiger blijft gelden, mede gelet op het feit dat Frederik BV de zeggenschap wat betreft de veiligheid voor de steiger behield. Maar op dit punt gaat het niet zo zeer om het resultaat als wel om de te maken afweging. Wie slechts volstond met verwijzing naar art. 6:181 lid 2 kreeg daarvoor weliswaar enkele punten.

Vraag 2

Het antwoord staat in de Literatuurklapper en tevens in de verplichte arresten. Nodig is: * een voldoende gekwalificeerde schending; *van een gemeenschappelijke norm die rechten toekent aan particulieren; * een rechtstreeks causaal verband tussen de geleden schade en de schending . Wie dit vaag neerschreef verloor meteen punten. Zie verder Dillenkofer (Te late omzetting richtlijn inz. reisorganisaties) of Finland-Lethinen (Onjuiste uitlating ambtenaar t.a.v. geïmporteerde producten leidde tot aansprakelijkheid van de Staat).Ingaan op de essentie van die arresten en niet volstaan met het noemen ervan.

Vraag 3

Er bestaat in Duitsland een schuldaansprakelijkheid (Par. 831 BGB) voor ondergeschikten. Duitsland kent a fortiori geen risicoaansprakelijkheid voor ingeschakelde zelfstandige hulppersonen, zij het dat ingeschakelde hulppersonen wel onder het tweede lid van Par. 831 BGB vallen. In het onderhavige geval kan de Duitse ondernemer niettemin worden aangesproken op basis van art. 823 BGB.; De zojuist genoemde bepaling neemt in dit soort zaken de rol over van een risicoaansprakelijkheidsbepaling voor ondergeschikten. Ingaan op het zgn. Organisationsverschulden! Zie ook Van Dam, Literatuurklapper. Verdedigbaar is voorts via de zgn. vereenzelvigingsconstructie (leidinggevenden met de werkgever) bij de toepassing van Par. 823 BGB uit te komen.

Vraag 4

  1. De gedraging van Spanninga is onrechtmatig jegens Leo. Spanninga had van die duw moeten afzien omdat Leo de duw geheel niet hoefde te verwachten en de stoelen en beetje scheef stonden. Er is dan geen sprake van ongelukkige omstandigheden. Art.162 BW is dus van toepassing. Dat is ook voorwaarde voor art. 170 lid 1 BW. Ook overigens is art. 6:171 aan de orde. Het vereiste functioneel verband wordt immers zeer ruim genomen. Spier c.s., nr. 90.
  2. Marie-Clair is opdrachtgever en heeft een bedrijf. Er worden werkzaamheden uitgevoerd door een niet ondergeschikte van Mari-Clair. De opgedragen werkzaamheden, renovatie van zijn woonboerderij, vallen echter niet binnen de eigen bedrijfsactiviteiten van Marie-Claie Derhalve komt reeds op die grond art. 171 niet voor toepassing in aanmerking. Spier c.s., nr. 93.

Vraag 5

De (WAM verzekeraar van) de automobilist, want de behoeftigheidseis geldt voor alle vorderingen op grond van art. 6:108 lid 1 BW. In het kader van de vaststelling van de behoefte van de nabestaanden wordt in uitgangspunt rekening gehouden met alle mogelijke financiële factoren (erfenis, uitkering uit sommenverzekering, schenking, of ze nu in verband staan met overlijden of niet. Spier c.s. nr. 257.

Vraag 6

De strekking van de tijdelijke regeling verhaalsrechten is een beperking van het ruime werkingsterrein van de bijzondere aansprakelijkheden in titel 6.3., en wel voor wat betreft regres krachtens wettelijke bepalingen en subrogatie. De verhaalsmogelijkheden van regresnemers worden door de regeling bevroren tot het moment van invoering van het huidig BW. Spier c.s. nr. 265.

Vraag 7

  1. Dit standpunt is naar voren gebracht in het DES-arrest, maar daarin van de hand gewezen (nr. 3.7.4). omdat het strijdig is met de basisgedachte van art. 6: 99 BW. Spier c.s. nr. 239.
  2. Spier c.s. nr. 215, arrest Der Bildtpollen Aanwas BV-Miedema nr. 3.4. Tot voor kort werden inzake de toepasselijkheid van de omkeringsregel uit de rechtspraak van de Hoge Raad de volgende drie vereisten afgeleid :

 

  1. schending van een norm die ziet op het voorkomen van een specifiek gevaar voor schade
  2. de normschending vergroot in het algemeen in aanmerkelijke mate dit gevaar, en
  3. dit gevaar heeft zich verwezenlijkt.

Sinds het arrest HR 23 november 2012, LJN BX7264 is echter duidelijk dat het sub (ii) genoemde vereiste geen gelding (meer) heeft, zodat wie dit niet noemt in het antwoord geen punten mist. De omkeringsregel zal hier toepassing kunnen vinden, omdat het overtreden sproeiverbod specifiek ziet op milieuschade zoals die zich hier heeft gemanifesteerd.

  1. Het gaat hier om de toepassing in art.6:104 BV. Het aantonen van concreet nadeel is daarvoor niet vereist. En het artikel bevat een discretionaire bevoegdheid van de rechter. Arrest Doerga/Stichting Ymere nr. 3.6. en Spier c.s.nr. 210.

Image

Access: 
Public

Image

Join WorldSupporter!
Search a summary

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Activities abroad, study fields and working areas:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Law Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
2392